‘Het gevoel dat ik bij een stageplek krijg, is het allerbelangrijkst’
Het zal je maar overkomen, dat jouw stagebegeleider na één werkdag aangeeft dat ze je toch niet kunnen begeleiden. Annemiek Suijkerbuijk (24) weet hier alles van. Gelukkig vond ze direct na deze misser de leukste stageplek waar ze tot nu toe gezeten heeft, bij bouwbedrijf Vrolijk in Breda.

Annemiek is vierdejaars student aan het Avans en studeert daar Human Resource Management. Op dit moment is zij bezig met haar afstudeerstage in de bouwsector, waarin zij onderzoek doet naar werkdruk. Annemiek was aan het begin van dit schooljaar al gestart met een andere stage, in de technische sector, maar haar stagebegeleider liet haar na één dag weten dat ze haar niet konden begeleiden. "Het is zó belangrijk om op je gevoel af te gaan. Want het voelde al niet helemaal goed toen ik daar op gesprek ging, maar ik wilde gewoon zo snel mogelijk een stageplaats regelen, omdat ik de hele zomer in Griekenland zou gaan werken," vertelt Annemiek. "Maar ik heb er de hele zomer een slecht gevoel bij gehad. En terecht."
Bouwsector
Annemiek moest dus dringend op zoek naar een andere stageplaats en heeft hierbij de hulp van haar ouders ingeschakeld. Zo is ze in de bouwsector terecht gekomen. Haar vader werkt namelijk ook in de bouw en is een klant van Vrolijk. Hij heeft hen gevraagd of ze nog een stagiair nodig hadden en toen mocht Annemiek op gesprek komen. Dat klikte meteen van twee kanten en gelukkig kon ze daar direct aan de slag. "Het is dus eigenlijk helemaal toevallig dat ik in de bouwsector terecht ben gekomen. Maar ik vind het wel hartstikke leuk! Mijn vader zit natuurlijk ook in de bouw, dus ik krijg van jongs af aan wel wat mee over de bouw en nu zie ik ook echt wat ze daar allemaal doen, dus dat vind ik wel heel leuk om te zien." Ook haar vader vindt het tof om zijn dochter als stagiair in de bouwsector aan de slag te zien. Zo kwam hij hoogstpersoonlijk het kerstpakket brengen op kantoor, die Annemiek in ontvangst mocht nemen, zo komen ze elkaar nog eens tegen.
Dag op kantoor
De (werk)sfeer en het contact met collega’s sluit helemaal aan bij hoe Annemiek het graag ziet. Het team is heel hecht en iedereen kent elkaar. Dat is iets wat zij ook erg belangrijk vindt bij een volgende werkgever.
Hoewel Annemiek in een mannenwereld terecht is gekomen, merkt ze hier op kantoor niet veel van. "Ik heb hier voornamelijk vrouwen om mij heen, waarschijnlijk omdat ik aan de administratieve kant zit op het kantoor. Ik weet het niet precies, maar ik denk dat de verhouding hier op kantoor zo’n 85/15 is."
Annemiek draait (zoals bij een werkstage) niet mee op de werkvloer, maar voert een onderzoek uit. Ze is daarom twee dagen in de week aanwezig op kantoor, op maandag en vrijdag, waarop zij aan haar onderzoek werkt. Haar twee andere collega’s op de HR-afdeling lichten haar in over wat er allemaal gebeurd is binnen het bedrijf, welke zaken belangrijk zijn en daarnaast woont ze meetings bij. Ook heeft ze de afgelopen periode veel stakeholders gesproken, zoals het hoofd van de bouwstudies op Avans, Bouwend Nederland, FNV, studenten van de Bouwschool, een detacheringsbureau en natuurlijk de mensen op kantoor. Alle informatie die hieruit voortkomt verwerkt zij vervolgens in haar afstudeeronderzoek.
Annemiek geeft aan veel verschillende dingen interessant te vinden en vind het dan ook het leukst om zich met verschillende onderwerpen bezig te houden. "Als ik kijk naar wat ik zelf interessant vind, dan zijn dat vaak de uitdagingen, de punten die om verbetering vragen. Zoals werkdruk, of waarom een bedrijf een hoog ziekteverzuim heeft en hoe we dat kunnen oplossen. Dat vind ik altijd wel leuk."
Afstudeeronderzoek
Annemiek is met de organisatie in gesprek gegaan over waar zij het beste onderzoek naar zou kunnen doen. Direct kwam het onderwerp werkdruk ter sprake, dit is een belangrijk punt in de gehele bouwsector, zo ook voor het stagebedrijf. Dit komt natuurlijk helemaal overeen met wat Annemiek interessant vindt. Daarom focust ze zich in haar onderzoek op de werkdruk en het behouden van personeel/ het vinden van nieuw personeel. "In de bouw is het lastig om werknemers te vinden, dus mijn hoofdvraag is: Hoe houden we de voordeur open en hoe houden we de achterdeur dicht? Want iedereen hier wordt benaderd via LinkedIn door andere bedrijven, omdat zij ook een personeelstekort hebben en een hoge werkdruk. Mijn volgende gedachte is dan gelijk: Hoe kunnen we de werkdruk verlagen als we niet aan nieuwe werknemers kunnen komen?"
Annemiek heeft voor alsnog twee deelvragen opgesteld om dit verder uit te zoeken:
- Waarom kan Vrolijk op dit moment niet aan voldoende werknemers komen?
- Zijn de huidige werknemers van Vrolijk tevreden met de huidige situatie? En zo niet, hoe kunnen ze hun huidige medewerkers dan wel tevreden houden?
Annemiek loopt nog tot eind mei stage en heeft twee van de vier deadlines achter de rug. Onlangs heeft ze het onderdeel diagnose ingeleverd, waarin haar hele onderzoek is uitgewerkt. "Hieruit kan ik al wat conclusies trekken, dus daarmee kan ik al wel een beetje bedenken wat voor advies ik ga geven. Maar dat advies moet natuurlijk wel goed passen binnen de organisatie." Over zeven weken moet Annemiek dit advies inleveren en zeven weken daarna moet ook het deel implementatie klaar zijn.
Stage kiezen: waar moet je op letten?
Annemiek let vooral op het gevoel dat zij bij een bedrijf krijgt. “In de maand dat ik geen stageplaats had, heb ik best wel wat aanbiedingen gekregen en ben ik ook op gesprek geweest bij een aantal bedrijven. Maar het voelde steeds niet goed. Dus ik dacht ‘Ja, dan kan ik wel een stageplaats kiezen bij een bedrijf waar ik totaal geen goed gevoel bij heb, omdat ik anders vertraging oploop óf ik wacht gewoon even op het juiste moment’. En dat heb ik gedaan. Het gevoel dat ik bij een stagebegeleider of bedrijf krijg, vind ik wel echt het allerbelangrijkste.” Ook een goede werksfeer vindt Annemiek erg belangrijk, maar ze geeft aan dat je dat natuurlijk lastig kunt zien tijdens een voorgesprek. "Het eerste gesprek bij Vrolijk was gelijk goed, dat speelde ook een rol. Ze vertelden me niet zo zeer wat zij van mij verwachtten, maar ik mocht juist aangeven waar mijn interesses lagen en wat ik graag wilde onderzoeken. Ik had daar dus echt inspraak in."
