Gebruikte luiers als bouwmateriaal
Uit nieuw onderzoek blijkt dat een deel van zand dat nu gebruikt wordt om beton en cement te maken, vervangen kan worden door vieze luiers. Hoe?
De wetenschappers zien door het recente onderzoek mogelijkheden! Luiers zijn een grote vervuiler. In het beste geval worden ze apart ingezameld en gerecycled. Echter, in de meeste gevallen belandende luiers op de vuilnisbelt of gaan ze de verbrandingsoven in. Zonde, want ook een volle luier kan dus een tweede leven krijgen, en dan wel als bouwmateriaal.
Het verslag van het onderzoek staat in het blad Scientific Reports. Door middel van experimenten tonen de wetenschappers aan dat het materiaal van een gebruikte luier gebruikt kan worden om beton en cement te maken.
Bah
Iedereen die wel eens een luier heeft verschoond vindt dit waarschijnlijk niet een heel fris idee. Maar de luiers worden eerst gronding schoongemaakt, waarna ze weken in water worden geweekt, en daarna opgelost in bepaalde chemicaliën. Knappe poeplucht die dan nog aanwezig is. Na dit proces worden de luiers gedroogd en versnipperd.
Bouwmateriaal
Normaal gesproken is er een grote hoeveelheid zand nodig om cement en beton te maken. Het materiaal van de versnipperde luiers kan 10 tot 40 procent van deze hoeveelheid zand vervangen, afhankelijk van wat je aan het bouwen bent. Veelbelovende resultaten, zeggen de onderzoekers. Want de methode maakt het mogelijk om grote hoeveelheden luiers opnieuw te gebruiken.
Onderzoeker Siswanti Zuraida vertelt aan Scientias.nl: “Wij tonen aan dat het mogelijk is om gebruikte luiers toe te passen in samengestelde bouwmaterialen. Dat is met name interessant als je uit bent op milieuvriendelijke en kostenbesparende bouwmaterialen. Gebruikte luiers – die tot op heden vaak eindigden in de verbrandingsoven of vuilnishoop – worden weer waardevol.”
Visie
FNV zegt dat het voor iedereen belangrijk is dat we op korte termijn klimaatverandering afremmen en zorgvuldiger met grondstoffen omgaan, zo ook in de bouwsector. De FNV is voorstander van het verder versnellen van de circulaire economie, en daarmee ook voor dergelijke vernieuwende, duurzamere oplossingen voor klimaat- en milieuproblematiek.
Groene Bouwhekken: verbeterde uitstraling én sociale impact
Je hebt ze misschien al wel eens zien staan, de Groene Bouwhekken die de leefbaarheid van bouwplaatsen letterlijk verbeteren. En niet alleen wat betreft de uitstraling, ook de maatschappelijke impact.
Ze staan door het hele land. Zowel bij grote als bij kleinere bouwprojecten. Van enkele weken tot meerdere jaren. Van nieuwbouw tot renovatie en infra. De Groene Bouwhekken maken een opmars op bouwplaatsen. En dat is niet gek. Op het eerste gezicht hebben de Groene Bouwhekken van hout een veel aangenamere aanblik dan de traditionele bouwhekken die we kennen. Maar er is meer. Achter de bouwhekken is het bedrijf aan het werk voor een socialere en duurzamere maatschappij.
Groene Bouwhekken is in 2016 opgericht door Matthijs Ariens, Robbert de Vries, en Hugo Ward. “Het grappige is dat wij toen eigenlijk helemaal niets met bouwhekken hadden,” zegt Hugo. “Het bouwhek is uiteindelijk slechts een middel voor onze motivatie dat iedereen een kans verdient om mee te kunnen doen in de maatschappij en op de arbeidsmarkt.”
