Heb ik de winterblues of een winterdepressie?
Omdat het minder lang licht is en het daglicht ook zwakker is dan in een ander seizoen, kun je je deze winter somber en neerslachtig voelen. Veel mensen hebben last van een winterdip of de zogenoemde ‘winterblues’. 1 op de 10 Nederlanders krijgt last van een winterdip of een winterdepressie.
Op het eerste gezicht lijken een winterdip en een winterdepressie op elkaar. Ze komen beide veel vaker voor als de dagen korter worden, zijn allebei hartstikke vervelend, en hebben beide een negatieve invloed op de gemoedstoestand. Maar vergis je niet, het zijn toch twee totaal verschillende dingen. Iemand met een dip kan de dagelijkse bezigheden ondanks de dip nog wel volhouden, terwijl iemand met een winterdepressie echt niet of nauwelijks meer in staat is te functioneren. De winterdip heeft ongeveer 8.5% van de Nederlanders last van. Het heeft vergelijkbare klachten met de winterdepressie, maar zijn dus wel milder. Daarnaast krijgt ongeveer 3% van de Nederlanders dit seizoen te maken met een winterdepressie. De een heeft meer aandacht nodig dan de ander. Dit zijn de belangrijkste kenmerken:
Winterdip:
- Een neveneffect van je lichaam, omdat het zich moet aanpassen op de donkere dagen dit seizoen,
- Je bent prikkelbaar,
- Je kan je minder goed concentreren/ je bent besluiteloos,
- Minder of geen behoefte aan sociale contacten,
- Je eten smaakt niet meer, of je wil juist meer eten,
- Gaat na een week of twee weer over, wanneer je lichaam helemaal is aangepast aan het nieuwe ritme dit seizoen,
- Heeft geen behandeling nodig.
Winterdepressie:
- Is een psychische aandoening,
- Gaat meestal niet over zonder behandeling. Bijvoorbeeld lichttherapie onder een speciale lamp kan helpen (als je 1x per dag in het licht van deze lamp zit, is er vaak al verbetering na een week). Of je kunt vragen om een doorverwijzing naar de psycholoog,
- Duurt het hele herfst- en winterseizoen, wordt vanaf het voorjaar weer minder,
- Heeft ergere symptomen; je kunt niet meer functioneren, je bent extreem prikkelbaar, en je hebt helemaal nergens meer zin in, je hebt meer slaap nodig (soms wel 14 uur op een nacht en je hebt meer eetlust (vooral koolhydraatrijk en zoet),
- Zorgt voor een permanente negatieve stemming.
- Je mag van een winterdepressie spreken als je tenminste 2 jaar achter elkaar deze klachten hebt.
Praat erover
Dit is misschien wel de belangrijkste tip die we je kunnen geven. Lucht je hart, het kan wonderen doen. Blijf er niet zelf mee zitten, maar praat over de winterblues of -depressie met je partner, vriend, of collega. Misschien ervaren zij wel hetzelfde en ben je niet de enige die het op het moment wat moeilijker heeft. En blijf je je neerslachtig en somber voelen, aarzel dan vooral niet en bespreek de klachten met je huisarts.
Als je door de depressie (bang bent dat je binnenkort) niet in staat bent om je werk uit te kunnen voeren, kun je contact opnemen met de bedrijfsarts. Dit contact is vertrouwelijk. De bedrijfsarts kan je persoonlijk advies geven met betrekking tot jouw situatie.
Lees hier alles over de kenmerken van een winterdepressie en wat je er tegen kunt doen.
Tips tegen de winterblues
Is het geen winterdepressie maar kun je wel een opkikker gebruiken deze winter? Nu de kans op sneeuw en daarmee sneeuwpret alsmaar afneemt, kun je hier nog wat tips vinden om de winterdip van je af te schudden, of nog beter; het te voorkomen!
- Neem tijd voor jezelf
Door de winterdip kun je je sneller futloos en vermoeid voelen. Negeer deze signalen vooral niet, en gun jezelf wat tijd om je energie weer aan te vullen. Wat geeft jou energie? Zoek een rustige activiteit die je mentale gesteldheid een boost geeft. Bijvoorbeeld een warm bad, een massage, of gewoon lekker op de bank zitten met een film of boek en kop warme chocolademelk. - Ga op tijd naar bed
In deze periode is het belangrijk om je slaapritme goed in de gaten te houden. Als je van jezelf al weet dat je gevoelig bent voor de winterdip, zorg dan dat je voor 11 uur ’s avonds in je bed ligt, en ook op een regelmatig tijdstip weer opstaat. Het is soms een uitdaging, maar acht uur slaap per dag is altijd belangrijk, dus ook nu. - De deur uit
Bah, guur, koud, nat.. Toch is het goed om naar buiten te gaan en je dagelijkse portie daglicht te krijgen. In deze tijd van het jaar gaan veel mensen in het donker richting hun werk, en komen ook pas weer thuis als het donker is. Probeer overdag een rondje te lopen buiten en een frisse neus te halen. Bij voorkeur in de ochtend, zodat het brein zoveel mogelijk wordt blootgesteld aan zonlicht om de biologische klok te reguleren en de stemming te verbeteren. - Beweeg
Eerder plaatsen we een artikel over dat we teveel zitten en dat daar gezondheidsrisico’s aanzitten. Te weinig bewegen kan er ook voor zorgen dat je een winterdip krijgt. Van een half uurtje bewegen per dag krijg je al een aardige dosis endorfine en serotonine; twee stofjes die ervoor zorgen dat je je beter in je vel voelt. - Haal groen in huis
Onderschat de kamerplant vooral niet. Al die kale bomen buiten kunnen onbewust je humeur beïnvloeden. Mensen reageren van nature goed op de natuur. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt bovendien dat planten in huis je stressniveau naar beneden brengen. Sterker nog, zelfs een plaatje van een plant heeft al effect. - Wees positief
Even klagen over bijvoorbeeld het weer is natuurlijk super lekker, maar we worden er ook negatiever van. Probeer eens de positievere kanten te noemen. Je kan vragen of een vriend of vriendin je winterbuddy wil zijn. App elkaar elke dag een winters hoogtepunt. Bijvoorbeeld dat je kan genieten van de knusse kerstverlichting of iets moois wat het winterse weer teweeg heeft gebracht. - Mooie vooruitzichten
Er is echt geen beter moment om je zomerplannen te maken. Door alle voorpret en te dagdromen over de zomer, komt de lente een stuk sneller dichterbij.
