Sofie Bolder
Hestia: Paulina Logchies
Deze keer hebben wij een speciale Hestia, namelijk één van de genomineerden voor de titel Bouwvrouw van het jaar, Paulina Logchies. Paulina is Algemeen Directeur van Logchies Renovatie en Onderhoud en zit in het bestuur van de sector Totaal bij OnderhoudNL. Ze vertelt ons over haar nominatie, carrière en uitdagingen.

Naam: Paulina Logchies
Functie: Algemeen Directeur Logchies Renovatie en Onderhoud
Leeftijd: 47 jaar
Woonplaats: Limmen
Opleiding: HEAO/ International Business
Bedrijfsjargon: "Goed voor elkaar!"
Je bent genomineerd voor de titel Bouwvrouw van het Jaar, gefeliciteerd! Kun je vertellen waarom je genomineerd bent?
"Ten eerste had ik deze nominatie totaal niet verwacht en ben ik oprecht blij verrast. Vooral vrouwen van de grotere bouwers kwamen in aanmerking voor deze titel, met name vanwege het omzetcriterium voor de nominatie. De thema’s duurzaamheid, diversiteit, innovatie en veiligheid zijn nu aspecten die meewegen bij deze bouwvrouw nominatie. Dit zijn intrinsiek belangrijke thema’s voor mij en voor onze bedrijfsvoering. Ik denk dat mijn nominatie te maken heeft met mijn inzet op deze onderwerpen."
Waarom ben je voor een carrière in de bouw gegaan?
"Ook al werkten mijn vader, opa en ooms in de bouw, toch heb ik de bouw niet van huis uit meegekregen. Ik heb veel internationaal werk gedaan in de ICT en telecom. Acht jaar geleden vroeg mijn vader of ik strategisch wilde meekijken naar het organisatiebeleid. Dit heb ik gedaan, een aantal dingen gingen al goed, maar ik zag ook dat er op veel vlakken nog stappen gemaakt konden worden. Toen mijn vader vroeg of ik in het bedrijf wilde stappen heb ik ja gezegd en binnen een maand werkte ik hier volledig."
Voor welke uitdagingen ben je komen te staan en hoe ging je daar mee om?
"Woningcorporaties wilden langdurige samenwerkingen, in co-making, met minder partners. Ook wilden zij meer naar een regierol en zochten daarom naar partners die een adviserende rol kunnen vervullen. Wij hebben daar al vroeg op ingespeeld en ontwikkelden een duidelijke toekomstvisie. Er moest gezorgd worden dat wij het juiste kennisniveau in huis kregen. Dit was een uitdaging voor ons bedrijf en vroeg ook beweging van onze medewerkers. Deze duidelijke transitie van onze organisatie heeft er voor gezorgd dat wij nu duurzame samenwerkingen hebben met onze opdrachtgevers en ketenpartners. We zijn zowel een uitvoerende partij als een strategische partner en zitten vanuit onze rol als vastgoedadviseur met de woningcorporaties om de tafel."
Wat maakt de bouw zo leuk?
"Je kunt een verschil maken voor wat het meest belangrijk is; iemands (t)huis. Het is heel tastbaar. Wij kunnen echt wat betekenen voor bewoners, voor iemands huis en leefomgeving. Je bent bezig met de eerste levensbehoefte. Je gaat een commitment aan met de bewoners, de buurt, de wijk maar natuurlijk ook met woningcorporaties. Ook vind ik de bouw zo leuk omdat je bezig bent met verbinden. Dit zie je steeds meer op verschillende vlakken. Er wordt meer samengewerkt, meer gedigitaliseerd en circulariteit wordt steeds belangrijker. Daarnaast is de bouw lekker nuchter, daar hou ik van!"
Wie (in de bouw) inspireert jou?
"Als je maar open staat om geïnspireerd te raken, dan kun je door velen geïnspireerd raken. Elon Musk inspireert mij bijvoorbeeld door zijn ongelofelijke commitment en vasthoudendheid. Ook Boyan Slat is inspirerend, hij is zo vasthoudend bezig met zijn doel; plastic afval verwijderen uit rivieren en oceanen."
Wat vind je het allerleukst aan je werk?
"Mensen in beweging krijgen en verbinden, dát drijft mij. Ik ben gek op beweging en de bouw is volop in beweging. Het is mooi om een bijdrage te kunnen leveren aan de transformatie van de sector én om voortgang en succes te zien. Het inspireert me om te zien dat medewerkers zichzelf kunnen verbazen. Kortom, ik word er blij van dat ik kan meewerken aan de transformatie van de bouw, medewerkers en verschillende samenwerkingen in de keten."

Wat zijn je dromen voor de toekomst?
" “Onbereikbare” doelen helpen je in beweging te komen. Wij hebben bij Logchies een BHAG (Big Hairy Audacious Goal). In 2023 willen wij onze projecten totaal circulair kunnen uitvoeren. Versterkt door de branche waarin wij werken, zijn wij ons bewust van de verantwoordelijkheid en onze invloed op het gebied van duurzaamheid, milieu, leefomgeving, veiligheid en welzijn. Wij kijken graag verder en zetten met onze medewerkers extra stappen voor een duurzame wereld door hen bewust te maken en te laten zien wat ze kunnen betekenen. Intern beginnen is extern winnen."
Wat zou je willen zeggen tegen meisjes/vrouwen die twijfelen de bouw in te gaan?
