Hestia Esther Knabben: “netwerken zijn heel belangrijk, zodat vrouwen zich welkom voelen en blijven in de sector”
Hestia is de Griekse godin van de bouwkunst. In deze rubriek wordt een moderne godin van de bouwwereld geïnterviewd. Over haar inspiratie, de bouwwereld, en wat ze het leukst vindt in haar werk. Deze week is Esther Knabben, Directeur Regiogroep bij Haskoning aan het woord.
Naam: Esther Knabben
Functie: Directeur regiogroep Infrastructuur bij Royal Haskoning DHV
Leeftijd: 50
Opleiding: HTS Verkeerskunde, Technische Bestuurskunde (TU Delft)
Wanneer ontdekte je dat je de bouw in wilde?
"Eigenlijk niet op één specifiek moment. In mijn familie zitten veel ingenieurs, dus techniek was altijd vanzelfsprekend. Ik vond techniek en de bèta-vakken leuk en zo was de keuze heel logisch. Mijn keuze voor verkeerskunde kwam vooral doordat een nicht die studie deed en daar enthousiast over vertelde. De combinatie techniek en creativiteit kwam er mooi in naar voren. Ik heb er nooit spijt van gehad.”
Hoe werd daarop gereageerd?
“Mensen reageerden vooral verbaasd op de keuze voor het vakgebied verkeerskunde. want dat was nogal onbekend. Negatieve reacties op dat ik voor een technische studie koos, heb ik nooit gehad. Binnen mijn familie was het juist heel normaal.”
Wat maakt de infra zo leuk?
“Vooral de mensen: bescheiden, trots op hun vak, en altijd gericht op kwaliteit. Samen puzzelen tot alles klopt, hoe iets nog mooier, beter of efficiënter kan. Bijdragen aan iets dat de maatschappij nodig heeft zonder al te veel poehaa, dat past wel bij mij. Dat geeft voldoening. Het gaat misschien niet altijd om grootse dingen, maar wel om werk dat écht impact heeft op het leven van mensen. Ik zeg altijd, je denkt er vast niet vaak aan, maar wat als bruggen, sluizen, wegen en fietspaden, riolering en openbare verlichting het niet meer doen? Dan is het toch supermooi dat mensen hier met zoveel passie aan werken. Dat maakt me echt trots!”
Wie in de bouw inspireert jou?
“Ik laat me inspireren door de mogelijkheden om het beter, duurzamer en slimmer te doen. Ik word enthousiast van collega’s die innoveren, nieuwe technieken inzetten en jong talent meenemen. Zelf heb ik veel gehad aan mentoren: ervaren mensen die hun kennis en netwerk met mij deelden. Daarnaast heb ik binnen Haskoning een vrouwennetwerk opgericht, om af en toe te sparren als je ergens tegenaan loopt, met een vertrouwd persoon. Daar merk ik hoe inspirerend en leuk het is dat vrouwen elkaar weten te vinden. Bijvoorbeeld als ze overwegen ergens te solliciteren, of tegen iets aan lopen waar ze niet meteen raad mee weten.”
Wat vind je het allerleukst aan je werk?
“Mooie dingen maken die echt werken en mensen onderling verbinden om dat te realiseren. Ik onderstreep ook het belang van “leuk en lol in je werk”. Waar mensen met plezier werken, gaat de energie stromen komen. Daarvoor hebben mensen speelruimte nodig. Ruimte om iets uit te proberen, met elkaar te sparren en te elkaar uit te dagen. Innoveren is toch ook een beetje uitproberen en als het misgaat leren en verbeteren, zonder dat je daar meteen op afgerekend wordt. Daar kun je als leidinggevende een belangrijke rol in spelen.”
Wat zijn je dromen voor de toekomst?
“Ik hoop dat opdrachtgevers en opdrachtnemers meer vanuit vertrouwen samenwerken. Gelukkig gaat het vaak goed, maar er is nog veel te winnen. De opgaven waar we als maatschappij voor staan zijn complex en deskundig personeel is schaars, zowel aan de opdrachtgever als aan de opdrachtnemerskant. Laten we vooral samen zoeken naar hoe we tot slimme en goede oplossingen komen. Als je de vraag van de opdrachtgever beter doorgrond, kun je hem ook beter helpen. Daarvoor zijn langdurige relaties en echte openheid voor nodig. Alleen door echt samen te werken krijgen we de beste oplossingen.”
Wat zou je willen zeggen tegen meisjes/vrouwen die een baan in de bouw of infra overwegen?
“Gewoon doen! Ga voor wat je leuk vindt, wees niet te braaf en niet te bang. Je kunt heel veel meer dan je denkt! Laat je ambities zien, gebruik je netwerk en oefen je ‘elevatorpitch’. Enthousiasme leidt er toe dat je mensen om jezelf heen gaat verzamelen die je steunen en kansen geven – zowel mannen als vrouwen overigens.”
Is er iets dat je zelf graag wilt toevoegen?
“Ik hoop dat we ooit op een punt komen dat we vrouwen in de bouw niet meer apart hoeven te benoemen en dat het gewoon normaal is. Tot die tijd zijn netwerken en zichtbaarheid heel belangrijk, zodat vrouwen zich welkom voelen en ook blijven in de sector.
Wat daarbij echt verschil maakt, is dat er vrouwen in sollicitatie- en selectiecommissies zitten. Sinds ik leidinggevende ben, is de helft van de nieuwe aanstellingen vrouw. Dat zegt wat iets: vrouwen zien sneller mogelijkheden als er al vrouwen aan tafel zitten.”