Hestia Claudia Tuinfort: “Het is geen mannenwerk. Het is gewoon werk”
Hestia is de Griekse godin van de bouwkunst. In deze rubriek wordt een moderne godin van de bouwwereld geïnterviewd. Over haar inspiratie, de bouwwereld, en wat ze het leukst vindt in haar werk. Deze week is Claudia Tuinfort, Timmervrouw bij Van Wijnen aan het woord.
Naam: Claudia Tuinfort 
Functie: Timmervrouw bij Van Wijnen
Leeftijd: 19
Opleiding: MBO 3 Timmeren bij Bouwmensen Dordrecht
Wanneer ontdekte je dat je de bouw in wilde?
“Dat begon eigenlijk toen we onze schuur opnieuw moesten bouwen. Ik hielp mee en merkte dat ik het superleuk vond om te doen. Mijn vader is altijd timmerman geweest en heel handig. Daar keek ik enorm tegenop en ik dacht: als je dat allemaal zelf kunt, is dat heel handig. Ik ben ook creatief aangelegd, altijd bezig geweest met knutselen en dingen maken. Dat samen zorgde ervoor dat ik de bouw in wilde.”
Hoe werd daarop gereageerd?
“Mijn familie reageerde superpositief en heel ondersteunend. Ze vonden dat het goed bij me paste, omdat ik altijd al handig was. Natuurlijk kreeg ik ook wel negatieve reacties. Zo zei een docent achter mijn rug dat hij dacht dat ik het niet zou halen. Dat vond ik jammer, maar het gaf me ook motivatie om te laten zien dat ik het wél kan. Uiteindelijk is 99% gewoon positief geweest.”
Wat maakt de bouw zo leuk? Wat vind je het allerleukst aan je werk?
“Ik vind het fijn dat ik niet de hele dag achter een scherm hoef te zitten, dat past gewoon niet bij mij. In de bouw kan ik met mijn handen werken, creatief nadenken en echt iets maken. De sfeer op de bouw is vaak relaxed. Mannen zijn direct, er wordt weinig geroddeld en het is gezellig. Ik vind het ook gewoon grappig om met die “lompe mannen” samen te werken. Dat maakt het werk leuk.”
Wie in de bouw inspireert jou?
“Mijn vader is mijn grootste inspiratie. Hij kon altijd alles maken en dat bewonder ik. Ook de vakmensen op mijn werk inspireren me. Soms ben ik uren bezig met een probleem en dan lossen zij het in vijf minuten op. Dat vind ik heel knap. Een echt rolmodel heb ik niet per se, maar ik leer veel van de mensen om me heen.”
Wat zijn je dromen voor de toekomst?
“Eerst wil ik mijn diploma’s halen en ervaring opdoen. Daarna lijkt het me leuk om leermeester te worden en anderen het vak te leren. Uiteindelijk wil ik een eigen bedrijf beginnen, samen met mijn broer die ook timmerman is. Mijn droom is om daar ook ruimte te maken voor vrouwen in de bouw. Ik zou graag een veilige plek bieden waar ze kunnen werken en leren, zodat de stap minder groot is.”
Wat zou je willen zeggen tegen meisjes/vrouwen die een baan in de bouw overwegen?
“Gewoon doen! Als je het leuk vindt, moet je ervoor gaan. Natuurlijk krijg je soms te maken met negatieve reacties of vooroordelen, maar het is geen mannenwerk. Het is gewoon werk. Iedereen kan het doen. Ik ben heel blij dat ik deze keuze heb gemaakt. Ik ga elke dag met plezier naar mijn werk en doe dingen die ik leuk vind.”
Is er iets dat je zelf graag wilt toevoegen?
