Onderzoek: Thuiswerken na de corona-crisis
Het thuiswerken gaat waarschijnlijk veel langer duren dan velen aan het begin van de corona-crisis verwacht hadden. We zijn benieuwd naar jouw ervaringen en verwachtingen rond het werken vanuit huis. Via onderstaande link kom je bij een vragenlijst terecht, deze is bedoeld voor UTA-medewerkers die sinds de corona-crisis thuiswerken.
Het invullen van de vragenlijst duurt ongeveer vijf minuten en kan op je computer, telefoon of tablet. We stellen het op prijs wanneer je deze vragenlijst deelt met jouw collega's, die ook thuiswerken!
Klik hier om naar de vragenlijst te gaan en om mee te doen aan het onderzoek
Zwaar werkregeling en loonsverhoging belangrijk voor UTA
FNV Bouwen & Wonen deed onderzoek naar de wensen van werknemers voor de cao Bouw & Infra 2021. Van de respondenten is maar liefst 49 procent UTA. Veruit de belangrijkste wensen die uit het onderzoek naar voren komen zijn de zwaar werkregeling voor UTA om eerder te kunnen stoppen met werken, en een loonsverhoging.
De vragenlijst van FNV Bouwen & Wonen werd ingevuld door werknemers van zowel kleine, middelgrote, en grote bouwbedrijven. Van de UTA respondenten, bestaande uit zowel leden als niet-leden, is 30 procent onder de 35 jaar.
Zwaar werkregeling ook voor UTA’ers
UTA-medewerkers vinden het zeer belangrijk dat zij ook onder de zwaar werkregeling komen te vallen. Nu is deze regeling alleen nog voor bouwplaats-medewerkers. Dit onderwerp leeft meer bij de werknemers boven de 45 jaar, maar wordt ook door medewerkers onder de 45 gesteund. Zij zien op de werkvloer dat hun oudere collega’s het niet volhouden. Een jonge werknemer zegt daarover: “Oudere collega’s in de UTA moeten dezelfde kans krijgen om vervroegd uit te treden. Zij zijn na hun 60e ook gewoon op met deze werkdruk.”
"De keuze om UTA uit te sluiten van de zwaar werkregeling is een onderschatting van ons werk"
De werkdruk is al jaren lang te hoog en het harde werken eist haar tol. In het onderzoek komen we verschillende reacties tegen. “Als asfaltuitvoerder werk ik veel ’s nachts en in de weekenden, dat is zeer vermoeiend,” verteld een UTA’er in het onderzoek. Iemand anders stelde: “De keuze om UTA uit te sluiten van de zwaar werkregeling is een onderschatting van ons werk, want ook wij doen zwaar werk.”
Een ander veel gehoord probleem komt vanuit de UTA-werknemers, die aan het begin van hun loopbaan jarenlang als bouwplaatswerknemer werkten. Een dubbele uitputtingsslag. Deze mensen kunnen nu niet eerder stoppen met werken. Zo vertelt een werknemer: “Ik zit sinds een paar jaar in de UTA, na eerst 20 jaar zwaar lichamelijk werk geldt nu dat mijn werk geestelijk zwaar en veel is. Ik vind het niet eerlijk dat ik dan nu de optie niet krijg om eerder te stoppen.” En: “Op mijn 15e begon ik al in de bouw, 45 jaar werken op de bouwplaats en als UTA-er is meer dan genoeg.”
"Ik werk nu al 46 jaar! Op papier moet ik nog 5 jaar werken."
Deze uitspraken worden vaak ondersteund met de uitleg dat veel medewerkers lichamelijke klachten krijgen en doorwerken tot 67 jaar te lang vinden: “Ik werk nu al 46 jaar! Op papier moet ik nog 5 jaar werken. Daar zie ik wel een klein beetje tegenop. Zeker met de werkdruk die er is. Ook al vind ik mijn werk hartstikke leuk en word ik gewaardeerd door mijn collega's.”
Relatief jonge werknemers vinden loonsverhoging belangrijk
UTA-medewerkers stellen dat er ondanks de economische situatie meer dan genoeg werk is: “Gewoon een goede loonsverhoging, men kan wel zeggen dat het crisis is maar daar merk je op de bouw niks van. Er moet gewoon gewerkt worden.” Daarnaast viel op dat relatief jonge werknemers vaker aangeven dat een loonverhoging voor hen belangrijk is. Een werknemer geeft daarvoor als reden: “Ik ben nog jong. Pensioen en de zwaar werkregeling zijn voor mij nog wat verder weg, een loonsverhoging is voor mij concreter. Volgens mij gaat het nog steeds goed in de bouwsector er is genoeg werk, nu en straks.”