Hoe het begon
Hugo Ward: “We timmeren aan een gezonde arbeidsmarkt voor iedereen.” Zeven jaar geleden zijn de eerste Groene Bouwhekken gerealiseerd. Toentertijd ging het nog om een toevoeging aan een bestaand hekwerk. In het najaar van 2016 startte de samenwerking met Bouwloods Utrecht, om de mogelijkheden voor een volledig houten bouwhek te bekijken, in combinatie met dat er zo veel mogelijk werk wordt gecreëerd voor mensen die aan het re-integreren zijn. En zo ontstond het bedrijf dat we nu kennen.
In 2016 stonden de eerste zestig groene bouwhekken op het Jaarbeursplein. Inmiddels staat de bouwhekken-teller op meer dan 3000 stuks, verspreid door het hele land.
Minimale milieubelasting
De bouw- en infrahekken zijn gemaakt van duurzame materialen en zijn circulair ontworpen. Dat is voor het team vanzelfsprekend. Het betekent dat alle onderdelen van de bouwhekken vervangen kunnen worden. Hierdoor is de milieubelasting van Groene Bouwhekken minimaal. Mocht een bouwhek toch te beschadigd zijn, dan wordt het hek uit elkaar gehaald en met de nog bruikbare onderdelen worden andere bouwhekken gerepareerd. Zo wordt de hoeveelheid afval die geproduceerd wordt geminimaliseerd.
De missie
Er zijn veel mensen die om wat voor reden dan ook worden uitgesloten van de maatschappij, en daarmee dus afstand tot de arbeidsmarkt hebben. Om deze situatie te verbeteren is het proces van Groene Bouwhekken van begin tot eind zo ingericht dat ze mensen helpen met (re-)integreren. “Veel werkzaamheden voeren we niet zelf uit, maar doen we samen met sociale organisaties. Van productie en plaatsing tot het onderhoud op locatie. Naast de uitvoering van het werk helpen wij regelmatig met het slim inrichten van de werkprocessen, zodat onze partners zich focussen op het begeleiden en opleiden van mensen”, aldus Hugo Ward. “Het streven is een inclusieve maatschappij waar voor iedereen plek is. Dat is de missie.”
Leefbare bouwplaats
Een bouwplaats of infraproject kan overlast veroorzaken. De Groene Bouwhekken zorgen ervoor dat de bouwplaats en aangrenzende gebied wat leefbaarder wordt. “De buurtbewoners worden er blij van,” zegt Hugo. “Ook de aannemers zien de meerwaarde. We krijgen hele positieve verhalen te horen.”
Partners
Naast Bouwloods Utrecht doet ook Pantar een gedeelte van de productie van Groene Bouwhekken. Dit bedrijf in Amsterdam heeft een houtwerkplaats waar mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt werken. Deze mensen zijn bijvoorbeeld al een tijdje uit de running op de arbeidsmarkt. Zij leren hier het vak van timmerman, en bouwen een werkritme op. Transport en installatie worden geregeld door Green2Grow, en het onderhoud en bijhouden van het groen wordt gedaan door verschillende lokale sociale organisaties, zoals het Wijkbedrijf Utrecht, Rotterdam Inclusief of Groenperspectief (regio Den Haag).
Een andere samenwerking is die met de Penitentiaire Inrichting in Vught. Gedetineerden hebben op een andere manier weer een bepaalde afstand tot de arbeidsmarkt. In de metaalwerkplaats worden door gedetineerden onderdelen van Groene Bouwhekken geproduceerd. Zij krijgen hier een kleine vergoeding voor, en hebben de mogelijkheid om een diploma te halen. Hugo: “Op deze manier kunnen zij sneller aan een baan komen wanneer ze hun straf hebben uitgezeten. Zo vergroten we de kans op een succesvolle re-integratie in de maatschappij.”
