De rol van HR bij organisatieontwikkeling
In de vijfde sessie van de BIM-werkgroep die FNV|UTA organiseert, zijn twee onderwerpen aan de orde gekomen: De rol van HR bij organisatieontwikkeling en er is ingegaan op het onderwerp kwaliteit van werk. In dit verslag vind je de belangrijkste uitkomsten.
Het eerste deel van de werkgroep bestond uit een presentatie van Ruth Feenstra, HR adviseur van BINX Smartilty. Uit eerdere contacten met dit bedrijf werd ons duidelijk dat HR een belangrijke rol speelt bij organisatieontwikkeling en dat de rol van HR daarmee anders is dan in veel andere bedrijven. Uit onderzoek van Berenschot blijkt dat HR een erg beperkte rol speelt bij de implementatie van digitalisering in bedrijven.
BINX is een bouw- en installatiebedrijf, dat zich richt op onderwijs, zorg en de semioverheid. Het bedrijf probeert zoveel mogelijk zelf de hoofdaannemer te zijn bij projecten. Het voordeel van de combinatie bouw- en installatiebedrijf is, dat installatie vroegtijdig is betrokken en meedenken in het bouwproces. BINX is ontstaan uit twee andere familiebedrijven.
Proeftuin voor moederbedrijven
BINX werkt grotendeels digitaal en fungeert als de proeftuin voor de twee andere bedrijven. Er is veel ruimte voor innovatie. BINX werkt vanuit de visie dat digitalisering moet leiden tot slimmer en beter werken, digitalisering is dus geen doel op zichzelf. Digitalisering moet ertoe leiden dat de kwaliteit van het uitgevoerde werk verbetert. Ons voordeel was dat we een nieuw bedrijf zijn zonder een lange historie te hebben. Daardoor is het makkelijker om met vernieuwende ideeën te komen.
Er wordt gewerkt met proefprojecten waarin wordt nieuwe aanpakken worden geleerd, die zij vervolgens delen met de andere bedrijven. BINX werkt met ambassadeurs die innovaties en de lessen daaruit verspreiden. Deze ambassadeurs zijn niet per sé de innovators in het bedrijf, maar vaak juist de eindgebruikers, zodat zij in de praktijk kunnen laten zien hoe het werkt.
BINX heeft een de innovatiemanager in dienst, die vernieuwingen aanjaagt. Deze innovatiemanager is zich ervan bewust dat digitalisering een middel is en dat werknemers de belangrijkste factor voor succes is. De verbinding met de werkvloer is essentieel, want als de doorsnee werknemer niet kan omgaan met de nieuwe technologie dan stopt het implementatieproces.
HR en bedrijfsbeleid
Bij BINX is HR is aangesloten bij de vernieuwingsprocessen en HR is hierbij de partner voor het management. HR ondersteunt bij implementatievraagstukken door mee te denken over de vraag wie de werknemers zijn met wie een innovatie kan worden uitgeprobeerd. En hoe wordt een innovatie goed ingericht met een zo groot mogelijk kans op succes. Daarnaast is HR betrokken bij het opstellen van het jaarlijkse strategische bedrijfsplan. Als HR moet je bezig zijn met de vraag hoe de organisatie versterkt kan worden en daarbij zijn de werknemers een essentiële schakel.
Stelling van Ruth is dat HR de sparringpartner moet zijn in iedere organisatie. HR moet zich niet alleen maar richten op administratieve werkzaamheden, maar zich met name bezighouden met het strategisch en operationeel bedrijfsbeleid. Vanuit deze visie op de rol van HR moet je je als HR bezighouden met digitalisering. Ruth geeft aan dat zij bedrijven tegenkomst waar HR alleen de administratieve taken uitvoert en dat is geen goede invulling van HR. HR verdient meer dan een klusje bijdoen, het is een rol die op een goede manier moet worden ingevuld. Ruth heeft in de opleiding meegekregen dat HR zich moet bezighouden met de bedrijfsvoering, want dan kan de meerwaarde worden getoond. Dit geldt niet alleen voor de kleinere bedrijven, maar ook voor de grote concerns. Bij die concerns zal HR per vestiging georganiseerd moeten zijn om de verbinding te leggen met het primaire proces.
Directe participatie
BINX heeft gekozen voor een niet hiërarchische organisatiestructuur met als uitingsvorm dat de directeur geen eigen kantoor heeft. Ook de directeur werkt aan een van de gewone werkplekken. Er is gekozen voor een modern kantoorpand met een hippe en progressieve uitstraling.
BINX heeft geen ondernemingsraad, omdat een meerderheid van de werknemers heeft aangegeven daar geen behoefte aan te hebben. Er zijn andere vormen van medezeggenschap waardoor de meningen van werknemers voldoende tot hun recht komen in het bedrijf. Juist de directe verbinding en de informatiestromen tussen de leiding en de werknemers krijgt veel waardering. Er leeft de vrees dat door de instelling van een OR deze informatiestroom minder wordt.
BINX staat bekend als een modern en innovatief bedrijf. Het bedrijf is de laatste tijd fors gegroeid. Door de goede positie op de arbeidsmarkt heeft BINX heeft weinig moeite om nieuwe medewerkers aan te trekken.
Kwaliteit van werk
Wim van Veelen, beleidsadviseur bij FNV heeft een presentatie gegeven over het onderwerp kwaliteit van werk. De hoofdvraag is, wat is kwaliteit van werk en wat zijn de belangrijkste elementen daarvan. Dit onderwerp heeft een directe verbinding met werkdruk. In veel bedrijven de opvatting leeft dat werkdruk kan worden opgelost door de werknemer een cursus timemanagement, mindfulness of iets soortgelijks te laten volgen.
De visie van de FNV, daarbij ondersteund door veel onderzoek, is dat werkdruk wordt veroorzaakt door de wijze waarop een organisatie is georganiseerd. Is er veel tijdsdruk, kunnen werknemers zelf besluiten nemen of zijn zij steeds afhankelijk van anderen, hoe wordt er met collega’s en andere partijen samengewerkt. Maar ook is het werk uitdagend, moeten er steeds nieuwe dingen worden geleerd, wordt het werk aangestuurd vanuit de computer, hoe zit het met de privacy en de bereikbaarheid, zijn relevante aandachtspunten. Het uitgangspunt is dat er een goede balans moet zijn tussen de taakeisen en de regelmogelijkheden.
