UTA-onderzoek werkdruk

UTA-onderzoek | Deel jouw ervaringen rondom werkdruk

UTA-onderzoek | Deel jouw ervaringen rondom werkdruk

1 op de 3 Nederlanders meldt zich wel eens ziek door werkdruk gerelateerde klachten. Dat maakt het beroepsziekte nummer 1. In de bouw staat een burn-out op de tweede plek.  

In de cao Bouw & Infra 2023 staat er in het hoofdstuk over arbeidsomstandigheden en veiligheid in artikel 7.4 ‘Werkdruk UTA-werknemer’, dat wanneer een UTA’er dreigt uit te vallen of al uitgevallen is, hij of zij recht heeft op advies en begeleiding. Het cao-artikel meldt tevens dat de bedrijfstak daar een voorziening voor heeft getroffen, waar de werknemer kosteloos gebruik van kan maken. Dit is de voorziening ‘Werkdruk en Stress’. Voor meer informatie hierover neem je contact op met je bouwarts. Je kunt op de website van Volandis ook een stresstest doen.  

De praktijk

In Nederland groeit het percentage ziekteverzuim door psychische aandoeningen, zoals een burn-out en overspanning. De helft van de UTA-medewerkers geeft aan hoge tot zeer hoge werkdruk te ervaren. Laat in het UTA-onderzoek weten wat jouw ervaringen zijn, en welke mogelijkheden er zijn binnen jouw bedrijf om werkdruk te verminderen of te voorkomen. 

Standpunt FNV

Een (te) hoge werkdruk beïnvloedt de efficiëntie en effectiviteit van het werkproces nadelig. Het gevolg van werkdruk is dat er fouten gemaakt worden. Dit is voor zowel werknemer als werkgever vervelend, daarom moet de werkdruk zoveel mogelijk beperkt worden. Er zijn oplossingen voor dit probleem. Uit onderzoek van iValue Improvement blijkt bijvoorbeeld dat het delen van werk de beste oplossing is om een burn-out te voorkomen. Door de werkzaamheden en daarmee ook de verantwoordelijkheid te verdelen over meer dan één persoon, worden mensen ontlast. Het lijkt een open deur, maar nog niet eerder is deze conclusie door middel van wetenschappelijk onderzoek bewezen. Ook opleiding en begeleiding hebben een enorm positieve invloed op de mentale gesteldheid van medewerkers. Kortom; het werk moet anders georganiseerd worden 

Wil je op de hoogte gehouden worden over de uitkomsten van het UTA-onderzoek en het cao-traject? Klik hier om je aan te melden voor de nieuwsbrief.

UTA-onderzoek: blijf op de hoogte!

FNV UTA gebruikt de gegevens die u op dit formulier verstrekt om contact met u op te nemen en om updates en marketing aan te bieden. U kunt zich op elk moment afmelden door te klikken op de link in de voettekst van onze e-mails. ons privacybeleid

UTA-onderzoek: blijf op de hoogte!

FNV UTA gebruikt de gegevens die u op dit formulier verstrekt om contact met u op te nemen en om updates en marketing aan te bieden. U kunt zich op elk moment afmelden door te klikken op de link in de voettekst van onze e-mails. ons privacybeleid


Carina van der Bijl

Hestia: Carina van der Bijl

"De bouw is enorm dynamisch waardoor je altijd voor een nieuwe uitdaging staat. Geen dag is hetzelfde."

Hestia is de Griekse godin van de bouwkunst. In deze rubriek wordt een moderne godin van de bouwwereld geïnterviewd. Over haar inspiratie, de bouwwereld, en wat ze het leukst vindt in haar werk. Deze week is Carina van der Bijl onze Hestia.

Naam: Carina van der Bijl
Functie: Werkstudent in werkvoorbereiding en uitvoering
Leeftijd: 21 jaar
Woonplaats: Haaften
Opleiding: Associate Degree hbo Bouwkunde duaal
Lievelingsbouwjargon: "We gaan het gewoon doen!"