Werken als vrouw in de Bouw & Infra ís de uitzonderingspositie!
De bouwsector is traditioneel een mannenwereld. Cijfers laten zien dat vrouwen nog steeds ernstig ondervertegenwoordigd zijn. Het resultaat: werkplekken zijn niet of onvoldoende ingericht op vrouwen. Praktische voorzieningen zoals passende werkkleding of een vrouwentoilet ontbreken. Maar ook qua "cultuur" (opmerkingen, grapjes, intimidatie, nastaren, niet serieus genomen worden) is er nog werk aan de winkel. Maatregelen om de bouw meer in te richten op vrouwen (of maatregelen specifiek gericht op vrouwen) zijn geen "uitsluiting" of "voorkeur" voor vrouwen, maar een noodzakelijke stap om het speelveld eerlijker te maken. Alleen door het onderscheid te maken, kunnen we de bestaande ongelijkheid wegnemen.
Wat zeggen de cijfers?
- Volgens het CBS is zo'n 90% van de banen in de bouwsector door mannen vervuld. Vrouwen vormen dus ongeveer 10% van de werknemers in de bouw.
- Het percentage vrouwen dat daadwerkelijk op de bouwplaats werkt, ligt nog veel lager. Één op de vierhonderd bouwplaatsmedewerkers is vrouw.
- Volgens cijfers van Women Inc. verlaat 65% van de vrouwen met een technische opleiding uiteindelijk de sector.
- Uit datzelfde rapport volgt dat wereldwijd maar liefst 70% van de vrouwen in de techniek aangeeft dat ze zich extra moeten bewijzen, puur omdat ze vrouw zijn.
Wat zijn de grootste knelpunten?
Uit gesprekken én internationale literatuur komen regelmatig deze knelpunten naar voren:
- Geschikte werkkleding en beschermingsmiddelen ontbreekt vaak
Veel PPE (personal protective equipment) is ontworpen voor “mannelijke afmetingen”. Vrouwen hebben te maken met handschoenen, helmen, laarzen etc. die niet goed passen, wat veiligheid en comfort in gevaar brengt. Vrouwen geven aan dat ze zich serieuzer genomen voelen met passende werkkleding, omdat het er een stuk professioneler uitziet. - Geen gescheiden en comfortabele voorzieningen
Toiletten, kleedkamers, aparte ruimten voor vrouwen zijn vaak schaars of ontbreken. Het lopen langs de pisbakken van de mannen, je menstruatieproducten niet in een prullenbakje kunnen gooien, je handen niet kunnen wassen en niet kunnen kolven op je werk. Het zijn situaties waar vrouwen dagelijks tegenaanlopen op de bouwplaats. - Hormonen, (zwangerschap,) gezondheid onbespreekbaar
Er is schaars aandacht voor de manier waarop menstruatie, zwangerschap of andere hormonale verschuivingen van invloed kunnen zijn op werktempo, veiligheid, werkplanning. Vrouwen voelen zich vaak niet veilig of redelijk om dit te bespreken. - Beperkte mogelijkheden voor flexibel of deeltijdwerk
Onregelmatige werkuren, en verplichtingen zoals kinderopvang rond schooltijden zijn vaak slecht verenigbaar met de standaarden in de bouw. Deel-/flexwerk is vaak lastig te organiseren op bouwplaatsen. - Cultuur: grapjes, uitsluiting, sfeer Er heerst vaak een cultuur waarin je “anders zijn” voelt. Vrouwen ervaren uitsluiting, seksistische opmerkingen, een gebrek aan rolmodellen en mentale belasting omdat ze zich als uitzondering voelen. Veel vrouwen geven aan dat zij het gevoel hebben harder te moeten werken, of meer te moeten weten voordat zij geaccepteerd worden.
Waarom dit niet “een vrouwen-cao” moet zijn, maar een gelijke voorwaarden-cao
Wij krijgen regelmatig te horen dat vrouwen geen uitzonderingspositie moeten krijgen en dat het geen vrouwen-cao moet worden. De term “vrouwen-cao” doet alsof vrouwen bevoorrecht worden; in werkelijkheid gaat het om het wegnemen van systematische belemmeringen, waardoor we een gelijk speelveld creëren. Dan hoeven vrouwen eindelijk geen uitzondering meer te zijn.
Enkele redenen waarom maatregelen zinvol en rechtvaardig zijn:
- Veiligheid & gezondheid: bijvoorbeeld beschermingsmiddelen die niet passen en gebrek aan voorzieningen. Vrouwen worden hierdoor niet gelijk behandeld in hun recht op veilige werkomstandigheden. Dit vergroot het risico op mentale en fysieke klachten.
- Diversiteit is positief: gemengde teams presteren vaak beter richting veiligheid, organisatie, samenwerking en sfeer. Vrouwen brengen andere perspectieven in, wat juist gunstig is voor innovatie en kwaliteit.
- Zichtbaarheid en herkenbaarheid: zichtbare vrouwen binnen de organisatie en in selectiecommissies zorgen ervoor dat vrouwen zich herkennen en veilig voelen. Uit gesprekken horen wij indien een vrouw in de selectiecommissie zit, er vaker een vrouw wordt aangenomen. Mensen kiezen mensen die op hen lijken. Dit bewezen fenomeen wordt de 'similarity bias' genoemd. Dus zorg voor diversiteit in je selectiecommissies, als je diversiteit in je teams wil. Diversiteit aan de voorkant laten zien, helpt bovendien om diversiteit aan te trekken, omdat meer mensen zich in je organisatie kunnen herkennen.