Figuur 1 laat zien wanneer er sprake is van een goede balans in het werk en wanneer dat niet het geval is. Goed werk bestaat uit hoge taakeisen en veel regelmogelijkheden. Werk dat bestaat uit hoge taakeisen en weinig regelmogelijkheden, levert een stressrisico op.
Figuur 1: Balansmodel taakeisen versus regelmogelijkheden
| Weinig regelmogelijkheden | Veel regelmogelijkheden | |
| Hoge taakeisen | Stressrisico | Goed werk met leermogelijkheden |
| Lage taakeisen | Geen leermogelijkheden | Saai werk |
Bron: Frank Pot. Vakbond en goed werk.
De techniek bepaalt niet hoe een organisatie eruit komt te zien. Er vallen keuzes te maken over de inrichting van de organisatie en hoe de kwaliteit van werk er uit ziet. De invoering van BIM en breder digitalisering betekent dat functies worden herontworpen, omdat bepaalde taken uit een functie verdwijnen of veranderen doordat ze door de computer worden uitgevoerd. Bij dat herontwerpproces zal kwaliteit van werk een aandachtspunt moeten zijn.
De BIM-experts hebben in zes bijeenkomsten hun kennis en inzichten met ons gedeeld. Door het delen van hun kennis hebben wij de notitie ‘BIM in de Bouw’ kunnen opstellen. Hierin zijn alle bevindingen uit de BIM-werkgroep uiteengezet. Benieuwd naar het document? Via deze link kun je het downloaden.
Campagne 'Mijn naam is Peter' illustreert ongelijkheid
Van 24 tot en met 28 januari veranderen veel vrouwen hun naam op LinkedIn in Peter. Women Inc. en BrandedU hebben deze oproep gedaan om aandacht te vragen voor het feit dat er in 2022 meer CEO’s in Nederland zijn met de voornaam ‘Peter’ dan vrouwelijke CEO’s.
FNV|UTA spreekt Cécile Wansink van Women Inc. “De campagne Mijn naam is Peter is nu belangrijk omdat er op dit moment geen gelijke kansen op de arbeidsmarkt zijn.” Zegt Cécile. “De naam Peter staat symbool voor wat nu nog vaak geldt als de norm op de werkvloer: vaak een wat oudere witte man. Wij vinden dat die norm verbreed zou moeten worden zodat ook mensen die niet op Peter lijken kans hebben om CEO maar ook andere functies te vervullen.”
De campagne ‘Mijn naam is Peter’ trekt veel aandacht. Veel vrouwen doen mee met de campagne, en ook mannen veranderen hun naam in ‘Petra’ uit solidariteit.
Fix the system, not the women
De ongelijkheid in de hoeveelheid mannen en vrouwen op besluitvormende posities heeft volgens Women Inc. en BrandedU verschillende oorzaken. Zo besteden vrouwen gemiddeld 1,5 keer meer tijd aan onbetaalde zorgtaken dan mannen. Women Inc. vindt dat de overheid hierin verantwoordelijkheid heeft.
“Ik hoop dat vrouwen met deze campagne geïllustreerd zien dat het een systeemprobleem is, dus niet een individueel probleem. De leus van Women Inc. is ‘Fix the system, not the women’”, zegt Cécile Wansink. “Als vrouwen zelf struggelen met bijvoorbeeld het combineren van werk en zorg, dan ligt dat niet aan hen. We hebben ook een overheid en werkgevers die van alles kunnen doen om dat beter te faciliteren. En wat ons betreft moeten ze dat ook doen.”
Women Inc. en BrandedU (en wij ook) hebben er alle vertrouwen in dat vrouwen het verder zelf goed kunnen. Wanneer de voorwaarden er komen, zullen er voor iedereen meer kansen komen. “Dat is ook voor de samenleving beter”, zegt Cécile. “Diversiteit in besluitvorming komt ook de kwaliteit van beslissingen ten goede. We hopen dat mensen dat steeds meer gaan inzien.”
Het gaat verder dan alleen vrouwen
Cécile: “In deze campagne hebben we het specifiek over vrouwen op de werkvloer. Maar het gaat ons wel, Women Inc. en BrandedU, om diversiteit in breedste zin. Niet alleen dat vrouwen gelijke kansen krijgen, maar ook andere groepen waarbij dat nu nog niet het geval is. Bijvoorbeeld mensen van kleur, of mensen met een beperking.”
Prefab als oplossing voor bouwproblematiek
De woningbouwambitie tot het jaar 2030 is onrealistisch, stelt bijna driekwart van de bouwers die meededen aan het BouwMonitor onderzoek. Maar dat prefab een oplossing zou kunnen zijn om de 845.000 woningen te realiseren, daar is meer dan de helft van de respondenten het mee eens.
Digitalisering en innovatie staat bij de helft van alle sectoren in de top 3 van onderwerpen met de grootste impact op de sector. In de bouw staat het zelfs op de tweede plaats, na de arbeidsmarkt (energietransitie staat op 3).
Prefabricage, of prefab, is een proces waarbij bouwelementen voorafgaand aan de bouw in een fabriek of werkplaats worden gemaakt, waarna ze naar de bouwplaats worden getransporteerd. Over het algemeen is de verwachting dat de toepassing van prefab de bouwtijd op de bouwplaats zal verminderen.. Waar eerst separate producten op de bouwplaats werden geleverd, ontwikkelt de industrie steeds vaker complete bouwcomponenten. Doordat er op de bouwplaats niet meer gebouwd hoeft te worden, maar de elementen enkel in elkaar gezet worden en verbonden om tot een eindproduct te komen, verloopt het bouwproces sneller dan bij een traditionele manier van bouwen. Modulair bouwen is een doorontwikkeling op prefab. Bij dit proces worden volledig gebruiksklare modules gefabriceerd en op de bouwplaats geïnstalleerd. Het grote voordeel van modulair bouwen is dat het zeer flexibel ingezet kan worden voor diverse doeleindes, zoals het plaatsen van een tijdelijke school, kantoor of ziekenhuis.
Geprefabriceerde woningen lijkt, mede dankzij de woningcrisis, een steeds belangrijk onderwerp in Nederland. Prefab zou een mogelijke oplossing kunnen zijn voor de grote behoefte aan woningen. Het bouwen is namelijk snel en relatief goedkoop. De noordelijke provincies hebben aangegeven om in de komende jaren 220.000 extra huizen te gaan bouwen. Volgens experts lenen dergelijke grootschalige bouwprojecten zich prima voor prefab.