"Een goed werkend team in de bouw heeft vrouwen nodig! In een team heb je teamleden nodig met verschillende competenties. Maar het gaat om meer dan alleen de verdeling tussen mannen en vrouwen. Diversiteit gaat over verschillende profielen. In onze organisatie werken wij veel in teams. Bij de samenstelling van deze teams gaat het over welke eigenschappen iedereen heeft. Door een diverse samenstelling creëren we sterke teams die samen beter worden. Daarnaast is het heel belangrijk om mensen uit andere sectoren in je organisatie te krijgen. Zij stellen andere vragen en benaderen zaken vanuit een andere invalshoek. Dit zorgt voor nieuwe inzichten en ideeën."
Is er iets dat je zelf graag nog wilt toevoegen?
"Jazeker! Het is belangrijk dat we onze beroepsgroep ‘sexyer’ maken voor jonge mensen. De onderhoud- en renovatiesector is uitdagend en interessant. Wij buigen ons over de meest complexe vragen voor de verduurzaming van de bestaande bouw. Er is een enorme diversiteit aan beroepen. Er zijn nu al dringend veel meer (jonge) mensen nodig. Daarbij hebben we als sector nog een ander belangrijk aandachtspunt: Er is onvoldoende toegang tot materialen. Het is daarom belangrijk dat we gezamenlijk strategisch en structureel kijken naar hoe om te gaan met de totale bouwomgeving. Kortom, er is een gezonde continuïteit nodig in de toestroom van werknemers en materialen, hier moeten wij samen voor zorgen. En: Wanneer iemand die dit leest hierover met mij verder wil praten dan nodig ik je bij deze van harte uit om contact met mij op te nemen!"
De digitale transformatie is onvermijdelijk
Digitaal bouwen en ontwikkelen wordt de standaard, dat is zeker. Tijdens de laatste werkgroep werden met de BIM-experts vragen rond visie op digitalisering gesteld, en hoe bedrijven werken aan de implementatie ervan. Wie zijn hierbij betrokken? En ook, wie niet?
In de werkgroep met BIM-experts bespreken Ernst van den Berg en George Evers welke digitaliseringsontwikkelingen bij bouwbedrijven spelen (lees hier de artikelen BIM in de bouw en BIM voor iedere functie relevantie). De BIM-experts werken bij bedrijven die gekenmerkt kunnen worden als koplopers en/of adviseurs, welke bedrijven ondersteunen bij de implementatie van BIM. We zien BIM als een belangrijke stap om het bouwproces te dataficeren. Dit wordt ook wel het datagedreven bouwen genoemd. Deze data gaan een steeds grotere rol spelen bij het organiseren van bouwprocessen. Dit is de reden dat de klassieke betekenis van BIM (Bouw Informatie Model) wordt vervangen door Bouw Informatie Management.
Digitalisering als businessmodel
Op welke wijze wordt digitalisering in een bedrijf ingezet? Gaat het om het verbeteren van de bestaande werkprocessen, het verbeteren van de dienstverlening aan de klant, of wordt er gekeken naar mogelijkheden om nieuwe producten of diensten te ontwikkelen? Met andere woorden; hoe wordt het digitale transformatieproces ingezet? Menno Lanting laat in zijn boek 'Uit het transformatiemoeras' zien dat veel organisaties digitalisering vooral gebruiken om de bestaande processen te verbeteren. Een beperkt aantal organisaties gebruikt digitalisering als aanleiding om het bestaande businessmodel te heroverwegen. Zo geeft Lanting voorbeelden van bedrijven die met behulp van digitalisering en het beschikken over grote hoeveelheden data, mogelijkheden zagen voor het creëren van toegevoegde waarde in andere branches.
FNV Bouwen en Wonen heeft via secundaire analyse laten onderzoeken hoe bouwbedrijven digitalisering inzetten. Een van de conclusies is dat bouwbedrijven fors innoveren, maar daarmee bestaande markten bedienen, dus niet of nauwelijks op zoek zijn naar andere markten en/of businessmodellen. Vooral jonge bedrijven, startups, houden zich het meest bezig met het zoeken naar nieuwe markten met de kans dat zijn de bouw ingrijpend (disruptief) kunnen veranderen.
Visie en ambitie
De BIM-experts gaven aan dat hun bouwbedrijven de visie hebben dat digitaal bouwen en ontwikkelen zonder meer de standaard wordt. Dit betekent dat er twee keer gebouwd wordt: een keer digitaal, en een keer fysiek. Deze bedrijven hebben de ambitie om koploper te zijn in het digitaliseren van het bouwproces. Het uitgangspunt is dat digitalisering moet leiden tot het toevoegen van waarde voor de klant, en tot nieuwe verdienmodellen.
Ook wanneer er geen visie is op digitalisering van het bouwproces zien bouwbedrijven in dat digitalisering onvermijdelijk is. Geen enkel bedrijf ontkomt eraan. Dat betekent ook dat digitalisering voor de hele bouwkolom gaat spelen. Door digitalisering komt er veel informatie beschikbaar die ondersteunend is aan het gehele bouwproces. Met deze informatie kunnen bedrijven processen verbeteren en foutmarges verkleinen. Het kan tevens leiden tot het ontwikkelen van nieuwe producten of diensten. De informatie die beschikbaar is over het gebouw en de gebruikte materialen maakt het mogelijk om gericht onderhoudswerkzaamheden uit te voeren. Daarnaast bieden de data de mogelijkheid om materialen aan het eind van de levenscyclus te hergebruiken. De verwachting is dat er een markt ontstaat van te hergebruiken bouwmaterialen.
Initiatief om te starten
Het initiatief om te starten met digitalisering ligt nogal eens bij de een groep enthousiaste medewerkers die de nodige ervaring hebben opgedaan met BIM en/of digitalisering. Zij zagen de mogelijkheden en wisten het management ervan te overtuigen dat de ontwikkelingen onvermijdelijk zijn en dat het noodzakelijk is om hierin te investeren. Het spreekt voor zicht dat het management moet inzien dat niets doen geen optie is. Uiteraard moet er bereidheid zijn te investeren en te zorgen voor de nodige faciliteiten. Bijvoorbeeld in de vorm van tijd voor een stuurgroep om plannen te ontwikkelen. Of door het inrichten van een experimenteer centrum waar verschillende nieuwe technieken worden getoond en waar teams ervaring kunnen opdoen. Denk daarbij aan het werken met BIM, Internet of Things, Geografisch Informatiesysteem, reality capturing, en virtual en augmented reality.
