Bouwdisrupter Katerra geeft het op
In het artikel ‘Werkdruk aanpakken door anders organiseren’ (10 februari 2021) schreven we niet uit te sluiten dat de bouwwereld opgeschrikt zou worden door het Amerikaanse bouwbedrijf Katerra. Dit bouwbedrijf, dat zichzelf steeds een techbedrijf noemde, werd zes jaar geleden opgericht. Gezien de perspectieven was het bedrijf erg succesvol. Het aantal personeelsleden groeide snel en het aantal vestigingen wereldwijd ook. Toch is het bedrijf onlangs failliet gegaan.
Bouwdisrupter
De initiatiefnemers waren mannen uit de techwereld, die zwaar inzetten op digitalisering, industrialisatie en het in eigen hand produceren van alle componenten. Vooral de vergaande digitalisering van het bouwproces was indrukwekkend en vernieuwend. Het datagedreven bouwen brachten zij in de praktijk.
Katerra zag zichzelf graag als de bouwdisrupter die de sector eens flink zou opschudden. Net zoals is gebeurd in de taxiwereld, het hotelwezen en de reisbranche door een aantal nieuwkomers.
Faillissement voor Katerra
Het is er niet van gekomen, want Katerra is onlangs failliet gegaan. Dit wordt vooral verklaard door een duister financieel schimmenspel, dat het best kan worden vergeleken met een piramide spel (zie Cobouw van 8 juni 2021 ‘Duister financieel schimmenspel achter faillissement van Katerra’). Het vermoeden is dat er meer aan de hand is dan alleen het financiële aspect.
Denk daarbij aan het niet kennen van de sector bouw, de snelle toename van het aantal werknemers en de complexiteit van de internationale ambities.
Wordt vervolgd?
Het is erg jammer dat Katerra ermee stopt. Dit bedrijf had ons veel kunnen leren over de toekomst van het gedigitaliseerd en industrieel bouwen. En vanuit werknemersperspectief waren we geïnteresseerd in het soort banen dat bij Katerra ontstond. En dan vooral in de vraag hoe technologische innovaties gekoppeld zijn aan de ontwikkeling van vakmanschap in de bouw.
Het wachten is voorlopig op een doorstart van Katerra.
Hestia: Tonny van de Groenendaal
“Er zijn zoveel mogelijkheden in de bouw, net zo goed voor vrouwen!"
Hestia is de Griekse godin van de bouwkunst. In deze rubriek wordt iedere week een moderne godin van de bouwwereld geïnterviewd. Over haar inspiratie, de bouwwereld, en wat ze het leukst vindt in haar werk. Deze keer is Tonny onze Hestia.
Naam: Tonny van de Groenendaal
Functie: Kopersbegeleider bij Heijmans
Leeftijd: 48 jaar
Woonplaats: Vught
Opleiding: Administratieve en secretariële opleiding/ Elementaire bouwkunde en installatietechnieken/ Opleiding kopersbegeleiding
Lievelingsbouwjargon: Bouwen doen wij samen
Wanneer ontdekte je dat je de bouw in wilde?
"Het was eigenlijk niet een heel bewuste keuze geweest voor mij. Ik ben 20 jaar geleden begonnen als secretaresse HR bij Heijmans. Toen ik de bouw leerde kennen greep het mij wel meteen aan. Het is allemaal echt heel machtig om te zien. Later ben ik de kant van de woningbouw opgegaan en nu ben ik kopersbegeleider. Ik vind het zo knap hoe dingen bedacht worden. Eerst op tekening en vervolgens zie je het uitgevoerd worden. Bouw was dan niet een heel bewuste keuze maar zeker wel de juiste keuze voor mij!"
Hoe werd daarop gereageerd?
"Ik zit er eigenlijk al zo lang, het is heel normaal. Ik krijg nu wel vaak te horen dat men het knap vindt dat ik mij binnen Heijmans omgeschoold heb naar de functie van kopersbegeleider en nu veel directer bij het bouwproces betrokken ben."
