Sofie Bolder
De overwerkcultuur in de bouw
FNV|UTA heeft de afgelopen weken vragen gesteld over ‘overwerk’ onder UTA’ers. En de cijfers over de hoeveelheid en de frequentie van overwerk liegen er niet om. Daarnaast worden deze lange werkdagen nauwelijks gecompenseerd. Werkgevers beweren dat overwerk is inbegrepen in het salaris. Ook stellen ze ‘je weet waaraan je begint als je in de bouw komt werken’ en ‘als het je niet bevalt ga je toch naar een andere werkgever’.
Al enige tijd doet FNV onderzoek naar overwerk in de bouw. In veel UTA-functies is overwerk gangbaar. Voor UTA’ers die met het bouwproces te maken hebben, is overwerk daarentegen veelal structureel van aard. Uitvoerders, werkvoorbereiders, calculators, planners en projectcoördinatoren draaien wekelijks overuren.
Uit onze recente uitvraag ‘Het is ook mijn cao!’ blijkt dat een kwart van de UTA respondenten 9 tot 13 uur per week overwerkt. 14% zelfs 13 uur of meer. Ook werkt een aanzienlijk deel gemiddeld een dag per week extra. Op jaarbasis betekent dit 9 tot 15 weken of meer extra werken. Een ongezonde realiteit. De meerderheid van de UTA’ers krijgt hiervoor ook nog eens niets betaald of in tijd gecompenseerd. Bovendien worden de reisuren niet vergoed.
‘’Lange dagen en 40 uur betaald krijgen.’’
‘’Reisuren hebben ze nog nooit van gehoord voor UTA.’’
De lange werkdagen gaan gepaard met steeds meer verantwoordelijkheden, hogere administratieve vereisten, krappe planningen, pauzes die erbij inschieten en de 24/7 bereikbaarheid. Het aantal vacante UTA-functies stijgt. Op veel plekken wordt een continue personeelstekort gerapporteerd. Tegelijkertijd zijn er veel zorgen over het uitblijven van een jongeren instroom.
‘’Veel jonge gasten die net klaar zijn met hun opleiding, willen niet voor een aannemer werken. Veel uren, slechte betaling, hoge werkdruk, het wordt allemaal al besproken op de scholen.’’
Dagelijks gaat voor uitvoerders of werkvoorbereiders de wekker in de nachtelijke uren. Rond 5.30 uur vertrekken ze van huis om tegen de avond – als het verkeer meezit – weer de deur achter zich dicht te trekken. Het zijn lange werkdagen met een aanzienlijke werkdruk. Het maakt de bouw (mentaal) zwaar en ongezond. Daarnaast vergt het een opoffering voor het sociale leven. Velen rapporteren keer op keer het gezin teleur te stellen of in het weekend nauwelijks nog fut te hebben.
‘’Alles moet af, het maakt niet uit hoe, maar niet met te veel uren. De rest moet in je eigen tijd.”
Werkgevers aan de onderhandelingstafel verschuilen zich achter een zogezegd ‘’all-in-salaris’’. Zij geven aan dat de UTA salarissen zodanig zijn samengesteld dat overwerk erin zit. FNV|UTA heeft daarom in een enquête de vraag gesteld of in de arbeidsovereenkomst expliciet is opgenomen dat overwerk in het salaris is inbegrepen. Een overtuigende meerderheid geeft aan dat hiervan absoluut geen sprake is. Grotendeels ontbreekt ook de registratie van overwerk.
‘’In het systeem kan ik tot 40 uur registreren, niet meer!’’
Kortom, werkgevers aan de onderhandelingstafel tonen weinig empathie met het hardwerkende UTA-personeel. FNV|UTA vindt het hoog tijd voor een goede overwerkregeling en bestrijding van het vele overwerk. Wie kan immers deze werkomstandigheden volhouden?
De overwerkcultuur in de bouw leidt tot een onveilige en ongezonde werkomgeving. Loyaliteit en verantwoordelijkheidsgevoel is mooi, maar kent ook bij de UTA zijn grenzen!
‘’Er gaat veel ervaren personeel weg en er is geen aanwas. Dus de werkdruk zal nog hoger worden.’’
'Het is ook mijn cao!' | Deel 2 van rapport gepresenteerd
De werkgeversorganisaties hebben ons tijdens eerdere onderhandelingen laten weten dat zij geen afspraken in de cao willen maken voor UTA-medewerkers. Alles zou al perfect geregeld zijn op bedrijfsniveau. Daarom hebben wij een oproep gedaan aan UTA'ers, om te reageren op het standpunt van de werkgeversorganisaties. Op onze vragenlijst is massaal gereageerd.