Wanneer ontdekte je dat je de bouw in wilde?
"Op de middelbare school zat ik op de havo, daar kwam ik erachter dat dat voor mij op dat moment niet werkte. Ik ben toen naar mbo-opleidingen gaan kijken zodat ik meer praktijkgericht aan de slag kon. Al snel kwam ik bij de opleiding bouwkunde. De bouw was voor mij geen onbekende branche. Mijn vader heeft namelijk 26 jaar bij Dura Vermeer Materieel gewerkt als procesverantwoordelijke voor de kranen en liften op projecten. Als kind mocht ik wel eens mee met mijn vader naar de bouw en keek ik vanuit de keten hoe mijn vader buiten alles regelde dat de torenkranen daar kwamen te staan. Ergens is daar toen een passie ontstaan, waardoor ik uiteindelijk voor de bouw heb gekozen. Nu, vijf jaar na deze beslissing, heb ik geen spijt van mijn keuze, ik ben zelfs duaal aan het doorstuderen voor bouwkunde op het hbo!"

Hoe werd daarop gereageerd?
"Hartstikke positief, niemand keek er gek van op. Ik startte mijn mbo-opleiding met het idee om modelleur of architect te worden, maar na een eerste stage op de bouw merkte ik dat ik de bouwplaats veel mooier vond dan modelleren en tekenen. Een hele omschakeling dus haha, maar iedereen vindt het ook erg gaaf dat ik met mijn voeten in de klei sta en de jongens zal aansturen."

Wat maakt de bouw zo leuk?
"De nuchtere mentaliteit van ‘We gaan het gewoon doen!’. Het met elkaar als een team ervoor zorgen dat werkzaamheden op een bouwplaats vlot verlopen vind ik erg mooi. Ook werk je over het algemeen met mannen die lekker nuchter communiceren: duidelijke taal, dan weet je waar je aan toe bent. Daarnaast is de bouw ook enorm dynamisch, waardoor je altijd voor een nieuwe uitdaging staat. Geen dag is hetzelfde."

Wie in de bouw inspireert jou?
"Mijn vader is mijn grootste inspiratie om in de bouw te gaan werken. Maar op dit moment en ook tijdens mijn stages heb ik collega's leren kennen waar ik ontzettend veel van geleerd heb en gemotiveerder van ben geworden. Deze kennis en ervaringen neem ik mee en wil ik zo veel mogelijk zelf toepassen op projecten en een voorbeeld aan nemen. Zo heb ik door de jaren heen van andere uitvoerders geleerd dat het als uitvoerder belangrijk is goed te overleggen met de mensen op de werkvloer. Alleen dan kom je tot nieuwe inzichten en oplossingen!"

Wat vind je het allerleukst aan je werk?
"De communicatie met partners, klanten en collega's om een bouw goed te laten verlopen vind ik een mooie uitdaging in mijn werk. De teamspirit die het met zich meebrengt is ontzettend gaaf, met elkaar kom je namelijk verder! Het is erg mooi om te zien dat je een gebouw ziet groeien en een gebied ziet transformeren door deze samenwerking. Door efficiënter te leren werken met lean in combinatie met de nieuwste technieken, zoals het toepassen van BIM en VR-sessies, zie je dat tijdens de uitvoering steeds minder uitdagingen naar voren komen. Het is gaaf om te zien dat een project dan goed verloopt!"

Wat zijn je dromen voor de toekomst?
"Ik kijk er erg naar uit om na mijn hbo-studie uiteindelijk uitvoerder te worden en hopelijk ook mijn steentje mag bijdragen aan succesvolle projecten. Graag wil ik ook duurzaamheidsaspecten meenemen in mijn werk. Dit is een actueel onderwerp waar ook in de bouw genoeg op te verbeteren valt. En als we echt even verder dromen wellicht hoop ik dan, later na voldoende kennis en ervaring als uitvoerder opgedaan te hebben, door te stromen en de functie van hoofduitvoerder binnen de utiliteitsbouw te bekleden."

Wat zou je willen zeggen tegen meisjes/vrouwen die een baan in de bouw overwegen?
"Gewoon doen! De bouw kan je soms afschrikken, doordat het een grote mannenwereld is, maar als je dit echt leuk vindt: ga er dan voor! Het maakt niet uit wat mensen daar dan van denken, pak die baan waar jij plezier uit haalt. O ja en wees gerust: inmiddels zijn er ook bouwjassen in een vrouwenmodel te verkrijgen bij aannemers zoals Dura Vermeer!"

 

Carina's allereerste bezoek op een bouwplaats in Spijkenisse - 2008

Overuren - UTA-onderzoek

UTA-onderzoek | Maak jij overuren en krijg je ze betaald?

UTA-onderzoek: maak jij overuren en krijg je ze betaald?

Soms moet je werken buiten de uren die je met je werkgever hebt afgesproken. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren als het heel druk is of als je een collega moet vervangen. De werkgever moet hier een goede reden voor hebben. Wat zijn de afspraken voor UTA-medewerkers? 