Wat maakt de bouw zo leuk?
"Het hele traject. Van het begin tot het einde. Als kopersbegeleider ben je bij het hele proces betrokken, dit maakt het werk leuk en tastbaar. Ik zit aan de voorkant van een project er al bij. Zodra een woning is gekocht heb ik persoonlijk contact met de kopers. Zij krijgen zoveel informatie en als kopersbegeleider kun je ze dan steunen. Wanneer zij blij zijn dan geeft mij dat energie. Ik heb veel verschillende contacten en moet veel verbanden leggen. Dit maakt mijn werk divers. Ook heb ik vaak te maken met deadlines, dit geeft druk maar juist ook voldoening als de kopers uiteindelijk tevreden zijn! Ik mag ontzorgen, dat zit ook in mijn karakter en het is leuk dat ik dat in mijn werk zo naar voren kan laten komen."
Wie in de bouw inspireert jou?
"Heleen Herbert inspireert mij enorm. Zij is commercieel directeur van Heijmans. Hoe zij als vrouw in de mannenwereld van de bouw haar mannetje staat vind ik echt inspirerend. Daarnaast inspireert mijn teamleider mij, hij leert mij heel veel.
Verder was er voorheen bij Heijmans een project genaamd La Heijmans. In dit project werd aandacht gegeven aan vrouwen in de bouw. Het liet zien dat de bouw ook een leuke wereld is voor vrouwen. Dit project werkte ook echt inspirerend."
Wat vind je het allerleukst aan je werk?
"Het contact met de kopers, ze begeleiden, ontzorgen en zorgen dat ze blij zijn. De afwisseling, ik ben binnen en buiten aan het werk. Ik heb echt het gevoel dat ik betrokken ben bij het werk in de functie die ik nu heb. Ik ben Heijmans ook heel dankbaar dat ze mij deze kans hebben gegeven."
Wat zijn je dromen voor de toekomst?
"Mijn droom is in mijn functie verder door te groeien. Ik kan nog veel leren. Ook zou ik het leuk vinden om nieuwe collega’s te begeleiden. Verder vind ik het belangrijk om het plezier wat ik nu in mijn werk heb te behouden. Ik word namelijk echt blij van mijn werk. De energie die het geeft wil ik graag vasthouden tot aan mijn pensioen!"
Wat zou je willen zeggen tegen meisjes/vrouwen die twijfelen de bouw in te gaan?
"Ik raad ze aan stage te gaan lopen op verschillende plekken binnen een bouwbedrijf. Op deze manier kunnen zij zelf proeven en aftasten wat ze leuk vinden. Er is namelijk heel veel mogelijk en dat kunnen zij zo ontdekken."
Is er iets dat je zelf graag nog wilt toevoegen?
"Ik ben heel erg blij met mijn werk en het bedrijf waarvoor ik werk. Er zijn zoveel mogelijkheden in de bouw, net zo goed voor vrouwen!"
AOW na 45 jaar werken moet in de wet geregeld worden
Zo haal je met een zwaar beroep gezond je pensioen
Na 45 jaar stoppen met werken. Bij het stemmen door onze leden over het onderhandelingsresultaat voor de nieuwe cao Bouw & Infra werden in het reactieveld hierover behoorlijk wat opmerkingen gemaakt en vragen gesteld. En werd opnieuw duidelijk hoe belangrijk dit onderwerp is voor velen in de sector. Hoe wij de toekomst van het eerder stoppen met werken bij zware beroepen zien, lees je hier.
Eerder stoppen is recht voor iedereen
De zwaar werkregeling, daar zijn we blij mee. Maar wat we eigenlijk willen is dat de afspraken over eerder stoppen met werken niet worden gemaakt aan cao-tafels, maar dat het wettelijk geregeld wordt. Het moet niet afhankelijk zijn van de sector waarin je werkt of cao waaronder je valt of je wel of niet kunt stoppen met werken, maar een recht voor iedereen die aan de voorwaarden voldoet. Met wetgeving ben je niet afhankelijk van afspraken in jouw cao.