Arbeidsmarkt
Uit onderzoek van USP Marketing Consultancy blijkt dat twee op de vijf bouwprojecten een vorm van prefab bevatten. Volgens hen is prefab een goede oplossing voor een aantal uitdagingen waar de bouwsector de komende jaren voor komt te staan. Denk aan arbeidstekorten, een sneller en efficiënter bouwproces, en binnenstedelijk bouwen. Prefab zou bij al deze onderwerpen een belangrijke rol kunnen spelen. Doordat de elementen/modules al in de fabriek worden geproduceerd, worden de transportbewegingen bijvoorbeeld tot een minimum beperkt. Dit is een oplossing welke met name voor binnenstedelijk bouwen een groot voordeel met zich meebrengt.
Inmiddels is er een trend te zien in afgewerkte en 3D-modules die vaker worden toegepast in de bouw. Bijvoorbeeld een complete badkamer, of keuken. Voor zowel de buitenkant als de binnenkant van het bouwsel verwacht USP een sterke toename van volledige geprefabriceerde elementen, die in de fabriek al zijn afgewerkt.
Robotisering en modulair bouwen
Ook FNV ziet dat de prefab voor een grote verschuiving in de bouwsector gaat zorgen. Doordat de bouwtijd op de bouwlocatie drastisch verlaagd wordt, zullen de projecten en het betrokken personeel + de zzp’ers minder overgeleverd zijn aan extreme weeromstandigheden. Efficiënte van het proces zal daarmee verhoogd worden. Een belangrijke bijkomstigheid op het gebied van arbeidsomstandigheden, is dat werk in een fabriek veiliger gedaan kan worden dan op een hectische bouwplaats.
Belangrijk om rekening mee te houden is dat productie in de fabrieken steeds meer gerobotiseerd kan en zal worden. Daarmee wordt werk van metselaars en timmerlieden grotendeels vervangen. Daar staat tegenover dat het kansen biedt voor relatief onbekende functies in de bouw, denk hierbij aan operators maar ook parametrisch ontwerpers. De verschuiving van bouwplaats naar fabriek, betekent in ieder geval dat werknemers andere vaardigheden moeten ontwikkelen. De vraag is wel welke vaardigheden nodig zijn op de bouwplaats. Het in elkaar zetten van prefab elementen is wat anders dan timmeren en metselen. Dit geldt niet alleen voor bouwvakkers, maar ook voor werknemers in de installatietechniek. Bij prefab en modulair bouwen zie je steeds meer de plug-and-play mogelijkheid ontstaan. Kortom we zien dat het werk zowel in de fabriek als op de bouwplaats verandert. We vragen aandacht voor de inhoud van het werk: blijft dat interessant, biedt het werk uitdaging en kunnen werknemers zich verder ontwikkelen?
Tenslotte leggen we een koppeling tussen prefab en/of modulair bouwen met digitalisering. We wijzen met name op bouwinformatie management, waarbij onder bouwprocessen een datastroom komt te liggen. Deze data worden in alle stappen vastgelegd: bij het ontwerpproces, de uitvoering, het onderhoud en bij het hergebruik van materialen. Elk bouwelement wordt voorzien van een uniek kenmerk is daarmee via het bouwinformatiemanagement systeem te traceren. Hiermee zet de bouw de volgende stap naar het bouwen 4.0 en gaat lijken op wat in andere sectoren eerder gebeurde.
· Minder overlast voor omwonenden en het verkeer.
· Reduceren van de stikstof-uitstoot, of het verplaatsen van de stikstof-uitstoot naar locaties waar het minder schadelijk is.
Nadelen prefab
· De schaarse grond in combinatie met de regelgeving, die ook nog eens per gemeente kan verschillen, zorgt ervoor dat niet iedere situatie zich meteen leent voor de bouw van prefab-woningen.
· Er gaat meer tijd zitten in de voorbereiding en planning van een bouwwerk.
Historische stap betaald ouderschapsverlof
De Eerste Kamer heeft vorige week ingestemd met de Wet Betaald Ouderschapsverlof, die beide ouders het recht geeft op 9 weken verlof. Ook is er ingestemd met een motie om het betalingsniveau te verhogen van 50 naar 70 procent.
Kitty Jong, vicevoorzitter FNV: ‘We zijn blij dat na een strijd van tientallen jaren de stap naar betaling van het ouderschapsverlof is gezet. Het is goed dat de Eerste Kamer het betalingsniveau heeft aangepast. Evengoed blijven we zorgen houden dat niet alle inkomensgroepen het verlof op zullen nemen. Bij het geboorteverlof voor partners zien we nu al dat met name de lage inkomensgroepen het verlof niet opnemen.’
Nederland liep achter
Vanaf de jaren ’80 pleit de FNV al voor invoering van betaald ouderschapsverlof, omdat dit bijdraagt aan gelijkere verdeling van werk en zorgtaken en daarmee aan een betere positie van vrouwen op de arbeidsmarkt. Nederland liep de laatste decennia achter op het gebied van verlof voor ouders na de geboorte van een kind. Het is dan ook een grote en historische stap dat ouders vanaf augustus 2022 recht krijgen op 9 weken betaald ouderschapsverlof.
Minimaal 80 procent
Ondanks de verhoging van de Eerste Kamer van 50 naar 70 procent doorbetaling blijft de FNV zorgen houden over het betalingsniveau van het ouderschapsverlof. Ouders krijgen dus maximaal 70 procent van hun loon doorbetaald tijdens het verlof. Veel ouders kunnen zo’n gedeelte van hun loon niet missen. De ILO berekende eerder dat het betalingsniveau van verlof minimaal 80 procent moet zijn, willen vooral vaders bereid zijn dit verlof op te nemen. Kitty Jong: ‘Daarmee dreigt het betaald verlof alleen voor mensen met hogere inkomens toegankelijk te zijn. Daarmee komt emancipatie en een gelijkere werk-zorgverdeling voor minder goed betaalde ouders echt te langzaam op gang.’
Diplomabonus van € 2.500 voor BBL-studenten in de Bouw & Infra
Ben jij werknemer in de Bouw en Infra en haal je een BBL-diploma? Dan heb je waarschijnlijk recht op een diplomabonus van € 2.500 bruto. De afspraak geldt alleen als je onder de cao Bouw & Infra valt.