Technisch en organisatorisch veranderen
De digitaliseringsontwikkelingen worden snel gezien als een technische aangelegenheid, die in de handen ligt van enkele experts. Dat is niet zo. Digitalisering is voor een groot deel een organisatieveranderingsproces, waarbij op alle gebieden in de organisatie veranderingen optreden. Dat kan betrekking hebben op processen, werkzaamheden van medewerkers, en de wijze van samenwerken met ketenpartners en klanten.
Er wordt ingezien dat het veel van de medewerkers vraagt. Zij zullen immers bereid moeten zijn om de nieuwe manieren van werken te adopteren. Dat kost tijd en vereist veranderbereidheid van hen. Aangezien de digitaliseringsontwikkelingen zich in een steeds hoger tempo voltrekken, zal dat betekenen dat van medewerkers wordt gevraagd vaker en sneller veranderingen in werkwijzen te accepteren.
De rol van HR in digitalisering
De rol van HR (personeelszaken) is niet altijd even expliciet benoemd bij het opstellen van de visie rond digitalisering. Hierboven werd duidelijk digitalisering voor een groot deel een organisatieveranderingsproces is. Dat is het domein van HR, ervan uitgaande dat HR een stevige positie heeft binnen het bedrijf. Die betrokkenheid van HR is bij enkele bedrijven wel aan de orde bij het implementatieproces. Dat ligt voor de hand, omdat HR bepaalde kennis heeft en ondersteuning kan bieden bij opleidingsprogramma’s, en het leren van nieuwe vaardigheden. Zo ook bij de werving van nieuw talent en het herontwerpen van functies. HR kan ook een rol kan spelen bij het zorgen voor cultuurveranderingen die horen bij andere manieren van werken. Deze ondersteuning kan HR bieden aan betrokken projectleiders die verantwoordelijk voor digitalisering.
Kortom, HR kan zorgen voor de menskant bij het organisatieveranderingsproces. Daarmee heeft HR een toegevoegde waarde voor projectleiders die verantwoordelijk zijn voor de innovatieve ontwikkelingen.
De kanttekening die daarbij wordt gemaakt is dat het niet altijd voor de hand ligt dat HR in een dergelijke rol wordt gezien. De vraag is wat hier de reden voor is. Is HR vooral bezig met operationele, uitvoerende taken (salaris- en personeelsadministratie)? Of richt HR zich (ook) op het strategisch bedrijfsbeleid?
Waarom pakt OR deze rol niet op?
De rol van de ondernemingsraad (OR) is bij innovatieve ontwikkelingen in de bedrijven erg beperkt. Dat is opmerkelijk want volgens de Wet op de Ondernemingsraden heeft de OR enkele bevoegdheden bij digitaliseringsprocessen. De vraag is waarom OR’s deze rol niet oppakken. Ontbreekt het hen aan kennis op dit terrein of zijn zij van mening dat het een technologische innovatie is die vooral thuishoort bij experts?
Betrokkenheid medewerkers
Er zijn verschillende manieren om digitalisering te implementeren in het bedrijf. Op de eerste manier stelt een stuurgroep een implementatieplan op, waarin onder andere is beschreven welke programma’s aangekocht moeten worden. Dit implementatieplan wordt besproken met de medewerkers, zodat zij betrokken zijn bij de keuzes. Dit zorgt voor draagvlak. Het zijn de medewerkers die uiteindelijk met nieuwe programma’s moeten gaan werken en hiervoor opgeleid of getraind moeten worden. De ervaring leert dat de meeste medewerkers ervoor open staan om met nieuwe programma’s te gaan werken.
Een tweede manier is de 1-9-90 procent-aanpak. 1 procent van de medewerkers werkt aan de verkenning van digitalisering, en maakt de keuzes. 9 procent van de medewerkers volgt, en zij activeren de overige 90 procent van de medewerkers. Deze aanpak is voor gebruikers, door gebruikers, en met gebruikers. Op deze manier zorgen bedrijven voor gebruikersparticipatie. Het meenemen van medewerkers bij digitaliseringsontwikkelingen geeft de mogelijkheid om uit te leggen waarom het noodzakelijk is om te vernieuwen. Bijvoorbeeld omdat er nieuwe wet- en regelgeving is die dit vereist.
Bij de aanschaf van standaard softwarepakketten is het van belang om medewerkers te betrekken bij de keuzes die worden gemaakt. Dat wil niet zeggen dat het mogelijk is om het iedereen naar de zin te maken. Dan komt het aan om ook deze medewerkers ervan te overtuigen dat de gemaakte keuze onvermijdelijk is en dat er afscheid moet worden genomen van oude programma’s en/of werkwijzen. En dat kan lastig zijn, zeker als er voortdurend nieuwe software wordt uitgebracht.
Conclusie
Dat de digitale transitie aanstaande is, zal door niemand in de bouw ontkend worden. Wel bestaan er verschillende ideeën over hoe hierop voor te bereiden. Veel bedrijven hebben een visie opgesteld waarin in wordt gegaan op de belangrijkste ambities. Toch zijn er ook bedrijven, die hier nog geen concrete stappen in hebben genomen. Doordat deze zogenoemde achterblijvers wel een rol spelen in de keten, stellen de BIM-experts dat in het belang van de sector is om ook hen te stimuleren mee te gaan in de transitie.