Annemiek heeft over haar stage bij Vrolijk dan ook niks negatiefs te zeggen. "Dit is echt een van de betere stages die ik gehad heb. Nu denk ik dat ik daar altijd wel geluk mee heb gehad, maar als ik mezelf de vraag stel van ‘Bij welk bedrijf waar ik stage heb gelopen zou ik wel willen werken?’ dan zou deze wel het meest bij me passen." Deze stage zet voor haar dan ook zeker de deur open om in de bouwsector te gaan werken.
Stagetip van Annemiek | Ga op je gevoel af. Voelt het niet helemaal goed? Ga dan op zoek naar een andere stageplaats waar je je wel op je gemak voelt.
Ben jij benieuwd naar de uitkomsten van het onderzoek van Annemiek? Dat komt goed uit, want wij ook! In juni spreken we haar nog een keer over de bevindingen uit haar onderzoek.
Resultaten onderzoek naar digitalisering in de bouw
Eind 2021 en begin 2022 is via het BIM Loket een vragenlijst uitgezet over digitalisering in de bouw. Digitalisering is inmiddels niet meer weg te denken in de bouw. BIM, bouw informatie management, speelt bij digitalisering een belangrijke aanjagende rol. Eén van de belangrijkste elementen bij BIM is, dat er gegevens beschikbaar komen die in elke fase van het bouwproces gebruikt kunnen worden.
Deze datastroom onder het bouwproces zal de komende jaren, zo is de verwachting, een belangrijke rol gaan spelen. Bouwdata zal een grote rol krijgen bij het stroomlijnen van het bouwproces, het verminderen van fouten en bij het hergebruik van materialen.
Wij verwachten dat het werk in de bouw door digitalisering gaat veranderen, alleen is er nog relatief weinig bekend hoe dat zal zijn. Met deze vragenlijst wilden we informatie krijgen over hoe er wordt gedacht over de veranderingen van het werk in de bouw.
De vragenlijst is door 48 personen geopend, waarbij het aantal deelnemers per vraag verschillend is. De deelnemers werken met name in de bouw en infra en de meesten hebben een HBO opleiding gevolgd. Het merendeel is man en de gemiddelde leeftijd is 40 jaar. Tenslotte geven de meeste deelnemers aan dat zij een BIM gerelateerde functie hebben.
Visie op digitalisering
Ruim tweederde van de deelnemers aan het onderzoek geeft aan dat de directie een visie heeft op digitalisering in het bedrijf, dat meerdere jaren omvat. Een kwart antwoordt dat dit niet het geval is. De belangrijkste onderdelen van die visie zijn: a) digitalisering is de toekomst voor het bedrijf b) datagedreven werken is binnen enkele jaren normaal c) digitalisering is bedoeld om het bouwproces efficiënter te maken (verminderen van de faalkosten) en d) het bedrijf moet wel mee met de digitaliseringsontwikkeling om toekomstbestendig te zijn.
De deelnemers aan het onderzoek onderschrijven bijna allemaal de geformuleerde visie van de directie. Zij geven aan dat het draagvlak binnen het bedrijf voor deze visie groot is.
De belangrijkste digitaliseringsontwikkelingen
Welke vormen van digitalisering komen voor in het bouwbedrijf? Uit figuur 1 blijkt dat BIM de belangrijkste ontwikkeling is in het bouwbedrijf, op enige afstand gevolgd door het gebruik van de iPad en de smartphone. Wat minder vaak wordt aangegeven is het gebruik van algoritmen. Het minst genoemd is de inzet van robots en het vastleggen van de voortgang met drones en camera’s.
Figuur 1: Belangrijkste digitaliseringsontwikkelingen in procenten. (Klik op de afbeelding om te vergroten)
Implementatie van digitalisering
Voor het implementeren van digitalisering is er een speciale afdeling of een team van collega’s gevormd (44%). In iets minder gevallen verloopt het implementatieproces geleidelijk (39%). In heel weinig gevallen is er sprake van het inkopen van kant-en-klare digitaliseringsoplossingen of worden er externen ingehuurd (beiden 5%).
Wie zijn in het bedrijf betrokken bij de implementatie van digitalisering? Figuur 2 laat zien wie dat zijn. Het meest genoemd zijn de medewerkers, gevolgd door het management, maar het verschil is gering. De OR en HR zijn volgens de deelnemers aan het onderzoek zo goed als niet betrokken bij de implementatie van digitalisering.
Figuur 2: Wie zijn betrokken bij de implementatie in procenten. (Klik op de afbeelding om te vergroten)
Veranderingen door digitalisering
Gaat het werk in de bouw door digitalisering veranderen en als zo is op welke manier zal dat dan zijn. De overgrote meerderheid (89%) verwacht dat digitalisering impact zal hebben op het werk. Gedacht wordt dat de inhoud van het werk verandert, dat er nieuwe functies ontstaan en dat het routinematige werk zal verdwijnen. Enkele voorbeelden zijn:
- Bepaalde routinematige werkzaamheden en controle taken worden geautomatiseerd. Robots kunnen werk overnemen, de invloed van kunstmatige intelligentie is nog niet duidelijk, maar die gaat zeker ook de niet-standaard taken overnemen.
- Nieuwe functies ontstaan, zoals data analisten en andere functies die met data kunnen werken. Er is meer ICT kennis nodig.
- Er zullen andere competenties gevraagd worden, waaronder beduidend meer digivaardigheden.
De komst van steeds meer nieuwe digitale toepassingen vraagt van medewerkers dat zij goed op de hoogte zijn en bijblijven. Wat doet een bedrijf hiervoor? Figuur 3 laat zien hoe medewerkers zich kunnen ontwikkelen op het terrein van digitalisering.
De belangrijkste manier waarop dit gebeurt is dat medewerkers worden betrokken (zie ook eerder) en dat er een uitgebreid scholings- en opleidingsprogramma aanwezig is in het bedrijf. Verder kunnen we zien dat stagiaires een rol spelen door het ‘meenemen’ van de laatste kennis en inzichten rond digitalisering. Het bezoeken van vakbeurzen en kijken bij andere bedrijven is ook een mogelijkheid om op de hoogte te blijven.
Onder het kopje anders noemen de deelnemers de volgende zaken:
- Er is een speciaal programma waarmee medewerkers inzicht krijgen in welke specifieke vaardigheden zij moeten ontwikkelen. Daarmee kunnen zij gericht cursussen volgen.
- Er worden interne en externe trainingen aangeboden om de digivaardigheden te vergroten.
- Er zijn mogelijkheden om medewerkers te informeren, maar dat is nog niet geborgd.
Figuur 3: Kunnen medewerkers zich mee ontwikkelen in procenten. (Klik op de afbeelding om te vergroten)
Uitdagingen
Voor welke uitdagingen staan bedrijven voor zover het gaat om digitaal te gaan bouwen? De volgende uitdagingen zijn genoemd:
- Het management en de medewerkers overtuigen en meekrijgen met nut en noodzaak van digitale ontwikkelingen. Aangegeven wordt dat de veranderingen ten dele technisch zijn, maar dat de veranderbereidheid van de mens de belangrijkste factor is. Het vraagt om een groot aanpassingsvermogen van medewerkers om de digitaliseringsontwikkelingen te implementeren.