Wat houdt de regeling in?
- Je hebt een diploma voor een opleiding BBL-2, BBL-3 of BBL-4 gehaald in het domein: Bouw en infra, Afbouw, Hout en onderhoud of Techniek en procesindustrie.
- Tijdens deze opleiding heb je minimaal 6 maanden een arbeidsovereenkomst én een beroepspraktijkvormingsovereenkomst gehad met de werkgever waar je de opleiding hebt gevolgd.
- Je ontvangt de diplomabonus eenmalig van de werkgever waar je de opleiding hebt gevolgd.
- Je overhandigt deze werkgever een afschrift van je diploma.
Op de website van Volandis vind je meer informatie over de regeling, veelgestelde vragen, de voorwaarden, en het aanvraagproces voor de diplomabonus. Heb je vragen? Stel ze gerust door te mailen naar uta@fnv.nl
Hestia: Paulina Logchies
Deze keer hebben wij een speciale Hestia, namelijk één van de genomineerden voor de titel Bouwvrouw van het jaar, Paulina Logchies. Paulina is Algemeen Directeur van Logchies Renovatie en Onderhoud en zit in het bestuur van de sector Totaal bij OnderhoudNL. Ze vertelt ons over haar nominatie, carrière en uitdagingen.

Naam: Paulina Logchies
Functie: Algemeen Directeur Logchies Renovatie en Onderhoud
Leeftijd: 47 jaar
Woonplaats: Limmen
Opleiding: HEAO/ International Business
Bedrijfsjargon: "Goed voor elkaar!"
Je bent genomineerd voor de titel Bouwvrouw van het Jaar, gefeliciteerd! Kun je vertellen waarom je genomineerd bent?
"Ten eerste had ik deze nominatie totaal niet verwacht en ben ik oprecht blij verrast. Vooral vrouwen van de grotere bouwers kwamen in aanmerking voor deze titel, met name vanwege het omzetcriterium voor de nominatie. De thema’s duurzaamheid, diversiteit, innovatie en veiligheid zijn nu aspecten die meewegen bij deze bouwvrouw nominatie. Dit zijn intrinsiek belangrijke thema’s voor mij en voor onze bedrijfsvoering. Ik denk dat mijn nominatie te maken heeft met mijn inzet op deze onderwerpen."
Waarom ben je voor een carrière in de bouw gegaan?
"Ook al werkten mijn vader, opa en ooms in de bouw, toch heb ik de bouw niet van huis uit meegekregen. Ik heb veel internationaal werk gedaan in de ICT en telecom. Acht jaar geleden vroeg mijn vader of ik strategisch wilde meekijken naar het organisatiebeleid. Dit heb ik gedaan, een aantal dingen gingen al goed, maar ik zag ook dat er op veel vlakken nog stappen gemaakt konden worden. Toen mijn vader vroeg of ik in het bedrijf wilde stappen heb ik ja gezegd en binnen een maand werkte ik hier volledig."
Voor welke uitdagingen ben je komen te staan en hoe ging je daar mee om?
"Woningcorporaties wilden langdurige samenwerkingen, in co-making, met minder partners. Ook wilden zij meer naar een regierol en zochten daarom naar partners die een adviserende rol kunnen vervullen. Wij hebben daar al vroeg op ingespeeld en ontwikkelden een duidelijke toekomstvisie. Er moest gezorgd worden dat wij het juiste kennisniveau in huis kregen. Dit was een uitdaging voor ons bedrijf en vroeg ook beweging van onze medewerkers. Deze duidelijke transitie van onze organisatie heeft er voor gezorgd dat wij nu duurzame samenwerkingen hebben met onze opdrachtgevers en ketenpartners. We zijn zowel een uitvoerende partij als een strategische partner en zitten vanuit onze rol als vastgoedadviseur met de woningcorporaties om de tafel."
Wat maakt de bouw zo leuk?
"Je kunt een verschil maken voor wat het meest belangrijk is; iemands (t)huis. Het is heel tastbaar. Wij kunnen echt wat betekenen voor bewoners, voor iemands huis en leefomgeving. Je bent bezig met de eerste levensbehoefte. Je gaat een commitment aan met de bewoners, de buurt, de wijk maar natuurlijk ook met woningcorporaties. Ook vind ik de bouw zo leuk omdat je bezig bent met verbinden. Dit zie je steeds meer op verschillende vlakken. Er wordt meer samengewerkt, meer gedigitaliseerd en circulariteit wordt steeds belangrijker. Daarnaast is de bouw lekker nuchter, daar hou ik van!"
Wie (in de bouw) inspireert jou?
"Als je maar open staat om geïnspireerd te raken, dan kun je door velen geïnspireerd raken. Elon Musk inspireert mij bijvoorbeeld door zijn ongelofelijke commitment en vasthoudendheid. Ook Boyan Slat is inspirerend, hij is zo vasthoudend bezig met zijn doel; plastic afval verwijderen uit rivieren en oceanen."
Wat vind je het allerleukst aan je werk?
"Mensen in beweging krijgen en verbinden, dát drijft mij. Ik ben gek op beweging en de bouw is volop in beweging. Het is mooi om een bijdrage te kunnen leveren aan de transformatie van de sector én om voortgang en succes te zien. Het inspireert me om te zien dat medewerkers zichzelf kunnen verbazen. Kortom, ik word er blij van dat ik kan meewerken aan de transformatie van de bouw, medewerkers en verschillende samenwerkingen in de keten."

Wat zijn je dromen voor de toekomst?
" “Onbereikbare” doelen helpen je in beweging te komen. Wij hebben bij Logchies een BHAG (Big Hairy Audacious Goal). In 2023 willen wij onze projecten totaal circulair kunnen uitvoeren. Versterkt door de branche waarin wij werken, zijn wij ons bewust van de verantwoordelijkheid en onze invloed op het gebied van duurzaamheid, milieu, leefomgeving, veiligheid en welzijn. Wij kijken graag verder en zetten met onze medewerkers extra stappen voor een duurzame wereld door hen bewust te maken en te laten zien wat ze kunnen betekenen. Intern beginnen is extern winnen."
Wat zou je willen zeggen tegen meisjes/vrouwen die twijfelen de bouw in te gaan?