“Omdat ik een vrouw ben in een mannenwereld heb ik vaak het gevoel dat ik me extra moet bewijzen. Alsof ik altijd 120% moet geven in plaats van 100%. Dat kan soms druk geven, bijvoorbeeld als ik zware platen moet tillen en denk: ik mag dit niet loslaten, want dan zien ze me als ‘zwak’. Aan de andere kant motiveert het me ook om het beste uit mezelf te halen. Maar ik hoop dat het in de toekomst normaal wordt dat vrouwen in de bouw werken, zonder dat ze zich steeds hoeven te bewijzen.”
Hestia Esther Knabben: “netwerken zijn heel belangrijk, zodat vrouwen zich welkom voelen en blijven in de sector”
Hestia is de Griekse godin van de bouwkunst. In deze rubriek wordt een moderne godin van de bouwwereld geïnterviewd. Over haar inspiratie, de bouwwereld, en wat ze het leukst vindt in haar werk. Deze week is Esther Knabben, Directeur Regiogroep bij Haskoning aan het woord.
Naam: Esther Knabben
Functie: Directeur regiogroep Infrastructuur bij Royal Haskoning DHV
Leeftijd: 50
Opleiding: HTS Verkeerskunde, Technische Bestuurskunde (TU Delft)
Wanneer ontdekte je dat je de bouw in wilde?
"Eigenlijk niet op één specifiek moment. In mijn familie zitten veel ingenieurs, dus techniek was altijd vanzelfsprekend. Ik vond techniek en de bèta-vakken leuk en zo was de keuze heel logisch. Mijn keuze voor verkeerskunde kwam vooral doordat een nicht die studie deed en daar enthousiast over vertelde. De combinatie techniek en creativiteit kwam er mooi in naar voren. Ik heb er nooit spijt van gehad.”
Hoe werd daarop gereageerd?
“Mensen reageerden vooral verbaasd op de keuze voor het vakgebied verkeerskunde. want dat was nogal onbekend. Negatieve reacties op dat ik voor een technische studie koos, heb ik nooit gehad. Binnen mijn familie was het juist heel normaal.”
Wat maakt de infra zo leuk?
“Vooral de mensen: bescheiden, trots op hun vak, en altijd gericht op kwaliteit. Samen puzzelen tot alles klopt, hoe iets nog mooier, beter of efficiënter kan. Bijdragen aan iets dat de maatschappij nodig heeft zonder al te veel poehaa, dat past wel bij mij. Dat geeft voldoening. Het gaat misschien niet altijd om grootse dingen, maar wel om werk dat écht impact heeft op het leven van mensen. Ik zeg altijd, je denkt er vast niet vaak aan, maar wat als bruggen, sluizen, wegen en fietspaden, riolering en openbare verlichting het niet meer doen? Dan is het toch supermooi dat mensen hier met zoveel passie aan werken. Dat maakt me echt trots!”
Wie in de bouw inspireert jou?
“Ik laat me inspireren door de mogelijkheden om het beter, duurzamer en slimmer te doen. Ik word enthousiast van collega’s die innoveren, nieuwe technieken inzetten en jong talent meenemen. Zelf heb ik veel gehad aan mentoren: ervaren mensen die hun kennis en netwerk met mij deelden. Daarnaast heb ik binnen Haskoning een vrouwennetwerk opgericht, om af en toe te sparren als je ergens tegenaan loopt, met een vertrouwd persoon. Daar merk ik hoe inspirerend en leuk het is dat vrouwen elkaar weten te vinden. Bijvoorbeeld als ze overwegen ergens te solliciteren, of tegen iets aan lopen waar ze niet meteen raad mee weten.”
Wat vind je het allerleukst aan je werk?
“Mooie dingen maken die echt werken en mensen onderling verbinden om dat te realiseren. Ik onderstreep ook het belang van “leuk en lol in je werk”. Waar mensen met plezier werken, gaat de energie stromen komen. Daarvoor hebben mensen speelruimte nodig. Ruimte om iets uit te proberen, met elkaar te sparren en te elkaar uit te dagen. Innoveren is toch ook een beetje uitproberen en als het misgaat leren en verbeteren, zonder dat je daar meteen op afgerekend wordt. Daar kun je als leidinggevende een belangrijke rol in spelen.”
Wat zijn je dromen voor de toekomst?
“Ik hoop dat opdrachtgevers en opdrachtnemers meer vanuit vertrouwen samenwerken. Gelukkig gaat het vaak goed, maar er is nog veel te winnen. De opgaven waar we als maatschappij voor staan zijn complex en deskundig personeel is schaars, zowel aan de opdrachtgever als aan de opdrachtnemerskant. Laten we vooral samen zoeken naar hoe we tot slimme en goede oplossingen komen. Als je de vraag van de opdrachtgever beter doorgrond, kun je hem ook beter helpen. Daarvoor zijn langdurige relaties en echte openheid voor nodig. Alleen door echt samen te werken krijgen we de beste oplossingen.”
Wat zou je willen zeggen tegen meisjes/vrouwen die een baan in de bouw of infra overwegen?
“Gewoon doen! Ga voor wat je leuk vindt, wees niet te braaf en niet te bang. Je kunt heel veel meer dan je denkt! Laat je ambities zien, gebruik je netwerk en oefen je ‘elevatorpitch’. Enthousiasme leidt er toe dat je mensen om jezelf heen gaat verzamelen die je steunen en kansen geven – zowel mannen als vrouwen overigens.”