- Het samenwerken in de keten en het delen van kennis en informatie. Een belangrijke voorwaarde is a) dezelfde taal gebruiken b) standaardisatie van data en c) bereidheid om data te delen binnen bedrijven, tussen bedrijven en in de keten. Software leveranciers spelen hierbij een belangrijke rol en er zijn twijfels of zij het data delen willen of kunnen faciliteren.
Tenslotte
Digitalisering in de bouw zal zorgen voor belangrijke veranderingen. De vraag is hoe de bouw er over 10 jaar uit zal zien. Om naar die toekomst te kijken is het van belang dat directie en medewerkers zich oriënteren op deze veranderingen. Dat kan door de digitaliseringsontwikkelingen voortdurend te agenderen, door medewerkers op te leiden zodat zij hun digivaardigheden op orde hebben. De implementatie van digitalisering is dus veel meer dan een technische aangelegenheid. Het gaat erom dat medewerkers zich kunnen meeontwikkelen.
Tegen deze achtergrond is het opvallend (en teleurstellend) dat HR zo’n kleine rol speelt. Naar onze mening is het HR de afdeling die expert is op het terrein van organisatieontwikkeling en -verandering. Het ligt voor de hand dat HR zich snel gaat positioneren in het digitaliseringsdebat binnen bedrijven.
Innovaties in de bouw: wat mogen we nog meer verwachten?
De bouw is druk bezig met het innoveren van het bouwproces. Het gaat om een veelheid aan interessante vernieuwingen, die op dit moment al plaatsvinden of die op korte termijn worden verwacht. Ernst van den Berg en George Evers bespraken deze ontwikkelingen met de BIM-werkgroep.
De werkgroep bestaat uit acht BIM experts die werkzaam zijn bij bouwbedrijven en/of adviesbureaus. De vraag die we hen voorlegden was: Welke technologische ontwikkelingen verwachten jullie de komende paar jaar in de bouw?
Vastleggen gegevens
De noodzaak om gegevens vast te leggen in de bouw wordt steeds groter. Niet alleen vanuit de wetgeving (wet kwaliteitsborging), maar ook vanuit de noodzaak meer zicht te krijgen op de voortgang van de bouw, de kwaliteit van de bouw en het gebruik van materialen. Met deze data ontstaat inzicht in de vele factoren die een rol spelen tijdens en na het bouwproces, zodat daarmee onverwachte situaties en de daarmee samenhangende faalfactoren worden beperkt. Deze data spelen later een rol bij het beheer en de mogelijkheid van hergebruik van materialen. Kort samengevat hebben we het over datagedreven bouwen.
Het vastleggen van data gebeurt daar waar de data ontstaan en daarmee is de vraag hoe dat op een eenvoudige manier kan gebeuren zonder dat dat leidt tot veel extra administratieve werkzaamheden. Het is niet de bedoeling om data eerst op papier vast te leggen en ze vervolgens op een andere plek in het systeem in te voeren. Een voorbeeld: bij verfwerkzaamheden wordt gevraagd om bij te houden welke verf is gebruikt en onder welke condities (zoals temperatuur, luchtvochtigheid). De verwachting is dat er sensoren ontwikkeld worden die deze gegevens vastleggen en aan het informatiesysteem toevoegen.
Andere manieren om informatie vast te leggen zijn het plaatsen van een tag in de bouwhelm, zodat bekend is welke werknemers op welk moment waar op de bouwplaats aanwezig zijn. Verder is de verwachting dat er steeds meer camera’s op de bouwplaats zullen komen, niet alleen op een kraan, maar vermoedelijk ook aangebracht op de kleding van een werknemer. Met deze camera’s is het mogelijk om de voortgang van de bouw bij te houden en eventuele afwijkingen van het bouwplan te signaleren.
Data standaardisatie
De gegevens die tijdens de bouw worden vastgelegd, kunnen in de cloud worden vastgelegd en toegankelijk worden gemaakt via blockchain. Dat laatste is een gedecentraliseerde database die voor iedereen, die daartoe is gemachtigd, toegankelijk is.
Het gaat niet alleen om het koppelen van gegevens uit de bouw zelf, maar ook om het koppelen met gegevens uit andere bronnen. Denk daarbij aan de omgeving van een neer te zetten gebouw, zoals de aanwezigheid van andere gebouwen, wegen, parken, ondergrondse infra (Geo BIM). Met deze data is inzichtelijk wat het effect is van deze omgeving op het gebouw. Gegevens die tot nu toe bij verschillende andere instanties opgevraagd moeten worden. De bedoeling is dat deze gegevens op een eenvoudige digitale manier toegankelijk worden. Kortom, data delen tussen verschillende organisaties (bouwer, overheden, kadaster, eigenaren etc.) is een belangrijke voorwaarde voor efficiënt data gebruik.
Voorwaarde voor het kunnen koppelen van gegevens is dat de gegevens zijn gestandaardiseerd. Als dat niet het geval is dan is uitwisselen van gegevens niet mogelijk. Om die reden wordt er gewerkt aan een common data environment die de basis vormt van projectinformatie: een gemeenschappelijke data omgeving met eenduidige gegevens zodat deze te delen zijn.
Er ontstaan steeds meer (digitale) platforms waar gegevens gekoppeld kunnen worden. Deze platforms bieden vaak een totaalpakket aan mogelijkheden om data op te slaan en te verwerken, maar dat betekent ook dat een bedrijf afhankelijk is van dat platform. De vraag is of gegevens uit verschillende platforms koppelbaar zijn, dus of er tussen platforms werkbare interfaces ontwikkeld gaan worden om gegevens te delen.
Privacy
Een punt van discussie is de privacy van werknemers, want werknemers zijn door het gebruik van digitale apparaten steeds beter te volgen. Hierbij past een nuancering, want op dit moment zijn werknemers veelal te volgen via hun SIM kaart in hun telefoon. De verwachting is dat dit een kwestie van wennen is, maar ook dat er afspraken nodig zijn om zorgvuldig om te gaan met de gegevens van werknemers.
Het voordeel van digitale hulpmiddelen is dat de veiligheid op de bouwplaats verbetert, omdat bekend is wie wanneer op welke plek is.
Inzet van drones
Drones komen op plekken die voor werknemers lastig te bereiken zijn. De gegevens die een drone levert bieden een totaaloverzicht van het bouwproject. Door deze gegevens te koppelen aan het BIM model ontstaat inzicht in de voortgang en in de afwijkingen. Met deze gegevens is controle en bijsturing mogelijk.
Digitaal inmeten
De mogelijkheid om met een 3D scan een model te genereren zonder dat er een nieuw model hoeft te worden gemaakt in BIM. Op deze manier kan een bestaand gebouw worden ingemeten dat dient als een referentie bij het ontwikkelen van een nieuw model. Ook wel Point Cloud genoemd. Dit betekent dat een deel van een model op basis van een bestaand gebouw al aanwezig is, dus er wordt niet van nul af aan begonnen. Dit heeft invloed op het werk van de modelleur, omdat er minder ontwerp capaciteit nodig is.
Deze techniek kan worden ingezet bij renovatieprojecten maar ook bij nieuwbouw. In het laatste geval als controle op de bouw om deze te vergelijken met het BIM ontwerp.
