Brrrrr, is het te koud om te werken?
De temperaturen zijn deze week weer gedaald tot onder het vriespunt. Wist je dat je in sommige gevallen het werk neer mag leggen? In dit artikel leggen we uit wanneer het écht te koud is om te werken en welke maatregelen jouw werkgever moet nemen.
Werken in de kou, sneeuw, regen of wind is niet altijd prettig, maar je presteert ook nog minder goed én je krijgt zere tenen en handen. Daarnaast kan werken als het koud is zonder goede bescherming leiden tot onderkoeling en bevriezing. Het is dus belangrijk om jezelf zo goed mogelijk te beschermen door bijvoorbeeld het dragen van de juiste kleding.
Gevolgen van langdurig werken in de kou
Als je te lang in de kou werkt, kan je lichaam onderkoelt raken. De lichaamstemperatuur waar ons lichaam het beste op functioneert is rond de 37 °C. Er is sprake van onderkoeling als de temperatuur zakt tot onder de 35 °C. Zakt je lichaamstemperatuur onder de 33 °C, vermindert je bewustzijn en bij een lichaamstemperatuur onder de 30 °C kun je zelfs een hartritmestoornis krijgen. Onderkoeling kan dus leiden tot blijvende gezondheidsschade.
Werken in de kou is ook gevaarlijk, omdat je bij een temperatuur onder de 15 °C je handen niet goed meer kunt gebruiken. Hierdoor kan het zijn dat je minder nauwkeurig werkt, wat tot ongelukken kan leiden. Daarnaast kan het ook leiden tot bevroren vingers, tenen, neuzen of ogen. In het ergste geval kunnen vingers en tenen afsterven.
Maatregelen door je werkgever
Jouw werkgever moet zorgen voor een veilige en gezonde werkplek. Kou of andere weersinvloeden mogen daarom niet schadelijk zijn voor je gezondheid. Wanneer dit schadelijk is, is afhankelijk van veel factoren. Om te checken of jouw omstandigheden schadelijk zijn, kun je bijvoorbeeld de FNV Werkklimaat app gebruiken.
Ook moet jouw werkgever de risico’s van werken in de kou in kaart brengen. Hierbij moet je werkgever beschrijven welke maatregelen er binnen het bedrijf gelden om de risico’s te verkleinen. De werkgever moet jou hierover informeren, zodat je weet wat de risico’s zijn en hoe je jouw werk veilig en gezond kunt uitvoeren. Je kunt denken aan oplossingen zoals het verstrekken van juiste kleding.
Onwerkbaar weer
Als je niet of minder kunt werken, omdat het erg slecht weer is (strenge vorst, storm of sneeuw) dan is er sprake van onwerkbaar weer. In de cao Bouw & Infra is afgesproken dat je salaris in zo’n geval aangevuld wordt tot 100%. Je mag stoppen met werken als je in de buitenlucht werkt en minstens een van de volgende twee situaties zich voordoet:
- de gevoelstemperatuur is -6° Celsius of lager en/of
- het vriest en één of meer van de volgende omstandigheden doet zich voor:
-
- je werkgever heeft geen winter-/doorwerkkleding ter beschikking gesteld;
- de rijwegen of looppaden op de bouwplaats zijn niet begaanbaar;
- er ligt een laag sneeuw op de werkplek die niet met eenvoudige middelen kan worden verwijderd.
Om 9:00 wordt een meting gedaan door het KNMI-weerstation in het postcodegebied van de bouwplaats waar je werkt. Als om 9:30 ten minste één van de situaties zich nog voordoet, mag je als werknemer de bouwplaats verlaten. Dit geldt ook voor uitzendkrachten. Mogelijk heeft jouw werkgever ander werk voor je wat je binnen kunt uitvoeren. Als het daar niet te koud is, dan moet je dit werk uitvoeren. Indien er geen andere werkzaamheden mogelijk zijn, dan heb je recht op 100% doorbetaling van je loon.
Als je wil weten hoe koud het is op je werklocatie en of je nog wel veilig je werk kunt doen, kan je de weerverlet app gebruiken: FNV Bouw app. Je krijgt dan een weeralert bij risicovol weer.
Te koude kantoorruimte
Niet alleen collega’s die op de bouwplaats werkzaam zijn, hebben last van de kou. Als de temperatuur op kantoor te laag is, kunnen medewerkers bijvoorbeeld last van stijve vingers krijgen, wat zeker bij kantoorwerk onhandig is. Werk achter de computer zal hierdoor steeds langzamer gaan. Werkgevers kunnen in dit geval met werknemers bespreken wat een acceptabele temperatuur is, zorgen dat de verwarming degelijk is en naar behoren werkt of elektrische voetenkacheltjes beschikbaar stellen. De Arbowet adviseert om samen tot een acceptabele temperatuur te komen waar minimaal 90% van het personeel het mee eens is.
