Discus project: Digitale transformatie in de bouw
In 2019 startte het Discus project (Digital Transformation in the construction sector: challenges en opportunities) gesteund door de EU. Het project was bedoeld om de digitale transformatie in de bouw in kaart te brengen door het uitvoeren van casestudies in België, Bulgarije, Frankrijk, Duitsland, Italië en Spanje.
In oktober 2021 presenteerden de onderzoekers de resultaten van het onderzoek. We geven de belangrijkste resultaten weer.
De bouw in Europa
De bouwsector speelt een belangrijke rol in de Europese economie. Er werken rond de 18 miljoen werknemers in de sector, maar de bouw zorgt ook voor 36% van de CO2 uitstoot. De bouwsector in Europa speelt een belangrijke rol in de herstelplannen na de pandemie. De sector heeft de volgende kenmerken:
- Er werken vooral mannen.
- De meeste werknemers zijn op een laag of middelbaar niveau opgeleid.
- De leeftijd van de werknemers ligt tussen de 25 en 54 jaar, waarbij de leeftijd de laatste jaren aan het stijgen is.
- Jongeren vinden de bouw steeds minder aantrekkelijk.
- Er is sprake van een mismatch tussen de bestaande opleidingen en de vraag naar vaardigheden in de bouw.
- Er is een tekort aan arbeidskrachten.
- In de bouw werken veel arbeidsmigranten
- In de bouw zijn veel kleine bedrijven actief met minder dan 10 werknemers.
De effecten van digitalisering in de bouw
Na de agrarische sector is de bouw het minst gedigitaliseerd, hoewel het bewustzijn groeit dat digitalisering een steeds grotere rol gaat spelen. Daarbij is de verwachting dat digitalisering grote veranderingen met zich mee gaat brengen in de manier waarop de bouw is georganiseerd. De onderzoekers wijzen daarbij op de volgende zaken:
- Er zal veel meer samenwerking mogelijk worden in de hele keten doordat bedrijven informatie en kennis met elkaar delen. De grenzen van sectoren vervagen.
- Verdergaande standaardisatie en industrialisatie van het hele bouwproces. Pré fab is daar een onderdeel van, waarbij het hergebruik van bouwelementen steeds belangrijker wordt als onderdeel van de circulaire economie.
- Deze standaardisatie vraagt om eenduidigheid in termen en vraagt om een catalogus met bouwonderdelen. BIM (bouw informatie management) is hierbij een van de belangrijkste innovaties in de bouw.
- De pandemie heeft tot een versnelling geleid van de digitalisering in de bouw. Het digitaal en virtueel werken is fors gestimuleerd.
- Het is noodzakelijk dat de digitale vaardigheden van medewerkers te vergroten. Voor zittende medewerkers zal veel meer aandacht moeten ontstaan voor het levenslang leren, ook al omdat de digitale transitie geen eindpunt kent. Om jongeren aan te trekken zal de afstemming tussen het werk in de bouw en de opleiding moeten verbeteren. Door meer aandacht te besteden aan nieuwe functies in de bouw, die aansluiten bij data gedreven bouwen, verwachten de onderzoekers dat de bouw weer aantrekkelijk wordt.
Landen studies
In de 6 deelnemende landen zijn case studies uitgevoerd naar digitalisering. De resultaten van deze deelstudies zijn te lezen in de landenrapporten. De resultaten uit de deelstudies laten zich als volgt samenvatten. De bedrijven in de bouw passen verschillende technologieën toe, zoals BIM, robots, nieuwe software systemen voor het verbeteren van de administratie. Digitalisering is een socio-technische verandering, die effect heeft op verschillende terreinen. Denk aan het economisch, sociaal en cultureel effect. Vanwege deze ingrijpende effecten is het van belang dat verschillende actoren betrokken zijn bij digitalisering in de bouw.
De verwachting is dat in door digitalisering nieuwe functies ontstaan en dat bestaande functies veranderen. Dit geldt voor UTA medewerkers als voor bouwplaatspersoneel. De nodige middelen moeten worden vrijgemaakt om permanente opleidingsinspanningen mogelijk te maken. De onderzoekers wijzen op het ontstaan van arborisico’s zoals toenemende werkdruk, de druk om voortdurend bereikbaar te moeten zijn en de digitale controle van medewerkers. Aan de andere kant kunnen data uit het werkproces een rol spelen bij het terugdringen van arbeidsongevallen.