Een vraag die besproken is rondom visie en implementatie van digitalisering, is welke partijen hierbij betrokken moeten worden. De BIM-experts vonden het niet vanzelfsprekend dat afdeling HR of de Ondernemingsraad een grote rol toebedeeld krijgt in dit verhaal. Dit terwijl de gevolgen van digitalisering effect hebben op grote groepen medewerkers. In de komende sessie wordt hier nader op in gegaan.
De betrokkenheid van personeel wordt wel als belangrijk geacht. We zien hier diverse manieren van terugkomen.
De BIM-experts hebben in zes bijeenkomsten hun kennis en inzichten met ons gedeeld. Door het delen van hun kennis hebben wij de notitie ‘BIM in de Bouw’ kunnen opstellen. Hierin zijn alle bevindingen uit de BIM-werkgroep uiteengezet. Benieuwd naar het document? Via deze link kun je het downloaden.
Hestia: Tonny van de Groenendaal
“Er zijn zoveel mogelijkheden in de bouw, net zo goed voor vrouwen!"
Hestia is de Griekse godin van de bouwkunst. In deze rubriek wordt iedere week een moderne godin van de bouwwereld geïnterviewd. Over haar inspiratie, de bouwwereld, en wat ze het leukst vindt in haar werk. Deze keer is Tonny onze Hestia.

Naam: Tonny van de Groenendaal
Functie: Kopersbegeleider bij Heijmans
Leeftijd: 48 jaar
Woonplaats: Vught
Opleiding: Administratieve en secretariële opleiding/ Elementaire bouwkunde en installatietechnieken/ Opleiding kopersbegeleiding
Lievelingsbouwjargon: Bouwen doen wij samen
Wanneer ontdekte je dat je de bouw in wilde?
"Het was eigenlijk niet een heel bewuste keuze geweest voor mij. Ik ben 20 jaar geleden begonnen als secretaresse HR bij Heijmans. Toen ik de bouw leerde kennen greep het mij wel meteen aan. Het is allemaal echt heel machtig om te zien. Later ben ik de kant van de woningbouw opgegaan en nu ben ik kopersbegeleider. Ik vind het zo knap hoe dingen bedacht worden. Eerst op tekening en vervolgens zie je het uitgevoerd worden. Bouw was dan niet een heel bewuste keuze maar zeker wel de juiste keuze voor mij!"
Hoe werd daarop gereageerd?
"Ik zit er eigenlijk al zo lang, het is heel normaal. Ik krijg nu wel vaak te horen dat men het knap vindt dat ik mij binnen Heijmans omgeschoold heb naar de functie van kopersbegeleider en nu veel directer bij het bouwproces betrokken ben."
Wat maakt de bouw zo leuk?
"Het hele traject. Van het begin tot het einde. Als kopersbegeleider ben je bij het hele proces betrokken, dit maakt het werk leuk en tastbaar. Ik zit aan de voorkant van een project er al bij. Zodra een woning is gekocht heb ik persoonlijk contact met de kopers. Zij krijgen zoveel informatie en als kopersbegeleider kun je ze dan steunen. Wanneer zij blij zijn dan geeft mij dat energie. Ik heb veel verschillende contacten en moet veel verbanden leggen. Dit maakt mijn werk divers. Ook heb ik vaak te maken met deadlines, dit geeft druk maar juist ook voldoening als de kopers uiteindelijk tevreden zijn! Ik mag ontzorgen, dat zit ook in mijn karakter en het is leuk dat ik dat in mijn werk zo naar voren kan laten komen."
Wie in de bouw inspireert jou?
"Heleen Herbert inspireert mij enorm. Zij is commercieel directeur van Heijmans. Hoe zij als vrouw in de mannenwereld van de bouw haar mannetje staat vind ik echt inspirerend. Daarnaast inspireert mijn teamleider mij, hij leert mij heel veel.
Verder was er voorheen bij Heijmans een project genaamd La Heijmans. In dit project werd aandacht gegeven aan vrouwen in de bouw. Het liet zien dat de bouw ook een leuke wereld is voor vrouwen. Dit project werkte ook echt inspirerend."

Wat vind je het allerleukst aan je werk?
"Het contact met de kopers, ze begeleiden, ontzorgen en zorgen dat ze blij zijn. De afwisseling, ik ben binnen en buiten aan het werk. Ik heb echt het gevoel dat ik betrokken ben bij het werk in de functie die ik nu heb. Ik ben Heijmans ook heel dankbaar dat ze mij deze kans hebben gegeven."
Wat zijn je dromen voor de toekomst?
"Mijn droom is in mijn functie verder door te groeien. Ik kan nog veel leren. Ook zou ik het leuk vinden om nieuwe collega’s te begeleiden. Verder vind ik het belangrijk om het plezier wat ik nu in mijn werk heb te behouden. Ik word namelijk echt blij van mijn werk. De energie die het geeft wil ik graag vasthouden tot aan mijn pensioen!"
Wat zou je willen zeggen tegen meisjes/vrouwen die twijfelen de bouw in te gaan?
"Ik raad ze aan stage te gaan lopen op verschillende plekken binnen een bouwbedrijf. Op deze manier kunnen zij zelf proeven en aftasten wat ze leuk vinden. Er is namelijk heel veel mogelijk en dat kunnen zij zo ontdekken."
Is er iets dat je zelf graag nog wilt toevoegen?
"Ik ben heel erg blij met mijn werk en het bedrijf waarvoor ik werk. Er zijn zoveel mogelijkheden in de bouw, net zo goed voor vrouwen!"
Hestia: Sytske de Jong
“Je moet gaan doen wat je leuk vind, of dat nu kapster, timmervrouw of architect is. Doe iets wat jou blij maakt."