Als je besluit om meer uren te werken dan in je contract staat en je werkgever dit niet van je gevraagd heeft, wordt dit niet altijd als overwerk gezien. Je werkgever hoeft deze uren niet te vergoeden. Daarom is het handig om hier afspraken over te maken met je werkgever. Vaak zijn over de uitbetaling van overuren afspraken vastgelegd in de cao, het bedrijfsreglement, of je arbeidsovereenkomst.  

Overwerk als UTA-medewerker in de bouw

Voor UTA’ers zijn er enkele afspraken gemaakt in de cao Bouw&Infra. Er is sprake van overwerk als je op een dag meer werkt dan volgens het rooster dat is vastgesteld volgens de cao. Verplichte extra uren uit het spaarurenmodel zijn geen overwerk. Uit de cao volgt ook dat in beginsel moet worden vermeden dat de UTA-werknemer structureel overwerkt. Structureel overwerk betekent dat je er regelmatig meer uren worden gewerkt dan de afgesproken contacturen. 

Structureel overwerken kan nadelige gevolgen hebben voor je gezondheid en welzijn. Het kan namelijk bijdragen aan het gevoel van stress en angst of leiden tot een depressie. Daarnaast kan het ervoor zorgen dat je slecht slaapt, vermoeid bent en een verminderde productiviteit en concentratie hebt. Laat daarom aan je werkgever weten dat je te veel werk in weinig uur moet doen. Mogelijk kan je werk anders ingedeeld worden.  

Als je als UTA-werknemer overwerk van aanmerkelijke omvang doet en dit gebeurt in opdracht van de werkgever, dan moet jouw werkgever jou laten weten hoe hij dit compenseert. Als je werkgever dit niet doet of als de compensatie per uur lager is dan het uursalaris, dan hebben werknemers met een functie tot en met niveau 3 ten minste recht op een uur vrije tijd of een uur salaris per uur overwerk. We adviseren je om altijd zelf bij te houden hoeveel uren je werkt en overwerkt. Als je deze uren niet betaald krijgt, kun je eens de overwerkcalculator gebruiken om te berekenen hoeveel geld je misloopt. 

De praktijk

Tijdens de webinars die wij hebben gehouden om input op te halen bij jullie voor het UTA-onderzoek stelden wij de vraag hoeveel overuren de aanwezige UTA’ers maken. Het werd duidelijk dat sommigen van jullie tot wel 10 overuren per week maken. Soms worden deze uren vergoed in tijd voor tijd, maar dan moeten deze uren wel zelf bijgehouden worden. Bij anderen wordt een verzoek tot uitbetaling alleen gehonoreerd als er vooraf is aangegeven dat er overuren gemaakt gaan worden.  

De deelnemers waren het er met zijn allen over eens dat er meer personeel moet komen om niet meer structureel over te moeten werken. Daarnaast werden ook andere oplossingen aangedragen, zoals het werk aantrekkelijker naken voor jongeren en het werk opsplitsen en verdelen over meerdere collega’s om de werkdruk te verdelen.  

Wil je op de hoogte gehouden worden over de uitkomsten van het UTA-onderzoek en het cao-traject? Klik hier om je aan te melden voor de nieuwsbrief.

UTA-onderzoek: blijf op de hoogte!

FNV UTA gebruikt de gegevens die u op dit formulier verstrekt om contact met u op te nemen en om updates en marketing aan te bieden. U kunt zich op elk moment afmelden door te klikken op de link in de voettekst van onze e-mails. ons privacybeleid

UTA-onderzoek: blijf op de hoogte!

FNV UTA gebruikt de gegevens die u op dit formulier verstrekt om contact met u op te nemen en om updates en marketing aan te bieden. U kunt zich op elk moment afmelden door te klikken op de link in de voettekst van onze e-mails. ons privacybeleid


5 mei

5 mei: Vrij op Bevrijdingsdag?

Op 5 mei vieren we in Nederland Bevrijdingsdag. Volgens de wet is Bevrijdingsdag een officiële nationale feestdag, maar is het ook een vrije dag? 