Op 31 maart hebben we de eerste bundeling van UTA-reacties, geanonimiseerd, aan de werkgevers overhandigd. Omdat er sindsdien nog veel meer reacties zijn binnengekomen, hebben we besloten een 'deel 2' te maken.
Alle nieuwe reacties (tot en met 12 april) zijn wederom gebundeld tot een document:
Document - Het is ook mijn cao! Deel 2
De reacties onderstrepen het belang van goede cao afspraken en zijn tijdens de afgelopen onderhandelingsronde weer gepresenteerd aan de werkgeversorganisaties. Er kan nog steeds gereageerd worden op de vragenlijst. Heb je dit nog niet gedaan? Klik op de button hieronder om naar de vragenlijst te gaan!
Klik hier voor de deel 1 van UTA-reacties op 'Het is ook mijn cao!'
Webinar Anders Organiseren
Het webinar Anders Organiseren in de bouw laat zien dat organisaties maatregelen kunnen nemen die bedoeld zijn om productiviteit te verbeteren en om werkdruk te verminderen.
FNV Bouwen en Wonen ziet dat de werkdruk in de bouw al jaren oploopt. Het terugdringen van de werkdruk moet gezocht worden in andere organisatievormen. Dit vanuit de overweging dat de manier waarop het werk is georganiseerd de belangrijkste oorzaak is van werkdruk.
Hans Kommers van de ST Groep inventariseerde in opdracht van de FNV initiatieven van bouwbedrijven die zochten naar andere organisatievormen. In het webinar Anders Organiseren op 18 mei (van 16.00 uur tot 16.45 uur) verbindt hij theorie aan de praktijk van het anders organiseren. Er is beperkt plek, dus meld je aan via het aanmeldformulier onder de video.
Wil je meer weten? Bekijk hier de video waarin Hans Kommers toelichting geeft op het webinar.
https://www.youtube.com/watch?v=KTXvvoiqf8A
Het is helaas niet meer mogelijk om te aan te melden voor het webinar. Neem voor meer informatie contact op met uta@fnv.nl
Lichter werk voor een uitvoerder op leeftijd? ‘Dit is gewoonweg onzin!’
Vorige maand zijn de onderhandelingen voor de cao Bouw & Infra 2021 gestart. Tijdens de Coronapandemie heeft de bouw heel verdienstelijk doorgewerkt. FNV had dan ook gerekend op een vlotte start van het cao overleg. Tevergeefs blijkt.
Werkgevers negeren al jaren de wensen van de UTA-medewerkers en vegen ook dit keer hun voorstellen van tafel. UTA wordt op bedrijfsniveau al in de watten gelegd. Dat maakt cao afspraken overbodig, aldus werkgevers. Zo is een zwaar werk regeling voor de UTA niet nodig, want binnen bedrijven is het gangbaar om een uitvoerder op leeftijd lichter werk te geven. FNV|UTA heeft deze bewering direct bij honderden uitvoerders gecheckt.
Verontwaardiging is groot
UTA-medewerkers willen een zwaar werkregeling. Vorig jaar is deze regeling voor bouwplaats-werknemers afgesproken. De verontwaardiging onder de UTA was groot, toen bleek dat zij waren uitgesloten van de regeling. UTA’ers hebben evengoed zwaar werk. De mentale belasting is hoog en wordt soms voorafgegaan door jarenlange fysieke belasting.
Het structurele tekort aan UTA-personeel, de krappe planningen, de toenemende verantwoordelijkheid voor veiligheid en kwaliteit, de talrijke onderaannemers en ZZP’ers, de vele administratieve vereisten, de communicatieproblemen met buitenlandse werknemers en de lange werkdagen, maken het werk zwaar. En niet alleen van de uitvoerder.
‘’Het hele werkplezier is weg en vervangen door veel spanningen’’
Een bedrijfsregeling: fictie of realiteit?
Tijdens het cao overleg hebben werkgevers aangegeven dat UTA-medewerkers, vooral uitvoerders, enkele jaren voor het pensioen lichter werk krijgen. Bedrijven voorzien in regelingen, zodat een uitvoerder het makkelijker volhoudt tot aan zijn pensioen.
FNV|UTA is bij uitvoerders nagegaan of zulke regelingen bekend zijn. En wat blijkt, de overgrote meerderheid heeft geen enkele herkenning bij deze bewering van werkgevers. Sterker nog, meestal lijkt het tegendeel waar. Ervaren uitvoerders worden juist ingezet op de zwaardere en moeilijkere projecten. En kleine projecten alleen draaiend houden, geeft net zo goed veel druk en stress. Je moet dan alles zelf doen, daar schiet je niets mee op, aldus verschillende uitvoerders. Een greep uit de reacties:
- ‘’Hoe zou een werkgever dat moeten regelen als er al een structureel tekort is aan uitvoerders.’’