De toekomst
Groene Bouwhekken groeit als bedrijf, en het doel is om alle relevante bouwplaatsen te kunnen voorzien van bouwhekken om daarmee de leefomgeving te vergroenen. “Daarnaast is de maatschappelijke droom om nog meer mensen te kunnen helpen om door te stromen in de arbeidsmarkt,” zegt Hugo. “Iedereen verdient een plek op de arbeidsmarkt, dat is onze maatschappelijk missie.”
Bouwconcern BAM wil bijdragen aan een duurzamere wereld
Er is een groeiende vraag naar duurzaam bouwen. Opdrachtgevers en de markt eisen steeds meer van de bouwsector dat zij hun verantwoordelijkheid nemen op het gebied van duurzaamheid. De bouwsector, die eerder bekend staat om afval dan om natuurbehoud, moet dus stappen zetten op het gebied van duurzaamheid. Wij spraken met Alletta Schreuder van BAM.
Ook bij bouwconcern BAM staat duurzaamheid hoog op het prioriteitenlijstje. “We hebben een speciale structuur ingericht voor onze duurzaamheidsambities waarbij programmamanagers allerlei roadmaps hebben uitgewerkt en nieuwe samenwerkingsoverleggen zorgen voor verbinding met ‘duurzame collega’s.”
Er liggen hele eisen voor bedrijven rondom duurzaamheid, denk bijvoorbeeld aan afvalreductie, stikstofuitstoot, etc. “Het veranderen van processen en gedrag heeft tijd nodig”, vertelt Alletta Schreuder, procesmanager Duurzaamheid bij bouwconcern BAM. “Bij BAM hebben we steeds meer collega’s die intrinsiek gemotiveerd zijn om aan de slag te gaan rondom duurzaamheid. Ook merk ik dat jongeren binnen BAM het een belangrijk thema vinden en er iets mee willen doen.”
Ambities
BAM ziet de groeiende behoefte aan duurzaam bouwen en heeft de duurzaamheidscomponent in de bedrijfsstrategie verder ontwikkeld. “We hebben o.a. de Sustainable Development Goals van de Verenigde Naties, als basis genomen voor zes kernthema’s voor onze nieuwe duurzaamheidsstrategie. Met de uitvoering van deze nieuwe duurzaamheidstrategie willen we onze CO2-, grondstoffen- en afvalvoetafdruk verder verminderen en opdrachtgevers schaalbare duurzaamheidsoplossingen bieden.”
Als procesmanager Duurzaamheid houdt Alletta zich bezig met de duurzaamheidscertificaten, het standaardiseren van de nieuwe werkwijze, het toetsen op duurzaamheidsthema’s op bouwplaatsen en beheer- en onderhoudscontracten. “We verzamelen nieuwe maatregelen die zijn toegepast om de duurzaamheidsdoelstellingen te halen en verspreiden deze informatie naar onze business units in het land om deze werkbare oplossingen te implementeren. Zo verbeteren we steeds onze werkwijze.”
Concrete acties
Volgens Alletta worden er vele concrete acties ondernomen binnen BAM rondom duurzaamheid. Momenteel loopt in het kader van afvalbeheersing, een pilot om alle gebruikte pallets terug te brengen naar de producent. “We hebben een pilotproject gedaan met een emissieloze bouwplaats aan de voet van de Lemelerberg. Bij dit pilotproject hebben we gebruik gemaakt van elektrische vrachtwagens en busjes, graafmachines, heftrucks en trilmachines. De bouwkeet was uitgerust met zonnepanelen en een accupakket, waarin de opgewekte zonne-energie werd opgeslagen. Op de bouwplaats waren verschillende verplaatsbare laadvoorzieningen aanwezig om het materieel op te kunnen laden.”