Centrale afspraken lastig volgens Koolmees
Minister Koolmees liet kort geleden in zijn pensioenbrief aan de Tweede Kamer weten dat het lastig wordt om centraal wettelijke afspraken te maken over eerder stoppen met werken voor mensen met zware beroepen. Zo zouden er bijvoorbeeld gegevens ontbreken, waardoor iemands arbeidsverleden niet altijd goed te achterhalen is. En dus of iemand in aanmerking komt om eerder te stoppen met werken.
FNV-bestuurder Hans Crombeen: "Er moet een regeling komen. Dat zijn we verplicht aan mensen in onder meer zware beroepen. We zijn met elkaar creatief genoeg om de uitdagingen te lijf te gaan."
Samen op zoek naar oplossingen
In zijn pensioenbrief constateert Koolmees dus dat er knelpunten zijn bij een 45-jaren regeling, maar hij geeft ook aan dat het nu tijd is voor open overleg zonder voorwaarden vooraf tussen bonden, werkgevers en het kabinet. FNV penningmeester Willem Noordman hierover: "Nu we weten wat de knelpunten zijn, kunnen we in gezamenlijk overleg op zoek gaan naar oplossingen."
'45 jaar werken is genoeg' regeling
De zwaar werkregeling is nu geregeld tot en met 2025. Daarna zou er wat ons betreft dus een ’45 jaar werken is genoeg’ regeling moeten zijn. We hebben dus tot 1 jan 2026 om te proberen om de opvolging van de huidige zwaar werkregeling per wet te regelen. Zo kunnen we er voor zorgen dat mensen met zware beroepen, waaronder UTA'ers, ook in de toekomst eerder kunnen stoppen met werken.
Eerder stoppen haalbaar volgens het EIB
Een paar jaar geleden deed het EIB (Economisch Instituut voor de Bouw) al onderzoek naar maximaal 45 jaar werken voor mensen in zware beroepen. Onderzocht werd wat dit Nederland zou kosten en wat de (on)mogelijkheden waren. De conclusie van het EIB was dat pensioen na 45 jaar werken, haalbaar is.
Verdwijnend vakmanschap is een keuze
“Het vakmanschap van die generatie (monteurs, red.) was vaak onovertroffen: ze tikten bij wijze van spreken een keer op het pomphuis, luisterden goed, vervingen het juiste onderdeel en daarna draaide de pomp weer alsof ie nieuw was. Maar dergelijke specifieke kennis verdwijnt. Die ontwikkeling hou je niet tegen.” Dit is wat directeur Lee van BAM zegt in het Cobouw artikel “BAM Infra zal heus geen techbedrijf worden, maar of de term aannemer nog volstaat” op 17 mei 2021.
De inzet van technologie en het gebruik van data zouden volgens hem als vanzelf hiertoe leiden. Als een soort wetmatigheid, alsof technologie ons daartoe dwingt. We bestrijden deze visie. De inzet van technologie is erg waardevol en leidt tot allerlei nieuwe vormen van dienstverlening. In de hele discussie missen we aandacht voor de vraag wat technologie doet voor de inhoud van het werk.
Lee geeft in het bovengenoemde artikel als voorbeeld dat de monteur naar de locatie wordt gestuurd en daar, gestuurd door een VR-bril, de taken uitvoert die hij te zien krijgt. Een dergelijke situatie leidt ertoe dat de vakman er niet meer toe doet. We willen niemand beledigen, maar dit kan een aap ook doen. Alle vakkennis verdwijnt, de monteur mag en kan niets zelf want alles is voorgeschreven in het protocol op basis van gemeten data.