Is er iets dat je zelf graag wilt toevoegen?
“Ik hoop dat we ooit op een punt komen dat we vrouwen in de bouw niet meer apart hoeven te benoemen en dat het gewoon normaal is. Tot die tijd zijn netwerken en zichtbaarheid heel belangrijk, zodat vrouwen zich welkom voelen en ook blijven in de sector.
Wat daarbij echt verschil maakt, is dat er vrouwen in sollicitatie- en selectiecommissies zitten. Sinds ik leidinggevende ben, is de helft van de nieuwe aanstellingen vrouw. Dat zegt wat iets: vrouwen zien sneller mogelijkheden als er al vrouwen aan tafel zitten.”
Loon tijdens ziekte volgens de cao Bouw & Infra
Ziek zijn is altijd erg vervelend en kan een enorme impact hebben, zo ook op je financiën. Wat gebeurt er eigenlijk met je salaris als je ziek bent? En welke rechten heb je als werknemer in zo’n situatie? In dit artikel lees je alles over je loon tijdens ziekte volgens de cao Bouw en Infra.
Heb je tijdens ziekte recht op loon? Ja! Jouw werkgever moet jou wettelijk gezien tenminste 70% van je salaris betalen tijdens de eerste twee jaar ziekte. In cao’s mogen hierover andere afspraken gemaakt worden.
In de cao Bouw & Infra is bepaald dat je werkgever (als dit leidt tot een hoger bedrag):
- gedurende het eerste ziektejaar 100% van het vast overeengekomen loon of salaris betaalt.
- gedurende het tweede jaar betaalt de werkgever jou 70% van het vast overeengekomen loon of het salaris.
https://www.youtube.com/watch?v=KVezP57IDnI
Uitzonderingen
In de cao Bouw & Infra zijn nog enkele uitzonderingen opgenomen voor UTA- en bouwplaatsmedewerkers. Ben je als bouwplaatsmedewerker ziek geworden door het uitvoeren van bouw- en infra-activiteiten voor anderen dan je werkgever en heb je dit werk zonder toestemming van je werkgever gedaan? Dan hoeft je werkgever je gedurende de eerste drie maanden van de ziekte slechts het wettelijk verplichte deel van je loon te betalen (70%).
Voor UTA-werknemers geldt dat als je werk voor anderen dan je werkgever doet, je werkgever je slechts het wettelijke gedeelte hoeft te betalen. Dit geldt ook als je gedeeltelijk arbeidsgeschikt bent.
Wachtdagen
Meestal krijg je vanaf de eerste dag van je ziekte het loon doorbetaald. Maar soms is er sprake van wachtdagen. De werkgever hoeft dan over de eerste dag of eerste twee ziektedagen geen loon te betalen. Dit mag alleen als dit is geregeld in de cao of arbeidsovereenkomst. In de cao Bouw & Infra is bepaald dat de werkgever geen loon hoeft te betalen over de eerste ziektedag als jij je voor de tweede of derde keer ziekmeldt binnen één kalenderjaar.
Als jij binnen vier weken na je betermelding weer ziek wordt, dan geldt dat als dezelfde ziekmelding. Er is dan geen sprake van een nieuwe ziekmelding, waardoor er geen wachtdag is.
Loondoorbetaling na afloop van tijdelijk contract: Ziektewet-uitkering
Loopt jouw contract binnen twee jaar na je eerste ziektedag af? Dan vervalt de loondoorbetalingsplicht van de werkgever als jouw contract eindigt. Je hebt dan recht op een ziektewetuitkering van het UWV. Je krijgt dan 70% van het dagloon dat je verdiende voordat je ziek werd. Ook hier geldt dat je de uitkering ontvangt zolang je ziek bent, tot maximaal twee jaar na je eerste ziektedag.
Na één jaar word je door het UWV opgeroepen voor een keuring. Als je dan voor minder dag 35% arbeidsongeschikt bevonden wordt, verlies je de ziektewetuitkering.
Heb je vragen, of hulp nodig? Stuur gerust een e-mail naar uta@fnv.nl .
Hestia Maaike Waals: “Die mannen zijn echt niet zo eng als ze eruitzien”
Hestia is de Griekse godin van de bouwkunst. In deze rubriek wordt een moderne godin van de bouwwereld geïnterviewd. Over haar inspiratie, de bouwwereld, en wat ze het leukst vindt in haar werk. Deze week is Maaike Waals, timmervrouw bij Van Wijnen aan het woord.
Naam: Maaike Waals 
Functie: Timmervrouw bij Van Wijnen
Leeftijd: 24 jaar
Woonplaats: Papendrecht
Opleiding: MBO Timmerman niveau 2
Wanneer ontdekte je dat je de bouw in wilde?
"Eigenlijk wist ik het al vrij jong. Als kind liep ik vaak mee met mijn vader, die kraanmachinist is. Ik vond dat altijd al leuk, maar dacht er toen nog niet serieus over na. Op de middelbare school moesten we aan het einde van het tweede jaar kiezen welke richting we op wilden. Economie, zorg of koken waren niks voor mij, dus ik koos techniek. Toch durfde ik toen nog niet gelijk voor de bouw te gaan.