Industrieel bouwen
Onder deze verzamelterm komen pré fab, modulair bouwen en robotisering voor. Er komen steeds meer fabrieken waar complete woningen worden gebouwd en fabrieken waar modules worden gemaakt. In het eerste geval wordt een compleet huis naar een bouwlocatie getransporteerd, neergezet en aangesloten (plug and play). In het tweede geval gaan complete elementen van een woning naar de bouwlocatie en worden ter plekke geassembleerd tot een woning. Bij het maken van een woning en/of modules worden vaak robots ingezet die delen van de woning maken.
Het soort werknemer dat nodig is, is anders dan de huidige generatie bouwvakkers. In de fabriek wordt minder beroep gedaan op de vakman uit de bouw. Op de bouwplaats gaat het om werknemers die elementen in elkaar zetten. Voordeel van de verschuiving van de bouwplaats naar de fabriek is dat het werk minder zwaar is, slechte weersomstandigheden geen rol spelen en het veiliger is.
Daarnaast is de verwachting dat de inzet van robots ervoor zorgt dat er minder bouwvakkers nodig zijn. Dat is in een tijd van personeelstekorten een bijkomend voordeel.
Minder unieke ontwerpen
Het ontwerpen van woonwijken vanuit een bibliotheek waarin standaard elementen aanwezig zijn. Dat betekent minder unieke ontwerpen met variatiemogelijkheden binnen de standaarden. Er worden verschillende typen woningen ontworpen met de standaard elementen en vervolgens worden tekeningen en overzichten gegenereerd van benodigde materialen. Het ontwerpproces, dus het werk van de architect, verandert hierdoor fors. Minder variatie in ontwerpmogelijkheden en minder unieke ontwerpen. Niet voor niets speelt de discussie over de toekomstige rol van de architect.
Tot slot
Uit het gesprek met BIM experts hebben we enkele belangrijke innovatieve ontwikkelingen besproken. Maar dat is niet alles. Want wie een bouwbeurs bezoekt ziet dat er een grote veelheid aan innovaties in de bouw te zien is. De opgave zal zijn om ervoor te zorgen dat de bouw in staat zal zijn deze innovaties te adopteren. Om dat mogelijk te maken is het noodzakelijk dat er wordt geïnvesteerd in de kennis en vaardigheden van werknemers.
De BIM-experts hebben in zes bijeenkomsten hun kennis en inzichten met ons gedeeld. Door het delen van hun kennis hebben wij de notitie ‘BIM in de Bouw’ kunnen opstellen. Hierin zijn alle bevindingen uit de BIM-werkgroep uiteengezet. Benieuwd naar het document? Via deze link kun je het downloaden.
De rol van HR bij organisatieontwikkeling
In de vijfde sessie van de BIM-werkgroep die FNV|UTA organiseert, zijn twee onderwerpen aan de orde gekomen: De rol van HR bij organisatieontwikkeling en er is ingegaan op het onderwerp kwaliteit van werk. In dit verslag vind je de belangrijkste uitkomsten.
Het eerste deel van de werkgroep bestond uit een presentatie van Ruth Feenstra, HR adviseur van BINX Smartilty. Uit eerdere contacten met dit bedrijf werd ons duidelijk dat HR een belangrijke rol speelt bij organisatieontwikkeling en dat de rol van HR daarmee anders is dan in veel andere bedrijven. Uit onderzoek van Berenschot blijkt dat HR een erg beperkte rol speelt bij de implementatie van digitalisering in bedrijven.
BINX is een bouw- en installatiebedrijf, dat zich richt op onderwijs, zorg en de semioverheid. Het bedrijf probeert zoveel mogelijk zelf de hoofdaannemer te zijn bij projecten. Het voordeel van de combinatie bouw- en installatiebedrijf is, dat installatie vroegtijdig is betrokken en meedenken in het bouwproces. BINX is ontstaan uit twee andere familiebedrijven.
Proeftuin voor moederbedrijven
BINX werkt grotendeels digitaal en fungeert als de proeftuin voor de twee andere bedrijven. Er is veel ruimte voor innovatie. BINX werkt vanuit de visie dat digitalisering moet leiden tot slimmer en beter werken, digitalisering is dus geen doel op zichzelf. Digitalisering moet ertoe leiden dat de kwaliteit van het uitgevoerde werk verbetert. Ons voordeel was dat we een nieuw bedrijf zijn zonder een lange historie te hebben. Daardoor is het makkelijker om met vernieuwende ideeën te komen.
Er wordt gewerkt met proefprojecten waarin wordt nieuwe aanpakken worden geleerd, die zij vervolgens delen met de andere bedrijven. BINX werkt met ambassadeurs die innovaties en de lessen daaruit verspreiden. Deze ambassadeurs zijn niet per sé de innovators in het bedrijf, maar vaak juist de eindgebruikers, zodat zij in de praktijk kunnen laten zien hoe het werkt.
BINX heeft een de innovatiemanager in dienst, die vernieuwingen aanjaagt. Deze innovatiemanager is zich ervan bewust dat digitalisering een middel is en dat werknemers de belangrijkste factor voor succes is. De verbinding met de werkvloer is essentieel, want als de doorsnee werknemer niet kan omgaan met de nieuwe technologie dan stopt het implementatieproces.
HR en bedrijfsbeleid
Bij BINX is HR is aangesloten bij de vernieuwingsprocessen en HR is hierbij de partner voor het management. HR ondersteunt bij implementatievraagstukken door mee te denken over de vraag wie de werknemers zijn met wie een innovatie kan worden uitgeprobeerd. En hoe wordt een innovatie goed ingericht met een zo groot mogelijk kans op succes. Daarnaast is HR betrokken bij het opstellen van het jaarlijkse strategische bedrijfsplan. Als HR moet je bezig zijn met de vraag hoe de organisatie versterkt kan worden en daarbij zijn de werknemers een essentiële schakel.
Stelling van Ruth is dat HR de sparringpartner moet zijn in iedere organisatie. HR moet zich niet alleen maar richten op administratieve werkzaamheden, maar zich met name bezighouden met het strategisch en operationeel bedrijfsbeleid. Vanuit deze visie op de rol van HR moet je je als HR bezighouden met digitalisering. Ruth geeft aan dat zij bedrijven tegenkomst waar HR alleen de administratieve taken uitvoert en dat is geen goede invulling van HR. HR verdient meer dan een klusje bijdoen, het is een rol die op een goede manier moet worden ingevuld. Ruth heeft in de opleiding meegekregen dat HR zich moet bezighouden met de bedrijfsvoering, want dan kan de meerwaarde worden getoond. Dit geldt niet alleen voor de kleinere bedrijven, maar ook voor de grote concerns. Bij die concerns zal HR per vestiging georganiseerd moeten zijn om de verbinding te leggen met het primaire proces.
Directe participatie
BINX heeft gekozen voor een niet hiërarchische organisatiestructuur met als uitingsvorm dat de directeur geen eigen kantoor heeft. Ook de directeur werkt aan een van de gewone werkplekken. Er is gekozen voor een modern kantoorpand met een hippe en progressieve uitstraling.