- ‘’Werkgevers houden echt geen rekening met je leeftijd.’’
- ‘’Binnen mijn bedrijf is het wel bespreekbaar, maar het kan niet.’’
- ‘’Bij het bedrijf waar ik nu werk en de bedrijven waar ik heb gewerkt, heb ik hier nog nooit van gehoord.’’
- ‘’Bij kleine aannemers hebben ze helemaal niet de luxe om te kunnen kiezen naar welk project hun UTA personeel ingezet wordt.’’
- ‘’Wel kan ik zeggen dat mijn oudere collega’s niet lichtere projecten krijgen of een lichtere functie.’’
- ‘’Ik heb dit nog niet meegemaakt (ik ben 63 jaar).’’
Herkenning komt sporadisch voor. Ook dan betreft het geen bedrijfsregeling, maar is op persoonlijk initiatief van de werknemer een regeling getroffen.
UTA laat zich niet uitsluiten
Via FNV|UTA ‘Het is ook mijn cao!’ hebben UTA-medewerkers massaal laten weten dat ze de houding van werkgevers onacceptabel vinden en de beweringen over goede bedrijfsafspraken onjuist. De reacties op de bewering dat uitvoerders op leeftijd lichter werk kunnen krijgen, wordt door een uitvoerder treffend samengevat; ‘Dat is gewoonweg onzin!’
Opvallend is dat meerdere werknemers zich afvragen of de werkgeversorganisaties wel beseffen dat veel van hun leden de keus niet hebben om oudere uitvoerders een minder zwaar project te geven.
‘’Wat ik al helemaal niet snap, is dat als ik aan mijn werkgever vraag hoe hij tegenover de zwaar werkregeling voor de uitvoerders staat hij zegt daar niet onwelwillend tegenover te staan. Dan vraag ik mij toch af wat voor mensen hem vertegenwoordigen bij de onderhandelingen.’’
Hestia: Jessica Bruintjes
Hestia is de Griekse godin van de bouwkunst. In deze rubriek wordt iedere week een moderne godin van de bouwwereld geïnterviewd. Over haar inspiratie, de bouwwereld, en wat ze het leukst vindt in haar werk. Deze week is Jessica onze Hestia. Ze is naar eigen zeggen een echt meisjes-meisje en werkt sinds haar 18e als kraanmachinist.
"Van stil zitten word ik helemaal gek. Op een dag zei ik: ‘Pa, ik wil op de kraan’"
Naam: Jessica Bruintjes
Leeftijd: 28
Woonplaats: Ridderkerk
Opleiding: HBO technische bedrijfskunde, Hijsbewijs, Groot rijbewijs, VCA
Beroep: Kraanmachinist
Lievelingsbouwjargon: "Geen idee, eigenlijk. De meeste uitspraken zijn het opschrijven niet waardig, haha."
Wanneer ontdekte je dat je de bouw in wilde?
Jessica: “Mijn ouders hebben een kraanwagenbedrijf, maar tot mijn achttiende dacht ik altijd dat ik eerder de media kant op zou gaan. Vrouwelijke collega’s waren er niet op de bouwplaats, die zaten op kantoor of deden de administratie. Dus ik heb altijd gezegd van ‘Ja, dag! Op kantoor zitten is niets voor mij.’ Ik wilde een hele andere kant op, want van stil zitten word ik helemaal gek.
Maar op een dag, en ik weet niet meer precies wanneer die omschakeling is gekomen, zei ik: ‘Pa, ik wil op de kraan’. Nou, mijn vader zei gelijk al dat dat niks voor mij zou zijn. Hij zei: ‘Loop maar een dagje mee, dan ben je zo genezen.’ Maar, nee. Ondanks dat het hartstikke koud was en ik ook best wel een koukleum ben, vond ik het echt heel erg leuk!
Er zijn weinig vrouwen die op de kraan werken, maar ik vind dat gewoon stoer. Plus, al die vrijheid. Dit is wat ik wilde gaan doen.”
Hoe werd daarop gereageerd?
“Ik heb daarna ook tegen mijn moeder gezegd dat ik bij hen wilde gaan werken, maar die zei dat ze niemand nodig had op kantoor. Dus toen zei ik: ‘Ik wil ook helemaal niet op kantoor! Ik wil op de kraan!’
Ik ben wel echt een meisjes-meisje, ik houd van make-up en mijn haar moet altijd gestijld of gekruld zijn. Dus mijn moeder keek me toch een beetje raar aan: ‘Dat is helemaal niets voor jou, dan sta je heel de dag in de modder. Maar als dit je leuk lijkt, dan moet je het doen!’
Ik vond het werk op de kraan zo’n enorme kick geven, dat ik binnen een half jaar al mijn papieren gehaald had. En zo was ik op mijn 18e kraanmachinist.”