Ik heb eerst nog de opleiding Onderwijsassistent gedaan, omdat ik het leuk vind om mensen iets te leren. Tegelijkertijd bleef ik klussen naast mijn opleiding, en toen merkte ik dat ik dat eigenlijk veel leuker vond. Uiteindelijk ben ik dus toch de bouw in gegaan."
Hoe werd daarop gereageerd?
"Thuis waren ze supertrots. Mijn vader, mijn oma’s vonden het geweldig. Ook mijn vrienden waren positief. Alleen mijn favoriete docent op het mbo vond het zonde dat ik in mijn laatste jaar stopte. Maar zelfs zij zei: ‘Dat had je veel eerder moeten doen.’
Echt negatieve reacties heb ik niet gehad. Hooguit mensen die voorzichtig vroegen: ‘Weet je het zeker?’ Maar dat zie ik eerder als bezorgdheid dan negativiteit."
Wat maakt de bouw zo leuk?
"De variatie en het bezig zijn met je handen. Je maakt iets tastbaars. Soms kijk ik terug en zie ik dat er op een plek waar eerst alleen zand lag nu een heel gebouw staat. Dat heb je dan toch maar mooi neergezet met elkaar. Dat geeft voldoening."
Wie in de bouw inspireert jou?
"Mijn leermeester van mijn vorige werk. Hij en zijn collega leerden me niet alleen het vak, maar ook hoe ik mezelf moest zijn. Hij had zelf dochters, dus hij begreep me. Hij merkte het zelfs als ik ongesteld was, gewoon aan mijn gedrag. Dat voelde heel veilig en vertrouwd. Die mannen hebben me echt geleerd om voor mezelf op te komen. Ze beschermden me in het begin, maar gaven me ook het zelfvertrouwen om m’n plek te pakken in de bouw."
Wat vind je het allerleukst aan je werk?
"Het werk zelf! Gewoon lekker met je handen bezig zijn. En de samenwerking met collega’s en hoe je samen naar een eindresultaat toewerkt. Natuurlijk is niet elk project hetzelfde, maar dat maakt het juist leuk."
Wat zijn je dromen voor de toekomst?
"Ik wilde altijd leermeester worden en dat ben ik inmiddels, dus dat doel heb ik behaald. Nu wil ik me vooral verder ontwikkelen en meer doen met educatie. Bijvoorbeeld zelf activiteiten organiseren voor basisscholen om kinderen kennis te laten maken met de bouw. Laatst hadden we op de zaak een open dag voor basisscholen, en dan merk je dat kinderen anders reageren als ze zien dat er ook een vrouw in de bouw werkt. Ze worden opener en enthousiaster. Daar wil ik meer mee doen."
Wat zou je willen zeggen tegen meisjes/vrouwen die een baan in de bouw overwegen?
"Gewoon doen! Die mannen zijn echt niet zo eng als ze eruitzien. Ik dacht dat eerst ook, maar het valt reuze mee. Ze lijken soms wat lomp, maar meestal zijn ze gewoon hartstikke aardig. En als je ergens werkt waar het niet goed voelt, zoek dan een andere plek. Niet elk bedrijf is hetzelfde. Er zijn ook bedrijven waar het wel goed geregeld is, waar je serieus genomen wordt en je gewoon fijne collega's hebt."
Is er iets dat je zelf graag wilt toevoegen?
"Dat het belangrijk is dat vrouwen passende werkkleding krijgen. Toen ik begon, had ik alleen mannen broeken. Ik ben in een jaar tijd door zeven broeken heen gescheurd, omdat ze gewoon niet goed pasten. Nu hebben we kleding die wél goed zit en dat maakt een wereld van verschil. Het zit niet alleen lekkerder, het voelt ook professioneler en veiliger.
Werkgevers zouden verplicht moeten worden om fatsoenlijke werkkleding voor vrouwen te regelen. Want als je je comfortabel voelt in je kleding, voel je je ook serieuzer genomen."
Ziek tijdens vakantie? Dit moet je doen
Eindelijk geniet je van je welverdiende vakantie na weken of maanden hard werken. Maar dan word je ziek. Super vervelend. Naast dat je minder of niet kunt genieten van je vakantie, kan het ook zo zijn dat je je vakantiedagen kwijt bent. Of toch niet? Wij vertellen je wat je moet doen.
In onderstaande video legt Caroline van Ooijen uit wat jouw rechten en plichten zijn als je ziek bent tijdens je verlof.
https://www.youtube.com/watch?v=po_IrG5aG1I&list=PLFr23ec3V0UBUg63B1yQ1Xd91bHie2InN&index=7
Meld je meteen ziek
Als je ziek wordt tijdens je vakantie, meld je dit meteen aan je werkgever. Dit doe je op de manier die je gewend bent. Meestal zijn hier afspraken over gemaakt in het bedrijfsreglement of in je arbeidsovereenkomst. Zo kunnen er afspraken zijn dat je je voor een bepaalde tijd of bij een bepaald persoon moet ziekmelden. Iemand anders mag ook contact met je werkgever opnemen, als jij zelf niet in staat bent om dit te doen.
Zodra je beter bent, meld je dit ook direct aan je werkgever. Het kan zijn dat je oproep krijgt van de bedrijfsarts als jij weer terug bent. Afhankelijk van of je nog ziek bent, kun je met je werkgever overleggen of de afspraak bij de bedrijfsarts nog wel of niet nodig is.