- Arbeidsmarkttekort: de bouw kampt met tekorten aan personeel. Door de instroom van vrouwen te verhogen en hen te behouden kunnen we die tekorten deels opvangen.
- Rechtvaardigheid: Veel vrouwen kiezen voor de bouw, omdat ze het prachtig vinden iets concreets te bouwen en samen met collega's aan complexe projecten te werken. Veel vrouwen verlaten ook weer de bouw, omdat ze allerlei hindernissen tegenkomen. Dat is oneerlijk én zonde. Laten we samen die hindernissen wegnemen, zodat iedereen zich welkom voelt in de bouw.
Mogelijke oplossingen & stappen
Om ervoor te zorgen dat vrouwen niet alleen binnenkomen, maar ook blijven, zijn er concrete maatregelen nodig:
- Voorzien van goede, vrouwelijke-specifieke werkkleding en PPE in verschillende maten.
- Toegang tot gescheiden toiletten en kleedruimtes, voldoende privacy en goede hygiëne.
- Beleidslijnen en cultuur veranderen: open gesprekken over gezondheid, menstruatie, zwangerschap; duidelijke anti-seksisme / anti-pest beleid; training voor leidinggevenden en collega’s.
- Flexibiliteit in werktijden, deeltijdmogelijkheden, taakverdeling, zodat werk en zorg makkelijker gecombineerd kunnen worden, uitgebreider zwangerschaps-, ouderschaps- en partnerverlof.
- Rolmodellen zichtbaar maken; mentorschap voor vrouwen in technische functies of leiderschap.
- Werkplek inrichten: organiseren van werk, voorzieningen en processen met oog voor diversiteit.
Sluit je aan
Vrouwen in Bouw & Infra worden niet de uitzonderingspositie door maatregelen, maar zijn de uitzondering. De standaardvoorwaarden zijn gemaakt voor mannen. Maatregelen zijn daarom geen “voordeel” voor vrouwen, maar noodzakelijke aanpassingen zodat iedereen eerlijk kan meedoen.
Herken jij dit? En wil jij bijdragen aan een inclusievere sector? Of ben jij het hier juist niet mee eens? Neem contact met ons op. We willen graag met je in gesprek en elke mening is daarbij van belang.
We kunnen dit namelijk niet alleen. Echte verandering vindt pas plaats als wij met elkaar duidelijk maken dat het anders moet. Sluit je daarom bij ons aan!
Caroline van Ooijen Sanne Kanters
Consulent UTA Consulent UTA
+31 6 43 60 94 87 +31 6 39 18 38 79
Hestia Maaike Waals: “Die mannen zijn echt niet zo eng als ze eruitzien”
Hestia is de Griekse godin van de bouwkunst. In deze rubriek wordt een moderne godin van de bouwwereld geïnterviewd. Over haar inspiratie, de bouwwereld, en wat ze het leukst vindt in haar werk. Deze week is Maaike Waals, timmervrouw bij Van Wijnen aan het woord.
Naam: Maaike Waals
Functie: Timmervrouw bij Van Wijnen
Leeftijd: 24 jaar
Woonplaats: Papendrecht
Opleiding: MBO Timmerman niveau 2
Wanneer ontdekte je dat je de bouw in wilde?
"Eigenlijk wist ik het al vrij jong. Als kind liep ik vaak mee met mijn vader, die kraanmachinist is. Ik vond dat altijd al leuk, maar dacht er toen nog niet serieus over na. Op de middelbare school moesten we aan het einde van het tweede jaar kiezen welke richting we op wilden. Economie, zorg of koken waren niks voor mij, dus ik koos techniek. Toch durfde ik toen nog niet gelijk voor de bouw te gaan.
Ik heb eerst nog de opleiding Onderwijsassistent gedaan, omdat ik het leuk vind om mensen iets te leren. Tegelijkertijd bleef ik klussen naast mijn opleiding, en toen merkte ik dat ik dat eigenlijk veel leuker vond. Uiteindelijk ben ik dus toch de bouw in gegaan."
Hoe werd daarop gereageerd?
"Thuis waren ze supertrots. Mijn vader, mijn oma’s vonden het geweldig. Ook mijn vrienden waren positief. Alleen mijn favoriete docent op het mbo vond het zonde dat ik in mijn laatste jaar stopte. Maar zelfs zij zei: ‘Dat had je veel eerder moeten doen.’
Echt negatieve reacties heb ik niet gehad. Hooguit mensen die voorzichtig vroegen: ‘Weet je het zeker?’ Maar dat zie ik eerder als bezorgdheid dan negativiteit."
Wat maakt de bouw zo leuk?
"De variatie en het bezig zijn met je handen. Je maakt iets tastbaars. Soms kijk ik terug en zie ik dat er op een plek waar eerst alleen zand lag nu een heel gebouw staat. Dat heb je dan toch maar mooi neergezet met elkaar. Dat geeft voldoening."
Wie in de bouw inspireert jou?
"Mijn leermeester van mijn vorige werk. Hij en zijn collega leerden me niet alleen het vak, maar ook hoe ik mezelf moest zijn. Hij had zelf dochters, dus hij begreep me. Hij merkte het zelfs als ik ongesteld was, gewoon aan mijn gedrag. Dat voelde heel veilig en vertrouwd. Die mannen hebben me echt geleerd om voor mezelf op te komen. Ze beschermden me in het begin, maar gaven me ook het zelfvertrouwen om m’n plek te pakken in de bouw."
Wat vind je het allerleukst aan je werk?