Alletta is ooit begonnen met het inzamelen van oude bouwhelmen. Deze worden niet retour genomen door de leverancier, maar door Kopstukken vermaakt tot lampen. Op dit moment is Alletta in het kader van de afvalvermindering aan het bekijken wat ze kunnen doen met de vele doosjes van lampen bij grote projecten. “Je kan je voorstellen dat wanneer we een groot gebouw als een ziekenhuis bouwen er een hele hoop lampen opgehangen moeten worden. Dit zorgt voor een hele hoop kartonnen doosjes die bij de meeste bouwplaatsen op de grote hoop afval gegooid worden. Onnodig natuurlijk, dus ik ben aan het onderzoeken wat we het beste kunnen doen met deze doosjes. Ik zou ze graag aanbieden aan de webwinkels in de omgeving van de bouwplaats.”
Social return
Bij BAM wordt de verbinding gelegd tussen duurzaamheid (bijvoorbeeld afvalbeheersing) en de verplichting tot social return. “We zijn oude werkkleding in gaan zamelen die in het sociale naaiatelier Vanhulley worden hergebruikt en vermaakt”, zegt Alletta. Vanhulley biedt een leer-werktraject voor vrouwen in Groningen. Niet zomaar vrouwen, maar vrouwen die dolgraag een kans willen om serieuze stappen te zetten richting een betere toekomst.
Ook worden er inmiddels oude deuren uit renovatieprojecten verzameld. BAM brengt de oude deuren naar stichting De Terugwinning. Deze stichting biedt mensen dagstructuur, carrière- en opleidingsoriëntatie en werknemersvaardigheden. Daarnaast zie je steeds meer Groene Bouwhekken, waarbij circulaire houten hekken worden uitgerust met bloembakken die goed zijn voor biodiversiteit en worden onderhouden door sociale werkplaatsen. Win-win-win!
“Door hergebruik van de bouwhelmen, werkkleding en oude deuren is restafval nu de grondstof voor nieuwe producten. Op deze manier werken we binnen BAM aan het reduceren van restafval en dragen we ons steentje bij aan een fijne maatschappij voor iedereen. Natuurlijk is het nog beter om anders te gaan bouwen, zodat we aan het begin van het proces afval voorkomen. Daar zijn de andere BAM collega’s hard mee bezig!”
Wie is Alletta Schreuder?
De 54-jarige Alletta Schreuder houdt van uitdagingen en de wereld verkennen. Ze startte haar carrière met een bacheloropleiding Facility planning & management (Groningen) en koos daarna voor een master Beleid- en Organisatiewetenschappen (Tilburg). Haar scriptie schreef ze in Queensland, Australië. Na haar studie werkte Alletta een lange periode bij de NS waar ze o.a. verantwoordelijk was voor het landelijke beleid voor het beheer van de stations. Daarna kreeg ze het beheer over stations, Den Haag Centraal Station en Den Haag Hollands Spoor. Volgens een nieuw ontwikkeld concept en werkte ze aan campagnes om nieuwe collega’s te werven. Daarna vertrok ze bij de NS en rolde ze uiteindelijk de bouw in. Inmiddels is Alletta in verschillende rollen en divisies zo’n 6 jaar werkzaam voor BAM, waar ze zich inzet als procesmanager duurzaamheid.
Dag Tegen Gas
Op zondag 27 maart is de eerste landelijke Dag Tegen Gas. De Dag Tegen Gas is een initiatief dat tegengas geeft. Voor Oekraïne, voor onafhankelijkheid van fossiele brandstoffen, voor een lagere energierekening, en voor een beter klimaat. Het doel van de dag is om zoveel mogelijk mensen te stimuleren om hun fossiele (Russische) energieverbruik te verminderen.
De Dag Tegen Gas motiveert overal in Nederland bedrijven, overheden, organisaties, huishoudens, en gemeenschappen om hun verbruik te verminderen. In Amsterdam, Den Haag, en Wageningen zijn de eerste wijkinitiatieven al in gang gezet om op zondag zoveel mogelijk energie te besparen. Denk aan energiecoaches die samen met bewoners radiatorfolie plakken, bespaardouches uitdelen, en andere maatregelen nemen.
