Doorbreek Blue (Mon)days: 8 tips

Feeling blue? Dat kan wel kloppen! Het is vandaag Blue Monday, de meest deprimerende dag van het jaar. Je hebt de gezellige feestdagen en vrije dagen van december achter de rug, en het duurt nog lang voor je weer lekker vrij bent. Voor dry januari doe je je best, maar dat wil ook niet echt lukken, want wijn. Net zoals al je andere goede voornemens by the way.

Dit maakt deze maandag voor veel mensen de meest deprimerende dag van het jaar. Als we de Britse psycholoog Cliff Arnall mogen geloven, in ieder geval. Hij bedacht Blue Monday, een 'wetenschappelijke formule' waarmee hij beweerde dat de derde maandag van januari écht de meest deprimerende dag van het jaar is.

Maarrr laat je niet gek maken en breek door de Blue Monday heen met deze tips!

Geef een compliment

Het is heel leuk om een complimentje te krijgen, maar het is eigenlijk nóg leuker om er eentje te geven. Bovendien kun je er, als je er eentje geeft, ook een terug verwachten. Jij blij, je collega of vriend blij. Positive vibes!

Spreek af met een vriend of vriendin

Maandag? Boeie! Ga iets gezelligs doen met een vriend(in)! Ja, oké, het valt deze dagen niet mee om een leuk uitje te vinden. Maar ook thuis kun je er wat van maken! Ga bijvoorbeeld gezellig samen koken of een spelletje spelen, dat kan al wonderen doen voor je humeur.

Lach

Lachen blijft het beste medicijn! Uit onderzoek blijkt dat als je een lach opzet, je vanzelf écht gaat lachen. Dus, stap voor de spiegel en ga los! Begrijpelijk als je dat een beetje ongemakkelijk vindt, het kijken van grappige filmpjes of een goede komediefilm volstaat ook!

Ga naar buiten

Ga zo veel mogelijk naar buiten! Hoe vroeger op de dag je naar buiten gaat, hoe meer blauw licht er in de atmosfeer zit. Dit blauwe licht wordt in de hersenen vertaald naar geluksgevoelens. Als je ook nog een stukje wandelt of fietst ben je helemaal goed bezig, want na dertig minuten bewegen worden we op gelukshormonen getrakteerd. En daar kunnen we weer de hele dag van genieten.

Let there be light

In deze tijd van het jaar hebben we vaak te maken met donkere dagen. En waar we normaal onder de TL balken van het kantoor zaten te werken, zitten veel van ons nu thuis te werken. Hoewel het erg gezellig is om in een donkere kamer te zitten met wat kaarsjes aan, zorg ook thuis voor goede verlichting. Zo weet je lichaam dat het dag is!

Verwen jezelf!

Zit je steeds te denken aan dat ene paar schoenen, dat mooie horloge of dat lekkere, net te dure restaurant op Thuisbezorgd? Gewoon bestellen! (mits je hier niet financieel aan ten onder gaat natuurlijk :)) Want hallo! Wie verdient er nou meer een cadeau dan jij zelf?

Maak plannen

Plan leuke dingen in voor de nabije toekomst! Dat kunnen kleine dingen zijn zoals een avondje stappen (al zal je daar nu niemand tegenkomen), een cursus pottenbakken met je beste vrienden of een project in huis. Maar ook het uitstippelen van een uitgebreide vakantie verder in de toekomst, kan jouw nieuwe energie geven. De voorpret is net zo leuk als de reis zelf!

Ruim je huis/kamer op

Je moet er misschien niet aan denken, maar het gaat je toch echt helpen! Kun jij je helemaal doodergeren aan die ene kast die uitpuilt? Of weet je niet meer waar dat ene cadeau van je oma ligt, waar ze steeds naar vraagt? Dan is dat precies de reden dat het een goed idee is om eens stevig op te ruimen. Al die overbodige rommeltjes de deur uit! Clean house, clean mind.


Lunchworkshops

Lunchworkshops voor Vrouwen in de Bouw zeer geslaagd

De afgelopen weken hebben wij twee mooie online lunchworkshops voor vrouwen in de bouw mogen organiseren. In het thema Jezelf op de kaart zetten, kon je kiezen voor de workshops 'Profileren via LinkedIn' en 'De Assertiviteitsgame'. 

De eerste workshop was “Profileren via LinkedIn”. Tijdens deze workshop is geleerd hoe je een LinkedIn-profiel authentiek kan maken en kan laten uitstralen wat jij wil.

De tweede workshop was “De assertiviteitsgame”. Hier werd geleerd hoe je voor jezelf op kunt komen en hoe je sterker kunt staan. Marijke had de workshop op het laatste moment overgenomen van Anne-Marie, heel fijn dat ze dit wilde doen.

Wij hebben zoveel leuke reacties gekregen. Zoals: “Ik heb nieuwe zeer welkome dingen opgepikt waar ik zelf weer mee verder kan. Heel nuttig!” “Prettig, vernieuwend, goed te volgen.” “Eye opener.” “Nuttig, zinvol, handige tips. “Ik heb nieuwe dingen geleerd over assertiviteit waar ik mij al lang mee bezig houd om mij erin te ontwikkelen. Het kwartje viel dit keer echt. Dat is heel waardevol.” “Dit zijn maar een paar reacties, wat super fijn dat zoveel deelnemers enthousiast waren.