Dat 5 mei een nationale feestdag is betekend niet dat je automatisch ook vrij bent. Of dit wel of niet het geval is vind je terug in je cao of in je arbeidsovereenkomst. In artikel 3.4.1 van de cao Bouw & Infra, genaamd 'In de cao erkende feestdagen', staat dat de werknemer recht heeft op betaald verlof op nieuwjaarsdag, tweede paasdag, Koningsdag, Hemelvaartsdag, tweede pinksterdag, de beide kerstdagen, en eens in de vijf jaar op 5 mei (2025, 2030, enzovoort).

Dit jaar is Bevrijdingsdag dus geen doorbetaalde vrije dag.

In de cao erkende feestdagen

Verder staat er in de cao Bouw & Infra in het artikel over in de cao erkende feestdagen dat de werkgever over de eerder genoemde feestdagen het vast overeengekomen loon of het salaris betaalt. En werkt de werknemer op een cao erkende feestdag in ploegendienst? Dan geeft de werkgever hem/haar op een andere dag betaald verlof.

Bekijk hier de lijst van de officiële feestdagen in Nederland in 2020.


Sophie Postma: "Duurzamer leven in een tiny house"

Op zo’n vijftien minuten loopafstand van het station in Hilversum vind je midden in een woonwijk vijf tiny houses op het terrein van VONK in de wijk. In een van deze tiny houses woont Sophie Postma (30). Wij spraken met Sophie over de bouw van haar avonturenhuisje en het leven in een tiny house.

Sophie Postma
Sophie Postma

Sophie droomde al jaren van wonen in een tiny house en was druk bezig deze droom te verwezenlijken. Ze dacht na over ontwerpen en indelingen, en is ze in het bestuur van een stichting getreden. Toen kwam alles in een stroomversnelling. Nog voordat ze een plekje voor haar tiny house had, kocht ze een onderstel. Sophie zegt lachend: “Ik dacht: ik ga er gewoon vol in en we zien het wel.”

Via via kwam ze in contact met VONK en kreeg ze een plekje op het terrein. Maar toen moest het hele huis nog gebouwd worden. Ongeveer vier maanden lang betaalde ze voor de grond, zonder dat er een huisje op stond. De vader van Sophie is timmerman en heeft een eigen bedrijf en werkplek. Hier heeft zij samen met haar vader in vijf maanden tijd een tiny house gebouwd.

Het bouwen van een tiny house

In het bouwbesluit staan nog weinig regels over tiny houses, dus het was lastig om te bepalen hoe het huisje gebouwd moest worden. Sophie heeft daarom veel YouTube video’s met haar vader gekeken, want het is wel echt anders bouwen dan een normaal huis. Bij het bouwen van een tiny house dien je in ieder geval rekening te houden met een maximum gewicht van 3500 kilo een maximale hoogte van vier meter als je de woning over de weg zou willen vervoeren. Volgens Sophie zit je daar zo aan, terwijl je denkt dat het best veel is.

Dit dwingt je om veel keuzes te maken. “Een eikenhouten vloer is natuurlijk ontzettend zwaar, dus dan moet je ergens anders weer op inleveren,” zegt Sophie. “Uiteindelijk is het huisje ook wel iets te zwaar geworden. Dat is wel één van de redenen dat we hem niet over de weg hebben getrokken, maar op een dieplader hebben laten vervoeren.”

Restricties en compromissen

Het bouwen aan een tiny house vraagt om veel pionieren en nadenken over mogelijkheden. “Omdat je onder viaducten door moet kunnen, mag de woning slechts 4 meter hoog zijn. Vanaf de trailer ben je al vijftig centimeter kwijt. Dan moet je het nog isoleren, moet je in de kamer kunnen staan, heb je een vide en nog meer isolatie. En dat allemaal binnen vier meter. Daarom heb ik gekozen voor isolatiemateriaal gemaakt van aardolie voor het dak en de vloer. Dat is iets compacter, waardoor ik wat extra centimeters heb kunnen winnen. Zo sluit ik compromissen met mijzelf.” Volgens Sophie is deze keuze te onderbouwen met de trias energetica, waarbij de eerste stap aangrijpt op het minimaliseren van energieverbruik en de derde stap pas inspeelt op het efficiënt gebruik van fossiele brandstoffen.

Ondanks de restricties, heeft Sophie gelukkig geen dingen hoeven laten. “Er komt wel nog een hele trappenkast in, dus dat betekent dat ik dat en de keuken er weer uit moet halen als ik zou verhuizen van plaats.” Het keukenblad is namelijk gemaakt van een oud tafelblad en pas geplaatst nadat het huis op zijn plek was gezet. Wel geeft Sophie aan dat ze achteraf andere keuzes gemaakt zou hebben. Je bouwt namelijk in lagen. In de onderste laag heeft Sophie gekozen voor een betonplexlaag van 18 millimeter. “Lekker stevig, maar ook heel zwaar. Dit had wel een stuk dunner gekund en is dus een beetje een verkeerde keuze geweest. In de badkamer hebben we ook licht beton gebruikt. Dit is zwaarder dan bijvoorbeeld PVC. Dit had ook anders gekund.”