Hestia is de Griekse godin van de bouwkunst. In deze rubriek wordt iedere week een moderne godin van de bouwwereld geïnterviewd. Over haar inspiratie, de bouwwereld, en wat ze het leukst vindt in haar werk. Deze week is Sytske onze Hestia.
Naam: Sytske de Jong
Functie: Projectmanager UBA project ontwikkeling
Leeftijd: 30 jaar
Woonplaats: Amersfoort
Opleiding: TU Eindhoven Master Architecture / HBO Bouwkunde Hanze hogeschool Groningen / MBO Bouwkunde Friesland College Leeuwarden
Lievelingsbouwjargon: "Bouwen doe je samen!"
Wanneer ontdekte je dat je de bouw in wilde?
“Op de basisschool al. Ik hield altijd al van knutselen en wanneer er in huis iets verbouwd werd, hielp ik mijn vader. Wij kregen op de basisschool een documentaire over verschillende beroepen te zien. Toen zag ik het beroep van architect langskomen en dacht meteen, zoiets wil ik later gaan doen.
Op de mavo mocht ik in het 3e jaar stage gaan lopen. Dat heb ik op een architectenbureau gedaan en dat vond ik meteen heel leuk. Vervolgens heb ik besloten om MBO Bouwkunde te gaan studeren. Tijdens deze studie heb ik stage gelopen bij een bouwbedrijf. Ik mocht toen mee naar buiten, de bouwplaats op. Ik weet nog goed dat ik daar toen de enige vrouw was.
Na het MBO ben ik HBO Bouwkunde gaan studeren. Na mijn HBO dacht ik, ik wil hier nog meer over leren en heb vervolgens nog de Master Architecture aan de TU Eindhoven behaald. Ik heb best lang gestudeerd maar ben heel blij met mijn keuzes.”
Hoe werd daarop gereageerd?
“Goed! De ouders van mijn oma hadden al een timmerbedrijf, dus mijn oma vond het super leuk dat ik ook de bouw in ging. Mijn vader is ook heel trots en mijn moeder vindt dat iedereen moet doen wat hij of zij wil. Iedereen reageerde dus eigenlijk positief en niemand was echt verbaasd.”
Wat maakt de bouw zo leuk?
“De bouw is heel dynamisch. Er gebeurt van alles en er is geen fase hetzelfde. Dit maakt voor mij de bouw zo leuk, elke dag is anders.”
Wat inspireert jou?
“Dat de bouw zo’n belangrijk deel van je omgeving is. Zeker de woningbouw, je kunt mensen een mooi thuis geven, dat vind ik best bijzonder.”
Wie in de bouw inspireert jou?
“Mijn moeder inspireert mij enorm, zij is een ondernemende en sterke vrouw. Als ik naar de bouw kijk dan vind ik Marlies Rohmer heel goed. Zij is architect en ontwerpt onder andere scholen. Hierbij kijkt zij vanuit het oogpunt van een kind, echt heel gaaf!”
Wat vind je het allerleukst aan je werk?
“Naast dat je veel met techniek bezig bent is het een sociale baan. Je hebt contact met kopers, onderaannemers en collega’s. Daarnaast ben je ook vaak lekker buiten. Er zijn dus veel facetten die dit werk leuk maken.”
Wat zijn je dromen voor de toekomst?
“In mijn werk wil ik nieuwe dingen leren en doen. Verder zou ik graag aan nog meer mooie projecten deelnemen.”
Wat zou je willen zeggen tegen meisjes/vrouwen die twijfelen de bouw in te gaan?
“Ga met mensen praten die het werk doen wat jij wil gaan doen. Op deze manier krijg je meer inzicht en kun je makkelijker een beslissing maken. Er zijn veel mannen, dat klopt maar ze zijn wel echt aardig! Het werken in de bouw is ook zeker wat voor vrouwen, je moet heel precies werken en dat is voor ons vrouwen weggelegd. Het zou echt leuk zijn wanneer er meer vrouwen in de bouw komen werken.”
Is er iets dat je zelf graag nog wilt toevoegen?
“Je moet gaan doen wat je leuk vind, of dat nu kapster, timmervrouw of architect is. Doe iets wat jou blij maakt. Niet teveel denken wat een ander ervan zou vinden, dan komt het vanzelf goed!”
Wat betekent de verhoging van de pensioenpremie voor jou?
In de cao Bouw & Infra is afgesproken dat de premie stijgt van 25 naar 26% van de pensioengrondslag. Dat is niet hetzelfde als van het loon. Van het loon is de stijging voor werknemers ongeveer 0,2% van het nettoloon. Je betaalt namelijk over de eerste € 14.544 van je jaarsalaris geen pensioenpremie. Dat is ongeveer gelijk aan het bedrag van een AOW uitkering. Over het deel van je salaris dat uitstijgt boven € 63.854 betaal je ook geen premie. Ook betaal je over de pensioenpremie geen belasting en sociale premies. Daardoor is 26% over de pensioengrondslag (gelukkig) niet hetzelfde is als 26% van je loon.
Waarom verhoging van de premie?
Een verhoging van de premie is noodzakelijk doordat BPF Bouw moet rekenen met andere economische verwachtingen. Met name de zeer lage rente speelt hierbij een belangrijke rol. Dat is geen keuze van BPF Bouw, maar wordt wettelijk voorgeschreven.
Verder heeft BPF Bouw een ‘lage premiedekkingsgraad’. Dat betekent dat je (ongeveer) per ingelegde € 0,65 aan pensioenrechten € 1,00 bijgeboekt krijgt. Dat lijkt uiteraard een goed ding en voor de actieve deelnemers aan het fonds is dat het ook. Maar het pensioenfondsbestuur moet kijken naar alle groepen in het fonds. En gepensioneerden hebben hier een (klein) nadeel aan. Het fonds kan er iets minder (snel) door indexeren.