"Het werk zelf! Gewoon lekker met je handen bezig zijn. En de samenwerking met collega’s en hoe je samen naar een eindresultaat toewerkt. Natuurlijk is niet elk project hetzelfde, maar dat maakt het juist leuk."
Wat zijn je dromen voor de toekomst?
"Ik wilde altijd leermeester worden en dat ben ik inmiddels, dus dat doel heb ik behaald. Nu wil ik me vooral verder ontwikkelen en meer doen met educatie. Bijvoorbeeld zelf activiteiten organiseren voor basisscholen om kinderen kennis te laten maken met de bouw. Laatst hadden we op de zaak een open dag voor basisscholen, en dan merk je dat kinderen anders reageren als ze zien dat er ook een vrouw in de bouw werkt. Ze worden opener en enthousiaster. Daar wil ik meer mee doen."
Wat zou je willen zeggen tegen meisjes/vrouwen die een baan in de bouw overwegen?
"Gewoon doen! Die mannen zijn echt niet zo eng als ze eruitzien. Ik dacht dat eerst ook, maar het valt reuze mee. Ze lijken soms wat lomp, maar meestal zijn ze gewoon hartstikke aardig. En als je ergens werkt waar het niet goed voelt, zoek dan een andere plek. Niet elk bedrijf is hetzelfde. Er zijn ook bedrijven waar het wel goed geregeld is, waar je serieus genomen wordt en je gewoon fijne collega's hebt."
Is er iets dat je zelf graag wilt toevoegen?
"Dat het belangrijk is dat vrouwen passende werkkleding krijgen. Toen ik begon, had ik alleen mannen broeken. Ik ben in een jaar tijd door zeven broeken heen gescheurd, omdat ze gewoon niet goed pasten. Nu hebben we kleding die wél goed zit en dat maakt een wereld van verschil. Het zit niet alleen lekkerder, het voelt ook professioneler en veiliger.
Werkgevers zouden verplicht moeten worden om fatsoenlijke werkkleding voor vrouwen te regelen. Want als je je comfortabel voelt in je kleding, voel je je ook serieuzer genomen."
Samen sterker: van NS tot bouw – menstruatie- en overgangsmaatregelen in de cao
Bij NS is er iets bijzonders gebeurd. Dankzij de inzet van FNV-kaderlid Silvana en haar collega Liane zijn er in de nieuwe cao afspraken gemaakt over maatwerk bij menstruatie- en overgangsklachten. NS-werknemers met (chronische) klachten hoeven zich voortaan niet meer (maandelijks) ziek te melden, maar hebben nu de mogelijkheid om tijdelijk het werk aan te passen, zodat zij gewoon aan het werk kunnen blijven. Dit kunnen we ook regelen in de cao Bouw & Infra, als we ons er samen sterk voor maken.
Hoe het begon
Silvana is al jaren actief binnen FNV Spoor. Haar motivatie om dit onderwerp aan te kaarten, komt uit eigen ervaring. “Toen ik jong was en bij de NS werkte als lokettiste, had ik veel last van mijn menstruatie. Gelukkig werkte ik binnen. Met een kruik op mijn buik hield ik het wel vol. Maar ik dacht: hoe doen die meiden dat nu? In de trein of buiten heb je die luxe niet.”
Later kreeg Silvana zelf veel last van overgangsklachten. “Ik merkte dat ik fouten maakte in mijn werk en vroeg mijn leidinggevende mij daarop aan te spreken, zodat ik er iets mee kon. Dat deed ze, en dat was fijn.” Maar niet iedereen vindt het makkelijk om dit aan te geven bij een leidinggevende. Door dit vast te leggen in de cao, maak je ruimte om het te bespreken en afspraken op maat te maken.
Van idee naar cao-afspraak
In haar rol als voorzitter van de divisieraad en lid van de cao-commissie wist Silvana hoe ze dit onderwerp op de agenda kon krijgen. Samen met collega Liane keek ze naar het voorbeeld van Spanje, waar menstruatieverlof bestaat. Ze kwamen met een voorstel voor maatwerkafspraken in plaats van verlof – zodat vrouwen[i] kunnen blijven werken, mét begrip en aanpassingen waar nodig.
Veel medewerkers van NS zijn lid van een vakbond én zijn bereid samen op te staan voor betere werkomstandigheden. Zo heeft het voorstel van Silvana en Liane het gemaakt tot cao-onderhandelingsresultaat. Door samen en verenigd in een vakbond in actie te komen, wonnen de medewerkers voor zichzelf en hun collega’s:
- de mogelijkheid tot aangepast werk bij klachten;
- gratis menstruatieproducten op alle toiletten;
- erkenning dat deze klachten hun werk kunnen beïnvloeden, zonder dat het gelijk een ziekmelding hoeft te zijn.
NS is inmiddels de derde werkgever waar FNV dit voor elkaar kreeg. Eerder lukte het ook in de cao Kinderopvang en de cao Rijk.
Waarom dit belangrijk is
Menstruatie kan gepaard gaan met heftige klachten: buikpijn, premenstruele psychische klachten, vermoeidheid, rugpijn, hoofdpijn, hevig bloedverlies. Ook de overgang gaat over meer dan opvliegers. Slapeloosheid, geheugen- en concentratieproblemen, pijnklachten en stemmingswisselingen komen veel voor. De cijfers laten zien dat dit geen klein probleem is:
- Een onderzoek van Radboud UMC onder 42.000 vrouwen tussen de 15 en 45 wees uit dat 38% van de ondervraagde vrouwen zoveel klachten heeft bij menstruatie dat de (werk)agenda er op moet worden aangepast.