Rust is geen luxe, maar een noodzaak
In de wereld van de bouw zijn we gewend aan hard werken, strakke deadlines en veeleisende projecten. Het is een sector die trots is op zijn toewijding aan vakmanschap en hard werk, en terecht. Maar laten we eerlijk zijn: het kan soms overweldigend zijn. De druk van deadlines en het jongleren met verschillende verantwoordelijkheden kan zijn tol eisen wanneer je niet voldoende rust krijgt om te herstellen.
Het wordt vaak over het hoofd gezien, maar juist de hardste werkers zullen het hardst moeten rusten. In dit artikel bespreken we wat je zelf kunt doen om goed te herstellen, maar vooral ook wat je van je werkgever mag verwachten als het hierop aankomt.
Zoals ook iedere topsporter je kan vertellen is rust essentieel wanneer je een grote inspanning verricht. Zonder goed te rusten en herstellen zou een topsporter het niet kunnen bijbenen met de sporters die dit wel doen. Op werkgebied is dit eigenlijk niet anders. Het constant werken onder hoge druk kan zowel fysiek als mentaal uitputtend zijn. Doe dit te lang, en het kan zelfs leiden tot gezondheidsproblemen, verminderde productiviteit en een verstoord evenwicht tussen je werk en privéleven. Om dus te blijven werken op het niveau dat we willen is onze rust pakken geen luxe, maar noodzaak.
Wat kan je doen?
Gelukkig zijn er stappen die je zelf kunt nemen om je rust en herstel te bevorderen. Denk bijvoorbeeld aan het plannen van pauzes tijdens je werk, niet te lang werken zonder verlof op te nemen, niet te vaak overuren maken, en natuurlijk ook voldoende slaap en ontspanning. Het is belangrijk om te onthouden dat rust pakken geen egoïsme is, maar juist een investering in je eigen welzijn en werkprestaties.
Het kan ook zo zijn dat het plannen van pauzes bijvoorbeeld lastig gaat. Of misschien zijn er wel anderen redenen waardoor het lastig is om goed rust te pakken. Je bent niet de enige. Hoewel dit soms als best lastig ervaren kan worden werkt het goed om dit bespreekbaar te maken met je collega’s en leidinggevende/werkgever. Wat niet wordt besproken kan ook niet samen opgelost worden.
De rol van je werkgever
Het is niet alleen je eigen verantwoordelijkheid om te zorgen dat je voldoende rust krijgt. Je werkgever heeft een cruciale rol in het creëren van een ondersteunende werkomgeving. Dit vinden niet alleen wij als vakbond, maar dit staat ook in de wet. Je werkgever is namelijk verplicht beleid te hebben om de risico’s van werkdruk te beperken.
De Arbowet legt de verplichtingen van werkgevers vast met betrekking tot de gezondheid en veiligheid van werknemers. Hierin is ook aandacht voor psychosociale arbeidsbelasting, wat betrekking heeft op stress en werkdruk. De RI&E (dat staat voor risico-inventarisatie en -evaluatie) is een instrument dat werkgevers verplicht zijn te gebruiken om risico's in kaart te brengen en te evalueren. Het bevat ook maatregelen om deze risico's te verminderen. Werknemers hebben het recht om te weten welke risico's er spelen en welke maatregelen worden genomen om hen te beschermen. Dit kan een goede aanleiding zijn voor een gesprek over werkdruk.
Faciliteren van rust
De Arbowet schrijft ook voor dat werkgevers moeten kijken naar een bronaanpak van een probleem. Als jij door een te krappe planning regelmatig moet overwerken, dan beperkt dit jou mogelijkheid om goed uit te rusten. Het is dan de verantwoordelijkheid van je werkgever om te zorgen dat er sprake is van een realistische taakbelasting.
Hetzelfde geldt voor goed kunnen pauzeren tijdens werktijd, niet gestoord worden buiten werktijd of het opnemen van verlof. Merk je dat je hier regelmatig uitdagingen in hebt, dan is het wederom belangrijk om dit bespreekbaar te maken. Dit doe je niet alleen uit eigen belang, maar ook voor je collega’s en de rest van de organisatie. Wanneer iemand uitvalt vanwege werkstress, dan heeft dat namelijk invloed op de hele organisatie.
Noodzaak
Onthoud: rust en herstel zijn geen luxe, maar een noodzaak. Rust pakken gebeurt helaas niet vanzelf, en juist daarom loont het om er bewust mee bezig te zijn. Door hierover in gesprek te gaan kunnen we een sector creëren die niet alleen bekend staat om zijn vakmanschap, maar ook om zijn toewijding aan het welzijn van zijn werknemers.
Heb je vragen of wil je je ervaring delen? Stuur gerust een mail naar uta@fnv.nl .