Door de afspraken in het pensioenakkoord gaan we in 2026 over naar een nieuw pensioenstelsel. Op dat moment is er een veel directere relatie tussen de pensioenpremie en de pensioenrechten bijboeking. De premiedekkingsgraad zal dan niet meer zo bestaan als nu. Je krijgt dan voor een euro inleg ook een euro bijboeking terug. Er veranderen nog een paar andere zaken, waardoor je straks niet opeens keldert in je pensioenopbouw, maar daarvoor is het wel van belang dat de premie de komende jaren stijgt. De stap die we in 2022 maken is een goede eerste stap.
Pensioenopbouw
Welke premie nodig is om de huidige pensioenopbouw in stand te houden is nog niet precies bekend. Dat wordt definitief berekend in het laatste kwartaal van 2021. Met de cijfers van maart 2021 zijn voorlopige berekeningen gemaakt. Op basis van die berekeningen wordt ingeschat dat de premie 3% zou moeten stijgen (van 25% naar 28%) om de pensioenopbouw gelijk te houden. Er is nu afgesproken dat de premie in 2022 niet verder stijgt dan 26%. Dat betekent dat daarom de opbouw verlaagd zal worden. Je bouwt nu per jaar 1,738% van je pensioengrondslag aan ouderdomspensioen op. Dat zal waarschijnlijk iets lager worden. Met de cijfers van maart 2021 is dat ongeveer 1,6 %.
Het verlagen van opbouw heeft voor mensen die dicht op hun pensioen zitten minder grote consequenties dan mensen die er verder vanaf zitten. Je al opgebouwde pensioen wordt hier namelijk niet door beïnvloed. Alleen je toekomstige opbouw. Zodra het kan zullen we ons weer inzetten voor het terugbrengen van het opbouwpercentage. Bijvoorbeeld: UTA-medewerker met een maandloon van € 3.310,-: € 39 minder ouderdomspensioen (per jaar, levenslang)
Wil je meer informatie over je pensioen? Wij hebben onlangs alles over het pensioen van de UTA’er op een rijtje gezet. Download het ‘UTA pensioen e-book’ hier.
Deel 3 ‘’Het is ook mijn cao!’’ overhandigd
Op de 8e dag van de cao onderhandelingen heeft onderhandelaar Hans Crombeen deel 3 van ‘Het is ook mijn cao!’ uitgereikt aan werkgevers. In dit rapport vertellen UTA medewerkers hoe zij het werken in de bouw ervaren en wat zij zouden willen veranderen als dat kon.
Het rapport is onderdeel van een reeks aan reacties van UTA medewerkers op het cao overleg. Deel 1 en 2 zijn tijdens eerder cao overleg aan de werkgeversdelegaties overhandigd.
FNV|UTA heeft de afgelopen week telefonisch werknemers gesproken over het werken in de bouw. Dit heeft een rapport opgeleverd van bijna 90 pagina’s. Er tekent zich een duidelijk beeld af: lange werkdagen, hoge werkdruk, een tekort aan personeel, miscommunicatie op de bouwplaats en tot slot fysiek en vooral mentaal zwaar werk. Daar tegenover staat weinig waardering en compensatie.
“Je moet 24/7 paraat staan en je krijgt niet doorbetaald.”
“Als ik morgen een andere baan had, ging ik gisteren weg.”
“Het is behoorlijke waanzin. Waarom houden we dit met z’n allen in stand? Je offert je gezondheid op, voor wat?”
Ook een modern en sociaal personeelsbeleid ontbreekt bij veel ondernemingen. Thuiswerken, een vierdaagse werkweek, werktijden die zijn af te stemmen op de thuissituatie, dit alles lijkt vaak ver weg.
“Er moet meer voor UTA gebeuren. Jongeren hebben andere behoeften, daar heb je andere afspraken voor nodig.”
“Het is geen feest om naar het werk te gaan. De druk wordt alleen maar hoger. Ik mis ook aanwas in de sector.”
“Er zijn meer mensen nodig. Er staan wel veel vacatures open, maar de werkgever krijgt ze niet ingevuld.”
Begin maart zijn de onderhandelingen voor een nieuwe cao Bouw & Infra 2021 gestart. Vanaf het begin geven werkgeversorganisaties aan geen afspraken te willen maken voor de UTA, uitgezonderd de loonsverhoging. De UTA voorstellen worden geclassificeerd als overbodig en onacceptabel.
Werkgevers beweren dat er op bedrijfsniveau goede afspraken zijn voor het UTA personeel. Zo zitten alle overuren en reisuren bijvoorbeeld al in het salaris. Een zwaar werk regeling is niet nodig omdat uitvoerders toch al lichtere projecten en functies krijgen voordat ze met pensioen gaan. En de hoge werkdruk moet een UTA werknemer voor lief nemen volgens werkgevers; “Dat hoort nou eenmaal bij het werk. Mensen van een bepaald niveau moeten gewoon de klus klaren. Je hebt altijd de keuze om naar een werkgever te gaan waar het beter geregeld is”.
Wij horen al jarenlang uit de praktijk dat goede bedrijfsafspraken veelal ontbreken. En wanneer UTA werknemers hierover concrete afspraken willen maken met hun werkgever krijgen ze nul op het rekest. Dat is ook nu weer gebleken!
” De laatste jaren is de werkdruk zo gigantisch gestegen.”
“Ik ervaar hele hoge werkdruk. Dit heb ik al heel vaak aangegeven maar de werkgever erkent die werkdruk niet.”
“Jonge uitvoerders vinden het niet aantrekkelijk om in de bouw te werken, en veel ouderen vallen regelmatig uit.”