Wat maakt de bouw zo leuk?
“Elke dag is anders en elke dag werk je weer met andere mensen, dat vind ik heel leuk. En je draagt ook een grote verantwoordelijkheid, want je gaat natuurlijk wel met zo’n grote machine op pad.”
Wat inspireert jou?
“Andere vrouwen in de bouw. Vrouwen die ook gewoon zeggen van: ‘ik doe mijn eigen ding en ik doe wat ik leuk vind.’ Vrouwen in de techniek, vrouwelijke schippers, vrouwelijke lassers, vrouwelijke vrachtwagenchauffeurs. Allemaal doen ze gewoon hun ding, wat ze leuk vinden, en laten zich niet leiden door wat de maatschappij daar mogelijk van vindt.”
Wie in de bouw inspireert jou?
“Mijn vader. Hij is een hele intelligente en creatieve man. Toen ik net begon in dit vak werkte ik heel veel met hem samen, dus hij heeft mij erg veel geleerd. Ook qua mens is hij heel anders dan ik. Ik was een verlegen en bescheiden meisje en hij weet goed hoe je met mensen om moet gaan, dus daar heeft hij me echt bij geholpen. Mijn vader weet precies hoe hij mensen om zijn vinger kan winden. Dat ik echt denk: ‘Dat zég je toch niet tegen een klant’. Maar iedereen vindt het nog leuk ook!”
Wat vind je het allerleukst aan je werk als kraanmachinist?
“Je hebt veel vrijheid. Je stapt ‘s ochtends in de kraan en aan het einde van de dag kom je er weer uit. Ik vind het ook gewoon echt een kick geven, dat je met zo’n grote machine en van dat grote materiaal in de weer bent.
Dus als er vrouwen zijn, of mannen natuurlijk, die nog twijfelen of kraanmachinist zijn wat voor hen is, zoek gewoon contact met mij! Want ik laat de kraan heel graag zien. Ik vind het hartstikke leuk om iemand mee te nemen naar de kraan en ze een beetje wegwijs te maken.”
Wat zijn je dromen voor de toekomst?
“Ik wil sowieso het kraanwagenbedrijf van mijn ouders overnemen. Dat is wel echt mijn droom geworden. Ik heb er zo’n enorme passie voor gekregen, het is gewoon echt mijn kindje. Maar ik ben ook wel een typje dat ik er misschien nog meer bij wil doen. Ik wil het bedrijf graag laten groeien, of misschien nog meer bedrijfjes erbij. Ik houd niet van stil zitten.
Daarnaast doe ik ook veel met video. Ik vind dat gewoon erg leuk om te doen, dat is dan toch een beetje die mediakant die ik in eerste instantie uit wilde gaan.
Ik ben op een gegeven moment video’s gaan posten en dat werd zo goed ontvangen, dat ze op kantoor zeiden van ‘Joh, ga er maar mee door. Je bent een goed visitekaartje voor het bedrijf!’. Dus dat is mijn hobby, eigenlijk. Voor mij is dat perfect, want zo kan ik de dingen die ik leuk vind combineren.”
Wat zou je willen zeggen tegen meisjes/vrouwen die twijfelen de bouw in te gaan?
“Vergeleken met 10 jaar geleden, zie je sowieso dat er al veel meer vrouwen in de bouw zitten. Ik vind dat erg leuk, dat geeft ook een hele andere sfeer. Vrouwen zijn toch weer net anders en die staan er ook net iets anders in.
Ik vind gewoon: als iets je droom en je passie is, moet je het gewoon doen! Laat je niet tegenhouden door wat andere mensen misschien van je zouden vinden.”
Cao-onderhandelingen 2021: dag 4/5
Wij bouwen Nederland
Afgelopen dinsdag en woensdag is er weer onderhandeld over een nieuwe cao Bouw & Infra. De eerste dag is er gesproken over de pensioenpremie en een doorbetaalde schooldag. Momenteel krijgen jongeren die werken en leren combineren, de dag dat ze naar school moeten niet doorbetaald. Zij verdienen hierdoor veel minder dan jongeren die voltijds werken. Rondkomen is voor deze groep ook een stuk moeilijker. Daar komt bij dat in andere sectoren bijvoorbeeld de sector metaal, de schooldag wel doorbetaald wordt. Wij vinden het daarom ook niet meer dan normaal dat jongeren die vier dagen werken en één dag naar school gaan, deze schooldag doorbetaald krijgen. Onze sector heeft hard nieuwe mensen nodig; veel vacatures blijven onvervuld. De jongeren zijn de toekomst en verdienen een eerlijk inkomen!