Ook kregen wij vaak terug dat het leuk is om de workshops te volgen met gelijkgestemden, vrouwen die ook in de bouwwereld werken. Hier worden wij heel blij van! Precies dit is waar wij het voor doen. Wij hopen dat wij naast de online workshops snel ook weer live workshops kunnen gaan geven. Het zou heel fijn als wij daar elkaar weer live kunnen ontmoeten en met elkaar kunnen praten onder het genot van een lekker hapje en een drankje.

Dank aan alle vrouwen die hebben deelgenomen aan de workshops! Wij vonden het heel geslaagd en hopen jullie snel weer online of live te zien!


Resultaten UTA panel – Visie op digitalisering in de bouw

In het najaar van 2021 hebben we een aantal vragen over digitalisering in de bouw voorgelegd aan het panel. Digitalisering in de bouw staat hoog op de agenda en elk bouwbedrijf heeft hier inmiddels mee te maken. BIM, bouw informatiemanagement, zien we als een belangrijke aanjager van de digitalisering.

In totaal hebben 67 panelleden deelgenomen aan het onderzoek. De deelnemers aan het onderzoek werken vooral in de woningbouw, de infra of een combinatie van woningbouw, utiliteitsbouw en infra.

Wat zijn de belangrijkste resultaten uit ons onderzoek?

Visie op digitalisering

De helft van de deelnemers aan het onderzoek zegt dat er bij het bedrijf een visie is opgesteld op digitalisering. Een minderheid van 33 procent stelt dat die ontbreekt. Als er een visie geformuleerd is, dan geeft 40 procent van de deelnemers aan dat digitalisering resulteert in kostenbesparing (faalkosten is meest bekende voorbeeld). Ook veel benoemd is dat de visie zich richt op de toekomst en toekomstbestendigheid van het bedrijf. Waarbij wordt opgemerkt dat het bedrijf wel mee moet met de digitaliseringsontwikkelingen. De deelnemers aan het onderzoek zien digitalisering niet als een oplossing voor het personeelstekort.

Ruim twee derde stelt dat er draagvlaak is binnen het bedrijf voor de visie van de directie.

De belangrijkste digitaliseringsontwikkelingen

We hebben de vraag voorgelegd welke vormen van digitalisering voorkomen in het bouwbedrijf. Uit figuur 1 blijkt dat het gebruik van iPads en/of het gebruik van smartphones het meeste voorkomt, op de voet gevolgd door BIM.  Het vastleggen van de voortgang van de bouw met drones en camera’s komt ook veel voor. Het gebruik van robots komt nog weinig voor.

Grafiek 1
Belangrijkste digitaliseringsontwikkelingen in procenten

Implementatie digitalisering

Het implementatieproces verloopt geleidelijk (37 procent), en in vergelijkbare gevallen (38 procent) is er een speciale afdeling of team van collega’s ingericht die zich hier mee bezig houdt. In totaal van 12 procent antwoordt dat er kant- en klare digitaliseringsoplossingen worden ingekocht.

Wij stelden de vraag wie er betrokken zijn bij de implementatie van digitalisering. Het management (40 procent) en de medewerkers (35 procent) zijn voor ruim twee derde van de gevallen betrokken. HR en de ondernemingsraad zijn in veel mindere mate betrokken bij de implementatie van digitalisering. Dit is opmerkelijk omdat de implementatie van digitalisering wordt gezien als een organisatieveranderingsproces.

Wie zijn betrokken bij de implementatie in procenten

Veranderingen door digitalisering

Zal digitalisering het werk veranderen en op welke manier. Ruim 80 procent van de deelnemers antwoordde te verwachten dat het werk gaat veranderen. Werkzaamheden in functies verdwijnen deels of volledig en er ontstaan nieuwe functies. Er zijn verschillende voorbeelden gegeven:

  • Formulieren hoeven niet meer handmatig te worden ingevuld, maar kunnen via een app direct in het systeem worden verwerk. De hiermee samenhangende routematige administratieve werkzaamheden verdwijnen.
  • Er ontstaan functies die zich bezig houden met het bewerken van data tot bruikbare informatie.
  • Uitvoerders moeten in staat zijn om met grote hoeveel informatie te kunnen werken.

Deze veranderingen vraagt van medewerkers dat zich aanpassen aan de nieuwe situatie. De vraag die opgeworpen is, is of alle medewerkers daartoe in staat zijn.

Uitdagingen

Er zijn verschillende uitdagingen om digitaal te gaan bouwen. De volgende uitdagingen werden genoemd:

  • De grootste uitdaging om digitaal te gaan bouwen is iedereen mee te krijgen. Het loslaten van oude gewoontes en manieren van werken.
  • Het betekent dat medewerkers in staat moeten worden gesteld om zich nieuwe kennis en vaardigheden eigen te maken. Door het aanbieden van opleidingen en cursussen.
  • Het meekrijgen van (partner)bedrijven waarmee in de keten wordt samengewerkt.
  • Ervoor zorgen dat de nu vastgelegde data ook in de toekomst bruikbaar zal blijven.
  • Het kunnen koppelen van verschillende datastromen aan elkaar.

Future work skills

Er wordt vaak gesproken over de future work skills, dat wil zeggen vaardigheden die noodzakelijk zijn om in het gedigitaliseerde bedrijf te kunnen functioneren. De belangrijkste vaardigheden zijn a) ondernemend gedrag (nemen van initiatieven, kansen zien en benutten) b) digitale vaardigheden en c) de vaardigheid om problemen te kunnen oplossen. De overgrote meerderheid van de deelnemers (90 procent) geeft aan dat de werkgever de gelegenheid biedt om deze vaardigheden te ontwikkelen. Met daarbij de kanttekening dat bijna de helft aangeeft dat dat in beperkte mate het geval is.