Uiteraard zijn er altijd uitzonderingen op bedrijfsniveau, maar het is zeker niet de regel. UTA werknemers hebben niet voor niets een pakket aan cao voorstellen gedaan en wensen niet tegen de bouwplaats collega’s uitgespeeld te worden. De UTA blijft krachtig van zich laten horen en laat zich niet uitsluiten. Zonder UTA is er geen bouw!
“Geestelijk moe is erger dan lichamelijk moe. Zonder UTA is er geen bouw!”
“UTA is belangrijk voor bouwbedrijven, maar werkgevers lijken dit niet te realiseren.”
Lees hier deel 1, deel 2, en deel 3.
'Het is ook mijn cao!' | Overzichtspagina
De werkgeversorganisaties hebben ons tijdens eerdere onderhandelingen laten weten dat zij geen afspraken in de cao willen maken voor UTA-medewerkers. Alles zou al perfect geregeld zijn op bedrijfsniveau. Daarom hebben wij een oproep gedaan aan UTA'ers, om te reageren op het standpunt van de werkgeversorganisaties. Op onze vragenlijst is massaal gereageerd. Op deze pagina kun je de links naar de drie documenten vinden.
Klik op onderstaande buttons om deel 1, deel 2 en deel 3 van de reacties te bekijken.
De overwerkcultuur in de bouw
FNV|UTA heeft de afgelopen weken vragen gesteld over ‘overwerk’ onder UTA’ers. En de cijfers over de hoeveelheid en de frequentie van overwerk liegen er niet om. Daarnaast worden deze lange werkdagen nauwelijks gecompenseerd. Werkgevers beweren dat overwerk is inbegrepen in het salaris. Ook stellen ze ‘je weet waaraan je begint als je in de bouw komt werken’ en ‘als het je niet bevalt ga je toch naar een andere werkgever’.
Al enige tijd doet FNV onderzoek naar overwerk in de bouw. In veel UTA-functies is overwerk gangbaar. Voor UTA’ers die met het bouwproces te maken hebben, is overwerk daarentegen veelal structureel van aard. Uitvoerders, werkvoorbereiders, calculators, planners en projectcoördinatoren draaien wekelijks overuren.
Uit onze recente uitvraag ‘Het is ook mijn cao!’ blijkt dat een kwart van de UTA respondenten 9 tot 13 uur per week overwerkt. 14% zelfs 13 uur of meer. Ook werkt een aanzienlijk deel gemiddeld een dag per week extra. Op jaarbasis betekent dit 9 tot 15 weken of meer extra werken. Een ongezonde realiteit. De meerderheid van de UTA’ers krijgt hiervoor ook nog eens niets betaald of in tijd gecompenseerd. Bovendien worden de reisuren niet vergoed.
‘’Lange dagen en 40 uur betaald krijgen.’’
‘’Reisuren hebben ze nog nooit van gehoord voor UTA.’’
De lange werkdagen gaan gepaard met steeds meer verantwoordelijkheden, hogere administratieve vereisten, krappe planningen, pauzes die erbij inschieten en de 24/7 bereikbaarheid. Het aantal vacante UTA-functies stijgt. Op veel plekken wordt een continue personeelstekort gerapporteerd. Tegelijkertijd zijn er veel zorgen over het uitblijven van een jongeren instroom.
‘’Veel jonge gasten die net klaar zijn met hun opleiding, willen niet voor een aannemer werken. Veel uren, slechte betaling, hoge werkdruk, het wordt allemaal al besproken op de scholen.’’
Dagelijks gaat voor uitvoerders of werkvoorbereiders de wekker in de nachtelijke uren. Rond 5.30 uur vertrekken ze van huis om tegen de avond – als het verkeer meezit – weer de deur achter zich dicht te trekken. Het zijn lange werkdagen met een aanzienlijke werkdruk. Het maakt de bouw (mentaal) zwaar en ongezond. Daarnaast vergt het een opoffering voor het sociale leven. Velen rapporteren keer op keer het gezin teleur te stellen of in het weekend nauwelijks nog fut te hebben.
‘’Alles moet af, het maakt niet uit hoe, maar niet met te veel uren. De rest moet in je eigen tijd.”
Werkgevers aan de onderhandelingstafel verschuilen zich achter een zogezegd ‘’all-in-salaris’’. Zij geven aan dat de UTA salarissen zodanig zijn samengesteld dat overwerk erin zit. FNV|UTA heeft daarom in een enquête de vraag gesteld of in de arbeidsovereenkomst expliciet is opgenomen dat overwerk in het salaris is inbegrepen. Een overtuigende meerderheid geeft aan dat hiervan absoluut geen sprake is. Grotendeels ontbreekt ook de registratie van overwerk.
‘’In het systeem kan ik tot 40 uur registreren, niet meer!’’
Kortom, werkgevers aan de onderhandelingstafel tonen weinig empathie met het hardwerkende UTA-personeel. FNV|UTA vindt het hoog tijd voor een goede overwerkregeling en bestrijding van het vele overwerk. Wie kan immers deze werkomstandigheden volhouden?
De overwerkcultuur in de bouw leidt tot een onveilige en ongezonde werkomgeving. Loyaliteit en verantwoordelijkheidsgevoel is mooi, maar kent ook bij de UTA zijn grenzen!
‘’Er gaat veel ervaren personeel weg en er is geen aanwas. Dus de werkdruk zal nog hoger worden.’’
'Het is ook mijn cao!' | Deel 2 van rapport gepresenteerd
De werkgeversorganisaties hebben ons tijdens eerdere onderhandelingen laten weten dat zij geen afspraken in de cao willen maken voor UTA-medewerkers. Alles zou al perfect geregeld zijn op bedrijfsniveau. Daarom hebben wij een oproep gedaan aan UTA'ers, om te reageren op het standpunt van de werkgeversorganisaties. Op onze vragenlijst is massaal gereageerd.