"Een goed werkend team in de bouw heeft vrouwen nodig! In een team heb je teamleden nodig met verschillende competenties. Maar het gaat om meer dan alleen de verdeling tussen mannen en vrouwen. Diversiteit gaat over verschillende profielen. In onze organisatie werken wij veel in teams. Bij de samenstelling van deze teams gaat het over welke eigenschappen iedereen heeft. Door een diverse samenstelling creëren we sterke teams die samen beter worden. Daarnaast is het heel belangrijk om mensen uit andere sectoren in je organisatie te krijgen. Zij stellen andere vragen en benaderen zaken vanuit een andere invalshoek. Dit zorgt voor nieuwe inzichten en ideeën."
Is er iets dat je zelf graag nog wilt toevoegen?
"Jazeker! Het is belangrijk dat we onze beroepsgroep ‘sexyer’ maken voor jonge mensen. De onderhoud- en renovatiesector is uitdagend en interessant. Wij buigen ons over de meest complexe vragen voor de verduurzaming van de bestaande bouw. Er is een enorme diversiteit aan beroepen. Er zijn nu al dringend veel meer (jonge) mensen nodig. Daarbij hebben we als sector nog een ander belangrijk aandachtspunt: Er is onvoldoende toegang tot materialen. Het is daarom belangrijk dat we gezamenlijk strategisch en structureel kijken naar hoe om te gaan met de totale bouwomgeving. Kortom, er is een gezonde continuïteit nodig in de toestroom van werknemers en materialen, hier moeten wij samen voor zorgen. En: Wanneer iemand die dit leest hierover met mij verder wil praten dan nodig ik je bij deze van harte uit om contact met mij op te nemen!"
De digitale transformatie is onvermijdelijk
Digitaal bouwen en ontwikkelen wordt de standaard, dat is zeker. Tijdens de laatste werkgroep werden met de BIM-experts vragen rond visie op digitalisering gesteld, en hoe bedrijven werken aan de implementatie ervan. Wie zijn hierbij betrokken? En ook, wie niet?
In de werkgroep met BIM-experts bespreken Ernst van den Berg en George Evers welke digitaliseringsontwikkelingen bij bouwbedrijven spelen (lees hier de artikelen BIM in de bouw en BIM voor iedere functie relevantie). De BIM-experts werken bij bedrijven die gekenmerkt kunnen worden als koplopers en/of adviseurs, welke bedrijven ondersteunen bij de implementatie van BIM. We zien BIM als een belangrijke stap om het bouwproces te dataficeren. Dit wordt ook wel het datagedreven bouwen genoemd. Deze data gaan een steeds grotere rol spelen bij het organiseren van bouwprocessen. Dit is de reden dat de klassieke betekenis van BIM (Bouw Informatie Model) wordt vervangen door Bouw Informatie Management.
Digitalisering als businessmodel
Op welke wijze wordt digitalisering in een bedrijf ingezet? Gaat het om het verbeteren van de bestaande werkprocessen, het verbeteren van de dienstverlening aan de klant, of wordt er gekeken naar mogelijkheden om nieuwe producten of diensten te ontwikkelen? Met andere woorden; hoe wordt het digitale transformatieproces ingezet? Menno Lanting laat in zijn boek 'Uit het transformatiemoeras' zien dat veel organisaties digitalisering vooral gebruiken om de bestaande processen te verbeteren. Een beperkt aantal organisaties gebruikt digitalisering als aanleiding om het bestaande businessmodel te heroverwegen. Zo geeft Lanting voorbeelden van bedrijven die met behulp van digitalisering en het beschikken over grote hoeveelheden data, mogelijkheden zagen voor het creëren van toegevoegde waarde in andere branches.
FNV Bouwen en Wonen heeft via secundaire analyse laten onderzoeken hoe bouwbedrijven digitalisering inzetten. Een van de conclusies is dat bouwbedrijven fors innoveren, maar daarmee bestaande markten bedienen, dus niet of nauwelijks op zoek zijn naar andere markten en/of businessmodellen. Vooral jonge bedrijven, startups, houden zich het meest bezig met het zoeken naar nieuwe markten met de kans dat zijn de bouw ingrijpend (disruptief) kunnen veranderen.
Visie en ambitie
De BIM-experts gaven aan dat hun bouwbedrijven de visie hebben dat digitaal bouwen en ontwikkelen zonder meer de standaard wordt. Dit betekent dat er twee keer gebouwd wordt: een keer digitaal, en een keer fysiek. Deze bedrijven hebben de ambitie om koploper te zijn in het digitaliseren van het bouwproces. Het uitgangspunt is dat digitalisering moet leiden tot het toevoegen van waarde voor de klant, en tot nieuwe verdienmodellen.
Ook wanneer er geen visie is op digitalisering van het bouwproces zien bouwbedrijven in dat digitalisering onvermijdelijk is. Geen enkel bedrijf ontkomt eraan. Dat betekent ook dat digitalisering voor de hele bouwkolom gaat spelen. Door digitalisering komt er veel informatie beschikbaar die ondersteunend is aan het gehele bouwproces. Met deze informatie kunnen bedrijven processen verbeteren en foutmarges verkleinen. Het kan tevens leiden tot het ontwikkelen van nieuwe producten of diensten. De informatie die beschikbaar is over het gebouw en de gebruikte materialen maakt het mogelijk om gericht onderhoudswerkzaamheden uit te voeren. Daarnaast bieden de data de mogelijkheid om materialen aan het eind van de levenscyclus te hergebruiken. De verwachting is dat er een markt ontstaat van te hergebruiken bouwmaterialen.
Initiatief om te starten
Het initiatief om te starten met digitalisering ligt nogal eens bij de een groep enthousiaste medewerkers die de nodige ervaring hebben opgedaan met BIM en/of digitalisering. Zij zagen de mogelijkheden en wisten het management ervan te overtuigen dat de ontwikkelingen onvermijdelijk zijn en dat het noodzakelijk is om hierin te investeren. Het spreekt voor zicht dat het management moet inzien dat niets doen geen optie is. Uiteraard moet er bereidheid zijn te investeren en te zorgen voor de nodige faciliteiten. Bijvoorbeeld in de vorm van tijd voor een stuurgroep om plannen te ontwikkelen. Of door het inrichten van een experimenteer centrum waar verschillende nieuwe technieken worden getoond en waar teams ervaring kunnen opdoen. Denk daarbij aan het werken met BIM, Internet of Things, Geografisch Informatiesysteem, reality capturing, en virtual en augmented reality.