Overleg met een arts of je naar huis kunt
Ben je in het buitenland of op een ander vakantieadres? Dan hoef je niet naar huis als dat medisch niet verantwoord is. In dat geval is het belangrijker dat je snel beter wordt. Ga daarom zo snel mogelijk naar een arts. De arts moet dan verklaren dat jij ziek bent en of je kan reizen of niet. Als je alleen thuis kan herstellen, kan je beter wel naar huis gaan. Ook dit bespreek je met de arts.
Blijf bereikbaar
Tijdens je ziekte is het belangrijk om bereikbaar te zijn voor je werkgever, als je wil dat je vakantiedagen ingetrokken worden. Je bent dan ziek net zoals je thuis zou zijn. Dan moet je ook bereikbaar zijn voor je werkgever. Geef daarom je vakantie- of verpleegadres door aan je werkgever. Ook is het van belang dat je aan de arts vraagt of hij een officiële doktersverklaring geeft, waarin de diagnose, het advies van de arts en de verwachting van de ziekteduur in staat. Dit dient als bewijs en kan eventuele onduidelijkheden achteraf voorkomen.
Wat gebeurt er met je vakantiedagen?
Je werkgever mag geen vakantiedagen inhouden over de dagen dat je ziek bent. Hiervoor is het wel van belang dat je je meteen ziekmeldt bij je werkgever en bereikbaar bent.
Stem jij in dat je verlofdagen wel afgeschreven worden, dan mag je werkgever deze ook gewoon afschrijven. In je arbeidsovereenkomst of cao kunnen soms andere regels staan. Maar voor de cao Bouw & Infra is dit niet het geval.
Ben je al ziek en wil je nog op vakantie?
Je vakantie komt er eindelijk aan en dan….. word je ziek. Denk jij dat het wel mogelijk is om van je vakantie gebruik te maken? Overleg dit dan met je werkgever en/of bedrijfsarts. Zij moeten toestemming geven of je op vakantie mag tijdens ziekte. De bedrijfsarts zou dit bijvoorbeeld kunnen weigeren als jouw vakantie juist je herstel in de weg zou staan.
Als je op vakantie gaat terwijl je (gedeeltelijk) ziek bent, dan mag de werkgever gewoon 100% van de vakantiedagen afschrijven. In je arbeidsovereenkomst of cao kunnen soms andere regels staan. Maar voor de cao Bouw & Infra is dit niet het geval.
Kom je er niet uit?
Wil je werkgever toch je vakantiedagen inhouden terwijl je je wel meteen hebt ziekgemeld en aan de voorschriften hebt gehouden? Neem dan contact met ons op! Stuur een mail naar uta@fnv.nl en we helpen je verder. Download hier de Checklist Ziekte en Vakantie.
Werken bij hitte op de bouwplaats of achter je bureau
Werken bij hoge temperaturen of in de zon brengt risico’s met zich mee. Hoe zorgen jij en je werkgever ervoor dat werken in de hitte veilig blijft? Met onze tips overleef je de heetste dagen op de zomer.
Zo’n 39 % van de Nederlandse werknemers werkt wel eens in (extreme) hitte. In de bouw is dat percentage nog veel groter! Vaak is werken in extreme warmte heel vervelend, maar niet direct gevaarlijk. Je mag volgens de wet niet zomaar werk weigeren. Wel moeten jij en je werkgever maatregelen nemen, zodat jij je werk veilig kunt uitvoeren.
Let op: Als je werkgever geen maatregelen treft terwijl er direct gevaar voor je gezondheid of veiligheid dreigt, mag je je werk natuurlijk wel stilleggen. Dat staat in artikel 29 van de Arbowet. Neem in zo’n geval contact op met het Arbo-Adviespunt van de FNV.
Wanneer is warm té warm?
In de Arbowet staat niet precies wanneer er sprake is van ernstige en onmiddellijk gevaarlijke hitte. Risico’s hangen namelijk niet alleen van de temperatuur af, maar ook van bijvoorbeeld de luchtvochtigheid en je werkkleding.
Een ding staat wel vast: werken in de hitte mag niet ongezond zijn voor jou. Als je het te warm krijgt of zelfs oververhit raakt, kun je last krijgen van hoofdpijn, duizeligheid of zelfs erger.
Richtlijnen voor op kantoor
Temperatuur alleen zegt dus niet zoveel. Daarom is het lastig om wetten voor alle werkgevers te bepalen. Er zijn wel wat richtlijnen voor werken bij hoge temperaturen op kantoren. Deze richtlijnen geven houvast, maar het zijn geen wetten:
- Een temperatuur boven 26 graden is een extra last voor je lichaam. Je werkgever moet oplossingen bedenken om de werkruimte af te koelen
- Op een kantoor waar licht lichamelijk werk wordt gedaan, mag het niet warmer worden dan 28 graden
- Bij meer lichamelijk werk mag de temperatuur maximaal 26 graden zijn als je de lucht duidelijk voelt stromen. Is dat niet het geval? Dan is het maximaal 25 graden
- Bij werk waarbij je veel beweegt, geldt bij een duidelijke luchtstroom een temperatuur van maximaal 25 graden. Voel je geen lucht stromen? Dan is het maximaal 23 graden
Wat staat er in de cao?