Tijdens de vorige onderhandelingen was door werkgevers aan ons meegedeeld dat er geen afspraken voor UTA-medewerkers gemaakt hoeven te worden in de cao. Alles zou al perfect geregeld zijn. Naar aanleiding van deze uitspraken hebben wij jullie gevraagd te reageren op het standpunt van de werkgeversorganisaties. Dit kon door het invullen van een vragenlijst. Op de vragenlijst is massaal gereageerd. Dank voor al jullie reacties! De reacties zijn gebundeld in een document en, natuurlijk geanonimiseerd, aan de werkgevers overhandigd. De werkgeversorganisaties hebben nog niet gereageerd op jullie reacties. Voor ons is heel duidelijk dat wat de werkgevers bij ons hebben neergelegd, totaal niet strookt met de reacties die wij van jullie hebben gekregen. De reacties onderstrepen het belang van goede cao afspraken
Zoals hierboven gezegd, hebben wij heel veel reacties ontvangen van jullie. Alle reacties die voor dinsdag bij ons binnen waren, hebben wij gebundeld. Daarna zijn er nog veel meer gekomen, ook deze worden de komende onderhandelingen, op 13 en 14 april meegenomen. Wie nog niet gereageerd heeft kan dat nog steeds doen. Het document met alle reacties kun je lezen door te klikken op de oranje knop hieronder. Dit zijn een paar mooie quotes uit de reacties op ‘Het is ook mijn cao’!
“Wij maken ook deel uit van de bouw. Zonder UTA geen uitvoering en realisatie.”
“Een klap in het gezicht om te durven stellen dat wij het al zo goed hebben.”
“Belachelijk, de sector moet aantrekkelijker gemaakt worden.”
“Het is net alsof wij niet meetellen”
“De bouw is ook van ons!”
Massale reacties op 'Het is ook mijn cao!'
De werkgeversorganisaties hebben ons laten weten dat zij geen afspraken in de cao willen maken voor UTA-medewerkers. Alles zou al perfect geregeld zijn. Wij hebben van jullie al veel reacties mogen ontvangen.
Wij hebben vervolgens een oproep gedaan aan UTA-medewerkers om te reageren op het standpunt van de werkgeversorganisaties. Dit kon door het invullen van een vragenlijst. Op de vragenlijst is massaal gereageerd! De reacties zijn gebundeld in een document en, geanonimiseerd, aan de werkgevers overhandigd. De reacties onderstrepen het belang van goede cao afspraken.
Alle reacties die voor dinsdag bij ons binnen waren zitten in de bundel. Na dinsdag zijn er nog veel meer binnengekomen, deze worden de komende onderhandelingen, op 13 en 14 april meegenomen. Nog steeds kan er gereageerd worden. De bundel met alle reacties kun je lezen door onderstaande link te openen.
Document - Het is ook mijn cao!
“Zonder UTA geen bouw!”
“Hoort bij je functie, zeggen ze dan.”
“Overwerken wordt gezien als standaard.”
“Onbegrijpelijk, de instelling van de werkgevers.”
De enquête staat nog open. Klik op onderstaande knop om de vragenlijst in te vullen!
Lunchworkshops Vrouwen in de Bouw | Uitstraling
Op donderdag 22 april en donderdag 20 mei kun je van 12:00 tot 13:00 uur twee leuke online lunchworkshops volgen waarin “Uitstraling” het centrale thema is. Wat straal je uit en wat wil je uitstralen? Leer jezelf en (in de tweede workshop) je stem beter kennen! Ontdek wat uitstraling betekent! Elke vrouw die in de Bouw werkt kan gratis deelnemen, zowel leden als niet-leden van FNV.
Kracht door uitstraling
Donderdag 22 april van 12:00 tot 13:00 uur
Leer van buiten uitstralen wie jij van binnen bent!
Bij de eerste ontmoeting kan niemand aan je zien dat je aardig, slim of getalenteerd bent. Toch word je binnen een paar seconden beoordeeld op de ‘buitenkant’. Merianka Melissen leert hoe je van buiten kunt uitstralen wie je van binnen bent. Koppel je innerlijk aan je uiterlijk! In deze tijd ben je namelijk zichtbaarder dan ooit en is jouw uitstraling altijd een perfect marketinginstrument. Ook online doet de eerste indruk ertoe en kun je non-verbale communicatie inzetten om jezelf te laten zien.
Stem je stem
Donderdag 20 mei van 12:00 tot 13:00 uur
Leer je stem kennen en gebruiken!
We denken niet vaak na over onze stem, het is wat het is. Toch? Carl Hoogvliet laat het tegendeel zien: je stem is juist een belangrijk instrument voor een dynamische presentatie of boeiend gesprek. Hoe kun je mensen aangehaakt houden? Ook online is het belangrijk om dynamisch te zijn, zodat het niet saai wordt. In deze workshop leer je je eigen stem beter kennen aan de hand van verschillende oefeningen. Word tijdens deze workshop verrast door je eigen stemgeluid!