Wat is hier het effect van? Er is totaal geen vakkennis meer nodig en je kunt een goedkope flexkracht inhuren voor het werk. Is er iets anders aan de hand in en om het pomphuis? Jammer, maar daar is hij niet voor, daar wordt hij niet voor betaald en heeft hij ook geen kennis van. In onze ogen leiden dit soort veranderingen niet tot een goede kwaliteit van werk en tot duurzame inzetbaarheid. Dit aspect missen we in discussie over technologie. Is er een visie op waardevol werk, waar medewerkers zich kunnen blijven ontwikkelen en worden uitgedaagd te blijven leren? Werk dat medewerkers graag willen uitvoeren en dat recht doet aan vakmanschap. Wetende dat dit vakmanschap geen statisch gegeven is, maar voortdurend in ontwikkeling door nieuwe technologische mogelijkheden.
Wij vinden dat de discussie over de inzet van technologie ook moet gaan over betekenisvol en waardevol werk, want technologie dicteert niet hoe de organisatie en werk is ingericht. Om een voorzetje te geven van de monteur: laat de monteur zelf de data uitlezen die de pomp genereert en op basis daarvan besluiten welke maatregelen genomen moeten worden. Combineer dus vakkennis en het datagedreven werken. Zorg ervoor dat technologische innovaties en innovaties in werk hand in hand gaan. Aan die discussie wil FNV Bouwen en Wonen een bijdrage leveren.
Ernst van den Berg en George Evers werken als UTA consulent bij de FNV
Reageren op dit artikel? Dat kan via uta@fnv.nl
FNV | UTA Young Professionals
Building the future begint bij jou: de young professional, student Bouwkunde of Civiele Techniek, nog studerend of net begonnen aan je eerste baan. FNV|UTA bouwt met je mee, met workshops, e-learnings en support bij (stage)contracten en alle informatie waar jij naar op zoek bent.
https://www.youtube.com/watch?v=fsF0fGL5sq0
Webinar Young Professionals
FNV|UTA biedt nu een webinar aan voor young professionals in de bouwsector. Tijdens deze webinar krijg je een voorproefje van wat je op de arbeidsmarkt kunt verwachten. En leer je meer over een goede balans tussen werk en privé.
Ben jij een young professional in de bouw?
Meld je aan!
Hoe haal je als starter het beste uit je carrière? Wat kun je doen als je vragen hebt? En hoe blijf je goed voor jezelf zorgen in het drukke leven als young professional? In dit webinar krijg je antwoord op al je vragen over de cao, het ondernemerschap en je eerste baan.
Het webinar bestaat uit verschillende onderdelen. We beginnen met een tijdreis, die de ontwikkelingen in de bouw door de jaren heen visueel maakt. Daarna kun je kiezen uit drie verschillende deelsessies.
Arbeidsrecht & cao: In deze deelsessie word je meegenomen in het arbeidsrecht. We zullen het onder anderen hebben over arbeidsovereenkomsten en salaris. Ook bespreken we inhoudelijk de cao. Want wat is een cao precies? Hoe komt deze tot stand? En wat heb je eraan in de praktijk?
Ondernemen: In deze deelsessie Ondernemen ga je op oriëntatie in het ondernemerschap. Er komen verschillende zaken aan bod, zoals het verschil tussen in loondienst gaan en als zelfstandig ondernemer werken, wat schijnzelfstandigheid is en we nemen een kijkje in de sociale kaart van het ZZP-landschap.
Eerste baan: Deze laatste deelsessie gaat over de balans tussen werk en privé. Als young professional op de arbeidsmarkt komt er veel op je af. Hoe geef je je grenzen aan? En hoe zorg je voor een goede balans tussen werk en privé? In deze deelsessie worden deze vraagstukken behandeld en krijg je handige tools mee om je assertief en zelfverzekerd op te stellen op de werkvloer.
Lijkt het je leuk om dit webinar te volgen? Vul het aanmeldformulier in!
Wat betekent de verhoging van de pensioenpremie voor jou?