Prefab

Prefab als oplossing voor bouwproblematiek

De woningbouwambitie tot het jaar 2030 is onrealistisch, stelt bijna driekwart van de bouwers die meededen aan het BouwMonitor onderzoek. Maar dat prefab een oplossing zou kunnen zijn om de 845.000 woningen te realiseren, daar is meer dan de helft van de respondenten het mee eens.

Digitalisering en innovatie staat bij de helft van alle sectoren in de top 3 van onderwerpen met de grootste impact op de sector. In de bouw staat het zelfs op de tweede plaats, na de arbeidsmarkt (energietransitie staat op 3).

Prefabricage, of prefab, is een proces waarbij bouwelementen voorafgaand aan de bouw in een fabriek of werkplaats worden gemaakt, waarna ze naar de bouwplaats worden getransporteerd. Over het algemeen is de verwachting dat  de toepassing van prefab de bouwtijd op de bouwplaats zal verminderen..  Waar eerst separate producten op de bouwplaats werden geleverd, ontwikkelt de industrie steeds vaker complete bouwcomponenten. Doordat er op de bouwplaats niet meer gebouwd hoeft te worden, maar de elementen enkel in elkaar gezet worden  en verbonden  om tot een eindproduct te komen, verloopt het bouwproces sneller dan bij een traditionele manier van bouwen. Modulair bouwen is een doorontwikkeling op prefab. Bij dit proces worden volledig gebruiksklare modules gefabriceerd en op de bouwplaats geïnstalleerd. Het grote voordeel van modulair bouwen is dat het zeer flexibel ingezet kan worden voor diverse doeleindes, zoals het plaatsen van een tijdelijke school, kantoor of ziekenhuis.

Geprefabriceerde woningen lijkt, mede dankzij de woningcrisis, een steeds belangrijk onderwerp in Nederland. Prefab zou een mogelijke oplossing kunnen zijn voor de grote behoefte aan woningen. Het bouwen is namelijk snel en relatief goedkoop. De noordelijke provincies hebben aangegeven om in de komende jaren 220.000 extra huizen te gaan bouwen. Volgens experts lenen dergelijke grootschalige bouwprojecten zich prima voor prefab.

Arbeidsmarkt

Uit onderzoek van USP Marketing Consultancy blijkt dat twee op de vijf bouwprojecten een vorm van prefab bevatten. Volgens hen is prefab een goede oplossing voor een aantal uitdagingen waar de bouwsector de komende jaren voor komt te staan. Denk aan arbeidstekorten, een sneller en efficiënter bouwproces, en binnenstedelijk bouwen. Prefab zou bij al deze onderwerpen een belangrijke rol kunnen spelen. Doordat de elementen/modules al in de fabriek worden geproduceerd, worden de transportbewegingen bijvoorbeeld tot een minimum beperkt. Dit is een oplossing welke met name voor binnenstedelijk bouwen een groot voordeel met zich meebrengt.

Inmiddels is er een trend te zien in afgewerkte en 3D-modules die vaker worden toegepast in de bouw. Bijvoorbeeld een complete badkamer, of keuken. Voor zowel de buitenkant als de binnenkant van het bouwsel verwacht USP een sterke toename van volledige geprefabriceerde elementen, die in de fabriek al zijn afgewerkt.

Robotisering en modulair bouwen

Ook FNV ziet dat de prefab voor een grote verschuiving in de bouwsector gaat zorgen. Doordat de bouwtijd op de bouwlocatie drastisch verlaagd wordt, zullen de projecten en het betrokken personeel + de zzp’ers minder overgeleverd zijn aan extreme weeromstandigheden. Efficiënte van het proces zal daarmee verhoogd worden. Een belangrijke bijkomstigheid op het gebied van arbeidsomstandigheden, is dat werk in een fabriek veiliger gedaan kan worden dan op een hectische bouwplaats.

Belangrijk om rekening mee te houden is dat productie in de fabrieken steeds meer gerobotiseerd kan en zal worden. Daarmee wordt werk van metselaars en timmerlieden grotendeels vervangen. Daar staat tegenover dat het kansen biedt voor relatief onbekende functies in de bouw, denk hierbij aan operators maar ook parametrisch ontwerpers. De verschuiving van bouwplaats naar fabriek, betekent in ieder geval dat werknemers andere vaardigheden moeten ontwikkelen. De vraag is wel welke vaardigheden nodig zijn op de bouwplaats. Het in elkaar zetten van prefab elementen is wat anders dan timmeren en metselen. Dit geldt niet alleen voor bouwvakkers, maar ook voor werknemers in de installatietechniek. Bij prefab en modulair bouwen zie je steeds meer de plug-and-play mogelijkheid ontstaan. Kortom we zien dat het werk zowel in de fabriek als op de bouwplaats verandert. We vragen aandacht voor de inhoud van het werk: blijft dat interessant, biedt het werk uitdaging en kunnen werknemers zich verder ontwikkelen?

Tenslotte leggen we een koppeling tussen prefab en/of modulair bouwen met digitalisering. We wijzen met name op bouwinformatie management, waarbij onder bouwprocessen een datastroom komt te liggen. Deze data worden in alle stappen vastgelegd: bij het ontwerpproces, de uitvoering, het onderhoud en bij het hergebruik van materialen. Elk bouwelement wordt voorzien van een uniek kenmerk is daarmee via het bouwinformatiemanagement systeem te traceren. Hiermee zet de bouw de volgende stap naar het bouwen 4.0 en gaat lijken op wat in andere sectoren eerder gebeurde.