Technisch en organisatorisch veranderen
De digitaliseringsontwikkelingen worden snel gezien als een technische aangelegenheid, die in de handen ligt van enkele experts. Dat is niet zo. Digitalisering is voor een groot deel een organisatieveranderingsproces, waarbij op alle gebieden in de organisatie veranderingen optreden. Dat kan betrekking hebben op processen, werkzaamheden van medewerkers, en de wijze van samenwerken met ketenpartners en klanten.
Er wordt ingezien dat het veel van de medewerkers vraagt. Zij zullen immers bereid moeten zijn om de nieuwe manieren van werken te adopteren. Dat kost tijd en vereist veranderbereidheid van hen. Aangezien de digitaliseringsontwikkelingen zich in een steeds hoger tempo voltrekken, zal dat betekenen dat van medewerkers wordt gevraagd vaker en sneller veranderingen in werkwijzen te accepteren.
De rol van HR in digitalisering
De rol van HR (personeelszaken) is niet altijd even expliciet benoemd bij het opstellen van de visie rond digitalisering. Hierboven werd duidelijk digitalisering voor een groot deel een organisatieveranderingsproces is. Dat is het domein van HR, ervan uitgaande dat HR een stevige positie heeft binnen het bedrijf. Die betrokkenheid van HR is bij enkele bedrijven wel aan de orde bij het implementatieproces. Dat ligt voor de hand, omdat HR bepaalde kennis heeft en ondersteuning kan bieden bij opleidingsprogramma’s, en het leren van nieuwe vaardigheden. Zo ook bij de werving van nieuw talent en het herontwerpen van functies. HR kan ook een rol kan spelen bij het zorgen voor cultuurveranderingen die horen bij andere manieren van werken. Deze ondersteuning kan HR bieden aan betrokken projectleiders die verantwoordelijk voor digitalisering.
Kortom, HR kan zorgen voor de menskant bij het organisatieveranderingsproces. Daarmee heeft HR een toegevoegde waarde voor projectleiders die verantwoordelijk zijn voor de innovatieve ontwikkelingen.
De kanttekening die daarbij wordt gemaakt is dat het niet altijd voor de hand ligt dat HR in een dergelijke rol wordt gezien. De vraag is wat hier de reden voor is. Is HR vooral bezig met operationele, uitvoerende taken (salaris- en personeelsadministratie)? Of richt HR zich (ook) op het strategisch bedrijfsbeleid?
Waarom pakt OR deze rol niet op?
De rol van de ondernemingsraad (OR) is bij innovatieve ontwikkelingen in de bedrijven erg beperkt. Dat is opmerkelijk want volgens de Wet op de Ondernemingsraden heeft de OR enkele bevoegdheden bij digitaliseringsprocessen. De vraag is waarom OR’s deze rol niet oppakken. Ontbreekt het hen aan kennis op dit terrein of zijn zij van mening dat het een technologische innovatie is die vooral thuishoort bij experts?
Betrokkenheid medewerkers
Er zijn verschillende manieren om digitalisering te implementeren in het bedrijf. Op de eerste manier stelt een stuurgroep een implementatieplan op, waarin onder andere is beschreven welke programma’s aangekocht moeten worden. Dit implementatieplan wordt besproken met de medewerkers, zodat zij betrokken zijn bij de keuzes. Dit zorgt voor draagvlak. Het zijn de medewerkers die uiteindelijk met nieuwe programma’s moeten gaan werken en hiervoor opgeleid of getraind moeten worden. De ervaring leert dat de meeste medewerkers ervoor open staan om met nieuwe programma’s te gaan werken.
Een tweede manier is de 1-9-90 procent-aanpak. 1 procent van de medewerkers werkt aan de verkenning van digitalisering, en maakt de keuzes. 9 procent van de medewerkers volgt, en zij activeren de overige 90 procent van de medewerkers. Deze aanpak is voor gebruikers, door gebruikers, en met gebruikers. Op deze manier zorgen bedrijven voor gebruikersparticipatie. Het meenemen van medewerkers bij digitaliseringsontwikkelingen geeft de mogelijkheid om uit te leggen waarom het noodzakelijk is om te vernieuwen. Bijvoorbeeld omdat er nieuwe wet- en regelgeving is die dit vereist.
Bij de aanschaf van standaard softwarepakketten is het van belang om medewerkers te betrekken bij de keuzes die worden gemaakt. Dat wil niet zeggen dat het mogelijk is om het iedereen naar de zin te maken. Dan komt het aan om ook deze medewerkers ervan te overtuigen dat de gemaakte keuze onvermijdelijk is en dat er afscheid moet worden genomen van oude programma’s en/of werkwijzen. En dat kan lastig zijn, zeker als er voortdurend nieuwe software wordt uitgebracht.
Conclusie
Dat de digitale transitie aanstaande is, zal door niemand in de bouw ontkend worden. Wel bestaan er verschillende ideeën over hoe hierop voor te bereiden. Veel bedrijven hebben een visie opgesteld waarin in wordt gegaan op de belangrijkste ambities. Toch zijn er ook bedrijven, die hier nog geen concrete stappen in hebben genomen. Doordat deze zogenoemde achterblijvers wel een rol spelen in de keten, stellen de BIM-experts dat in het belang van de sector is om ook hen te stimuleren mee te gaan in de transitie.
Een vraag die besproken is rondom visie en implementatie van digitalisering, is welke partijen hierbij betrokken moeten worden. De BIM-experts vonden het niet vanzelfsprekend dat afdeling HR of de Ondernemingsraad een grote rol toebedeeld krijgt in dit verhaal. Dit terwijl de gevolgen van digitalisering effect hebben op grote groepen medewerkers. In de komende sessie wordt hier nader op in gegaan.
De betrokkenheid van personeel wordt wel als belangrijk geacht. We zien hier diverse manieren van terugkomen.
De BIM-experts hebben in zes bijeenkomsten hun kennis en inzichten met ons gedeeld. Door het delen van hun kennis hebben wij de notitie ‘BIM in de Bouw’ kunnen opstellen. Hierin zijn alle bevindingen uit de BIM-werkgroep uiteengezet. Benieuwd naar het document? Via deze link kun je het downloaden.