In de cao Bouw & Infra is afgesproken dat de premie stijgt van 25 naar 26% van de pensioengrondslag. Dat is niet hetzelfde als van het loon. Van het loon is de stijging voor werknemers ongeveer 0,2% van het nettoloon. Je betaalt namelijk over de eerste € 14.544 van je jaarsalaris geen pensioenpremie. Dat is ongeveer gelijk aan het bedrag van een AOW uitkering. Over het deel van je salaris dat uitstijgt boven € 63.854 betaal je ook geen premie. Ook betaal je over de pensioenpremie geen belasting en sociale premies. Daardoor is 26% over de pensioengrondslag (gelukkig) niet hetzelfde is als 26% van je loon.
Waarom verhoging van de premie?
Een verhoging van de premie is noodzakelijk doordat BPF Bouw moet rekenen met andere economische verwachtingen. Met name de zeer lage rente speelt hierbij een belangrijke rol. Dat is geen keuze van BPF Bouw, maar wordt wettelijk voorgeschreven.
Verder heeft BPF Bouw een ‘lage premiedekkingsgraad’. Dat betekent dat je (ongeveer) per ingelegde € 0,65 aan pensioenrechten € 1,00 bijgeboekt krijgt. Dat lijkt uiteraard een goed ding en voor de actieve deelnemers aan het fonds is dat het ook. Maar het pensioenfondsbestuur moet kijken naar alle groepen in het fonds. En gepensioneerden hebben hier een (klein) nadeel aan. Het fonds kan er iets minder (snel) door indexeren.
Door de afspraken in het pensioenakkoord gaan we in 2026 over naar een nieuw pensioenstelsel. Op dat moment is er een veel directere relatie tussen de pensioenpremie en de pensioenrechten bijboeking. De premiedekkingsgraad zal dan niet meer zo bestaan als nu. Je krijgt dan voor een euro inleg ook een euro bijboeking terug. Er veranderen nog een paar andere zaken, waardoor je straks niet opeens keldert in je pensioenopbouw, maar daarvoor is het wel van belang dat de premie de komende jaren stijgt. De stap die we in 2022 maken is een goede eerste stap.
Pensioenopbouw
Welke premie nodig is om de huidige pensioenopbouw in stand te houden is nog niet precies bekend. Dat wordt definitief berekend in het laatste kwartaal van 2021. Met de cijfers van maart 2021 zijn voorlopige berekeningen gemaakt. Op basis van die berekeningen wordt ingeschat dat de premie 3% zou moeten stijgen (van 25% naar 28%) om de pensioenopbouw gelijk te houden. Er is nu afgesproken dat de premie in 2022 niet verder stijgt dan 26%. Dat betekent dat daarom de opbouw verlaagd zal worden. Je bouwt nu per jaar 1,738% van je pensioengrondslag aan ouderdomspensioen op. Dat zal waarschijnlijk iets lager worden. Met de cijfers van maart 2021 is dat ongeveer 1,6 %.
Het verlagen van opbouw heeft voor mensen die dicht op hun pensioen zitten minder grote consequenties dan mensen die er verder vanaf zitten. Je al opgebouwde pensioen wordt hier namelijk niet door beïnvloed. Alleen je toekomstige opbouw. Zodra het kan zullen we ons weer inzetten voor het terugbrengen van het opbouwpercentage. Bijvoorbeeld: UTA-medewerker met een maandloon van € 3.310,-: € 39 minder ouderdomspensioen (per jaar, levenslang)
Wil je meer informatie over je pensioen? Wij hebben onlangs alles over het pensioen van de UTA’er op een rijtje gezet. Download het ‘UTA pensioen e-book’ hier.
BIM in de bouw
Datagedreven bouwen geeft aan dat data een grote rol gaan spelen in het bouwproces. Het delen van data die voortkomen uit het bouwen wordt normaal. Dat datadelen gaat via een digitaal platform. Daarmee heeft iedereen die betrokken is bij het bouwproces toegang tot alle relevante data. Het principe is éénmalige invoer en meervoudig gebruik, waardoor alle partijen werken met dezelfde informatie. Het datadelen zal leiden tot minder fouten en het efficiënter maken van het bouwproces.