 

Meer dan de helft van de grote en middelgrote aannemers geven in het onderzoek van USP  aan dat prefab de beste oplossing is voor arbeidstekorten en dat het faalkosten verlaagd. 61 procent van de respondenten stelt dat prefab de doorlooptijd van een project verkort. Daarnaast geeft 71 procent aan dat prefab zowel in nieuwbouw- als in renovatieprojecten kan worden toegepast.
Voordelen prefab
·     Minder overlast voor omwonenden en het verkeer.
·     Reduceren van de stikstof-uitstoot, of het verplaatsen van de stikstof-uitstoot naar locaties waar het minder schadelijk is.

Nadelen prefab
·     De schaarse grond in combinatie met de regelgeving, die ook nog eens per gemeente kan verschillen, zorgt ervoor dat niet iedere situatie zich meteen leent voor de bouw van prefab-woningen.
·     Er gaat meer tijd zitten in de voorbereiding en planning van een bouwwerk.


BIM standaardisatie

Nut en noodzaak van standaardisatie van BIM definities

De BIM-werkgroep buigt zich over belangrijke vraagstukken rondom BIM en digitalisering. Tijdens de laatste sessie spraken we de experts onder andere over persoonscertificering, standaardisatie, en de rol die FNV kan spelen in het transitieproces.

Digitalisering in de bouw neemt een grote vlucht, waarbij BIM een belangrijke stap is in dit transformatieproces. BIM zal ertoe leiden dat informatie tussen bedrijven, die actief zijn in de bouw, wordt gedeeld. Veel staat en valt bij het gebruik van uniforme en open standaarden, om het simpel uit te drukken: hebben we allemaal hetzelfde beeld bij het begrip ‘deur’.

Om te komen tot deze uniformiteit is buildingSMART opgericht. buildingSMART is een internationale organisatie die ook in Nederland actief is. Met de BIM-werkgroep, opgericht door de FNV en die bestaat uit BIM-experts, bespraken we wat de ambities zijn van buildingSMART en wat daarvan de meerwaarde is. Vooral de persoonscertificering is aantrekkelijk voor degenen die met BIM werken.

Persoonscertificering

buildingSMART biedt de mogelijkheid tot persoonscertificering voor het toepassen van open BIM-standaarden, waarmee wordt beoogd dat iedereen die werkt met BIM vertrekt vanuit dezelfde definities. Dit voorkomt een veelheid aan begripsverwarring in bouwprojecten en zorgt ervoor dat de samenwerking tussen verschillende partijen soepel verloopt. Een internationale werkgroep van buildingSMART werkt samen om te bepalen welke onderdelen in opleidingen aan bod moeten komen om als opleider geaccrediteerd te worden. Ook neemt de internationale werkgroep de toetsen af. buildingSMART verzorgt dus zelf niet de opleidingen maar werkt op nationaal niveau aan de Nederlandse invulling van BIM-standaarden. Het opleiden wordt overgelaten aan gespecialiseerde opleidingsinstellingen, zolang zij voldoen aan de vastgestelde vereisten. Hierdoor is het mogelijk om de inhoud af te stemmen op de doelgroep van de opleiding. Cursisten die een geaccrediteerde opleiding hebben gevolgd ontvangen bij het behalen van het examen hun persoonscertificaat. Dit certificaat is aan het individu verbonden en niet aan de organisatie waar hij of zij werkt.

Degenen die zijn gecertificeerd voldoen daarmee aan de internationale eisen die buildingSMART heeft vastgesteld en garandeert daarmee dat de gecertificeerde een minimaal BIM kennisniveau heeft.  Dat heeft enkele voordelen: de opdrachtgever weet daarmee dat een project volgens de geldende open BIM-standaarden wordt uitgevoerd en de gecertificeerde heeft met zijn of haar kennis toegang tot de internationale bouwarbeidsmarkt. Dat laatste is in tijden van nadruk op het verder ontwikkelen van kennis en vaardigheden om inzetbaar te blijven, van groot belang.

Een bijkomend voordeel van dit traject is dat in het vervolg op het basisprogramma (Professional Certification – Practitioner) de benamingen van BIM functies wordt gestandaardiseerd. In Nederland kennen we vier BIM rollen, in het buitenland is dat beperkt tot drie BIM rollen, omdat de rol van BIM-regisseur daar onbekend is.

Vragen

De BIM werkgroep onderschrijft de aanpak van buildingSMART om te komen tot meer standaarden, maar er zijn wel enkele vragen. Hoe vaak gaat buildingSMART de opleidingsinstellingen doorlichten nadat zij zijn geaccrediteerd? Opleidingsinstellingen worden voor 2 jaar geaccrediteerd, waarna deze verlengd kan worden. Tussentijds houdt buildingSMART bij wat de slagingspercentages zijn van de opleidingen.

BIM is voor veel kleine bedrijven nog lastig, omdat er fors moet worden geïnvesteerd technische faciliteiten, kennis en vaardigheden. De aanname is dat de daarmee gepaard gaande kosten voor veel kleine bedrijven te hoog is. Vanuit buildingSMART is de verwachting dat hier een rol is weggelegd voor brancheorganisaties, maar ook voor vakbonden, die hun leden helpen en ondersteunen.