- Uit onderzoek van TNO en het CBS blijkt dat bij 55% van alle vrouwelijke werknemers in de overgang hun klachten weleens invloed op hun werk hebben. 36% vindt dat zij soms minder goed functioneren op het werk door klachten. 57% heeft behoefte aan meer begrip of ondersteuning op de werkvloer.
Zonder afspraken in de cao is de enige optie vaak ziekmelden. Maar elke maand of regelmatig een paar dagen ziek thuis zitten voelt niet goed, en leidt vaak tot onbegrip bij collega’s en werkgever. Met cao-afspraken wordt het normaal om over je menstruatie- of overgangsklachten te praten en om oplossingen op maat te zoeken. Het komt nou eenmaal bij een groot deel van de bevolking voor en zolang we er niet over praten en er geen afspraken over maken, blijft het het probleem van de vrouwen die ermee zitten. Als we er afspraken over maken wordt het iets waar collega’s en werkgevers rekening mee kunnen houden.
En nu de bouw
In de cao Bouwen & Wonen bestaan dit soort afspraken nog niet. Maar wat bij NS kan, kan ook in de bouw, als we ons er samen sterk voor maken. Het gaat erom dat je je werk op een gezonde manier kunt blijven doen, ook als je klachten hebt die regelmatig terugkomen.
Cao-afspraken zorgen ervoor dat het onderwerp bespreekbaar wordt, dat collega’s en werkgevers er rekening mee kunnen houden én dat jij je werk op een prettige en duurzame manier kunt blijven doen.
Jouw stem is nodig
Vind jij dat er ook in de cao Bouw & Infra afspraken moeten komen over menstruatie- en overgangsklachten? Dat kan! Maar alleen als we het samen doen, net als Silvana en Liane en hun collega’s bij NS.
Wil jij meedoen?
Sluit je aan bij FNV Bouwen & Wonen en neem contact met ons op via uta@fnv.nl. Samen zorgen we dat dit onderwerp ook in jouw cao terechtkomt.
[i] Niet alle vrouwen menstrueren en niet iedereen die menstrueert of in de overgang komt identificeert zich als vrouw. In dit artikel wordt de term ‘vrouw’ gebruikt om te verwijzen naar mensen die menstruatie- of overgangsklachten kunnen ervaren.
Vakbondsbestuurder Chaim Korthof: “Wat vrouwen niet zeggen, telt niet mee aan de cao-tafel"
In de bouwsector werken inmiddels duizenden vrouwen, op de steiger, in de uitvoering, en op kantoor. Toch zijn ze nauwelijks zichtbaar in de plannen die gemaakt worden en tijdens cao-onderhandelingen of op vakbondsbijeenkomsten. Dit komt onder andere doordat van alle vrouwen die in de bouw werken, er weinig vrouwen lid zijn van een vakbond. Wat vrouwen niet zeggen, telt niet mee aan de cao-tafel. Vakbondsbestuurder Bouwen & Wonen Chaim Korthof legt uit waarom het van belang is dat vrouwen zich organiseren.
Waarom er zo weinig vrouwen lid zijn van de vakbond binnen de bouw laat zich raden, maar het is wat mij betreft niet zonder gevolgen. Ik wil het vooral hebben over het gevolg voor de positie van de vrouw in de bouwsector. Het gevolg van zo weinig leden vanuit vrouwen doet iets met de vereniging en de belangenbehartiging van de vrouwen op de werkvloer. Er ligt minder focus op wat specifieke zaken zijn waar vrouwen tegenaan lopen.
De bouw gebouwd voor mannen
Laten we vooropstellen, ik ben een man, ik weet uiteraard niet uit eigen ervaring waar vrouwen op de bouw tegenaan lopen. Maar ik heb een moeder, zussen, vrouw en dochter. Allen maken verschillende vormen van seksisme mee in hun dagelijks leven. Ik kan mij niet voorstellen dat dit anders zou zijn bij vrouwen op de bouw.
Het gaat om grensoverschrijdende opmerkingen maar denk ook aan praktische zaken als bijvoorbeeld de sanitaire voorzieningen, kleding, beschermingsmiddelen. En het gevoel net even meer te moeten doen om jezelf te moeten bewijzen aan mannelijke collega’s.
Bouwend Nederland
Toen ik bezig was met dit artikel ontdekte ik een kort filmpje van Bouwend Nederland, wat ook de aandacht op vrouwen wilde richten. Ik ben ervan overtuigd dat de inzet en intentie van de makers van de video oprecht is en dat men op deze manier vrouwen in de bouw extra aandacht willen geven.
Maar inhoudelijk is het een tenenkrommende bedoening, vragen als met wie werk je liever op de bouw? Hoe de verdeling zou moeten zijn?
De vragen die men beantwoorde in de video leverde bij mij zoveel meer vragen op. Want zijn dat echt de vragen die vrouwen op de bouw hebben als het gaat om hun werkplek? Trekt dit echt meer vrouwen naar de bouw? Maar ook hoe ziet de maker van dit filmpje en Bouwend Nederland de rol van de vrouw op de bouw? Ze slaan volgens mij de plank volledig mis met deze video.
Volgens mij kan de bouwsector dit veel beter doen en daar kunnen vrouwen een krachtige rol in spelen door zichzelf te organiseren. En wat mij betreft is de vakbond de perfecte plek daarvoor.