Hestia: Tonny van de Groenendaal
“Er zijn zoveel mogelijkheden in de bouw, net zo goed voor vrouwen!"
Hestia is de Griekse godin van de bouwkunst. In deze rubriek wordt iedere week een moderne godin van de bouwwereld geïnterviewd. Over haar inspiratie, de bouwwereld, en wat ze het leukst vindt in haar werk. Deze keer is Tonny onze Hestia.

Naam: Tonny van de Groenendaal
Functie: Kopersbegeleider bij Heijmans
Leeftijd: 48 jaar
Woonplaats: Vught
Opleiding: Administratieve en secretariële opleiding/ Elementaire bouwkunde en installatietechnieken/ Opleiding kopersbegeleiding
Lievelingsbouwjargon: Bouwen doen wij samen
Wanneer ontdekte je dat je de bouw in wilde?
"Het was eigenlijk niet een heel bewuste keuze geweest voor mij. Ik ben 20 jaar geleden begonnen als secretaresse HR bij Heijmans. Toen ik de bouw leerde kennen greep het mij wel meteen aan. Het is allemaal echt heel machtig om te zien. Later ben ik de kant van de woningbouw opgegaan en nu ben ik kopersbegeleider. Ik vind het zo knap hoe dingen bedacht worden. Eerst op tekening en vervolgens zie je het uitgevoerd worden. Bouw was dan niet een heel bewuste keuze maar zeker wel de juiste keuze voor mij!"
Hoe werd daarop gereageerd?
"Ik zit er eigenlijk al zo lang, het is heel normaal. Ik krijg nu wel vaak te horen dat men het knap vindt dat ik mij binnen Heijmans omgeschoold heb naar de functie van kopersbegeleider en nu veel directer bij het bouwproces betrokken ben."
Wat maakt de bouw zo leuk?
"Het hele traject. Van het begin tot het einde. Als kopersbegeleider ben je bij het hele proces betrokken, dit maakt het werk leuk en tastbaar. Ik zit aan de voorkant van een project er al bij. Zodra een woning is gekocht heb ik persoonlijk contact met de kopers. Zij krijgen zoveel informatie en als kopersbegeleider kun je ze dan steunen. Wanneer zij blij zijn dan geeft mij dat energie. Ik heb veel verschillende contacten en moet veel verbanden leggen. Dit maakt mijn werk divers. Ook heb ik vaak te maken met deadlines, dit geeft druk maar juist ook voldoening als de kopers uiteindelijk tevreden zijn! Ik mag ontzorgen, dat zit ook in mijn karakter en het is leuk dat ik dat in mijn werk zo naar voren kan laten komen."
Wie in de bouw inspireert jou?
"Heleen Herbert inspireert mij enorm. Zij is commercieel directeur van Heijmans. Hoe zij als vrouw in de mannenwereld van de bouw haar mannetje staat vind ik echt inspirerend. Daarnaast inspireert mijn teamleider mij, hij leert mij heel veel.
Verder was er voorheen bij Heijmans een project genaamd La Heijmans. In dit project werd aandacht gegeven aan vrouwen in de bouw. Het liet zien dat de bouw ook een leuke wereld is voor vrouwen. Dit project werkte ook echt inspirerend."

Wat vind je het allerleukst aan je werk?
"Het contact met de kopers, ze begeleiden, ontzorgen en zorgen dat ze blij zijn. De afwisseling, ik ben binnen en buiten aan het werk. Ik heb echt het gevoel dat ik betrokken ben bij het werk in de functie die ik nu heb. Ik ben Heijmans ook heel dankbaar dat ze mij deze kans hebben gegeven."
Wat zijn je dromen voor de toekomst?
"Mijn droom is in mijn functie verder door te groeien. Ik kan nog veel leren. Ook zou ik het leuk vinden om nieuwe collega’s te begeleiden. Verder vind ik het belangrijk om het plezier wat ik nu in mijn werk heb te behouden. Ik word namelijk echt blij van mijn werk. De energie die het geeft wil ik graag vasthouden tot aan mijn pensioen!"
Wat zou je willen zeggen tegen meisjes/vrouwen die twijfelen de bouw in te gaan?
"Ik raad ze aan stage te gaan lopen op verschillende plekken binnen een bouwbedrijf. Op deze manier kunnen zij zelf proeven en aftasten wat ze leuk vinden. Er is namelijk heel veel mogelijk en dat kunnen zij zo ontdekken."
Is er iets dat je zelf graag nog wilt toevoegen?
"Ik ben heel erg blij met mijn werk en het bedrijf waarvoor ik werk. Er zijn zoveel mogelijkheden in de bouw, net zo goed voor vrouwen!"
Hestia: Sytske de Jong
“Je moet gaan doen wat je leuk vind, of dat nu kapster, timmervrouw of architect is. Doe iets wat jou blij maakt."
Hestia is de Griekse godin van de bouwkunst. In deze rubriek wordt iedere week een moderne godin van de bouwwereld geïnterviewd. Over haar inspiratie, de bouwwereld, en wat ze het leukst vindt in haar werk. Deze week is Sytske onze Hestia.
Naam: Sytske de Jong
Functie: Projectmanager UBA project ontwikkeling
Leeftijd: 30 jaar
Woonplaats: Amersfoort
Opleiding: TU Eindhoven Master Architecture / HBO Bouwkunde Hanze hogeschool Groningen / MBO Bouwkunde Friesland College Leeuwarden
Lievelingsbouwjargon: "Bouwen doe je samen!"
Wanneer ontdekte je dat je de bouw in wilde?
“Op de basisschool al. Ik hield altijd al van knutselen en wanneer er in huis iets verbouwd werd, hielp ik mijn vader. Wij kregen op de basisschool een documentaire over verschillende beroepen te zien. Toen zag ik het beroep van architect langskomen en dacht meteen, zoiets wil ik later gaan doen.
Op de mavo mocht ik in het 3e jaar stage gaan lopen. Dat heb ik op een architectenbureau gedaan en dat vond ik meteen heel leuk. Vervolgens heb ik besloten om MBO Bouwkunde te gaan studeren. Tijdens deze studie heb ik stage gelopen bij een bouwbedrijf. Ik mocht toen mee naar buiten, de bouwplaats op. Ik weet nog goed dat ik daar toen de enige vrouw was.