Tenslotte is de vraag of degenen die al ruime tijd werken in het BIM vakgebied ook de opleiding moeten volgen om het certificaat te halen. Dat is het geval, maar vermoedelijk gaat wel bekeken worden of er voor deze ervaren BIM experts een aparte route kan worden georganiseerd. Uiteindelijk gaat het buildingSMART om het juist toepassen van de internationale open BIM-standaarden en niet het niveau van het beheersen van specifieke softwarepakketten.

Rol vakbond

De FNV ziet BIM en in het verlengde daarvan digitalisering als een onvermijdelijke ontwikkeling in de bouw. De digitale transformatie gaat veel vragen van organisaties en medewerkers. De verwachting is dat er andere organisatievormen ontstaan door meer en intensieve samenwerking door de hele keten heen. Data delen zal steeds meer de praktijk worden. Verder zal de digitaliseringsvaardigheid in veel functies flink omhooggaan. Naast het pleidooi dat er flink geïnvesteerd zal moeten worden in het omscholen en ontwikkelen naar een hoger niveau van medewerkers, denkt de FNV ook na welke rol hij kan vervullen om dit transitieproces te ondersteunen. Bijvoorbeeld door te stimuleren dat zo veel mogelijk bouwmedewerkers bekend raken met BIM.

Heb jij ideeën over de rol van de vakbond bij BIM? Laat het ons weten via uta@fnv.nl

De BIM-experts hebben in zes bijeenkomsten hun kennis en inzichten met ons gedeeld. Door het delen van hun kennis hebben wij de notitie ‘BIM in de Bouw’ kunnen opstellen. Hierin zijn alle bevindingen uit de BIM-werkgroep uiteengezet. Benieuwd naar het document? Via deze link kun je het downloaden.


Discus project: Digitale transformatie in de bouw

In 2019 startte het Discus project (Digital Transformation in the construction sector: challenges en opportunities) gesteund door de EU. Het project was bedoeld om de digitale transformatie in de bouw in kaart te brengen door het uitvoeren van casestudies in België, Bulgarije, Frankrijk, Duitsland, Italië en Spanje.

In oktober 2021 presenteerden de onderzoekers de resultaten van het onderzoek. We geven de belangrijkste resultaten weer.

De bouw in Europa

De bouwsector speelt een belangrijke rol in de Europese economie. Er werken rond de 18 miljoen werknemers in de sector, maar de bouw zorgt ook voor 36% van de CO2 uitstoot. De bouwsector in Europa speelt een belangrijke rol in de herstelplannen na de pandemie. De sector heeft de volgende kenmerken:

  • Er werken vooral mannen.
  • De meeste werknemers zijn op een laag of middelbaar niveau opgeleid.
  • De leeftijd van de werknemers ligt tussen de 25 en 54 jaar, waarbij de leeftijd de laatste jaren aan het stijgen is.
  • Jongeren vinden de bouw steeds minder aantrekkelijk.
  • Er is sprake van een mismatch tussen de bestaande opleidingen en de vraag naar vaardigheden in de bouw.
  • Er is een tekort aan arbeidskrachten.
  • In de bouw werken veel arbeidsmigranten
  • In de bouw zijn veel kleine bedrijven actief met minder dan 10 werknemers.

De effecten van digitalisering in de bouw

Na de agrarische sector is de bouw het minst gedigitaliseerd, hoewel het bewustzijn groeit dat digitalisering een steeds grotere rol gaat spelen. Daarbij is de verwachting dat digitalisering grote veranderingen met zich mee gaat brengen in de manier waarop de bouw is georganiseerd. De onderzoekers wijzen daarbij op de volgende zaken:

  • Er zal veel meer samenwerking mogelijk worden in de hele keten doordat bedrijven informatie en kennis met elkaar delen. De grenzen van sectoren vervagen.
  • Verdergaande standaardisatie en industrialisatie van het hele bouwproces. Pré fab is daar een onderdeel van, waarbij het hergebruik van bouwelementen steeds belangrijker wordt als onderdeel van de circulaire economie.
  • Deze standaardisatie vraagt om eenduidigheid in termen en vraagt om een catalogus met bouwonderdelen. BIM (bouw informatie management) is hierbij een van de belangrijkste innovaties in de bouw.
  • De pandemie heeft tot een versnelling geleid van de digitalisering in de bouw. Het digitaal en virtueel werken is fors gestimuleerd.
  • Het is noodzakelijk dat de digitale vaardigheden van medewerkers te vergroten. Voor zittende medewerkers zal veel meer aandacht moeten ontstaan voor het levenslang leren, ook al omdat de digitale transitie geen eindpunt kent. Om jongeren aan te trekken zal de afstemming tussen het werk in de bouw en de opleiding moeten verbeteren. Door meer aandacht te besteden aan nieuwe functies in de bouw, die aansluiten bij data gedreven bouwen, verwachten de onderzoekers dat de bouw weer aantrekkelijk wordt.

Landen studies

In de 6 deelnemende landen zijn case studies uitgevoerd naar digitalisering. De resultaten van deze deelstudies zijn te lezen in de landenrapporten. De resultaten uit de deelstudies laten zich als volgt samenvatten. De bedrijven in de bouw passen verschillende technologieën toe, zoals BIM, robots, nieuwe software systemen voor het verbeteren van de administratie. Digitalisering is een socio-technische verandering, die effect heeft op verschillende terreinen. Denk aan het economisch, sociaal en cultureel effect. Vanwege deze ingrijpende effecten is het van belang dat verschillende actoren betrokken zijn bij digitalisering in de bouw.