Deze workshops zijn al geweest, je kunt je niet meer inschrijven.
UTA zwaar werkregeling | “De druk naar een oplevering toe is geestelijk zwaar“
De zwaar werkregeling in de cao Bouw & Infra geldt alleen voor bouwplaatsmedewerkers. Waarom eigenlijk? UTA'ers hebben ook te maken met zwaar werk, zo blijkt ook uit onderzoek van FNV | UTA. Tijdens de onderhandelingen voor een nieuwe cao Bouw & Infra komt dit onderwerp aan bod. In een reeks portretten leggen UTA-werknemers uit waarom ook zij recht hebben op de zwaar werkregeling.
Naam: Cor van de Reep
Leeftijd: 63
Functie: Uitvoerder
Ervaringsjaren in bouwsector: 48
Vroeger
“Het was vroeger lang niet altijd beter. Als ik met de huidige bouwsystemen zie hoe snel en efficiënt zo’n ruwbouw gaat, dan is dat een hele verbetering. Het verschil zit wel in de betrokkenheid met het werk. Door alle apart ingekochte disciplines is men alleen betrokken bij hun eigen ding. Zelfs in bedrijven met alleen maar ZZP’ers is er ook weinig interesse in het eigen werk en is het niveau vaak belabberd.
Er is nu grote behoefte aan controle, vooral over hoe het werk wordt uitgevoerd. Men wordt niet meer zoals vroeger binnen een bedrijf opgeleid naar een bepaald niveau; het niveau van wat het bedrijf wil uitstralen. Dit is wat het werk zwaarder maakt. Je weet niet wat collega’s doen. Dat was met eigen personeel wel anders. Dit gaf je meer rust omdat je wist op wat voor niveau er buiten gewerkt werd. Nu komen werknemers binnen, ze doen hun werk, en gaan dan snel naar de volgende klus. Als je dan gaat kijken blijkt het resultaat niet oké te zijn, maar de vogels zijn al gevlogen. Je moet echt alles direct controleren, waardoor je aan je eigen werk eigenlijk niet meer toekomt. Dan ben je ’s avonds bekaf en reageer je wel eens knorrig en geïrriteerd."
UTA werkweek
“Je bent als eerste op je werk om de keet en containers los te maken en je gaat als laatste weer weg na het afsluiten van de hekken. Natuurlijk werk je systematisch en gepland, maar vaak komt er van de planning die je voor je eigen werk in gedachten had weinig terecht. Er komen steeds meer storende factoren. De bouwbedrijven zelf hebben weinig tot geen eigen personeel rondlopen. De mensen om je heen zijn veelal onderaannemers die weer ZZP’ers inhuren om het werk uit te voeren. Er is weinig samenhang, de kwaliteit van de vakmensen is vaak belabberd. Er zijn veel vragen. Dat blijft in stand omdat veel van die ZZP’ers komen en gaan. Dat leidt tot meer vragen en meer uitleg moeten geven.”
Dit is zwaar werk
“Ik ben er voor mijn eigen wel uit. Ik heb mijn pensioen al aangevraagd en ik ga deze zomer met pensioen. Ik ben dan 64 jaar en 3 maanden. Ik trek het gewoon niet meer. Ik ga me aan steeds meer dingen irriteren. Ik heb zelf altijd gezegd ‘je moet met plezier naar je werk gaan en anders moet je wat anders zoeken’.
Ik heb altijd met plezier in de bouw gewerkt. Ik heb alles gedaan; kleinbouw, grootbouw, betonbouw, in de werkplaats machinale trappen maken en later, toen mijn rug het niet meer trok, de laatste 25 jaar als uitvoerder. Ik weet wat ik nu krijg, ik heb daar zelf een keuze in gemaakt, dan moet je niet zeuren.
Mijn rug is ook op. Ik heb mijn eigen nooit ontzien. Ik maak langere dagen als uitvoerder dan de jongens op de werkvloer en ook ik sta in weer en wind. Ik draag een hele verantwoordelijkheid op de bouwplaats met alle werkdruk erbij.”
Zwaar werkregeling. Ook voor UTA
“Als je zwaar werk alleen als fysiek ziet, hebben UTA’ers geen recht op de zwaar werkregeling. Maar zo staat het niet omschreven. De druk en psychische belasting waaronder je werkt als uitvoerder zijn enorm hoog. Planningen worden zwarte pistes. De druk naar een oplevering toe is geestelijk zwaar.
Voor mij heeft de zwaar werkregeling geen voordelen meer, maar ik gun het mijn collega-uitvoerders wel om minimaal gelijkwaardig te worden behandeld als de jongen op de werkvloer waar je altijd mee hebt gewerkt en in de keet koffie mee hebt gedronken. Waarom moeten wij alleen om het woordje ‘UTA’ anders worden behandeld?”