In artikel 7.3.5 “Andere werksituaties” van de cao Bouw & Infra staat dat de werkgever is verplicht om zonnecrème op de bouwplaats beschikbaar te stellen. De werknemer moet hier ook gebruik van maken of van een zonnecrème die hij/zij zelf heeft meegenomen.
Wat kun jij zelf doen?
Er zijn een aantal dingen die je zelf kunt doen om werken op bloedhete dagen wat prettiger te maken:
- Drink genoeg water
- Werk je buiten of zit je binnen in de zon? Smeer je goed in met zonnebrand
- Zet alles wat warmte afgeeft uit, zoals kopieerapparaten en printers
- Eet lichte maaltijden die makkelijk te verteren zijn
- Neem wat vaker een kleine pauze
In het hitteprotocol ‘Veilig werken in de warmte en hitte’ van Volandis staan richtlijnen en maatregelen om oververhitting en andere gezondheidsrisico’s te voorkomen.
Wat kan je werkgever doen?
Er zijn dus geen officiële wetten over werken in de hitte. Wel is jouw werkgever verplicht te zorgen voor een gezonde en veilige werkomgeving. Wordt de werkplek te warm en hebben jij en je collega’s daar last van? Spreek dan samen je leidinggevende aan. Vraag om oplossingen of een hitteplan. Je werkgever moet jullie klachten serieus nemen. Door bijvoorbeeld extra ventilatoren of een airco te plaatsen, zonweringen te regelen of te zorgen voor koel drinkwater.
Neemt je werkgever geen maatregelen en komt jouw gezondheid door de hitte écht in gevaar? Dan mag je je werk stilleggen.
FNV Bouw App
Download de FNV Bouw App. Via deze app krijg je onder andere bij erg zonnig weer een waarschuwing over de UV-waarde van de zon (en dus een reminder dat je je goed moet insmeren). Je kunt hier de weersverwachting zien (check), risico’s inschatten samen met collega’s (break) en met je leidinggevende hierover in gesprek gaan (bespreek). Kom je er niet uit met je werkgever? Via de app kun je ook eenvoudig contact opnemen met je FNV Bouwen en Wonen consulent!
Heb je nog een andere vraag over je werk of inkomen? Stuur je vraag naar uta@fnv.nl en we helpen je graag verder!
Alles over vakantietoeslag voor UTA-werknemers
In mei krijgen de meeste werknemers in Nederland hun vakantiegeld uitbetaald. Maar voor mensen die werkzaam zijn in de bouw, werkt dit in sommige gevallen net even anders. Bij hen wordt de vakantietoeslag (gedeeltelijk) uitbetaald bij het loon/salaris of wordt het (deels) gestort in het tijdspaarfonds.
Volgens artikel 4.13 van de cao Bouw & Infra hebben alle werknemers recht op een vakantietoeslag van 8 procent over het vast overeengekomen loon of het salaris.
Belasting
Vakantiegeld wordt gezien als belastbaar inkomen. Hoeveel belasting je over je vakantiegeld betaalt, hangt af van een paar factoren: in welke belastingschijf je inkomen valt en of er heffingskortingen van toepassing zijn. Onthoud dus dat je niet het bruto vakantiegeld op je rekening krijgt, maar een lager bedrag. Dat voorkomt teleurstellingen!
Vakantietoeslag als onderdeel van het Individueel Budget
De vakantietoeslag is onderdeel van het individueel budget. Er zijn drie bestedingsdoelen van het individueel budget: Duurzame Inzetbaarheid, Dagen en Vakantietoeslag. Je werkgever stort per betalingsperiode het individueel budget op de rekening van de werknemer bij het tijdspaarfonds (TSF). Dit is met name van belang voor bouwplaatsmedewerkers. Niet elke UTA-werknemer maakt namelijk gebruik van het tijdspaarfonds. UTA-personeel mag hier vrijwillig aan deelnemen.
Deelname aan het tijdspaarfonds
Als je als deelneemt aan het tijdspaarfonds stort jouw werkgever maandelijks een bedrag op jouw rekening bij het tijdspaarfonds. Dit doet de werkgever binnen 14 dagen na elke betalingsperiode.
Je kan het geld altijd opnemen van je rekening bij het tijdspaarfonds. Als bouwplaatsmedewerker doe je dit bij een vakbondsconsulent. UTA-werknemers doe je dit via www.bter-bouw.nl/tijdspaarfonds. Als je op 1 mei nog een tegoed TSF Vakantietoeslag en/ of TSF Dagen op je rekening hebt staan, wordt het in die maand uitbetaald door het tijdspaarfonds. Dit gebeurt automatisch. Als je dit niet wil, dan moet je dit vooraf laten weten. Bouwplaatspersoneel doet dit via een vakbondsconsulent en de UTA-werknemer via www.bter-bouw.nl/tijdspaarfonds.