BINX heeft geen ondernemingsraad, omdat een meerderheid van de werknemers heeft aangegeven daar geen behoefte aan te hebben. Er zijn andere vormen van medezeggenschap waardoor de meningen van werknemers voldoende tot hun recht komen in het bedrijf. Juist de directe verbinding en de informatiestromen tussen de leiding en de werknemers krijgt veel waardering. Er leeft de vrees dat door de instelling van een OR deze informatiestroom minder wordt.
BINX staat bekend als een modern en innovatief bedrijf. Het bedrijf is de laatste tijd fors gegroeid. Door de goede positie op de arbeidsmarkt heeft BINX heeft weinig moeite om nieuwe medewerkers aan te trekken.
Kwaliteit van werk
Wim van Veelen, beleidsadviseur bij FNV heeft een presentatie gegeven over het onderwerp kwaliteit van werk. De hoofdvraag is, wat is kwaliteit van werk en wat zijn de belangrijkste elementen daarvan. Dit onderwerp heeft een directe verbinding met werkdruk. In veel bedrijven de opvatting leeft dat werkdruk kan worden opgelost door de werknemer een cursus timemanagement, mindfulness of iets soortgelijks te laten volgen.
De visie van de FNV, daarbij ondersteund door veel onderzoek, is dat werkdruk wordt veroorzaakt door de wijze waarop een organisatie is georganiseerd. Is er veel tijdsdruk, kunnen werknemers zelf besluiten nemen of zijn zij steeds afhankelijk van anderen, hoe wordt er met collega’s en andere partijen samengewerkt. Maar ook is het werk uitdagend, moeten er steeds nieuwe dingen worden geleerd, wordt het werk aangestuurd vanuit de computer, hoe zit het met de privacy en de bereikbaarheid, zijn relevante aandachtspunten. Het uitgangspunt is dat er een goede balans moet zijn tussen de taakeisen en de regelmogelijkheden.
Figuur 1 laat zien wanneer er sprake is van een goede balans in het werk en wanneer dat niet het geval is. Goed werk bestaat uit hoge taakeisen en veel regelmogelijkheden. Werk dat bestaat uit hoge taakeisen en weinig regelmogelijkheden, levert een stressrisico op.
Figuur 1: Balansmodel taakeisen versus regelmogelijkheden
Weinig regelmogelijkheden | Veel regelmogelijkheden | |
Hoge taakeisen | Stressrisico | Goed werk met leermogelijkheden |
Lage taakeisen | Geen leermogelijkheden | Saai werk |
Bron: Frank Pot. Vakbond en goed werk.
De techniek bepaalt niet hoe een organisatie eruit komt te zien. Er vallen keuzes te maken over de inrichting van de organisatie en hoe de kwaliteit van werk er uit ziet. De invoering van BIM en breder digitalisering betekent dat functies worden herontworpen, omdat bepaalde taken uit een functie verdwijnen of veranderen doordat ze door de computer worden uitgevoerd. Bij dat herontwerpproces zal kwaliteit van werk een aandachtspunt moeten zijn.
De BIM-experts hebben in zes bijeenkomsten hun kennis en inzichten met ons gedeeld. Door het delen van hun kennis hebben wij de notitie ‘BIM in de Bouw’ kunnen opstellen. Hierin zijn alle bevindingen uit de BIM-werkgroep uiteengezet. Benieuwd naar het document? Via deze link kun je het downloaden.
Campagne 'Mijn naam is Peter' illustreert ongelijkheid
Van 24 tot en met 28 januari veranderen veel vrouwen hun naam op LinkedIn in Peter. Women Inc. en BrandedU hebben deze oproep gedaan om aandacht te vragen voor het feit dat er in 2022 meer CEO’s in Nederland zijn met de voornaam ‘Peter’ dan vrouwelijke CEO’s.
FNV|UTA spreekt Cécile Wansink van Women Inc. “De campagne Mijn naam is Peter is nu belangrijk omdat er op dit moment geen gelijke kansen op de arbeidsmarkt zijn.” Zegt Cécile. “De naam Peter staat symbool voor wat nu nog vaak geldt als de norm op de werkvloer: vaak een wat oudere witte man. Wij vinden dat die norm verbreed zou moeten worden zodat ook mensen die niet op Peter lijken kans hebben om CEO maar ook andere functies te vervullen.”
De campagne ‘Mijn naam is Peter’ trekt veel aandacht. Veel vrouwen doen mee met de campagne, en ook mannen veranderen hun naam in ‘Petra’ uit solidariteit.
Fix the system, not the women
De ongelijkheid in de hoeveelheid mannen en vrouwen op besluitvormende posities heeft volgens Women Inc. en BrandedU verschillende oorzaken. Zo besteden vrouwen gemiddeld 1,5 keer meer tijd aan onbetaalde zorgtaken dan mannen. Women Inc. vindt dat de overheid hierin verantwoordelijkheid heeft.
“Ik hoop dat vrouwen met deze campagne geïllustreerd zien dat het een systeemprobleem is, dus niet een individueel probleem. De leus van Women Inc. is ‘Fix the system, not the women’”, zegt Cécile Wansink. “Als vrouwen zelf struggelen met bijvoorbeeld het combineren van werk en zorg, dan ligt dat niet aan hen. We hebben ook een overheid en werkgevers die van alles kunnen doen om dat beter te faciliteren. En wat ons betreft moeten ze dat ook doen.”
Women Inc. en BrandedU (en wij ook) hebben er alle vertrouwen in dat vrouwen het verder zelf goed kunnen. Wanneer de voorwaarden er komen, zullen er voor iedereen meer kansen komen. “Dat is ook voor de samenleving beter”, zegt Cécile. “Diversiteit in besluitvorming komt ook de kwaliteit van beslissingen ten goede. We hopen dat mensen dat steeds meer gaan inzien.”
Het gaat verder dan alleen vrouwen
Cécile: “In deze campagne hebben we het specifiek over vrouwen op de werkvloer. Maar het gaat ons wel, Women Inc. en BrandedU, om diversiteit in breedste zin. Niet alleen dat vrouwen gelijke kansen krijgen, maar ook andere groepen waarbij dat nu nog niet het geval is. Bijvoorbeeld mensen van kleur, of mensen met een beperking.”
Doorbreek Blue (Mon)days: 8 tips
Feeling blue? Dat kan wel kloppen! Het is vandaag Blue Monday, de meest deprimerende dag van het jaar. Je hebt de gezellige feestdagen en vrije dagen van december achter de rug, en het duurt nog lang voor je weer lekker vrij bent. Voor dry januari doe je je best, maar dat wil ook niet echt lukken, want wijn. Net zoals al je andere goede voornemens by the way.
Dit maakt deze maandag voor veel mensen de meest deprimerende dag van het jaar. Als we de Britse psycholoog Cliff Arnall mogen geloven, in ieder geval. Hij bedacht Blue Monday, een 'wetenschappelijke formule' waarmee hij beweerde dat de derde maandag van januari écht de meest deprimerende dag van het jaar is.
Maarrr laat je niet gek maken en breek door de Blue Monday heen met deze tips!
Geef een compliment
Het is heel leuk om een complimentje te krijgen, maar het is eigenlijk nóg leuker om er eentje te geven. Bovendien kun je er, als je er eentje geeft, ook een terug verwachten. Jij blij, je collega of vriend blij. Positive vibes!