Op 31 maart hebben we de eerste bundeling van UTA-reacties, geanonimiseerd, aan de werkgevers overhandigd. Omdat er sindsdien nog veel meer reacties zijn binnengekomen, hebben we besloten een 'deel 2' te maken.
Alle nieuwe reacties (tot en met 12 april) zijn wederom gebundeld tot een document:
Document - Het is ook mijn cao! Deel 2
De reacties onderstrepen het belang van goede cao afspraken en zijn tijdens de afgelopen onderhandelingsronde weer gepresenteerd aan de werkgeversorganisaties. Er kan nog steeds gereageerd worden op de vragenlijst. Heb je dit nog niet gedaan? Klik op de button hieronder om naar de vragenlijst te gaan!
Klik hier voor de deel 1 van UTA-reacties op 'Het is ook mijn cao!'
Lichter werk voor een uitvoerder op leeftijd? ‘Dit is gewoonweg onzin!’
Vorige maand zijn de onderhandelingen voor de cao Bouw & Infra 2021 gestart. Tijdens de Coronapandemie heeft de bouw heel verdienstelijk doorgewerkt. FNV had dan ook gerekend op een vlotte start van het cao overleg. Tevergeefs blijkt.
Werkgevers negeren al jaren de wensen van de UTA-medewerkers en vegen ook dit keer hun voorstellen van tafel. UTA wordt op bedrijfsniveau al in de watten gelegd. Dat maakt cao afspraken overbodig, aldus werkgevers. Zo is een zwaar werk regeling voor de UTA niet nodig, want binnen bedrijven is het gangbaar om een uitvoerder op leeftijd lichter werk te geven. FNV|UTA heeft deze bewering direct bij honderden uitvoerders gecheckt.
Verontwaardiging is groot
UTA-medewerkers willen een zwaar werkregeling. Vorig jaar is deze regeling voor bouwplaats-werknemers afgesproken. De verontwaardiging onder de UTA was groot, toen bleek dat zij waren uitgesloten van de regeling. UTA’ers hebben evengoed zwaar werk. De mentale belasting is hoog en wordt soms voorafgegaan door jarenlange fysieke belasting.
Het structurele tekort aan UTA-personeel, de krappe planningen, de toenemende verantwoordelijkheid voor veiligheid en kwaliteit, de talrijke onderaannemers en ZZP’ers, de vele administratieve vereisten, de communicatieproblemen met buitenlandse werknemers en de lange werkdagen, maken het werk zwaar. En niet alleen van de uitvoerder.
‘’Het hele werkplezier is weg en vervangen door veel spanningen’’
Een bedrijfsregeling: fictie of realiteit?
Tijdens het cao overleg hebben werkgevers aangegeven dat UTA-medewerkers, vooral uitvoerders, enkele jaren voor het pensioen lichter werk krijgen. Bedrijven voorzien in regelingen, zodat een uitvoerder het makkelijker volhoudt tot aan zijn pensioen.
FNV|UTA is bij uitvoerders nagegaan of zulke regelingen bekend zijn. En wat blijkt, de overgrote meerderheid heeft geen enkele herkenning bij deze bewering van werkgevers. Sterker nog, meestal lijkt het tegendeel waar. Ervaren uitvoerders worden juist ingezet op de zwaardere en moeilijkere projecten. En kleine projecten alleen draaiend houden, geeft net zo goed veel druk en stress. Je moet dan alles zelf doen, daar schiet je niets mee op, aldus verschillende uitvoerders. Een greep uit de reacties:
- ‘’Hoe zou een werkgever dat moeten regelen als er al een structureel tekort is aan uitvoerders.’’
- ‘’Werkgevers houden echt geen rekening met je leeftijd.’’
- ‘’Binnen mijn bedrijf is het wel bespreekbaar, maar het kan niet.’’
- ‘’Bij het bedrijf waar ik nu werk en de bedrijven waar ik heb gewerkt, heb ik hier nog nooit van gehoord.’’
- ‘’Bij kleine aannemers hebben ze helemaal niet de luxe om te kunnen kiezen naar welk project hun UTA personeel ingezet wordt.’’
- ‘’Wel kan ik zeggen dat mijn oudere collega’s niet lichtere projecten krijgen of een lichtere functie.’’
- ‘’Ik heb dit nog niet meegemaakt (ik ben 63 jaar).’’
Herkenning komt sporadisch voor. Ook dan betreft het geen bedrijfsregeling, maar is op persoonlijk initiatief van de werknemer een regeling getroffen.
UTA laat zich niet uitsluiten
Via FNV|UTA ‘Het is ook mijn cao!’ hebben UTA-medewerkers massaal laten weten dat ze de houding van werkgevers onacceptabel vinden en de beweringen over goede bedrijfsafspraken onjuist. De reacties op de bewering dat uitvoerders op leeftijd lichter werk kunnen krijgen, wordt door een uitvoerder treffend samengevat; ‘Dat is gewoonweg onzin!’
Opvallend is dat meerdere werknemers zich afvragen of de werkgeversorganisaties wel beseffen dat veel van hun leden de keus niet hebben om oudere uitvoerders een minder zwaar project te geven.
‘’Wat ik al helemaal niet snap, is dat als ik aan mijn werkgever vraag hoe hij tegenover de zwaar werkregeling voor de uitvoerders staat hij zegt daar niet onwelwillend tegenover te staan. Dan vraag ik mij toch af wat voor mensen hem vertegenwoordigen bij de onderhandelingen.’’