Toch zie ik in de cijfers dat vrouwen dat nog niet zo zien, althans dat lijkt zo. Ik vermoed ook dat een hoop mensen en dus ook vrouwen zich niet organiseren in een vakbond, omdat dit nog onbekend terrein voor ze is. Wat mij betreft moet dit zo snel mogelijk veranderen want met een minderheid aan leden onder vrouwen zijn zij onzichtbaar als het gaat om het bespreken van arbeidsvoorwaarden en belangen binnen de cao. Op die manier moet het afhangen van de welwillendheid bij Bouwend Nederland en wat we als vakbond op tafel leggen vanuit de kleine groep vrouwelijke leden die we wel hebben.
Toekomst
Het is een realistisch maar mooi beeld om in gedachte te hebben, een grote groep vrouwen georganiseerd binnen de bouw. Een sterke vertegenwoordiging aan de onderhandeltafel en in de vakbondsactiviteiten bij de verschillende pariteiten binnen Bouw&Infra.
Het kan dus wel
In de VS is er een landelijk vrouwennetwerk opgebouwd binnen de bouw en verdubbelde hun ledental. Ook in Nederland weten we uit ervaring: als mensen zich herkennen in de vakbond, gaan ze zich ook inzetten. In de schoonmaak. Op Schiphol. In de zorg.
Tijd voor verandering
De bouw staat voor grote uitdagingen: personeelstekorten, vergrijzing, een veranderende samenleving. Meer vrouwen in de bouw kan deze problemen kleiner maken of misschien zelf oplossen. Dus zal er een verandering moeten plaatsvinden om de bouw een aantrekkelijkere en inclusieve plek te maken voor vrouwen. De vakbond zal samen met de vrouwen die werken binnen de bouw een stap moeten maken om de cultuur en werkwijze van de bouw maar ook de vakbond inclusiever te maken.
(Niets doen is in ieder geval geen optie. Dus lees je dit als werknemer binnen de bouwsector en wil je onderdeel zijn van deze verandering? Doe dan mee en word lid van de FNV.)
Meer vrouwen in de bouw begint bij cultuurverandering
Onlangs verscheen in Cobouw een artikel met de kop: “Vrouwen in de bouw moeten echt gaan werken aan hun zichtbaarheid”. De strekking van het verhaal: als we meer vrouwen in de bouw willen, moeten de vrouwen die er al werken zorgen dat ze zichtbaarder worden. Maar dat is te kort door de bocht. Het legt de verantwoordelijkheid voor verandering onterecht bij vrouwen zelf en houdt geen rekening met de bredere context (de masculiene cultuur in de bouw) die ervoor zorgt dat vrouwen onzichtbaar en ondergewaardeerd blijven. Meer vrouwen in de bouw begint bij cultuurverandering.
Niet de vrouw, maar het systeem is het probleem
Dat er weinig vrouwen in de bouw werken (en dat ze vaak niet zichtbaar zijn) komt niet doordat ze zich niet genoeg laten zien. Het komt door een cultuur die is gevormd in een mannenwereld. Een wereld waarin voor vrouwen nog steeds weinig plek is.
Natuurlijk zijn rolmodellen belangrijk. Ze laten zien dat het kán, als vrouw in de bouw. Maar het is niet eerlijk om te zeggen dat er pas iets verandert als vrouwen zichzelf meer profileren. Daarmee schuif je het probleem af op de mensen die er middenin zitten. De echte vraag is: waarom krijgen ze zo weinig ruimte? Waarom is het nog steeds zo lastig om als vrouw je plek te vinden én te houden in de bouw? Rian van Heur van VHTO, een organisatie die zich inzet voor vrouwen in bèta, techniek en IT, vat het krachtig samen: “Behouden is de grootste uitdaging. Daarvoor is een systeemverandering nodig.”
Geen inclusieve sectorcultuur
Nog geen tien procent van de mensen die in de bouw werken is vrouw. Op de bouwplaats zelf is dat nóg minder: één op de vierhonderd. Dat betekent dat de cultuur in de sector al jarenlang grotendeels door mannen wordt bepaald. En dat voelen vrouwen. Ze passen zich aan, maar voelen zich vaak niet thuis. Geen wonder dat 65 procent van de vrouwen binnen vijf jaar weer vertrekt. Bij mannen is dat 42 procent.
Bovendien ervaren veel vrouwen in de bouw dat zij zichzelf meer moeten bewijzen dan hun mannelijke collega’s. Dat is geen kwestie van ‘jezelf beter laten zien’, maar van structureel ondergewaardeerd worden. Als je de positie van vrouwen in de bouw echt wilt verbeteren, heb je meer nodig dan zichtbaarheid. Je hebt een andere werkcultuur nodig. Een cultuur waarin vrouwen verwelkomd en gewaardeerd worden.
Leg de verantwoordelijkheid waar die hoort
Een inclusieve en vrouwvriendelijke werkcultuur krijg je niet voor elkaar met representatie alleen. En het is zeker niet de verantwoordelijkheid van de vrouwen die al in de bouw werken. Het is tijd dat werkgevers in de bouwsector hun verantwoordelijkheid gaan nemen. Zij moeten zorgen voor een inclusieve werkcultuur waarin vrouwen niet alleen binnenkomen, maar ook willen blijven én kunnen doorgroeien. Women INC. deed onderzoek naar waarom vrouwen de technische sector verlaten en stelde een lijst op met acties die werkgevers direct kunnen nemen. Denk bijvoorbeeld aan:
- Praktische voorzieningen op orde brengen: passende kleding, werkschoenen in kleine maten, fatsoenlijke sanitaire voorzieningen.
- Beleidsmaatregelen invoeren die rekening houden met werk-zorgverdeling, zwangerschappen, inclusiviteit en gelijke beloning.