Spreek af met een vriend of vriendin
Maandag? Boeie! Ga iets gezelligs doen met een vriend(in)! Ja, oké, het valt deze dagen niet mee om een leuk uitje te vinden. Maar ook thuis kun je er wat van maken! Ga bijvoorbeeld gezellig samen koken of een spelletje spelen, dat kan al wonderen doen voor je humeur.
Lach
Lachen blijft het beste medicijn! Uit onderzoek blijkt dat als je een lach opzet, je vanzelf écht gaat lachen. Dus, stap voor de spiegel en ga los! Begrijpelijk als je dat een beetje ongemakkelijk vindt, het kijken van grappige filmpjes of een goede komediefilm volstaat ook!
Ga naar buiten
Ga zo veel mogelijk naar buiten! Hoe vroeger op de dag je naar buiten gaat, hoe meer blauw licht er in de atmosfeer zit. Dit blauwe licht wordt in de hersenen vertaald naar geluksgevoelens. Als je ook nog een stukje wandelt of fietst ben je helemaal goed bezig, want na dertig minuten bewegen worden we op gelukshormonen getrakteerd. En daar kunnen we weer de hele dag van genieten.
Let there be light
In deze tijd van het jaar hebben we vaak te maken met donkere dagen. En waar we normaal onder de TL balken van het kantoor zaten te werken, zitten veel van ons nu thuis te werken. Hoewel het erg gezellig is om in een donkere kamer te zitten met wat kaarsjes aan, zorg ook thuis voor goede verlichting. Zo weet je lichaam dat het dag is!
Verwen jezelf!
Zit je steeds te denken aan dat ene paar schoenen, dat mooie horloge of dat lekkere, net te dure restaurant op Thuisbezorgd? Gewoon bestellen! (mits je hier niet financieel aan ten onder gaat natuurlijk :)) Want hallo! Wie verdient er nou meer een cadeau dan jij zelf?
Maak plannen
Plan leuke dingen in voor de nabije toekomst! Dat kunnen kleine dingen zijn zoals een avondje stappen (al zal je daar nu niemand tegenkomen), een cursus pottenbakken met je beste vrienden of een project in huis. Maar ook het uitstippelen van een uitgebreide vakantie verder in de toekomst, kan jouw nieuwe energie geven. De voorpret is net zo leuk als de reis zelf!
Ruim je huis/kamer op
Je moet er misschien niet aan denken, maar het gaat je toch echt helpen! Kun jij je helemaal doodergeren aan die ene kast die uitpuilt? Of weet je niet meer waar dat ene cadeau van je oma ligt, waar ze steeds naar vraagt? Dan is dat precies de reden dat het een goed idee is om eens stevig op te ruimen. Al die overbodige rommeltjes de deur uit! Clean house, clean mind.
Lunchworkshops voor Vrouwen in de Bouw zeer geslaagd
De afgelopen weken hebben wij twee mooie online lunchworkshops voor vrouwen in de bouw mogen organiseren. In het thema Jezelf op de kaart zetten, kon je kiezen voor de workshops 'Profileren via LinkedIn' en 'De Assertiviteitsgame'.
De eerste workshop was “Profileren via LinkedIn”. Tijdens deze workshop is geleerd hoe je een LinkedIn-profiel authentiek kan maken en kan laten uitstralen wat jij wil.
De tweede workshop was “De assertiviteitsgame”. Hier werd geleerd hoe je voor jezelf op kunt komen en hoe je sterker kunt staan. Marijke had de workshop op het laatste moment overgenomen van Anne-Marie, heel fijn dat ze dit wilde doen.
Wij hebben zoveel leuke reacties gekregen. Zoals: “Ik heb nieuwe zeer welkome dingen opgepikt waar ik zelf weer mee verder kan. Heel nuttig!” “Prettig, vernieuwend, goed te volgen.” “Eye opener.” “Nuttig, zinvol, handige tips. “Ik heb nieuwe dingen geleerd over assertiviteit waar ik mij al lang mee bezig houd om mij erin te ontwikkelen. Het kwartje viel dit keer echt. Dat is heel waardevol.” “Dit zijn maar een paar reacties, wat super fijn dat zoveel deelnemers enthousiast waren.
Ook kregen wij vaak terug dat het leuk is om de workshops te volgen met gelijkgestemden, vrouwen die ook in de bouwwereld werken. Hier worden wij heel blij van! Precies dit is waar wij het voor doen. Wij hopen dat wij naast de online workshops snel ook weer live workshops kunnen gaan geven. Het zou heel fijn als wij daar elkaar weer live kunnen ontmoeten en met elkaar kunnen praten onder het genot van een lekker hapje en een drankje.
Dank aan alle vrouwen die hebben deelgenomen aan de workshops! Wij vonden het heel geslaagd en hopen jullie snel weer online of live te zien!
Resultaten UTA panel – Visie op digitalisering in de bouw
In het najaar van 2021 hebben we een aantal vragen over digitalisering in de bouw voorgelegd aan het panel. Digitalisering in de bouw staat hoog op de agenda en elk bouwbedrijf heeft hier inmiddels mee te maken. BIM, bouw informatiemanagement, zien we als een belangrijke aanjager van de digitalisering.
In totaal hebben 67 panelleden deelgenomen aan het onderzoek. De deelnemers aan het onderzoek werken vooral in de woningbouw, de infra of een combinatie van woningbouw, utiliteitsbouw en infra.
Wat zijn de belangrijkste resultaten uit ons onderzoek?
Visie op digitalisering
De helft van de deelnemers aan het onderzoek zegt dat er bij het bedrijf een visie is opgesteld op digitalisering. Een minderheid van 33 procent stelt dat die ontbreekt. Als er een visie geformuleerd is, dan geeft 40 procent van de deelnemers aan dat digitalisering resulteert in kostenbesparing (faalkosten is meest bekende voorbeeld). Ook veel benoemd is dat de visie zich richt op de toekomst en toekomstbestendigheid van het bedrijf. Waarbij wordt opgemerkt dat het bedrijf wel mee moet met de digitaliseringsontwikkelingen. De deelnemers aan het onderzoek zien digitalisering niet als een oplossing voor het personeelstekort.
Ruim twee derde stelt dat er draagvlaak is binnen het bedrijf voor de visie van de directie.
De belangrijkste digitaliseringsontwikkelingen
We hebben de vraag voorgelegd welke vormen van digitalisering voorkomen in het bouwbedrijf. Uit figuur 1 blijkt dat het gebruik van iPads en/of het gebruik van smartphones het meeste voorkomt, op de voet gevolgd door BIM. Het vastleggen van de voortgang van de bouw met drones en camera’s komt ook veel voor. Het gebruik van robots komt nog weinig voor.

Implementatie digitalisering
Het implementatieproces verloopt geleidelijk (37 procent), en in vergelijkbare gevallen (38 procent) is er een speciale afdeling of team van collega’s ingericht die zich hier mee bezig houdt. In totaal van 12 procent antwoordt dat er kant- en klare digitaliseringsoplossingen worden ingekocht.
