Werkdruk neemt toe rond de bouwvak
De officiële bouwvak is in 1981 afgeschaft. Toch merken we dat veel bedrijven de deuren sluiten tijdens de zomer. De bouwvak zou een moment van rust en vakantie moeten zijn, waarin het werk stil ligt. In de praktijk blijkt dit anders. Werkdruk neemt juist toe rond de bouwvak.
Door de hoge werkdruk en de naderende bouwvak moeten veel projecten vóór die tijd worden afgerond. Hierdoor worden veel opleveringen net voor de bouwvak gepland, wat leidt tot een toenemende werkdruk. In plaats van een periode van rust en ontspanning, wordt de bouwvak voor velen een moment van herstellen van wekenlang hard werken.
Gevolgen
Omdat deze situatie zich elk jaar herhaalt, is er geen daadwerkelijk rustmoment. De druk om projecten af te ronden voor de bouwvak leidt bovendien tot meer fouten, wat het werk nog zwaarder maakt. Hierdoor kan je tijdens de vakantie het werk toch niet helemaal loslaten.
Op de lange termijn kan dit grote gevolgen hebben, zowel fysiek als mentaal. Veel werknemers die wij gesproken hebben de afgelopen periode, ervaren lichamelijke of psychische klachten, zoals kapotte knieën, gevoelloosheid in de handen of een burn-out. Degenen die er zelf geen last van hebben, kennen vaak minstens drie mensen in hun directe omgeving die hier wél mee te maken hebben gehad.
Voorkomen is beter dan genezen
Het is daarom van groot belang dat er op een gezonde, efficiënte en effectieve manier gewerkt wordt. Wij vinden dan ook dat er verandering moet komen voor de UTA-werknemers.
Speelt dit probleem bij jou, binnen je team of bij je werkgever? Dan gaan we graag met je in gesprek. Samen kunnen we zorgen voor verandering!
Neem contact met ons op via uta@fnv.nl.
Willen we een duurzame bouwsector? Maak dan vaart met de BouwplaatsID
Migranten (van binnen en van buiten de EU) brengen veel kennis en kwaliteiten mee, dat zegt ook de Adviesraad Migratie. Maar die worden niet of nauwelijks benut en dat is echt een gemiste kans. De reden? We weten vaak niet eens wie er op de bouwplaatsen rondlopen. Om dit op te lossen hoeven we niet ver te zoeken. De oplossing ligt voorhanden: de BouwplaasID, een digitaal registratiesysteem waarmee je inzicht krijgt in wie er op een bouwplaats werkt, wanneer én met welk doel. Dus laten we vaart maken met de implementatie van deze BouwplaatsID in Nederland!
Er zijn meer redenen om vaart te maken. Onder het mom van een tekort aan geschoold personeel, roepen sommige werkgevers op tot het aantrekken van tijdelijke arbeidsmigranten. Zelfs van buiten de EU; er zou een speciale ‘vakkrachtenregeling’ moeten komen. Daarnaast heeft de Commissie von der Leyen onlangs een breed pakket aan maatregelen aangekondigd. Doel van dit pakket is het verminderen van de regeldruk voor bedrijven en het moet bedrijven makkelijker gemaakt worden om derdelanders binnen te halen. Maar deze plannen gaan volledig voorbij aan de bescherming van werkenden. We kunnen niet oneindig doorgaan met het binnenhalen van steeds kwetsbaarder doelgroepen, zolang we hen niet kunnen beschermen tegen uitbuiting en misbruik. En daarvoor moet je goed in beeld hebben wie zich op de bouwplaats bevinden
Bescherming van arbeidsmigranten
Of de aanpak van minister Van Hijum wel gaat werken is maar de vraag. In een persbericht kwam de minister onlangs met een plan voor het aanpakken van sluiproutes met derdelanders. Want ja, daar waar een vraag is, zullen er altijd partijen zijn die in lucratieve oplossingen denken en die misbruik maken van de situatie. Ja, we hebben heldere, juridische kaders nodig bij grensoverschrijdend werken, maar de Adviesraad Migratie zegt feitelijk dat we nu gewoon te weinig gebruik maken van de talenten die (arbeids)migranten met zich meebrengen. En heel veel beter wordt het niet wanneer we hen hoofdzakelijk eenvoudig (en zwaar) werk laten doen en hen op flexibele basis laten werken. En het zijn nu vooral de werkgevers / opdrachtgevers die aan de knoppen zitten. Wat ons betreft kunnen we in eigen land en in de bouwsector nog veel doen om enerzijds (arbeids)migranten te beschermen en anderzijds een oplossing te vinden voor de arbeidstekorten.