Ook stimuleert De Dag Tegen Gas horecaondernemingen om de buitenverwarming uit te laten, en de terrasbezoekers op een andere manier te verwarmen. Daarnaast zijn kantoor- en winkelpanden gevraagd om hun verwarming lager te zetten, én de verlichting buiten de kantoortijden uit te zetten. Ook zijn er op deze dag verschillende activiteiten georganiseerd om meer bewustwording te creëren en om mensen te helpen met het reduceren van hun gebruik van hun gasgebruik.
Oorlog in Oekraïne
Dag Tegen Gas is een steunbetuiging voor Oekraïne. Het heeft als doel om bewustzijn te creëren voor de rol van fossiele energie in de samenleving. Door het gebruik hiervan worden de geldstromen richting Rusland in stand gehouden. De oorlog in Oekraïne wordt namelijk deels mogelijk gemaakt door de opbrengsten van fossiele brandstoffen. Deze verkoopt Rusland aan het westen, en dus ook aan Nederland. De boodschap van Dag Tegen Gas is duidelijk: “Deze geldkraan moet dicht. Dus het is tijd voor tegengas! Tijd voor minder leed, méér onafhankelijkheid, betaalbare energierekeningen, en wat liefde voor het klimaat.”
Het initiatief Dag Tegen Gas is gestart door verschillende experts uit de energiewereld. Onder andere Urgenda, de Nederlandse Vereniging voor Duurzame Energie (NVDE), en de Natuur en Milieufederaties, ondersteunen het initiatief.
Wil je meer weten of heb je zelf een actie bedacht voor de Dag Tegen Gas? Klik hier om naar de website te gaan.
Vertrouwen en samenwerking zijn succesfactoren voor verduurzaming
Gerben Hofmeijer was één van de genomineerden voor Young Talent Award van Cobouw. De prijs ging naar een andere genomineerde, maar het verhaal dat Gerben vertelt is interessant en reden om met hem in gesprek te gaan. Hij studeerde bouwkunde en deed een master Construction Management and Engineering in Delft. Al snel raakte Gerben ervan overtuigd dat de grote opgaven waarvoor we als maatschappij staan, zoals klimaatverandering, vragen om een radicaal andere aanpak. Deze aanpak brengt hij in de praktijk bij zijn huidige werkgever AT Osborne, die hij binnenkort verruilt voor het bedrijf Rebel Group. Dit bedrijf wil maatschappelijk impact hebben door samenwerking te organiseren op basis van vertrouwen.
De UTA consulenten Ernst van den Berg en George Evers spraken met Gerben over zijn visie.
Vertrouwen
Het woord vertrouwen staat centraal in het denken van Gerben. Hij adviseert overheden bij hun aanbestedingen en bouworganisatie. Waarbij het hem opviel dat het bij deze processen regelmatig ging om het beperken van de risico’s voor de opdrachtgever. Ook zag hij dat de aanbesteders zich vaak in hun keuzen laten leiden door de laagste prijs. Negatieve ervaringen met aanbestedingen uit het verleden bepaalden voor een groot deel het gedrag van de aanbesteders. Het gevolg hiervan is dat er sprake is van wantrouwen tussen de partijen en waarbij alle denkbare risico’s die zich kunnen voordoen zoveel mogelijk worden uitgesloten in contracten. Niet voor niets zijn het juristen die een belangrijke rol spelen bij aanbestedingen. Volgens Gerben komt het vaak voor dat zij de aanbestedingsregels veel strikter hanteren dan nodig is, met als gevolg dat de handelingsvrijheid voor de projectleden erg beperkt is.
Op welke wijze wil je invulling geven aan samenwerkingen en hoe bereik je dat partijen elkaar vertrouwen?