Wij stelden de vraag wie er betrokken zijn bij de implementatie van digitalisering. Het management (40 procent) en de medewerkers (35 procent) zijn voor ruim twee derde van de gevallen betrokken. HR en de ondernemingsraad zijn in veel mindere mate betrokken bij de implementatie van digitalisering. Dit is opmerkelijk omdat de implementatie van digitalisering wordt gezien als een organisatieveranderingsproces.

Veranderingen door digitalisering
Zal digitalisering het werk veranderen en op welke manier. Ruim 80 procent van de deelnemers antwoordde te verwachten dat het werk gaat veranderen. Werkzaamheden in functies verdwijnen deels of volledig en er ontstaan nieuwe functies. Er zijn verschillende voorbeelden gegeven:
- Formulieren hoeven niet meer handmatig te worden ingevuld, maar kunnen via een app direct in het systeem worden verwerk. De hiermee samenhangende routematige administratieve werkzaamheden verdwijnen.
- Er ontstaan functies die zich bezig houden met het bewerken van data tot bruikbare informatie.
- Uitvoerders moeten in staat zijn om met grote hoeveel informatie te kunnen werken.
Deze veranderingen vraagt van medewerkers dat zich aanpassen aan de nieuwe situatie. De vraag die opgeworpen is, is of alle medewerkers daartoe in staat zijn.
Uitdagingen
Er zijn verschillende uitdagingen om digitaal te gaan bouwen. De volgende uitdagingen werden genoemd:
- De grootste uitdaging om digitaal te gaan bouwen is iedereen mee te krijgen. Het loslaten van oude gewoontes en manieren van werken.
- Het betekent dat medewerkers in staat moeten worden gesteld om zich nieuwe kennis en vaardigheden eigen te maken. Door het aanbieden van opleidingen en cursussen.
- Het meekrijgen van (partner)bedrijven waarmee in de keten wordt samengewerkt.
- Ervoor zorgen dat de nu vastgelegde data ook in de toekomst bruikbaar zal blijven.
- Het kunnen koppelen van verschillende datastromen aan elkaar.
Future work skills
Er wordt vaak gesproken over de future work skills, dat wil zeggen vaardigheden die noodzakelijk zijn om in het gedigitaliseerde bedrijf te kunnen functioneren. De belangrijkste vaardigheden zijn a) ondernemend gedrag (nemen van initiatieven, kansen zien en benutten) b) digitale vaardigheden en c) de vaardigheid om problemen te kunnen oplossen. De overgrote meerderheid van de deelnemers (90 procent) geeft aan dat de werkgever de gelegenheid biedt om deze vaardigheden te ontwikkelen. Met daarbij de kanttekening dat bijna de helft aangeeft dat dat in beperkte mate het geval is.
Prefab als oplossing voor bouwproblematiek
De woningbouwambitie tot het jaar 2030 is onrealistisch, stelt bijna driekwart van de bouwers die meededen aan het BouwMonitor onderzoek. Maar dat prefab een oplossing zou kunnen zijn om de 845.000 woningen te realiseren, daar is meer dan de helft van de respondenten het mee eens.
Digitalisering en innovatie staat bij de helft van alle sectoren in de top 3 van onderwerpen met de grootste impact op de sector. In de bouw staat het zelfs op de tweede plaats, na de arbeidsmarkt (energietransitie staat op 3).
Prefabricage, of prefab, is een proces waarbij bouwelementen voorafgaand aan de bouw in een fabriek of werkplaats worden gemaakt, waarna ze naar de bouwplaats worden getransporteerd. Over het algemeen is de verwachting dat de toepassing van prefab de bouwtijd op de bouwplaats zal verminderen.. Waar eerst separate producten op de bouwplaats werden geleverd, ontwikkelt de industrie steeds vaker complete bouwcomponenten. Doordat er op de bouwplaats niet meer gebouwd hoeft te worden, maar de elementen enkel in elkaar gezet worden en verbonden om tot een eindproduct te komen, verloopt het bouwproces sneller dan bij een traditionele manier van bouwen. Modulair bouwen is een doorontwikkeling op prefab. Bij dit proces worden volledig gebruiksklare modules gefabriceerd en op de bouwplaats geïnstalleerd. Het grote voordeel van modulair bouwen is dat het zeer flexibel ingezet kan worden voor diverse doeleindes, zoals het plaatsen van een tijdelijke school, kantoor of ziekenhuis.
Geprefabriceerde woningen lijkt, mede dankzij de woningcrisis, een steeds belangrijk onderwerp in Nederland. Prefab zou een mogelijke oplossing kunnen zijn voor de grote behoefte aan woningen. Het bouwen is namelijk snel en relatief goedkoop. De noordelijke provincies hebben aangegeven om in de komende jaren 220.000 extra huizen te gaan bouwen. Volgens experts lenen dergelijke grootschalige bouwprojecten zich prima voor prefab.
Arbeidsmarkt
Uit onderzoek van USP Marketing Consultancy blijkt dat twee op de vijf bouwprojecten een vorm van prefab bevatten. Volgens hen is prefab een goede oplossing voor een aantal uitdagingen waar de bouwsector de komende jaren voor komt te staan. Denk aan arbeidstekorten, een sneller en efficiënter bouwproces, en binnenstedelijk bouwen. Prefab zou bij al deze onderwerpen een belangrijke rol kunnen spelen. Doordat de elementen/modules al in de fabriek worden geproduceerd, worden de transportbewegingen bijvoorbeeld tot een minimum beperkt. Dit is een oplossing welke met name voor binnenstedelijk bouwen een groot voordeel met zich meebrengt.
Inmiddels is er een trend te zien in afgewerkte en 3D-modules die vaker worden toegepast in de bouw. Bijvoorbeeld een complete badkamer, of keuken. Voor zowel de buitenkant als de binnenkant van het bouwsel verwacht USP een sterke toename van volledige geprefabriceerde elementen, die in de fabriek al zijn afgewerkt.
Robotisering en modulair bouwen
Ook FNV ziet dat de prefab voor een grote verschuiving in de bouwsector gaat zorgen. Doordat de bouwtijd op de bouwlocatie drastisch verlaagd wordt, zullen de projecten en het betrokken personeel + de zzp’ers minder overgeleverd zijn aan extreme weeromstandigheden. Efficiënte van het proces zal daarmee verhoogd worden. Een belangrijke bijkomstigheid op het gebied van arbeidsomstandigheden, is dat werk in een fabriek veiliger gedaan kan worden dan op een hectische bouwplaats.
Belangrijk om rekening mee te houden is dat productie in de fabrieken steeds meer gerobotiseerd kan en zal worden. Daarmee wordt werk van metselaars en timmerlieden grotendeels vervangen. Daar staat tegenover dat het kansen biedt voor relatief onbekende functies in de bouw, denk hierbij aan operators maar ook parametrisch ontwerpers. De verschuiving van bouwplaats naar fabriek, betekent in ieder geval dat werknemers andere vaardigheden moeten ontwikkelen. De vraag is wel welke vaardigheden nodig zijn op de bouwplaats. Het in elkaar zetten van prefab elementen is wat anders dan timmeren en metselen. Dit geldt niet alleen voor bouwvakkers, maar ook voor werknemers in de installatietechniek. Bij prefab en modulair bouwen zie je steeds meer de plug-and-play mogelijkheid ontstaan. Kortom we zien dat het werk zowel in de fabriek als op de bouwplaats verandert. We vragen aandacht voor de inhoud van het werk: blijft dat interessant, biedt het werk uitdaging en kunnen werknemers zich verder ontwikkelen?