De verwachting is dat in door digitalisering nieuwe functies ontstaan en dat bestaande functies veranderen. Dit geldt voor UTA medewerkers als voor bouwplaatspersoneel. De nodige middelen moeten worden vrijgemaakt om permanente opleidingsinspanningen mogelijk te maken. De onderzoekers wijzen op het ontstaan van arborisico’s zoals toenemende werkdruk, de druk om voortdurend bereikbaar te moeten zijn en de digitale controle van medewerkers. Aan de andere kant kunnen data uit het werkproces een rol spelen bij het terugdringen van arbeidsongevallen.

In de landenstudies valt op dat vakbonden zo goed als geen rol spelen bij de implementatie van nieuwe technologieën in de bouwbedrijven. In veel gevallen is de opvatting dat technologie een technische aangelegenheid is die vooral in handen is van het management. In een enkel geval speelt de vakbond een proactieve rol vanaf het begin bij een digitaliseringsproject en kan hij op die manier invloed uitoefenen op de veranderingen in het werk en in de organisatie.

Aanbevelingen

De onderzoekers formuleren een groot aantal aanbevelingen die zich richten op verschillende actoren. Hier bespreken we alleen de aanbevelingen die bedoeld zijn voor de vakbonden.

De onderzoekers benadrukken dat de vakbonden een veel grotere rol moeten gaan spelen bij digitaliseringsprojecten in bouwbedrijven. En dat in een zo vroeg mogelijk stadium zodat er nog veel keuzemogelijkheden zijn. De focus van de bonden ligt daarbij op de impact voor de organisatie en het werk, maar ook op hoe de samenwerking in de keten door digitalisering verandert. Tevens is het pleidooi om samenwerking te organiseren met instituties die actief zijn in en rond de bouw, denk aan onderzoeksinstellingen zodat ook de bonden zo goed mogelijk geïnformeerd zijn. Tenslotte bepleitten de onderzoekers dat vakbondsvertegenwoordigers zich laten opleiden op het terrein van digitalisering met name rond het onderwerp BIM en het digitaal werken op de bouwplaats.

Tenslotte dit

Lees hier de Executive Summary 'Digital transformation in the construction sector: challenges and opportunities', door Danielle de Nunzio en Serena Rugiero. Het Discus onderzoek heeft resultaten opgeleverd die herkenbaar zijn voor Nederland. Wij denken echter dat Nederland in vergelijking met de landen die aan het onderzoek deelnamen, voorop loopt als het gaat om digitalisering in de bouw. De betrokkenheid van de vakbond bij digitalisering in de bouw kan ook in Nederland beter.

Wij horen graag of u deze opvatting deelt. Dat kan via uta@fnv.nl

 


Building Holland - digitale transitie

Building Holland: Samen krijgen we de digitale transitie op de rit 

De grote opgaven rondom de klimaatdoelstellingen, de energietransitie en het woonakkoord laten zien dat intensieve samenwerking een belangrijk middel is om de beoogde resultaten te behalen. Op zich is dit geen nieuw inzicht, maar bij de innovatiebeurs Building Holland in de Rai te Amsterdam werd deze boodschap met extra nadruk uitgedragen. 

Sprekers Jos van Dalen (directeur van het Programma aardgasvrije wijken), Anne-Marie Rakhorst (Sustainable Development Goals (SDG) Nederland) en Francesco Veenstra (Rijksbouwmeester) deden hun verhaal: bij allen kwamen de verhalen op één punt duidelijk samen: betrek elkaar en doe het gezamenlijk. Niet alleen de bedrijven onderling, maar ook overheden en burgers. Samenwerken loont. 

Samenwerken in de keten

De digitale transitie waar de bouwsector nu middenin zit, vraagt ook om een coöperatieve aanpak. Ben je onderdeel van de keten? Dan ben je afhankelijk van de snelheid van jouw ketenpartners. Sommige bedrijven hebben een concrete visie op het gebied van digitalisering en zijn actief bezig met een organisatie/ambitieplan met een focus op personeel en inrichting van de organisatie. Maar er zijn ook achterlopers, die mede door de huidige drukte op de bouwmarkt niet toegekomen zijn om met digitale ogen naar de toekomst te kijken. De opdrachten komen immers nog binnen, er is werk zat. 

Dat sommige bedrijven nog geen visie hebben opgesteld op het gebied van digitalisering is zorgelijk te noemen. BIM heeft sinds zijn intrede het werk in de bouw behoorlijk veranderd. Waar BIM begon als het bekende 3D model in CAD-software, is deze inmiddels geëvolueerd naar BIM 7D en counting. Zo omvat het onder andere gebruikte materialen, planning, kosten, en gebouwbeheer. In de nabije toekomst zal het materialenpaspoort zijn intrede gaan doen. Dit om de circulariteit van gebouwen meetbaar te maken. Opdrachten verleend door grote klanten hebben steeds vaker als voorwaarden dat het “volledig BIM” moet. Wat gaat dit betekenen voor de digitaal onvolwassen aannemer én de keten? Koplopers in de keten zijn net zo afhankelijk van achterlopers, als andersom. 

Noodzaak om te investeren in medewerkers

De beurs Building Holland liet zien dat er in hoog tempo vele innovaties voor de bouw zijn ontwikkeld. Onze vraag is of de medewerkers in de bouw in staat zijn om in ditzelfde tempo hun kennis en vaardigheden te ontwikkelen. Onze indruk is dat dat niet of niet voldoende gebeurt. FNV|UTA pleit ervoor dat er meer tijd en middelen beschikbaar komen om medewerkers in staat te stellen deze nieuwe ontwikkelingen eigen te maken. Dat kan bijvoorbeeld door het percentage van de loonsom dat wordt besteed aan opleiden en ontwikkelen fors te verhogen. 