‘De werkwijze, waarbij alle risico’s vooraf worden afgedekt, staat ons in de weg als we kijken naar de maatschappelijke opgaven die we moeten oplossen. Neem de klimaatverandering. We weten dat we daar hard aan moeten werken om onze wereld leefbaar te houden. Het is een zoektocht naar wat we moeten doen. We weten wel wat we willen bereiken, maar er zijn vele manieren om daar te komen. Bij deze zoektocht is het belangrijk dat partijen met elkaar samenwerken. En samenwerken betekent dat partijen elkaar vertrouwen en accepteren dat zij risico’s én successen met elkaar delen.
Ik sta dus voor een aanpak die is gebaseerd op co-creatie. Bij co-creatie is er veel aandacht voor de wijze van samenwerken, het delen van kennis en inzichten. Partijen zijn voortdurend met elkaar in gesprek over de voortgang en de uitvoering van het project. En niet onbelangrijk, alle partijen werken al zeer vroeg in het project samen, zodat iedereen in staat is kennis en expertise in te brengen. Daarmee committeren partijen zich aan het project en is de kans op succes het grootst. Mijn missie is het om dit proces tussen samenwerkende partijen te faciliteren.’
Je stelt vast dat samenwerking centraal moet staan. Hoe ben je tot dit inzicht gekomen en wat zijn hiervoor succesfactoren?
‘Ik heb dat opgedaan door praktijkervaring en me vooral de vraag te stellen waarom het bij veel processen zo moeizaam ging. Ik ben me gaan verdiepen in wat mensen drijft en wat hun motivatie is. Ik heb daar veel over gelezen en dat was behulpzaam. Het gaat bij samenwerking vooral om de vraag of de mensen die het samen moeten doen een klik hebben, elkaar vertrouwen en gezamenlijk aan een project willen werken. Op basis van gelijkwaardigheid.
Ik maak graag de vergelijking met de wijze waarop we het werk in veel organisaties hebben geregeld, met als het extreme voorbeeld de lopende band. De werknemer is niet meer dan een uitvoerder van opdrachten die door iemand anders zijn bedacht. De invloed van deze werknemer op het werk is heel gering en de verantwoordelijk is klein. Dat leidt ertoe dat een medewerker niet betrokken is en geen eigenaarschap voelt. Waarom zou hij ook?’
Zie jij daarnaast andere manieren van organiseren?
‘Die zijn er zeker. Denk aan de zelfsturing, waarbij een team de rollen onderling heeft verdeeld en door samenwerking het project tot een succes wil maken. Zo organiseer je samenwerking, betrokkenheid en eigenaarschap. De nadruk ligt op kennisdelen en de wil om samen te werken. En natuurlijk zal er veel discussie nodig zijn om tot een gemeenschappelijk aanpak te komen. Dat is de reden dat ik bij de start van een project begin met een ambitiesessie die bedoeld is met iedereen de doelen van het project te bepalen.’
Wij horen vaak dat de bouw te weinig innoveert. Hoe zie jij dat en kun je aangeven wat volgens jou de rol van de opdrachtgevers is?
‘Opdrachtgevers zijn belangrijk bij het innovatieproces in de bouw. Dit zijn vaak overheden. Zij moeten innovaties veel beter faciliteren in de opdrachtverlening dan nu het geval is. Ook hier geldt dat niet alleen de prijs maatgevend moet zijn voor de opdracht, maar dat er ruimte is om te experimenteren met innovatieve aanpakken. Net zoals in het bedrijfsleven kun je denken aan een launching customer, met wie het bedrijf een project in co-creatie ontwikkelt en uitvoert. Ze leren allebei van de aanpak en daarna vindt opschaling plaats.
Zeker op het terrein van klimaatverandering zie ik dat er veel winst valt te behalen, omdat de vraagstukken die om een oplossing vragen, op veel plekken spelen. Ik zie steeds meer dat er opdrachtgevers zijn die deze rol op zich nemen. Als deze ontwikkeling doorzet, dan verwacht ik dat we in staat zijn om de opgaven waarvoor we staan, aan te pakken.’