Tenslotte leggen we een koppeling tussen prefab en/of modulair bouwen met digitalisering. We wijzen met name op bouwinformatie management, waarbij onder bouwprocessen een datastroom komt te liggen. Deze data worden in alle stappen vastgelegd: bij het ontwerpproces, de uitvoering, het onderhoud en bij het hergebruik van materialen. Elk bouwelement wordt voorzien van een uniek kenmerk is daarmee via het bouwinformatiemanagement systeem te traceren. Hiermee zet de bouw de volgende stap naar het bouwen 4.0 en gaat lijken op wat in andere sectoren eerder gebeurde.
· Minder overlast voor omwonenden en het verkeer.
· Reduceren van de stikstof-uitstoot, of het verplaatsen van de stikstof-uitstoot naar locaties waar het minder schadelijk is.
Nadelen prefab
· De schaarse grond in combinatie met de regelgeving, die ook nog eens per gemeente kan verschillen, zorgt ervoor dat niet iedere situatie zich meteen leent voor de bouw van prefab-woningen.
· Er gaat meer tijd zitten in de voorbereiding en planning van een bouwwerk.
Nut en noodzaak van standaardisatie van BIM definities
De BIM-werkgroep buigt zich over belangrijke vraagstukken rondom BIM en digitalisering. Tijdens de laatste sessie spraken we de experts onder andere over persoonscertificering, standaardisatie, en de rol die FNV kan spelen in het transitieproces.
Digitalisering in de bouw neemt een grote vlucht, waarbij BIM een belangrijke stap is in dit transformatieproces. BIM zal ertoe leiden dat informatie tussen bedrijven, die actief zijn in de bouw, wordt gedeeld. Veel staat en valt bij het gebruik van uniforme en open standaarden, om het simpel uit te drukken: hebben we allemaal hetzelfde beeld bij het begrip ‘deur’.
Om te komen tot deze uniformiteit is buildingSMART opgericht. buildingSMART is een internationale organisatie die ook in Nederland actief is. Met de BIM-werkgroep, opgericht door de FNV en die bestaat uit BIM-experts, bespraken we wat de ambities zijn van buildingSMART en wat daarvan de meerwaarde is. Vooral de persoonscertificering is aantrekkelijk voor degenen die met BIM werken.
Persoonscertificering
buildingSMART biedt de mogelijkheid tot persoonscertificering voor het toepassen van open BIM-standaarden, waarmee wordt beoogd dat iedereen die werkt met BIM vertrekt vanuit dezelfde definities. Dit voorkomt een veelheid aan begripsverwarring in bouwprojecten en zorgt ervoor dat de samenwerking tussen verschillende partijen soepel verloopt. Een internationale werkgroep van buildingSMART werkt samen om te bepalen welke onderdelen in opleidingen aan bod moeten komen om als opleider geaccrediteerd te worden. Ook neemt de internationale werkgroep de toetsen af. buildingSMART verzorgt dus zelf niet de opleidingen maar werkt op nationaal niveau aan de Nederlandse invulling van BIM-standaarden. Het opleiden wordt overgelaten aan gespecialiseerde opleidingsinstellingen, zolang zij voldoen aan de vastgestelde vereisten. Hierdoor is het mogelijk om de inhoud af te stemmen op de doelgroep van de opleiding. Cursisten die een geaccrediteerde opleiding hebben gevolgd ontvangen bij het behalen van het examen hun persoonscertificaat. Dit certificaat is aan het individu verbonden en niet aan de organisatie waar hij of zij werkt.
Degenen die zijn gecertificeerd voldoen daarmee aan de internationale eisen die buildingSMART heeft vastgesteld en garandeert daarmee dat de gecertificeerde een minimaal BIM kennisniveau heeft. Dat heeft enkele voordelen: de opdrachtgever weet daarmee dat een project volgens de geldende open BIM-standaarden wordt uitgevoerd en de gecertificeerde heeft met zijn of haar kennis toegang tot de internationale bouwarbeidsmarkt. Dat laatste is in tijden van nadruk op het verder ontwikkelen van kennis en vaardigheden om inzetbaar te blijven, van groot belang.
Een bijkomend voordeel van dit traject is dat in het vervolg op het basisprogramma (Professional Certification – Practitioner) de benamingen van BIM functies wordt gestandaardiseerd. In Nederland kennen we vier BIM rollen, in het buitenland is dat beperkt tot drie BIM rollen, omdat de rol van BIM-regisseur daar onbekend is.
Vragen
De BIM werkgroep onderschrijft de aanpak van buildingSMART om te komen tot meer standaarden, maar er zijn wel enkele vragen. Hoe vaak gaat buildingSMART de opleidingsinstellingen doorlichten nadat zij zijn geaccrediteerd? Opleidingsinstellingen worden voor 2 jaar geaccrediteerd, waarna deze verlengd kan worden. Tussentijds houdt buildingSMART bij wat de slagingspercentages zijn van de opleidingen.
BIM is voor veel kleine bedrijven nog lastig, omdat er fors moet worden geïnvesteerd technische faciliteiten, kennis en vaardigheden. De aanname is dat de daarmee gepaard gaande kosten voor veel kleine bedrijven te hoog is. Vanuit buildingSMART is de verwachting dat hier een rol is weggelegd voor brancheorganisaties, maar ook voor vakbonden, die hun leden helpen en ondersteunen.
Tenslotte is de vraag of degenen die al ruime tijd werken in het BIM vakgebied ook de opleiding moeten volgen om het certificaat te halen. Dat is het geval, maar vermoedelijk gaat wel bekeken worden of er voor deze ervaren BIM experts een aparte route kan worden georganiseerd. Uiteindelijk gaat het buildingSMART om het juist toepassen van de internationale open BIM-standaarden en niet het niveau van het beheersen van specifieke softwarepakketten.
Rol vakbond
De FNV ziet BIM en in het verlengde daarvan digitalisering als een onvermijdelijke ontwikkeling in de bouw. De digitale transformatie gaat veel vragen van organisaties en medewerkers. De verwachting is dat er andere organisatievormen ontstaan door meer en intensieve samenwerking door de hele keten heen. Data delen zal steeds meer de praktijk worden. Verder zal de digitaliseringsvaardigheid in veel functies flink omhooggaan. Naast het pleidooi dat er flink geïnvesteerd zal moeten worden in het omscholen en ontwikkelen naar een hoger niveau van medewerkers, denkt de FNV ook na welke rol hij kan vervullen om dit transitieproces te ondersteunen. Bijvoorbeeld door te stimuleren dat zo veel mogelijk bouwmedewerkers bekend raken met BIM.
Heb jij ideeën over de rol van de vakbond bij BIM? Laat het ons weten via uta@fnv.nl
De BIM-experts hebben in zes bijeenkomsten hun kennis en inzichten met ons gedeeld. Door het delen van hun kennis hebben wij de notitie ‘BIM in de Bouw’ kunnen opstellen. Hierin zijn alle bevindingen uit de BIM-werkgroep uiteengezet. Benieuwd naar het document? Via deze link kun je het downloaden.