In de landenstudies valt op dat vakbonden zo goed als geen rol spelen bij de implementatie van nieuwe technologieën in de bouwbedrijven. In veel gevallen is de opvatting dat technologie een technische aangelegenheid is die vooral in handen is van het management. In een enkel geval speelt de vakbond een proactieve rol vanaf het begin bij een digitaliseringsproject en kan hij op die manier invloed uitoefenen op de veranderingen in het werk en in de organisatie.
Aanbevelingen
De onderzoekers formuleren een groot aantal aanbevelingen die zich richten op verschillende actoren. Hier bespreken we alleen de aanbevelingen die bedoeld zijn voor de vakbonden.
De onderzoekers benadrukken dat de vakbonden een veel grotere rol moeten gaan spelen bij digitaliseringsprojecten in bouwbedrijven. En dat in een zo vroeg mogelijk stadium zodat er nog veel keuzemogelijkheden zijn. De focus van de bonden ligt daarbij op de impact voor de organisatie en het werk, maar ook op hoe de samenwerking in de keten door digitalisering verandert. Tevens is het pleidooi om samenwerking te organiseren met instituties die actief zijn in en rond de bouw, denk aan onderzoeksinstellingen zodat ook de bonden zo goed mogelijk geïnformeerd zijn. Tenslotte bepleitten de onderzoekers dat vakbondsvertegenwoordigers zich laten opleiden op het terrein van digitalisering met name rond het onderwerp BIM en het digitaal werken op de bouwplaats.
Tenslotte dit
Lees hier de Executive Summary 'Digital transformation in the construction sector: challenges and opportunities', door Danielle de Nunzio en Serena Rugiero. Het Discus onderzoek heeft resultaten opgeleverd die herkenbaar zijn voor Nederland. Wij denken echter dat Nederland in vergelijking met de landen die aan het onderzoek deelnamen, voorop loopt als het gaat om digitalisering in de bouw. De betrokkenheid van de vakbond bij digitalisering in de bouw kan ook in Nederland beter.
Wij horen graag of u deze opvatting deelt. Dat kan via uta@fnv.nl
Building Holland: Samen krijgen we de digitale transitie op de rit
De grote opgaven rondom de klimaatdoelstellingen, de energietransitie en het woonakkoord laten zien dat intensieve samenwerking een belangrijk middel is om de beoogde resultaten te behalen. Op zich is dit geen nieuw inzicht, maar bij de innovatiebeurs Building Holland in de Rai te Amsterdam werd deze boodschap met extra nadruk uitgedragen.
Sprekers Jos van Dalen (directeur van het Programma aardgasvrije wijken), Anne-Marie Rakhorst (Sustainable Development Goals (SDG) Nederland) en Francesco Veenstra (Rijksbouwmeester) deden hun verhaal: bij allen kwamen de verhalen op één punt duidelijk samen: betrek elkaar en doe het gezamenlijk. Niet alleen de bedrijven onderling, maar ook overheden en burgers. Samenwerken loont.
Samenwerken in de keten
De digitale transitie waar de bouwsector nu middenin zit, vraagt ook om een coöperatieve aanpak. Ben je onderdeel van de keten? Dan ben je afhankelijk van de snelheid van jouw ketenpartners. Sommige bedrijven hebben een concrete visie op het gebied van digitalisering en zijn actief bezig met een organisatie/ambitieplan met een focus op personeel en inrichting van de organisatie. Maar er zijn ook achterlopers, die mede door de huidige drukte op de bouwmarkt niet toegekomen zijn om met digitale ogen naar de toekomst te kijken. De opdrachten komen immers nog binnen, er is werk zat.
Dat sommige bedrijven nog geen visie hebben opgesteld op het gebied van digitalisering is zorgelijk te noemen. BIM heeft sinds zijn intrede het werk in de bouw behoorlijk veranderd. Waar BIM begon als het bekende 3D model in CAD-software, is deze inmiddels geëvolueerd naar BIM 7D en counting. Zo omvat het onder andere gebruikte materialen, planning, kosten, en gebouwbeheer. In de nabije toekomst zal het materialenpaspoort zijn intrede gaan doen. Dit om de circulariteit van gebouwen meetbaar te maken. Opdrachten verleend door grote klanten hebben steeds vaker als voorwaarden dat het “volledig BIM” moet. Wat gaat dit betekenen voor de digitaal onvolwassen aannemer én de keten? Koplopers in de keten zijn net zo afhankelijk van achterlopers, als andersom.