Na het MBO ben ik HBO Bouwkunde gaan studeren. Na mijn HBO dacht ik, ik wil hier nog meer over leren en heb vervolgens nog de Master Architecture aan de TU Eindhoven behaald. Ik heb best lang gestudeerd maar ben heel blij met mijn keuzes.”
Hoe werd daarop gereageerd?
“Goed! De ouders van mijn oma hadden al een timmerbedrijf, dus mijn oma vond het super leuk dat ik ook de bouw in ging. Mijn vader is ook heel trots en mijn moeder vindt dat iedereen moet doen wat hij of zij wil. Iedereen reageerde dus eigenlijk positief en niemand was echt verbaasd.”
Wat maakt de bouw zo leuk?
“De bouw is heel dynamisch. Er gebeurt van alles en er is geen fase hetzelfde. Dit maakt voor mij de bouw zo leuk, elke dag is anders.”
Wat inspireert jou?
“Dat de bouw zo’n belangrijk deel van je omgeving is. Zeker de woningbouw, je kunt mensen een mooi thuis geven, dat vind ik best bijzonder.”
Wie in de bouw inspireert jou?
“Mijn moeder inspireert mij enorm, zij is een ondernemende en sterke vrouw. Als ik naar de bouw kijk dan vind ik Marlies Rohmer heel goed. Zij is architect en ontwerpt onder andere scholen. Hierbij kijkt zij vanuit het oogpunt van een kind, echt heel gaaf!”
Wat vind je het allerleukst aan je werk?
“Naast dat je veel met techniek bezig bent is het een sociale baan. Je hebt contact met kopers, onderaannemers en collega’s. Daarnaast ben je ook vaak lekker buiten. Er zijn dus veel facetten die dit werk leuk maken.”
Wat zijn je dromen voor de toekomst?
“In mijn werk wil ik nieuwe dingen leren en doen. Verder zou ik graag aan nog meer mooie projecten deelnemen.”
Wat zou je willen zeggen tegen meisjes/vrouwen die twijfelen de bouw in te gaan?
“Ga met mensen praten die het werk doen wat jij wil gaan doen. Op deze manier krijg je meer inzicht en kun je makkelijker een beslissing maken. Er zijn veel mannen, dat klopt maar ze zijn wel echt aardig! Het werken in de bouw is ook zeker wat voor vrouwen, je moet heel precies werken en dat is voor ons vrouwen weggelegd. Het zou echt leuk zijn wanneer er meer vrouwen in de bouw komen werken.”
Is er iets dat je zelf graag nog wilt toevoegen?
“Je moet gaan doen wat je leuk vind, of dat nu kapster, timmervrouw of architect is. Doe iets wat jou blij maakt. Niet teveel denken wat een ander ervan zou vinden, dan komt het vanzelf goed!”
Wat betekent de verhoging van de pensioenpremie voor jou?
In de cao Bouw & Infra is afgesproken dat de premie stijgt van 25 naar 26% van de pensioengrondslag. Dat is niet hetzelfde als van het loon. Van het loon is de stijging voor werknemers ongeveer 0,2% van het nettoloon. Je betaalt namelijk over de eerste € 14.544 van je jaarsalaris geen pensioenpremie. Dat is ongeveer gelijk aan het bedrag van een AOW uitkering. Over het deel van je salaris dat uitstijgt boven € 63.854 betaal je ook geen premie. Ook betaal je over de pensioenpremie geen belasting en sociale premies. Daardoor is 26% over de pensioengrondslag (gelukkig) niet hetzelfde is als 26% van je loon.
Waarom verhoging van de premie?
Een verhoging van de premie is noodzakelijk doordat BPF Bouw moet rekenen met andere economische verwachtingen. Met name de zeer lage rente speelt hierbij een belangrijke rol. Dat is geen keuze van BPF Bouw, maar wordt wettelijk voorgeschreven.
Verder heeft BPF Bouw een ‘lage premiedekkingsgraad’. Dat betekent dat je (ongeveer) per ingelegde € 0,65 aan pensioenrechten € 1,00 bijgeboekt krijgt. Dat lijkt uiteraard een goed ding en voor de actieve deelnemers aan het fonds is dat het ook. Maar het pensioenfondsbestuur moet kijken naar alle groepen in het fonds. En gepensioneerden hebben hier een (klein) nadeel aan. Het fonds kan er iets minder (snel) door indexeren.
Door de afspraken in het pensioenakkoord gaan we in 2026 over naar een nieuw pensioenstelsel. Op dat moment is er een veel directere relatie tussen de pensioenpremie en de pensioenrechten bijboeking. De premiedekkingsgraad zal dan niet meer zo bestaan als nu. Je krijgt dan voor een euro inleg ook een euro bijboeking terug. Er veranderen nog een paar andere zaken, waardoor je straks niet opeens keldert in je pensioenopbouw, maar daarvoor is het wel van belang dat de premie de komende jaren stijgt. De stap die we in 2022 maken is een goede eerste stap.
Pensioenopbouw
Welke premie nodig is om de huidige pensioenopbouw in stand te houden is nog niet precies bekend. Dat wordt definitief berekend in het laatste kwartaal van 2021. Met de cijfers van maart 2021 zijn voorlopige berekeningen gemaakt. Op basis van die berekeningen wordt ingeschat dat de premie 3% zou moeten stijgen (van 25% naar 28%) om de pensioenopbouw gelijk te houden. Er is nu afgesproken dat de premie in 2022 niet verder stijgt dan 26%. Dat betekent dat daarom de opbouw verlaagd zal worden. Je bouwt nu per jaar 1,738% van je pensioengrondslag aan ouderdomspensioen op. Dat zal waarschijnlijk iets lager worden. Met de cijfers van maart 2021 is dat ongeveer 1,6 %.
Het verlagen van opbouw heeft voor mensen die dicht op hun pensioen zitten minder grote consequenties dan mensen die er verder vanaf zitten. Je al opgebouwde pensioen wordt hier namelijk niet door beïnvloed. Alleen je toekomstige opbouw. Zodra het kan zullen we ons weer inzetten voor het terugbrengen van het opbouwpercentage. Bijvoorbeeld: UTA-medewerker met een maandloon van € 3.310,-: € 39 minder ouderdomspensioen (per jaar, levenslang)
Wil je meer informatie over je pensioen? Wij hebben onlangs alles over het pensioen van de UTA’er op een rijtje gezet. Download het ‘UTA pensioen e-book’ hier.