FNV|UTA kennismakelaar

Binnen FNV|UTA richten we ons op de digitale transitie omdat we zien dat er ingrijpende veranderingen aankomen. Voor de vakbond is het van belang om inzicht te hebben in deze ontwikkelingen, waarbij we ons vooral richten op de gevolgen voor het werk en de organisatie. FNV|UTA heeft inmiddels diverse samenwerkingen op touw gezet in kader van de digitale transitie.  Het partnerschap met BIMregister, het BIM Loket, de oprichting van de BIM-werkgroep met experts werkzaam bij diverse bedrijven, maar ook de structurele kennisuitwisseling met partijen uit het onderwijs- en onderzoekveld, zowel nationaal als internationaal. Dit geeft ons inzichten waar digitalisering mens en organisatie raakt. En ook hoe mens en organisatie stappen kunnen zetten om tot een geslaagde transitie te komen.  

Wij roepen iedereen op die op een of andere wijze betrokken is bij de bouwsector en in aanraking komt met BIM de handreiking naar elkaar én ons te doen. Benieuwd naar onze inzichten of geïnteresseerd in samenwerken? Mail ons via uta@fnv.nl 

 


anders organiseren

Anders organiseren als antwoord op een turbulente omgeving

Marcel Levi (arts en bekend criticus van het Nederlandse coronabeleid) reisde onlangs naar Engeland. In het Parool beschrijft hij zijn ervaring op Schiphol. Een hele lange rij voor de enige coronacheck balie die open is, terwijl er verschillende Schiphol medewerkers ogenschijnlijk rondlopen niets te doen. Levi vraagt zich hardop af of er nu sprake is van een personeelstekort, zoals veel werkgevers ons willen laten geloven, of dat je beter kunt spreken van een organisatietekort. Dat laatste is natuurlijk het geval.

Inflexibele organisaties

In Nederland worden we al een eeuw lang geplaagd door het Taylorisme. Taylor bedacht dat een organisatie het best functioneerde als de werkzaamheden worden opgeknipt in hele kleine deelhandelingen. Deze hyperspecialisatie leidt volgens Taylor tot de meeste productiviteit. Wat daarbij hoort is een uitgebreid systeem van managers die zorgen voor het toezicht en de afstemming tussen de verschillende onderdelen. Het voorbeeld uit die tijd was de fabriek van Ford met zijn massaproductie. De organisatie was niet bepaald flexibel: je kon een Ford bestellen in elke kleur, als dat maar zwart was.

Deze manier van organiseren veronderstelt dat de omgeving waarin wordt geopereerd stabiel en volstrekt voorspelbaar is. Inmiddels weten we dat dat allang niet meer het geval is. De omgeving waarin bedrijven werken is aan voortdurende verandering onderhevig. Wil een bedrijf overleven dan is het noodzakelijk om zich snel te kunnen aanpassen aan deze omgeving. Dat betekent dat een organisatiestructuur waarin medewerkers zitten opgesloten in kleine taken en niets meer kunnen of mogen dan die werkzaamheden, in de regel niet in staat is om snel te reageren op wat er in de omgeving gebeurt. Vergelijk het met een supertanker die heel lang nodig heeft om de koers te verleggen. Wil een organisatie in de huidige tijd kunnen overleven dan hebben we het over de metafoor van de speedboot: snel en wendbaar.

Twee voorbeelden

De politie Eindhoven constateerde dat de politie inzet niet goed was afgestemd op de ontwikkelingen in de stad. De politie werkte met vaste teams voor inzet bij de horeca, bij voetbal evenementen en bij calamiteiten. Kortom deze teams werkten taakgericht en de teams functioneerden los van elkaar. De politie zag dat een horecateam op volle sterkte om 9.00 uur in de avond niet zo heel zinvol was, want dan is het aantal horecabezoekers gering. Bij de inzet bij voetbalwedstrijden was net andersom: begin van de avond zijn er veel politiemensen nodig en later op de avond juist minder.

Op basis van data-analyses van de afgelopen jaren werden patronen ontdekt in het aantal incidenten en de tijdstippen die om politieoptreden vroeg. Dat leidde tot de gedachte om te werken met flexibele teams die ingezet kunnen worden op basis van wat er in de omgeving speelt. Teams die snel en wendbaar wisselen qua inzet en samenstelling in plaats van vaste teams die op vaste plekken werken. Met realtime data is over wat er zich in de stad voordoet is het mogelijk de inzet te bepalen. Een mooi voorbeeld van datagedreven inzet van de politie. Het resultaat was dat de inzet van politiemensen efficiënter en effectiever werd.

Voor medewerkers was dat fors wennen, want de vaste structuren en vaste collega’s wisselen. Bij de invoering van deze andere manier van werken is veel tijd besteed om politiemensen mee te laten denken en de tijd te gunnen hieraan te wennen.

De projectleider die de leiding had over deze andere manier van werken geeft een waarschuwing, dat deze andere manier van werken niet zonder meer kan worden gekopieerd naar andere korpsen. Het is maatwerk en moet passen bij de cultuur van de eigen organisatie.