Noodzaak om te investeren in medewerkers
De beurs Building Holland liet zien dat er in hoog tempo vele innovaties voor de bouw zijn ontwikkeld. Onze vraag is of de medewerkers in de bouw in staat zijn om in ditzelfde tempo hun kennis en vaardigheden te ontwikkelen. Onze indruk is dat dat niet of niet voldoende gebeurt. FNV|UTA pleit ervoor dat er meer tijd en middelen beschikbaar komen om medewerkers in staat te stellen deze nieuwe ontwikkelingen eigen te maken. Dat kan bijvoorbeeld door het percentage van de loonsom dat wordt besteed aan opleiden en ontwikkelen fors te verhogen.
FNV|UTA kennismakelaar
Binnen FNV|UTA richten we ons op de digitale transitie omdat we zien dat er ingrijpende veranderingen aankomen. Voor de vakbond is het van belang om inzicht te hebben in deze ontwikkelingen, waarbij we ons vooral richten op de gevolgen voor het werk en de organisatie. FNV|UTA heeft inmiddels diverse samenwerkingen op touw gezet in kader van de digitale transitie. Het partnerschap met BIMregister, het BIM Loket, de oprichting van de BIM-werkgroep met experts werkzaam bij diverse bedrijven, maar ook de structurele kennisuitwisseling met partijen uit het onderwijs- en onderzoekveld, zowel nationaal als internationaal. Dit geeft ons inzichten waar digitalisering mens en organisatie raakt. En ook hoe mens en organisatie stappen kunnen zetten om tot een geslaagde transitie te komen.
Wij roepen iedereen op die op een of andere wijze betrokken is bij de bouwsector en in aanraking komt met BIM de handreiking naar elkaar én ons te doen. Benieuwd naar onze inzichten of geïnteresseerd in samenwerken? Mail ons via uta@fnv.nl.
Recht op verschillende soorten verlof
In de wet Arbeid en Zorg zijn verschillende soorten verlof opgenomen. Ook in de cao staan regelingen die recht geven op verlof in bepaalde situaties.
Zorgverlof
Zorgverlof kun je opnemen wanneer je moet zorgen voor een zieke partner, kind, inwonend pleegkind, ouder, grootouder, kleinkind, broer, zus of andere persoon die deel uitmaakt van je huishouden. Er bestaat kortdurend zorgverlof en langdurend zorgverlof.
Kortdurend zorgverlof
Je hebt recht op maximaal 2 keer het aantal uren dat je werkt per week. Werk je bijvoorbeeld 32 uur per week, dan heb je recht op maximaal 64 uur zorgverlof. Volgens de wet heb je recht op minstens 70% van je loon tijdens je zorgverlof. Tijdens dit verlof bouw je ook vakantiedagen op. Wanneer je dagen opneemt voor het zorgverlof mogen deze dagen niet worden ingehouden op je vakantiedagen.
Kortdurend zorgverlof vanuit de cao
Naast het kortdurend zorgverlof in de wet kent de cao Bouw en Infra ook nog een artikel over verlof dat samenhangt met het kortdurend zorgverlof. Namelijk:
- 10 dagen betaald verlof i.v.m. stervensbegeleiding per jaar,
- 10 dagen betaald rouwverlof per jaar.
Werk je in deeltijd? Dan heb je recht op het aantal verlofdagen naar rato van je arbeidsduur.
Let op! Wanneer je van bovenstaand verlof gebruik maakt en binnen 12 maanden kortdurend zorgverlof wil opnemen, krijg je die uren niet uitbetaald.
Langdurend zorgverlof
Langdurend verlof kun je opnemen als je voor een langere periode voor iemand uit je omgeving wil zorgen die levensbedreigend ziek is. Dit langdurend zorgverlof is onbetaald. Je kunt ook naast het verlof in deeltijd werken. Het verlof bedraagt in elke periode van 12 achtereenvolgende maanden ten hoogste 6 keer het aantal uren dat je per week werkt.
Langdurend zorgverlof kun je ook aanvragen wanneer iemand uit je omgeving langere tijd ziek of hulpbehoevend is. Voorwaarde is dan wel dat de verzorging noodzakelijk is en dat jij de enige bent die deze zorg kan geven.