Werken aan die goede werkrelaties!
Het grootste deel van onze tijd besteden wij op het werk, omringd door onze collega’s en leidinggevenden. Het is daarom belangrijk om een goede relaties op te bouwen op je werk. Omdat dit zo’n groot deel van je leven uitmaakt, heeft dit niet alleen invloed op je werkgeluk, maar ook je levensgeluk!
Het onderhouden van goede relaties op het werk kan soms best uitdagend zijn, want hoe doe je dat nu eigenlijk? En heb ik daar echt behoefte aan? Doordat goede en positieve werkrelaties zorgen voor een gevoel van vertrouwen en betrokkenheid, zal het werkplezier stijgen en zal dit ook ten goede komen van de teamprestaties. Geen reden om het niet te doen dus. Wij geven je enkele tips om goede zakelijke relaties op te bouwen.
- Steek energie in goede contacten
Een goede relatie komt niet zomaar aanwaaien. Net zoals in je vriendschappen en liefdesrelaties moet je tijd en energie investeren in goede werkrelaties. Soms klikt het gewoon met bepaalde mensen en gaat het als vanzelf, maar dit lukt niet met iedereen. Juist in die situatie is het van belang om oprecht aandacht aan personen te besteden om een goede relatie op te bouwen.
- Luisteren en belangstelling tonen
Iedereen vindt het fijn om zich gehoord en gezien te voelen. Door aan je collega’s te laten zien dat je hen echt wil leren kennen, bouw je een persoonlijke band met hen op. De werkrelatie en de samenwerking worden hiermee verbeterd. Laat je collega’s dus merken dat je belangstelling voor ze hebt. Vraag eens hoe hun vakantie was, hoe het gaat, of feliciteer hen met een belangrijke gebeurtenis.
Misschien nog wel belangrijker dan hiernaar vragen, is om ook daadwerkelijk te luisteren naar het antwoord. Vaak wordt er geluisterd om te reageren, maar probeer jezelf aan te leren om te luisteren om te begrijpen. Reageer dus niet met een eigen verhaal, gebaseerd op je eigen filters, maar probeer eens door te vragen. Door je te durven verdiepen in een ander en zijn/haar standpunten, toon je aan dat je het belangrijk vindt om de ander te begrijpen.
Je kunt bijvoorbeeld verdiepende vragen stellen, om er zo achter te komen wat de belangen, ideeën en meningen van de ander zijn. Vervolgens kun je een samenvatting geven en vragen of dit klopt. Probeer ook te luisteren zonder oordeel. Juist door met een open blik naar de mening en visie van anderen te kijken, kun je nader tot elkaar komen en misschien zelfs wel tot betere oplossingen komen.
- Geef eens een compliment
Complimenten zijn ontzettend belangrijk om sympathie te tonen aan een ander. Toch geven we elkaar bijzonder weinig complimenten. We vinden het vaak heel gewoon wat een ander presteert of spreken onze waardering niet uit. Zonde natuurlijk, want ook complimenten dragen bij aan het werkgeluk. Bij beide partijen komt namelijk het stofje dopamine vrij, wat zorgt voor een geluksgevoel. En je hoeft zeker niet bescheiden te zijn bij het geven van complimenten. Hoe intenser je het compliment overbrengt, hoe meer het aankomt. Als je je inhoudt, zou het zo maar kunnen overkomen alsof je zomaar iets zegt. Hoe gemeend je compliment is, heeft dan weer geen effect.
- Zeg nee tegen negativiteit
Uit onderzoek blijkt dat in zakelijke relaties de verhouding tussen positieve en negatieve ervaringen 4:1 zou moeten zijn. Tegen elke opmerking die als negatief ervaren kan worden, moeten vier opmerkingen die als positief ervaren worden tegenover staan. Choose your battles dus! Probeer je alleen negatief uit te laten als er iets écht niet goed gaat.
- Communiceren
Ook al denken wij soms dat we heel duidelijk zijn of dat we wel begrepen worden, is dit niet vaak het geval. We kunnen helaas geen gedachten lezen. Iedereen zit anders in elkaar en ieder persoon heeft zijn eigen communicatiestijl. Het is daarom belangrijk om de communicatiestijlen op elkaar af te stemmen. Soms helpt het om je aan te passen aan de stijl van een ander.
Het gaat natuurlijk niet alleen om hoe je dingen deelt, maar ook om wat je deelt. Er is niks mis mee om af en toe te delen dat je ergens mee zit. Je brengt immers zo veel tijd met je collega’s door. Door dingen te delen, voel je je meer verbonden met de mensen om je heen, maar zullen zij jou ook beter gaan begrijpen. Daarnaast is het vaak ook uitnodigend voor anderen om verhalen en ervaringen te delen.