De vragen die wij daarbij als eerste moeten beantwoorden, zijn natuurlijk: welke oplossingen hebben wij voorhanden om misbruik van (arbeids)migranten een halt toe te roepen? Op welke wijze zijn zij nu al actief in onze sector? Hebben wij deze groep in beeld? Dit zijn de onontgonnen paden die we gewoon hier in Nederland, met elkaar kunnen bewandelen en waarbij BouwplaatsID een cruciale rol kan spelen. Het is ons dus een groot raadsel waarom daar nog zo weinig stappen in gezet worden. Kom op! De sector snakt naar slimme, efficiënte oplossingen, die niet alleen vakkrachten de sector inhalen, maar hen ook duurzaam behouden voor de sector zonder dat er sprake is van misbruik en uitbuiting. En dit geldt voor alle werkenden uit binnen- én buitenland.
De overwerkcultuur in de bouw
FNV|UTA heeft de afgelopen weken vragen gesteld over ‘overwerk’ onder UTA’ers. En de cijfers over de hoeveelheid en de frequentie van overwerk liegen er niet om. Daarnaast worden deze lange werkdagen nauwelijks gecompenseerd. Werkgevers beweren dat overwerk is inbegrepen in het salaris. Ook stellen ze ‘je weet waaraan je begint als je in de bouw komt werken’ en ‘als het je niet bevalt ga je toch naar een andere werkgever’.
Al enige tijd doet FNV onderzoek naar overwerk in de bouw. In veel UTA-functies is overwerk gangbaar. Voor UTA’ers die met het bouwproces te maken hebben, is overwerk daarentegen veelal structureel van aard. Uitvoerders, werkvoorbereiders, calculators, planners en projectcoördinatoren draaien wekelijks overuren.
Uit onze recente uitvraag ‘Het is ook mijn cao!’ blijkt dat een kwart van de UTA respondenten 9 tot 13 uur per week overwerkt. 14% zelfs 13 uur of meer. Ook werkt een aanzienlijk deel gemiddeld een dag per week extra. Op jaarbasis betekent dit 9 tot 15 weken of meer extra werken. Een ongezonde realiteit. De meerderheid van de UTA’ers krijgt hiervoor ook nog eens niets betaald of in tijd gecompenseerd. Bovendien worden de reisuren niet vergoed.
‘’Lange dagen en 40 uur betaald krijgen.’’
‘’Reisuren hebben ze nog nooit van gehoord voor UTA.’’
De lange werkdagen gaan gepaard met steeds meer verantwoordelijkheden, hogere administratieve vereisten, krappe planningen, pauzes die erbij inschieten en de 24/7 bereikbaarheid. Het aantal vacante UTA-functies stijgt. Op veel plekken wordt een continue personeelstekort gerapporteerd. Tegelijkertijd zijn er veel zorgen over het uitblijven van een jongeren instroom.
‘’Veel jonge gasten die net klaar zijn met hun opleiding, willen niet voor een aannemer werken. Veel uren, slechte betaling, hoge werkdruk, het wordt allemaal al besproken op de scholen.’’
Dagelijks gaat voor uitvoerders of werkvoorbereiders de wekker in de nachtelijke uren. Rond 5.30 uur vertrekken ze van huis om tegen de avond – als het verkeer meezit – weer de deur achter zich dicht te trekken. Het zijn lange werkdagen met een aanzienlijke werkdruk. Het maakt de bouw (mentaal) zwaar en ongezond. Daarnaast vergt het een opoffering voor het sociale leven. Velen rapporteren keer op keer het gezin teleur te stellen of in het weekend nauwelijks nog fut te hebben.
‘’Alles moet af, het maakt niet uit hoe, maar niet met te veel uren. De rest moet in je eigen tijd.”
Werkgevers aan de onderhandelingstafel verschuilen zich achter een zogezegd ‘’all-in-salaris’’. Zij geven aan dat de UTA salarissen zodanig zijn samengesteld dat overwerk erin zit. FNV|UTA heeft daarom in een enquête de vraag gesteld of in de arbeidsovereenkomst expliciet is opgenomen dat overwerk in het salaris is inbegrepen. Een overtuigende meerderheid geeft aan dat hiervan absoluut geen sprake is. Grotendeels ontbreekt ook de registratie van overwerk.
‘’In het systeem kan ik tot 40 uur registreren, niet meer!’’
Kortom, werkgevers aan de onderhandelingstafel tonen weinig empathie met het hardwerkende UTA-personeel. FNV|UTA vindt het hoog tijd voor een goede overwerkregeling en bestrijding van het vele overwerk. Wie kan immers deze werkomstandigheden volhouden?
De overwerkcultuur in de bouw leidt tot een onveilige en ongezonde werkomgeving. Loyaliteit en verantwoordelijkheidsgevoel is mooi, maar kent ook bij de UTA zijn grenzen!
‘’Er gaat veel ervaren personeel weg en er is geen aanwas. Dus de werkdruk zal nog hoger worden.’’