Andere onderwerpen
Een loonsverhoging en aanspraak op de zwaar werkregeling zijn niet de enige onderwerpen die de deelnemers in het onderzoek aankaarten. Ook veilig en gezond werken, het terugdringen van de werkdruk, betaalde reistijd en betaalde overuren vinden de UTA’ers belangrijke thema’s. Een andere wens uit het onderzoek is “dat de bouw aantrekkelijk wordt voor vrouwen.”
"De werkdruk was al hoog en er is een tekort aan personeel. Vanuit de werkgever wordt daar niet genoeg aan gedaan.”
Zoals bekend, is de aanhoudende hoge werkdruk voor veel werknemers te hoog. Dit blijkt ook uit de onderzoeksresultaten. In coronatijd neemt de werkdruk voor de thuiswerkers eerder toe dan af. Een reactie luidt: “Bij ons op het werk zijn er nu vaker mensen ziek. Dan moeten we met nog minder personeel hetzelfde doen, want het werk is niet minder geworden. De werkdruk was al hoog en er is een tekort aan personeel. Vanuit de werkgever wordt daar niet genoeg aan gedaan.”
De resultaten van het onderzoek worden meegenomen naar de komende onderhandelingen voor een betere Bouw en Infra cao. De onderhandelingen beginnen op 18 januari 2021. Bekijk via deze link al onze voorstellen voor de cao Bouw en Infra 2021.
Blijf op de hoogte van het laatste nieuws door je hier aan te melden voor onze Nieuwflits.
Nog volle orderportefeuilles in de Bouw & Infra
Vandaag heeft Hans Crombeen, FNV-onderhandelaar van de komende cao Bouw & Infra, een eerste verkennend gesprek met de werkgevers. De echte onderhandelingen beginnen op 18 januari. Belangrijk bij de onderhandelingen is te bepalen hoe jouw sector er economisch voor staat. We hebben uitvraag gedaan en kregen veel reacties van jullie. We hebben het beeld dat de orderportefeuilles nog goed gevuld zijn.
Wij hebben in oktober en eind november / begin december een uitvraag gedaan over de gevolgen van de coronacrisis voor jouw werk. De reacties op de uitvraag in oktober zijn voor de helft afkomstig van bouwplaatswerknemers en voor de helft van UTA-werknemers. Bij de laatste uitvraag is het grootste deel van de reacties van UTA-werknemers afkomstig. Juist zij hebben goed zicht op de personeelsbezetting, werkvoorraad en winstmarges. Ze geven aan dat het druk is, ze zien volle orderportefeuilles.
2020 was een goed jaar
Vanuit bouwondernemingen zijn veel reacties gekomen, vanuit de infra iets minder. In 2020 was er voldoende werk en genoeg projecten in de orderportefeuilles. Ook geven jullie aan dat de winsten goed zijn, maar de marges staan wel onder druk. Volgens sommigen komt dit laatste door de hoeveelheid cao’s die in de sector worden toegepast (schoonmaak, landbouw, transport, uitzend).
Veel orders voor 2021
Over het algemeen wordt gerapporteerd dat de orderportefeuilles voor 2021 goed vol zitten. Dit geldt bij een aantal bedrijven ook al voor 2022.
Het gaat goed met de werkgever. Er is voldoende werk. Er zijn zelfs nieuwe collega’s bij gekomen. Financieel is het niet anders dan voorgaande jaren.
Cijfers van het EIB
Aan het begin van de coronacrisis deed het EIB, het Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid, negatieve voorspellingen voor de sector in 2020. Deze hebben ze pasgeleden -ondanks de aanhoudende coronacrisis- naar boven moeten bijstellen. De bouw heeft tenslotte niet stil gelegen. Jullie sector kwam als een van de eerste met het protocol “Samen veilig doorwerken”. Jullie hebben het hele jaar doorgewerkt (waarvan een groot deel UTA’ers vanuit huis) en doen dat nog steeds.
Het EIB heeft eind dit jaar opnieuw een somber vooruitzicht geschetst voor 2021. Zoals hierboven al aangegeven, komt dit beeld niet overeen met jullie reacties op de uitvraag. Integendeel, een aantal bedrijven heeft al een volle orderportefeuille voor 2022.