Kort verzuimverlof en geboorteverlof
Kort verzuimverlof
Vanuit de cao Bouw en Infra heb je in bepaalde situaties recht op kort verzuimverlof. Als UTA-medewerker heb je recht op kort verzuimverlof voor onder andere feestelijke gebeurtenissen in de familiekring, andere bijzondere omstandigheden in de familiekring zoals ziekte of overlijden of voor een bezoek aan een (tand)arts. Daarnaast voor religieuze niet-christelijke feestdagen, verhuizing en bijeenkomsten van de werknemersorganisaties FNV en CNV Vakmensen. Zie hier (pagina 26) nog andere redenen waarvoor je kort verzuimverlof kan inzetten.
Ter compensatie ontvang je ieder kalenderjaar een geldbedrag voor 3 volledige dagen, wat in het individueel budget (of Tijdspaarfonds indien deelnemer) gestort wordt.
Geboorteverlof – vanaf 1 januari 2019
Sinds 1 januari 2019 krijgen partners 1 keer de arbeidsduur per week aan geboorteverlof. Een partner die bijvoorbeeld 5 dagen per week 8 uur per dag werkt krijgt 40 uur verlof. De werkgever dient het loon tijdens het geboorteverlof volledig door te betalen. De partner mag zelf bepalen hoe hij of zij deze dagen wil opnemen. Maar ze moeten wel opgenomen worden binnen 4 weken na de geboorte van het kind. Vanuit de cao Bouw en Infra heb je als partner ook nog recht op 1 dag extra betaald verlof voor de bevalling.
Geboorteverlof – vanaf 1 juli 2020
Sinds 1 juli 2020 is het geboorteverlof uitgebreid. Partners kunnen sindsdien maximaal 5 keer het aantal werkuren per week aanvullend geboorteverlof opnemen. Tijdens het verlof krijgt de partner geen salaris maar een uitkering van het UWV. Hij of zij krijgt een uitkering ter hoogte van 70% van zijn of haar dagloon. Er is wel een maximum van 70% van het maximumdagloon.
Partners hebben recht op aanvullend geboorteverlof als het kind op of ná 1 juli 2020 geboren wordt. Zij moeten het aanvullend geboorteverlof opnemen binnen 6 maanden na de geboorte van het kind. Maar eerst moeten zij het geboorteverlof van 1 week hebben opgenomen.
Zwangerschap, bevalling, adoptie en pleegzorg
Zwangerschap en bevallingsverlof
Je hebt recht op minimaal 16 weken zwangerschapsverlof en bevallingsverlof als je:
- Een werknemer bent,
- Een uitzendkracht bent,
- Een ZZP’er bent,
- Een WW-uitkering hebt,
- Een ZW-uitkering hebt,
- Een loongerelateerde WGA-uitkering hebt,
- Binnen 10 weken na het einde van je arbeidsovereenkomst, WW- of ZW-uitkering bent uitgerekend of bevalt.
Begin zwangerschapsverlof
Je zwangerschapsverlof begint tussen 6 en 4 weken vóór je uitgerekende bevallingsdatum. Je mag zelf kiezen tot welke dag je in deze periode blijft werken.
Begin bevallingsverlof
Het bevallingsverlof gaat in op de dag nadat je bevallen bent. Je hebt recht op minimaal 10 weken bevallingsverlof. Neem je minder dan 6 weken zwangerschapsverlof op, dan mag je deze weken bij je bevallingsverlof optellen. Zo blijft je totale verlof 16 weken.
Wanneer je kind eerder komt dan de uitgerekende datum, dan tel je de dagen dat je minder dan 6 weken zwangerschapsverlof hebt gehad op bij je bevallingsverlof. Komt je kind later dan uitgerekend, dan gaan de extra dagen niet van je bevallingsverlof af. In totaal heb je dan dus meer dan 16 weken verlof.
Wanneer je een twee- of meerling krijgt heb je meestal recht op 20 weken zwangerschaps- en bevallingsverlof. Je zwangerschapsverlof begint 8 tot 10 weken vóór de datum dat je gaat bevallen en je bevallingsverlof duurt minimaal 10 weken. Lees hier meer over werken terwijl je in verwachting bent.