Geen deelname aan het tijdspaarfonds
Als je als UTA-werknemer niet deelneemt aan het tijdspaarfonds, betaalt je werkgever het bedrag tegelijk met het salaris. Op je loonstrook staat de onderverdeling van Duurzame Inzetbaarheid, Dagen en Vakantietoeslag. Je werkgever mag er ook voor kiezen om het bedrag jaarlijks te betalen. Je ontvangt dan uiterlijk in juni je vakantietoeslag. Je vakantietoeslag is dan 8 procent van het in de voorgaande twaalf maanden ontvangen salaris. De jaarlijkse uitbetaling is niet toegestaan als je als werknemer schriftelijk hebt aangegeven dat je de toeslag per betalingsperiode wil ontvangen.
Wil je meer informatie of heb je hier nog vragen over? Stuur een e-mail naar uta@fnv.nl .
Cao Bouw&Infra: onderhandelingen hervat – en jij kunt helpen!
In december werden de onderhandelingen voor een nieuwe cao Bouw & Infra opgeschort. De afgelopen weken lieten bouwplaats- en UTA-werknemers in het hele land van zich horen. Nu worden de cao-onderhandelingen hervat.
Op 27 februari liet de FNV aan werkgevers weten verder te willen onderhandelen. Dit betekent dat de cao-gesprekken binnenkort weer starten. Hoe dat afloopt, is onzeker. Eén ding is wél duidelijk: het wordt geen makkelijke strijd. Ondanks meerdere uitnodigingen van de FNV blijven werkgevers vaag over hun bereidheid om serieus in te gaan op de voorstellen.
Een sterke cao voor een sterke sector
Elke dag werk jij – samen met je collega’s in de bouw en infra – aan een mooier Nederland. Van timmerman tot werkvoorbereider, van uitvoerder tot administratief medewerker: jullie maken het verschil. En dat moet goed beloond en gewaardeerd worden!
Een sterke cao is nodig om de sector aantrekkelijk te houden, zowel voor ervaren vakmensen als voor nieuwe generaties. De inzet van de FNV is helder: een eerlijke beloning voor iedereen in de bouw en infra.
Plak stickers en laat je stem horen
Wil jij ook laten zien dat je achter een goede cao staat? Vraag dan hier gratis de FNV-stickers aan en plak ze op je kleding of op een andere zichtbare plek op je werklocatie. Maak werkgevers duidelijk dat waardering niet alleen in woorden moet zitten, maar ook in goede cao-afspraken.
Wat als werkgevers niet bewegen?
Als werkgevers ook tijdens de hervatte onderhandelingen geen eerlijke afspraken willen maken, is jullie inzet nóg harder nodig. Bereid je voor op een stevige strijd!
Samen staan we sterk
De kracht van de FNV aan de onderhandelingstafel wordt bepaald door het aantal leden. Hoe meer leden, hoe sterker we staan. Wil jij bijdragen aan een sterke cao? Nodig je collega’s uit om lid te worden. Als jouw collega lid wordt, ontvang jij €10,-. Ga naar fnv.nl/anderlidmaken.
Blijf op de hoogte van de onderhandelingen en doe mee aan de acties. Samen maken we het verschil!
Kerstkaartenactie: Samen sterk voor een eerlijke cao!
Vandaag was het moment van actie! Met een duidelijke boodschap en een enorm aantal kerstkaarten hebben we samen onze stem laten horen bij BouwendNederland.
De boodschap was simpel en krachtig: wij, de mensen die de bouw draaiende houden, verdienen respect, eerlijke winstdeling, een fatsoenlijke loonsverhoging, betaling voor reisuren en overwerk, en geen straf bij ziekte.
Rond half 10 's ochtends verzamelden wij ons voor het gebouw van Bouwend Nederland, gewapend met een grote zak vol kerstkaarten, allemaal geschreven door jullie: leden die zich willen laten horen. Sinds deze actie een nieuw leven heeft gegeven aan onze strijd voor elkaar, moet het ook gehoord worden! Naast de zak met kaarten hebben we een slinger van kerstkaarten gemaakt, die als visueel statement onze boodschap nog krachtiger overbracht.

Met de kerstkaarten in de hand gingen we de trap op naar de voorzitter van BouwendNederland, Arno Visser. Bij hem aangekomen werd de zak met kaarten overhandigd – een symbolisch moment dat onze gezamenlijke kracht en vastberadenheid benadrukte.
Na de overhandiging was het tijd voor een gesprek, waarin we meerdere vragen stelden over onderwerpen zoals overwerk, reistijdvergoeding en de steeds toenemende werkdruk. Helaas kregen we geen concrete antwoorden. Dit weerhield ons er echter niet van om duidelijk te maken dat wij een inhoudelijke reactie op de kerstkaarten verwachten.

Met deze actie zijn we nog lang niet klaar! We staan op het punt om meer acties te organiseren voor een goede cao. We willen jullie aanmoedigen om betrokken te blijven en samen onze stem te laten horen. Laten we met z’n allen de mouwen opstropen en streven naar een betere toekomst!
Samen kunnen we het verschil maken! Maak je klaar om je opnieuw in te zetten. Hoe sterker de FNV, hoe meer invloed jij en je collega's kunnen uitoefenen op jouw arbeidsvoorwaarden tijdens de cao-onderhandelingen. Sluit je aan bij de FNV, of maak een collega lid (en verdien daarmee een tientje!).