BIM (Bouwinformatie Model) is een platform om data te delen. Om te kunnen werken met een degelijk platform zijn digitale vaardigheden nodig. Maar vergeet niet andere vaardigheden was de waarschuwing die we hoorden in de sessie over de gevolgen van BIM voor het werk.
Vaardigheden
We onderscheiden drie soorten vaardigheden:
- Professionele skills: vakinhoudelijke kennis.
- Digitale vaardigheden: kennis om te werken digitale middelen (software en hardware).
- Soft skills: algemene vaardigheden.
Er is een neiging om de digitale vaardigheden steeds belangrijker te vinden, omdat digitaal kunnen werken enorm is toegenomen. Is dat terecht?
De oudere generatie in de bouw heeft veel kennis over het bouwproces en zij beschikken over veel professionele vaardigheden. Bij de jongere generatie is dat veel minder het geval. Kennis hoe zij een gebouw waterdicht moeten maken ontbreekt nogal eens. Vakinhoudelijke kennis wordt door jongeren grotendeels opgedaan tijdens de stage of in de beroepspraktijk.
De digitale kennis is vooral aanwezig bij de jongere generaties. Zij zijn gewend om met digitale apparatuur en met software te werken. Wie heeft tegenwoordig geen tablet, laptop of smartphone?
De oudere generatie in de bouw is doorgaans minder digitaal vaardig. Zij zijn er niet mee opgegroeid en moeten meer moeite doen om zich deze digitale vaardigheden eigen te maken. Daar moet dus in geïnvesteerd worden.
Er zijn de afgelopen jaren verschillende veranderingen geweest, van de tekentafel naar CAD, van 2D naar 3D. Dat zijn geleidelijke veranderingen geweest, waar medewerkers in mee konden groeien. De technologische ontwikkelingen gaan momenteel snel, de veranderingen in de manier van werken volgen elkaar in hoog tempo op. Dit vraagt van medewerkers veel bereidheid om vaker en sneller andere manieren van werken aan te leren.
Soft skills zijn algemene vaardigheden zoals kunnen samenwerken, onderhandelen, communiceren (mondeling als schriftelijk), nieuwe dingen leren, wendbaarheid etc. Deze skills zijn belangrijk voor alle functies. Er zijn accentverschillen per functies als het gaat om de soft skills.
De drie genoemde vaardigheden zijn even belangrijk en de opgave is om te zoeken naar manieren om die te verankeren in een team. Een duo van een schoolverlater en een vakkundig specialist met bouwkundige skills kan een oplossing kan zijn.
Ervaringen
We zijn benieuwd of deze manier van kijken naar de benodigde vaardigheden wordt gedeeld. Stuur een e-mail naar uta@fnv.nl en laat weten wat jouw ervaringen zijn.
De overwerkcultuur in de bouw
FNV|UTA heeft de afgelopen weken vragen gesteld over ‘overwerk’ onder UTA’ers. En de cijfers over de hoeveelheid en de frequentie van overwerk liegen er niet om. Daarnaast worden deze lange werkdagen nauwelijks gecompenseerd. Werkgevers beweren dat overwerk is inbegrepen in het salaris. Ook stellen ze ‘je weet waaraan je begint als je in de bouw komt werken’ en ‘als het je niet bevalt ga je toch naar een andere werkgever’.
Al enige tijd doet FNV onderzoek naar overwerk in de bouw. In veel UTA-functies is overwerk gangbaar. Voor UTA’ers die met het bouwproces te maken hebben, is overwerk daarentegen veelal structureel van aard. Uitvoerders, werkvoorbereiders, calculators, planners en projectcoördinatoren draaien wekelijks overuren.
Uit onze recente uitvraag ‘Het is ook mijn cao!’ blijkt dat een kwart van de UTA respondenten 9 tot 13 uur per week overwerkt. 14% zelfs 13 uur of meer. Ook werkt een aanzienlijk deel gemiddeld een dag per week extra. Op jaarbasis betekent dit 9 tot 15 weken of meer extra werken. Een ongezonde realiteit. De meerderheid van de UTA’ers krijgt hiervoor ook nog eens niets betaald of in tijd gecompenseerd. Bovendien worden de reisuren niet vergoed.