Extra bevallingsverlof bij ziekenhuisopname kind
Als je kind langer dan een week in het ziekenhuis heeft gelegen, kun je recht hebben op extra bevallingsverlof. Zo kan je je kind een aantal weken thuis verzorgen.
De 1e week dat je baby in het ziekenhuis ligt heb je geen recht op extra verlof. Wanneer je baby 2 weken in het ziekenhuis moest blijven, kan je verlof 1 week langer duren. Afhankelijk van je situatie kan je in totaal maximaal 10 weken extra bevallingsverlof krijgen.
Adoptie en pleegzorg
Je hebt sinds 1 januari 2019 recht op maximaal 6 weken adoptieverlof of pleegzorgverlof. Voorheen was dat maximaal 4 weken.
Minstens 3 weken voordat je adoptie- of pleegzorgverlof wilt laten ingaan, vraag je dit verlof aan bij je werkgever. Je kunt het verlof op 2 manieren opnemen. Je kan bij je werkgever maximaal 6 weken aaneengesloten verlof opnemen binnen 26 weken of dit verlof verspreiden over 26 weken. Heb je een uitkering, dan neem je je 6 weken verlof in een aaneengesloten periode op. Als je 2 of meer kinderen tegelijk adopteert, heb je maar 1 keer recht op adoptieverlof.
Ouderschapsverlof
Ouderschapsverlof houdt in dat je tijdelijk minder gaat werken om meer tijd te besteden aan de zorg van je kind. Wanneer je ouderschapsverlof opneemt wijzigt je arbeidsovereenkomst dus niet. Na afloop van je verlof werk je weer de uren die in je arbeidsovereenkomst zijn afgesproken.
(Deels) betaald ouderschapsverlof
Het is nog even wachten maar vanaf augustus 2022 hebben ouders recht op 9 weken (deels) betaald ouderschapsverlof. Ouders krijgen maximaal 70 procent van hun loon doorbetaald tijdens het verlof. De uitkering wordt gedaan door het UWV.
Een belangrijk element is dat de eerste negen weken alleen worden betaald als deze in het eerste levensjaar van je kind worden opgenomen.
Voorwaarden recht op ouderschapsverlof
Er gelden een aantal voorwaarden waaraan je moet voldoen om recht te hebben op ouderschapsverlof:
- Je bent ouder of verzorger van een kind,
- Je kind is niet ouder dan 8 jaar,
- Wanneer het om een pleeg- of stiefkind gaat moet je kind op jouw adres ingeschreven staan.
Je hebt recht op ouderschapsverlof voor je:
- Biologische kinderen,
- Adoptiekinderen,
- Pleegkinderen,
- Stiefkinderen.
Aanvragen ouderschapsverlof
Je kunt het ouderschapsverlof aanvragen zodra je in dienst bent bij je werkgever. Het maakt niet uit hoelang je voor je werkgever werkzaam bent en of je een arbeidsovereenkomst hebt voor bepaalde of onbepaalde tijd. Wanneer je meer dan 1 kind hebt, kun je voor elk kind opnieuw ouderschapsverlof aanvragen.
Je hebt in totaal recht op ouderschapsverlof voor 26 keer de hoogte van je wekelijkse arbeidsduur. Zoals hierboven beschreven zijn de eerste 9 weken hiervan vanaf augustus 2022 (deels) betaald. In overleg met je werkgever kun je afspreken hoe en wanneer je het verlof wil opnemen. Je werkgever mag je verzoek om ouderschapsverlof op te nemen niet weigeren alleen wanneer er sprake is van een zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang. In dit geval kan je werkgever een andere verdeling met je afspreken.
Het ouderschapsverlof vraagt je ten minste 2 maanden voordat je wil dat het ingaat schriftelijk aan bij je werkgever. Vermeld minstens de volgende gegevens in je aanvraag:
- De datum waarop je het verlof in wilt laten gaan,
- Hoeveel verlof je wilt opnemen,
- Op welke dagen je het verlof wilt opnemen,
- Over welke periode je het verlof wilt opnemen.
Onbetaald ouderschapsverlof
Naast betaald ouderschapsverlof is er ook onbetaald ouderschapsverlof. De uren die je minder werkt, krijg je dan niet betaald. Vanaf augustus 2022 zijn de eerste 9 weken ouderschapsverlof (deels) betaald. Wanneer je nog langer ouderschapsverlof wil opnemen heb je vervolgens nog recht op 17 weken onbetaald ouderschapsverlof.