Lees hier alles over de cao-onderhandelingen Bouw & Infra 2021
Wil je ook meepraten over de zwaar werkregeling? Stuur ons een e-mail via deze link.
Stephanie Samson: “Bouwsector is dynamisch, complex en persoonlijk uitdagend”
Stephanie Samson heeft op haar 30ste al een uitgebreid CV opgebouwd. Zo heeft zij voor grote opdrachtgevers in de publieke en private sector gewerkt op verschillende management posities. Naast haar werk als interim- en tendermanager was zij bij het Bouwnetwerk het jongste bestuurslid ooit. Stephanie is trots op haar rol als jonge zakenvrouw in de bouw. Zij hoopt dan ook meer jonge vrouwen te inspireren voor een carrière in deze dynamische, spannende en snel veranderende bouwwereld!
Ik heb gezien dat je aan de TU Delft Architecture en Construction Management and Engineering hebt gestudeerd. Kun je vertellen waarom je voor deze studie gekozen hebt?
“In eerste instantie wilde ik graag architect worden, vandaar de Bachelor (BSc) Bouwkunde. Dit was midden in de economische crisis en ongeveer een derde van de bestaande architecten was op dat moment werkloos. Dit heeft mij aan het denken gezet en het leek mij een verstandige keuze om op zoek te gaan naar een andere Master (MSc). De MSc Construction Management & Engineering (CME) sprak mij enorm aan omdat het managen van deze bouwprojecten zoveel complexer is dan alleen de bebouwde omgeving. Alles komt bij elkaar in de civiele techniek. En uiteindelijk is wel gebleken dat dit veel beter bij mijn ambities en persoonlijkheid past.”
Wat maakt de bouwsector voor jou zo leuk?
“De bouwsector is dynamisch, complex en daarmee voor mij persoonlijk uitdagend. Neem bijvoorbeeld de bouw van de nieuwe grote Zeesluis bij IJmuiden waar honderden miljoenen mee gemoeid zijn of de energietransitie waar TenneT het komende decennia aan werkt. Ik werk voornamelijk op project- en tenderbasis aan strategische projecten waarvan de uitkomst vooraf nog niet bekend is. Dit houdt mij scherp.”
Is er iemand in de sector door wie jij echt geïnspireerd bent?
“In eerste instantie was dit Neelie Kroes. Niet perse iemand uit de sector wel een hele inspirerende vrouw. In mijn Rijkswaterstaat tijd kwam ik in aanraking met Michèle Blom, de Directeur-Generaal van Rijkswaterstaat. Dit is iemand die mij echt heeft geïnspireerd in de sector. Met die reden heb ik haar ook geïnterviewd voor het boek ‘Bouw Vak Vrouw’. Een boek dat we in 2019 hebben uitgegeven voor het Bouwnetwerk. Wat ik zo sterk aan haar vind? Haar visie is duidelijk en helder. Geen moeilijke woorden. Belangrijke issues knipt ze op en ze wil niet alles in beton gieten om de flexibiliteit te behouden. Dit is wat mij betreft een voorbeeld van vrouwelijk leiderschap.”
Op je LinkedIn staat dat je een mooi cv hebt. Naast je baan, zat je de afgelopen drie jaar in het bestuur van het Bouwnetwerk. Hoe ben je hier terechtgekomen en waarom wilde je graag bij dit netwerk aansluiten?
“Bedankt, ik ben hier ook erg trots op en mijn stelling was vanaf het begin om zo snel mogelijk mijn vlieguren te maken. Voor dit cv heb ik dan de afgelopen jaren keihard gewerkt. Als eerste generatie werkende vrouw kwam ik erachter dat er in mijn omgeving genoeg inspirerende mannen waren maar ik was op zoek naar een vrouwelijke rolmodel. En dan met name omdat ik erg geïnteresseerd was in de persoonlijke loopbaan, hoe zag deze loopbaan eruit? Hadden deze vrouwen een carrièreplan? Hoe zijn zij in de bouw terecht gekomen? Deze vragen hebben we ook gesteld in het boek ‘Bouw Vak Vrouw’.
Om deze reden ben ik in 2016 ook op zoek gegaan naar een netwerk. Dit was nog niet zo makkelijk te vinden. Het Bouwnetwerk was het derde netwerk dat ik bezocht. Ik vond het best spannend om naar een netwerkbijeenkomst te gaan zonder dat ik iemand kende. Omdat het Bouwnetwerk altijd kwalitatief hoogwaardige bijeenkomsten organiseert gaat het netwerken tijdens de borrels eigenlijk organisch. Meteen tijdens de eerste bijeenkomst voerde ik al de juiste discussies met mensen zoals over het verloop van mijn en hun carrière. Ik ging met meer energie en ideeën naar huis waardoor ik lid ben geworden.