Zolang we van vrouwen verwachten dat zij zich simpelweg zichtbaarder maken en dus ‘invechten’ in de bestaande, door mannen gedomineerde sectorcultuur, werken we niet aan de nodige cultuurverandering. Goed beleid kijkt niet naar hoe vrouwen zich kunnen aanpassen aan de bestaande masculiene sectorcultuur. Goed beleid kijkt naar hoe we die sectorcultuur kunnen aanpassen, zodat ook vrouwen zich welkom en gewaardeerd voelen. Niet vrouwen moeten veranderen, maar de bouwsector.
Aafke over kolfruimtes op de bouwplaats: “ik wilde er geen ‘ding’ van maken”
Aafke over kolfruimtes op de bouwplaats: “ik wilde er geen ‘ding’ van maken”
Werkgevers zijn volgens de wet verplicht om geschikte kolffaciliteiten te bieden. Toch zorgt kolven op de bouwplaats nog voor de nodige uitdagingen. Wij spraken met Aafke, al 19 jaar werkzaam bij Heijmans, over haar ervaringen met kolven op de bouwplaats.
Aafke is momenteel programmamanager Duurzaamheid, en heeft een achtergrond in civiele techniek. Ze heeft drie kinderen die ze borstvoeding heeft gegeven terwijl ze werkte.
Hoe was het om te kolven op je werk?
“Het was soms even zoeken naar een geschikte plek, en ik heb op allerlei verschillende locaties gekolfd: in keten met dunne wandjes, op het toilet, zelfs in een bezemkast. Dat vroeg wat creativiteit en flexibiliteit, en echt ontspannen was het niet altijd – zeker niet als anderen het apparaat konden horen.”
Was er binnen Heijmans aandacht voor jouw behoefte om te kolven?
“Eigenlijk niet. Ik heb nooit vooraf een gesprek gehad over waar of hoe ik kon kolven. Het onderwerp kwam simpelweg niet ter sprake. Niet omdat ze het niet zouden willen ondersteunen, maar het leeft gewoon niet. En zelf wilde ik er ook geen "ding" van maken. Dus ik regelde het stilletjes.”
Waren er voorzieningen geregeld?
“Op het hoofdkantoor is er een kolfruimte, maar op de bouwplaatsen of kleinere kantoren is dat vaak niet het geval. Het gesprek daarover heb ik ook niet gevoerd. Ik heb nooit vooraf met mijn leidinggevende besproken hoe ik dat wilde aanpakken.”
Wat had je graag anders gezien?
“Dat het onderwerp op de agenda staat. Niet alleen vanuit wetgeving, maar vanuit bewustzijn en steun. Simpele dingen zoals een ruimte met een slot, stromend water, een koelkastje. En vooral: dat het bespreekbaar is. Een ruimte hoeft er ook niet altijd te zijn, maar wel wanneer het voor een collega een bepaalde periode wel van belang is.”
Was kolven van invloed op jouw werk of carrière?
“Ik heb het gevoel dat ik tijdens mijn zwangerschapsperiodes geen salarisverhoging heb gekregen. Het voelde soms alsof mijn verlof me dat 'kostte', ook al is zwangerschapsverlof gewoon een recht. Daarnaast werd er nauwelijks rekening gehouden met de werkdruk of reistijd -— zes uur 's ochtends de deur uit met een jong kind is echt pittig en even schakelen in een nieuw ritme.”
Wat zou je andere vrouwen aanraden?
“Bespreek vooraf met je leidinggevende je plannen rondom kolven. Niet als een "eis", maar als iets normaals. Zorg dat je samen nadenkt over een goede plek, tijd en ondersteuning. Het zou heel normaal moeten zijn dat vrouwen zich daarin gesteund voelen.”
Ken je rechten
Veel vrouwen in de bouw zijn niet volledig op de hoogte van hun rechten of voelen zich niet gesteund om hun rechten op te eisen. Het is belangrijk om het onderwerp bespreekbaar te maken.
Samen met jou willen we hier verandering in brengen. Zodat er in de toekomst overal geschikte kolfruimtes zijn en vrouwen met een gerust hart kunnen kolven op het werk. Sluit je aan bij ons netwerk en word lid van de FNV.
Regels voor kolfruimtes op kantoor en de bouwplaats
Werkgevers hebben een wettelijke verplichting om geschikte kolffaciliteiten te bieden. Ondanks deze regels zorgt kolven op de bouwplaats voor de nodige uitdagingen. Werkgevers besteden hier nog te weinig aandacht aan. In dit artikel lees je over de wettelijke verplichtingen.
Wettelijke verplichtingen voor kolfruimtes
Volgens de Nederlandse wetgeving zijn werkgevers verplicht om een geschikte ruimte beschikbaar te stellen voor het kolven of geven van borstvoeding. Deze verplichting is vastgelegd in het Arbobesluit (artikel 3.48) en de Arbeidstijdenwet (artikel 4.8).
-
De kolfruimte moet voldoen aan de volgende eisen:
-
- Afsluitbaarheid: De ruimte moet van binnenuit afsluitbaar zijn om privacy te waarborgen;
- Privacy en rust: De ruimte moet voldoende privacy bieden en rustig en afgezonderd zijn;
- Inrichting: Er moet een bed of rustbank aanwezig zijn;
- Klimaatbeheersing: De ruimte moet voldoende verse lucht en voorzieningen voor klimaatbeheersing bieden;
- Hygiëne: De ruimte moet hygiënisch zijn en vrij van gevaarlijke stoffen en verontreinigingen;
- Koelvoorziening: Vlakbij de ruimte moet een goedwerkende koelkast beschikbaar zijn voor het bewaren van afgekolfde melk;
- Reinigingsmogelijkheden: Vlakbij de ruimte moet er een mogelijkheid zijn om flessen te steriliseren of goed te reinigen.