Het Noorse bedrijf Aker Solutions houdt zich bezig met olie- en gaswinning. Deze reus is bezig de omslag te maken naar het gebruik van andere energiebronnen. Een forse opgave want dit bedrijf is groot geworden met fossiele brandstoffen, waar het doorgaans ging om grote projecten. De energietransitie betekent op dit moment dat binnen Aker veel kleine teams zich buigen over de vraag hoe zij deze transitie kunnen realiseren. Het bedrijf ontdekte dat het werken met teams waarin medewerkers gespecialiseerd zijn in één soort deskundigheid belemmerend werkt bij de transitie. Het maakt de organisatie traag in het reageren op nieuwe ontwikkelingen die zich buiten Aker voordoen.

De conclusie was dat elk teamlid minimaal twee specialisaties moet beheersen, zodat de inzetbaarheid van de medewerkers in elke fase van een project mogelijk is. De energietransitie vraagt van medewerkers mulitinzetbaarheid en om medewerkers die hun verantwoordelijkheid nemen in projecten. De wendbaarheid van het bedrijf om te reageren op ontwikkelingen die zich in de markt voordoen, is daarmee groter en sneller.

Voor- en nadelen

Bredere inzetbaarheid heeft voor de organisatie als voordeel dat de medewerker efficiënter worden ingezet. Dat kan leiden tot een hogere werkdruk met alle gevolgen van dien. Maar bredere inzetbaarheid betekent ook dat de medewerker zijn of haar kwaliteiten beter kan gebruiken en daardoor in staat is zich verder te ontwikkelen. En dat is met het oog op het vergroten van de positie op de arbeidsmarkt van belang.

Een grotere inzetbaarheid moet niet leiden tot meer werkdruk. Daarom is het noodzakelijk dat de manier waarop de organisatie is ingericht en de wijze waarop functies zijn vormgegeven in balans zijn. Het balansmodel beschrijft op welke manier functies ingericht moeten worden. Goed werk bestaat uit hoge taakeisen en veel regelmogelijkheden. Werk dat bestaat uit hoge taakeisen en weinig regelmogelijkheden, levert een stressrisico op.

Figuur 1: Balansmodel taakeisen versus regelmogelijkheden (Bron: Frank Pot. Vakbond en goed werk)

Weinig regelmogelijkheden Veel regelmogelijkheden
Hoge taakeisen stressrisico Goed werk met leermogelijkheden
Lage taakeisen Geen leermogelijkheden Saai werk

Tenslotte is een rol voor de vakbond weggelegd om samen met andere actoren in het bedrijf de organisatie toekomstbestendig te maken. Dat betekent dat samenwerking tussen de vakbond, het management, HR experts en de OR zorgt voor de nodige deskundigheid op het terrein van organisatie inrichting en kwaliteit van werk.

 

Verwijzingen:

Menno Lanting. Olietankers en speedboten. Business Contact, 2014

Marcel Levi. Personeelstekort? Vaak is het werk extreem slecht georganiseerd. In: Parool, 23 september 2021

Rosa Kösters, Wim Eshuis. De vakbond en de werkvloer, op zoek naar nieuwe relaties. Amsterdam: De Burcht, aug 2020

Frederick Winslow Taylor. The principles of scientific management. Management Boek, 2011 (vertaalde versie)


Historische stap betaald ouderschapsverlof

De Eerste Kamer heeft vorige week ingestemd met de Wet Betaald Ouderschapsverlof, die beide ouders het recht geeft op 9 weken verlof. Ook is er ingestemd met een motie om het betalingsniveau te verhogen van 50 naar 70 procent.  

Kitty Jong, vicevoorzitter FNV: ‘We zijn blij dat na een strijd van tientallen jaren de stap naar betaling van het ouderschapsverlof is gezet. Het is goed dat de Eerste Kamer het betalingsniveau heeft aangepast. Evengoed blijven we zorgen houden dat niet alle inkomensgroepen het verlof op zullen nemen. Bij het geboorteverlof voor partners zien we nu al dat met name de lage inkomensgroepen het verlof niet opnemen.’

Nederland liep achter

Vanaf de jaren ’80 pleit de FNV al voor invoering van betaald ouderschapsverlof, omdat dit bijdraagt aan gelijkere verdeling van werk en zorgtaken en daarmee aan een betere positie van vrouwen op de arbeidsmarkt. Nederland liep de laatste decennia achter op het gebied van verlof voor ouders na de geboorte van een kind. Het is dan ook een grote en historische stap dat ouders vanaf augustus 2022 recht krijgen op 9 weken betaald ouderschapsverlof.

Minimaal 80 procent

Ondanks de verhoging van de Eerste Kamer van 50 naar 70 procent doorbetaling blijft de FNV zorgen houden over het betalingsniveau van het ouderschapsverlof. Ouders krijgen dus maximaal 70 procent van hun loon doorbetaald tijdens het verlof. Veel ouders kunnen zo’n gedeelte van hun loon niet missen. De ILO berekende eerder dat het betalingsniveau van verlof minimaal 80 procent moet zijn, willen vooral vaders bereid zijn dit verlof op te nemen. Kitty Jong: ‘Daarmee dreigt het betaald verlof alleen voor mensen met hogere inkomens toegankelijk te zijn. Daarmee komt emancipatie en een gelijkere werk-zorgverdeling voor minder goed betaalde ouders echt te langzaam op gang.’

Oproep aan formerende partijen

FNV heeft er zowel bij de Tweede als de Eerste Kamer op aangedrongen om het percentage te verhogen. Minister Koolmees heeft de beslissing over een eventuele verhoging overgelaten aan een volgend kabinet. FNV roept de formerende partijen dan ook op om het betalingsniveau tot minstens 80 procent te verhogen in de formatie, zodat álle ouders de mogelijkheid hebben het verlof op te nemen in het eerste levensjaar van hun kind.