Het idee achter het Bouwnetwerk in 1984 was: Vrouwen helpen in hun professionele ontwikkeling. En dat is in deze tijd nog steeds keihard nodig. Het Bouwnetwerk is opgericht als sociale infrastructuur voor carrièrevrouwen om contact te maken met elkaar en kennis uit te wisselen. We leven nu in een andere tijd maar het contact met elkaar is nog steeds erg belangrijk en dat is waar het Bouwnetwerk voor staat!”
Wat waren je belangrijkste doelen toen je in het bestuur begon?
“Ik geloof er in dat als je goed bent voor je netwerk, dan is je netwerk ook goed voor jou. En daardoor was mijn belangrijke doel: Mensen met elkaar verbinden middels een mentorprogramma – wat zich heeft geresulteerd in het: persoonlijk ontwikkelprogramma. – Mijn tweede net zo belangrijke doel was verjonging van het netwerk. We hebben veel trouwe leden die al heel erg lang lid zijn en daar zijn we erg trots op. Maar ik vond dat het tijd werd om hier een nieuwe generatie jonge ambitieuze vrouwen aan toe te voegen.
Dit mentorprogramma was ook de reden waarom ik in het bestuur ben gegaan in 2018 met als verantwoordelijkheid de programmering. Ik was zelf nog steeds op zoek naar verbinding met vrouwelijke rolmodellen en had een pitch voorbereid voor het huidige bestuur destijds.”
Wat was het meeste memorabele moment dat je in de afgelopen drie jaar hebt gehad?
“Toch wel de publicatie van het boek ‘Bouw Vak Vrouw’ in de zomer van 2019. Dit was het 35 jarige bestaan van het Bouwnetwerk. Als commissie, waar ik onderdeel van was als bestuurslid, wilden we meer doen dan alleen een lustrumfeest. Vandaar dat we het ambitieuze plan in ons hoofd hadden gehaald om ook een boek te publiceren. Natuurlijk wilde we dit presenteren tijdens het lustrumfeest op pampus in mei en niet aan het einde van het jaar. Een belachelijk ambitieus plan, maar het is ons gelukt en daar ben ik trots op!
Misschien was dit voor mij wel extra memorabel omdat ik hoogzwanger (38 weken) was en absoluut niet van plan was om dit moment te missen.”
"Ik werk soms zo hard, dat ik wel eens vergeet om van mijn successen te genieten."
Zijn er dingen die je achteraf anders had willen doen?
“Ik werk soms zo hard, dat ik wel eens vergeet om van mijn successen te genieten. Als initiator van het mentorprogramma (nieuw onderdeel binnen het Bouwnetwerk programma) was ik met name met de organisatorische kant bezig. Ik wilde graag dat iedereen op zijn gemak was en dat het programma een succes zou zijn. Op die momenten vervloek ik mezelf ook weleens waarom ik meteen tijdens mijn eerste bestuursjaar een nieuw ambitieus programma initieer en niet gewoon eerst rustig rond kijk wat er allemaal speelt. Dit is nu eenmaal hoe ik ben, als ik een idee heb dan pak ik meteen door.
Toch vind ik het belangrijk om beter op deze balans te letten. Het is niet erg om ambitieus te zijn en hard te werken, maar plezier en evenwicht is ook belangrijk.”
Hoe kijk je in het algemeen terug op de afgelopen drie jaar?
“Met heel veel plezier en dankbaarheid. Dankbaar dat ik de ruimte heb gekregen van het vorige bestuur en het netwerk. Ik was nog maar 27 en had net een aantal jaar werkervaring. Ik ben super blij dat ik het risico durfde te nemen om deze positie te bekleden en trots dat het me gelukt is.”
Wat wil je meegeven aan vrouwen die (overwegen te) starten in de bouw?
“Doen! De bouw is zo veelzijdig en ik geloof in de kracht van diversiteit. Het is leuk en uitdagend om in divers samengestelde teams te werken. Twijfel je nog of heb je vragen? Heel veel mensen staan open om een keer (digitaal) koffie te drinken en iets te vertellen over zijn of haar carrière. Neem de tijd om uit te zoeken aan welke kant je graag werkt: opdrachtgever, opdrachtnemer of liever als adviseur. Sta open voor nieuwe uitdagingen. Weten wat je niet wilt is ook een meerwaarde. Ga voor die ambitie en wees niet bang om ergens keihard voor te werken. Des te leuker als je het gehaald hebt!
Je mag mij altijd berichten op LinkedIn voor vragen, ik draag graag bij aan het bevorderen van ambitieuze vrouwen in de bouw.”