-
-
Geen ruimte beschikbaar?
Indien er geen geschikte ruimte beschikbaar is, moet de werkgever de werkneemster de mogelijkheid bieden om thuis borstvoeding te geven of te kolven. De tijd die hiervoor nodig is, inclusief de reistijd, valt onder werktijd en moet door de werkgever worden doorbetaald.
Ken je rechten
De realiteit is dat veel vrouwen in de bouw hun rechten niet kennen of zich niet gesteund voelen om deze op te eisen. Het is belangrijk om het onderwerp bespreekbaar te maken.
Samen met jou willen we hier verandering in brengen. Zodat er in de toekomst overal geschikte kolfruimtes zijn en vrouwen met een gerust hart kunnen kolven. Sluit je aan bij ons netwerk en word lid van de FNV.
Vier Internationale Vrouwendag op 8 maart!
Jaarlijks is het op 8 maart Internationale Vrouwendag. Een belangrijke dag om met elkaar de successen van vrouwen te vieren en samen op te staan voor gelijkheid op de werkvloer.
Eerder hebben wij aangekondigd dat er op 6 maart een event op het hoofdkantoor van de FNV zou plaatsvinden. Wij hebben besloten om dit event naar een ander moment later dit jaar te verplaatsen. Hierover volgt later meer informatie. Er vinden wel andere evenementen plaats in het kader van Internationale Vrouwendag.
Feminist March
Op 8 maart kan je deelnemen aan de Feminist March in Amsterdam. We lopen van de Dam naar het Museumplein.
Juist nu, met al die rijke mannen aan de macht, staan wij op voor elkaar. Laten we een tegengeluid horen: voor eerlijke beloning, een loon waarvan je kunt leven, minder winst voor miljardairs en een Nederland waarin iedereen mee kan doen. Kom je ook?
FemForce Awards 2025
De FNV presenteert de FemForce Awards, een eerbetoon aan vrouwen* die op de werkvloer een inspirerend voorbeeld en rolmodel zijn voor hun collega’s en omgeving. Met deze prijs willen we hun prestaties in de schijnwerpers zetten en andere vrouwen inspireren om hetzelfde te doen.
Ken jij een vrouw die in 2024 op een bijzondere en solidaire manier impact heeft gemaakt op de werkvloer? Nomineer haar dan voor de FemForce Awards. Nomineren kan tot en met 17 februari 2025.
* iedereen die zich identificeert als vrouw.
Zet je Out-of-Office aan op Equal Pay Day
Wist je dat vrouwen in Nederland gemiddeld nog altijd 12% minder per uur verdienen dan mannen? Dat betekent dat zij over hun hele werkende leven zo’n €300.000 minder verdienen dan hun mannelijke collega’s.
De loonkloof is hardnekkig en zichtbaar in vrijwel alle sectoren. Dit probleem los je niet op met excuses, maar met concrete stappen van werkgevers voor eerlijke beloning. Daarom vragen we jouw hulp om de loonkloof zichtbaarder te maken.
14 november: Equal Pay Day
Equal Pay Day symboliseert het moment waarop vrouwen door de loonkloof de rest van het jaar ‘gratis’ werken. Doe mee met de ‘Out-of-Office’-actie op 14 november! Zet je automatische antwoord aan met een boodschap over de loonkloof en maak het onderwerp bespreekbaar.
Out-of-Office-voorbeeld
Beste,
Dank voor je e-mail. Vandaag is het Equal Pay Day en staat mijn out-of-office aan, want ik zeg: geen tijd meer voor smoesjes! Dicht de loonkloof m/v.
De loonkloof m/v is nog steeds 12%. Ik wil graag bijdragen aan het dichten van deze kloof. Dit kan ik niet alleen oplossen: dat moeten we samen doen. Niet pas in 2086, zoals het huidige tempo voorspelt, maar vandaag. Laten we beginnen.
Daarom vraag ik aan:
- Mannelijke collega’s: Willen jullie helpen de loonkloof m/v te dichten? Dat kan door transparant te zijn over jullie beloning richting vrouwelijke collega’s.
- Werkgevers: Willen jullie de loonkloof m/v onderzoeken, zodat we inzicht krijgen in de gemiddelde beloning van vrouwen en mannen? En wat de oorzaken kunnen zijn als er een verschil is.
- Vrouwelijke collega’s: Laten we elkaar steunen. Deel je vermoeden van ongelijke beloning; misschien kunnen we het samen oppakken. Zet ook vandaag je out-of-office aan!
- Iedereen: Word lid van de FNV! Samen met de vakbond maken we het verschil.
Meer lezen over deze actie
Meer weten over de loonkloof m/v
Word lid van de FNV
*Equal Pay Day is een jaarlijkse dag waarop we stilstaan bij de loonkloof tussen vrouwen en mannen. Door de loonkloof verdienen vrouwen per gewerkt uur gemiddeld 12% minder dan mannen. Dat wil zeggen dat een gemiddelde man er korter over zou doen dan een gemiddelde vrouw om hetzelfde bedrag te verdienen. Op de datum van Equal Pay Day zou een gemiddelde man het volledige jaarsalaris van een vrouw al verdiend hebben, terwijl de vrouw nog tot het eind van het jaar moet doorwerken.