‘’Lange dagen en 40 uur betaald krijgen.’’
‘’Reisuren hebben ze nog nooit van gehoord voor UTA.’’
De lange werkdagen gaan gepaard met steeds meer verantwoordelijkheden, hogere administratieve vereisten, krappe planningen, pauzes die erbij inschieten en de 24/7 bereikbaarheid. Het aantal vacante UTA-functies stijgt. Op veel plekken wordt een continue personeelstekort gerapporteerd. Tegelijkertijd zijn er veel zorgen over het uitblijven van een jongeren instroom.
‘’Veel jonge gasten die net klaar zijn met hun opleiding, willen niet voor een aannemer werken. Veel uren, slechte betaling, hoge werkdruk, het wordt allemaal al besproken op de scholen.’’
Dagelijks gaat voor uitvoerders of werkvoorbereiders de wekker in de nachtelijke uren. Rond 5.30 uur vertrekken ze van huis om tegen de avond – als het verkeer meezit – weer de deur achter zich dicht te trekken. Het zijn lange werkdagen met een aanzienlijke werkdruk. Het maakt de bouw (mentaal) zwaar en ongezond. Daarnaast vergt het een opoffering voor het sociale leven. Velen rapporteren keer op keer het gezin teleur te stellen of in het weekend nauwelijks nog fut te hebben.
‘’Alles moet af, het maakt niet uit hoe, maar niet met te veel uren. De rest moet in je eigen tijd.”
Werkgevers aan de onderhandelingstafel verschuilen zich achter een zogezegd ‘’all-in-salaris’’. Zij geven aan dat de UTA salarissen zodanig zijn samengesteld dat overwerk erin zit. FNV|UTA heeft daarom in een enquête de vraag gesteld of in de arbeidsovereenkomst expliciet is opgenomen dat overwerk in het salaris is inbegrepen. Een overtuigende meerderheid geeft aan dat hiervan absoluut geen sprake is. Grotendeels ontbreekt ook de registratie van overwerk.
‘’In het systeem kan ik tot 40 uur registreren, niet meer!’’
Kortom, werkgevers aan de onderhandelingstafel tonen weinig empathie met het hardwerkende UTA-personeel. FNV|UTA vindt het hoog tijd voor een goede overwerkregeling en bestrijding van het vele overwerk. Wie kan immers deze werkomstandigheden volhouden?
De overwerkcultuur in de bouw leidt tot een onveilige en ongezonde werkomgeving. Loyaliteit en verantwoordelijkheidsgevoel is mooi, maar kent ook bij de UTA zijn grenzen!
‘’Er gaat veel ervaren personeel weg en er is geen aanwas. Dus de werkdruk zal nog hoger worden.’’
Webinar Anders Organiseren
Het webinar Anders Organiseren in de bouw laat zien dat organisaties maatregelen kunnen nemen die bedoeld zijn om productiviteit te verbeteren en om werkdruk te verminderen.
FNV Bouwen en Wonen ziet dat de werkdruk in de bouw al jaren oploopt. Het terugdringen van de werkdruk moet gezocht worden in andere organisatievormen. Dit vanuit de overweging dat de manier waarop het werk is georganiseerd de belangrijkste oorzaak is van werkdruk.
Hans Kommers van de ST Groep inventariseerde in opdracht van de FNV initiatieven van bouwbedrijven die zochten naar andere organisatievormen. In het webinar Anders Organiseren op 18 mei (van 16.00 uur tot 16.45 uur) verbindt hij theorie aan de praktijk van het anders organiseren. Er is beperkt plek, dus meld je aan via het aanmeldformulier onder de video.
Wil je meer weten? Bekijk hier de video waarin Hans Kommers toelichting geeft op het webinar.
https://www.youtube.com/watch?v=KTXvvoiqf8A