Waardering die je verdient
Er wordt kortom winst gemaakt, niet overal evenveel, maar slecht gaat het niet. Het merendeel van de bedrijven heeft goed gevulde orderportefeuilles. Het kabinet heeft de werkgevers gesteund, ook de bouw heeft flinke injecties gehad. Nu jullie nog. Jullie doen je werk al maandenlang in moeilijke omstandigheden met corona, het is tijd dat jullie de waardering krijgen van de werkgevers die jullie verdienen.
Onderzoek naar innovatiedrift in de bouwsector
FNV Bouwen & Wonen ziet dat de bouw de komende jaren voor een groot aantal uitdagingen staat. Er moet fors worden gebouwd voor een diversiteit aan doelgroepen. Ook het huidige woningenbestand moet ingrijpend worden verduurzaamd en de kans is groot dat een deel van het kantorenbestand door corona wordt omgekat in woningen. Dit kan niet zonder dat de wijze waarop de bouw is georganiseerd verandert. Hierdoor rijst de vraag: leeft innovatiedrift in de bouwsector?
Technische én organisatorische innovatieslag
Robotisering, digitalisering, BIM, pré-fab, bouwen met hout zijn enkele ontwikkelingen die behulpzaam zijn bij het realiseren van de opgave. Maar en vooral ook andere manieren van organiseren van het werk in de bouw, andere managementtechnieken en betere samenwerking in de keten. Volgens de FNV zijn dit de opgaven waar de bouw voor staat: een grote innovatieslag zowel technisch als organisatorisch, om als sector toekomstbestendig te zijn.
Deelonderzoek door FNV Bouwen & Wonen
Tegen deze achtergrond heeft FNV Bouwen & Wonen het SEO Economisch Onderzoek laten uitzoeken hoe innovatief de bouwnijverheid is. Het SEO heeft onlangs dit onderzoek gepresenteerd in de publicatie ‘Het Nederlandse innovatielandschap in roerige tijden’. Deze publicatie geeft inzicht in hoe Nederlandse bedrijven omgaan met (a) verantwoord ondernemerschap en innovatie, (b) leiderschap en menselijk-sociaal kapitaal, en (c) de digitale volwassenheid van de organisatie. FNV Bouwen & Wonen heeft tegelijk een deelonderzoek laten uitvoeren. Daaraan deden in totaal 68 deelnemers afkomstig uit de bouwnijverheid mee.
Bouwnijverheid vergeleken met andere sectoren
De belangrijkste resultaten van de bouwnijverheid in vergelijking met overige sectoren zijn:
- De bouw presteert op de 3 hoofdonderwerpen (verantwoord ondernemerschap en innovatie, leiderschap en menselijk-sociaal kapitaal, digitale volwassenheid) vergelijkbaar als de andere onderzochte sectoren;
- De bouw richt zich vooral op het bedienen van bestaande markten. De bouw zoekt minder naar nieuwe markten, ook wel exploratieve innovatie genoemd. Daarbij wordt opgemerkt dat jonge bedrijven zich het meest bezig houden met het verkennen van nieuwe markten. Er is een kans dat deze jonge bedrijven de bouw ingrijpend (disruptief) gaan veranderen. Vergelijkbaar met wat in andere sectoren gebeurt;
- De bouw is goed in staat nieuwe digitale technologieën te adopteren. Gelijk als in andere sectoren leidt de adoptie van deze nieuwe technologieën nog niet in alle gevallen tot fundamenteel andere vormen van waardecreatie en andere strategische en/of organisatorische veranderingen;
- De instabiliteit van de omgeving en het tempo van veranderingen blijkt lager dan in andere sectoren, wat het traditionele karakter van de bouw onderstreept;
- Tenslotte geven de deelnemers in het onderzoek aan dat managementinnovatie iets lager is dan in andere sectoren. Managementinnovatie is gericht op het implementeren van nieuwe management vormen.
Downloads:
De publicatie 'Innovatie in de bouwnijverheid'
De publicatie 'Het Nederlandse innovatie landschap in roerige tijden'
Onderzoeksresultaten werken in coronatijden
Uit het onderzoek van FNV Bouwen en Wonen naar de ervaringen van werknemers in tijden van corona, geeft bijna 1 op de 4 respondenten aan moeite te hebben met de balans tussen werk en privé. Tevens zegt 27 procent meer tijd kwijt te zijn aan de werkzaamheden.
FNV Bouwen en Wonen heeft tussen 16 en 26 april een online vragenlijst uitgezet onder leden en niet-leden om zo de ervaringen te inventariseren over het werken in deze coronatijd. De vragenlijst is door ruim 1000 werknemers in de bouwsector ingevuld. Deze werknemers zijn werkzaam in verschillende deelsectoren in de bouw. Veruit de meeste respondenten vallen onder de cao Woondiensten en de cao Bouw en Infra, waar ook UTA-medewerkers onder vallen.
Het merendeel van de respondenten geeft aan dat de werkgever de coronacrisis serieus neemt. Dit is niet overal het geval. 1 op de 7 vindt dat de werkgever de huidige situatie onvoldoende serieus neemt. Dit uit zich bijvoorbeeld in slechte communicatie vanuit de werkgever over de maatregelen, of in het niet naleven van de maatregelen.
Arbeidsvoorwaarden
Alle respondenten van het onderzoek hebben aangegeven dat het vakantiegeld niet wordt ingehouden vanwege de coronacrisis. Wel wordt bij 6 procent de vakantiedagen gedwongen opgenomen. Bij 5% wordt de werktijd ingekort.
25 procent van de deelnemers aan het onderzoek zegt dat de uitzendkrachten en flexwerkers naar huis zijn gestuurd vanwege de coronacrisis.
Werkdruk op kantoor
Op de stelling ‘ik werk nog steeds op kantoor en daar zijn de omstandigheden goed’ heeft een grote meerderheid, ruim 60 procent, aangegeven het hiermee eens te zijn. 8 procent van de respondenten geeft aan dat de omstandigheden op kantoor niet goed zijn. In het veld beschikbaar voor opmerkingen hebben meerdere deelnemers aan het onderzoek aangegeven dat lang niet al het kantoorpersoneel zich houdt aan de 1,5 meter afstand.
De balans tussen werk en privé door de coronacrisis is een belangrijk punt. Bijna 1 op de 4 deelnemers aan het onderzoek geeft aan hier moeite mee te hebben. Dit komt bijvoorbeeld omdat er meerdere personen in een huishouden thuis werk, dan wel schoolwerk, moeten uitvoeren.
27 procent geeft aan meer tijd aan zijn/haar werk kwijt te zijn tijdens de coronacrisis. Daarnaast geeft 17 procent aan dat het moeilijk is om werk van zich af te zetten in deze tijd. Dit komt bijvoorbeeld door een toename van de verantwoordelijkheden vanwege de coronacrisis, of bijkomende extra werkzaamheden. Ook gaven werknemers in leidinggevende functies aan meer tijd kwijt te zijn aan het aansturen van collega’s en aan logistieke problematiek.
Meer dan helft van de respondenten geeft aan met plezier te werken ondanks de coronacrisis.
Thuis werken
Door de coronacrisis werken er momenteel veel mensen thuis. Bij 73 procent van de respondenten lukt het om alle werkzaamheden thuis uit te voeren. Veel mensen voelen zich hier prettig bij en laten weten dat thuiswerken de nieuwe standaard zou moeten zijn. Bij 11 procent gaat het thuiswerken minder goed, of helemaal niet. In sommige gevallen ontbreken er voorzieningen of is het niet mogelijk om thuis te werken vanwege de thuissituatie.
Over het algemeen gaven de respondenten aan dat zij beschikken over goede thuiswerkmogelijkheden, en hierbij voldoende worden ondersteund door de werkgever. De werkgever leent bijvoorbeeld laptops en bureaustoelen uit om het thuiswerken makkelijker te maken. Toch geeft 15 procent van de respondenten aan dat zijn/haar leven een stuk moeilijk is geworden door het werken vanuit huis. Een enkeling geeft aan de indruk te hebben dat de werkgever van afstand meekijkt met de thuiswerker.
Werken op de bouwplaats
Twee weken geleden is het protocol ‘Samen veilig doorwerken’ aangescherpt om te zorgen voor veiligere werksituaties in de bouw. In de praktijk houden veel werkgevers en werknemers zich niet aan dit protocol, of kunnen dit niet. Dit blijkt uit het onderzoek van FNV Bouwen in Wonen, waarin 23 procent van de deelnemers aangeeft dat de maatregelen uit het protocol niet worden nageleefd. Uit het onderzoek blijkt dat regels veel strenger moeten worden nageleefd en gehandhaafd om te kunnen blijven doorwerken. FNV Bouwen en Wonen pleit ervoor dat de Inspectie van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid gaat controleren en handhaven.
Lees hier (aangepaste presentatie door Vincent) alle onderzoeksresultaten.
Wil je je ervaringen delen over de gevolgen die de coronacrisis heeft voor jou en je werk? Neem contact met ons op via uta@fnv.nl .