Filosofie en duurzaamheid

Sophie vind het heel erg belangrijk om de filosofie achter het wonen in een tiny house te benoemen “Je ziet een tweesplitsing tussen mensen die fulltime in zo’n huis wonen en anderen die het meer zien als recreatie of als businessmodel. Voor mij is de filosofie om een stuk duurzamer te leven en een kleine ecologische voetafdruk achter te laten. Dat je een kleine paar vierkante meter hebt, waar jij precies de spullen en de benodigdheden hebt, en echt niet meer nodig hebt. Dat dwingt je ook om bepaalde keuzes te maken. Ik kan hier gewoon niet mijn hele leven opslaan, dat gaat gewoon niet. Ik heb wel echt moeten ontspullen. Nu sta ik in winkels en denk ik: ‘heb ik dit echt nodig of niet?’. Dan maak je andere keuzes, omdat je niet zo’n groot huis hebt.”

Vanuit deze filosofie is het ook belangrijk om duurzame materialen te kiezen. Soms zie je huisjes met heel veel kunststof. Sophie begrijpt dit wel, maar ze heeft zelf geprobeerd om veel na te denken over de materialen die ze gebruikt. De binnenste laag van haar huis is gemaakt van populierenmultiplex. Dit is een snelgroeiende houtsoort en licht geperst, waarbij gebruik wordt gemaakt van een lijm die minder schadelijke stoffen bevat. Daarnaast heeft ze nog andere duurzame keuzes gemaakt. De deurtjes van het toilet vond ze op straat, het aanrechtblad is een oud tafelblad, en haar poefje heeft ze opgehaald bij mensen uit de straat. Ook heeft ze een tweedehands schuifpui.

De schuifpui komt van een klant van haar vader en is echt de eyecatcher van het huis. Sophie over moment dat de schuifpui erin zat: “Ik schrok me te pletter, ik dacht die is veel te groot.” In eerste instantie wilde Sophie de pui als voordeur gebruiken. Toen bleek dat de deur alleen vanbinnen op slot gedaan kan worden. “Alle muren waren al gemaakt, maar toen konden we de pui dus niet als voordeur gebruiken. We hebben toen die andere deur last minute erin gemaakt. Uiteindelijk ben ik er heel blij mee, want het creëert heel veel ruimte, doorstroom van lucht en een vluchtroute. Het huisje voelt echt heel ruim door de grote schuifpui.”

Sophie heeft in het proces naar het wonen in een tiny house gesproken met een docent van de vakschool Nimento. Voor een van de opleidingen werden opdrachtgevers gezocht die later in een tiny house wilden wonen. De studenten zouden vervolgens voor deze opdrachtgevers een ontwerp maken. Uiteindelijk waren er 78 studenten die zich hadden ingeschreven en waren er 61 onderwerpen die beoordeeld konden worden. Sophie heeft hier veel inspiratie over bijvoorbeeld materiaalkeuzes en indeling uit gehaald.

Isolatie

Voor het isolatiemateriaal heeft Sophie gebruik gemaakt van isovlas en Gutex. Isovlas is een restproduct van de linnenindustrie en gutex is een houtvezelplaat, gemaakt van geperst hout van restproducten van de houtzagerij. “Door het kleine oppervlakte van een tiny house, heb je snel te maken met vochtvorming. Door isolatiematerialen te gebruiken die vocht kunnen doorlaten, kun je het huisje damp open bouwen waardoor het huisje als het ware ‘ademt’," zegt Sophie. "Het nadeel is wel dat daardoor de muren ontzettend dik zijn, omdat het materiaal een lagere isolatiewaarde heeft, vergeleken met isolatiematerialen van minerale oorsprong. Je hebt dus meer nodig om betere isolatie te maken.”

Sophie heeft zich goed verdiept in verschillende isolatiematerialen. “Ik las toen ook over métisse. Dat is gemaakt van verpulverde spijkerbroeken. Dat is ook isolatiemateriaal. Ik dacht dat dit erg duurzaam was, maar toen was ik vorige week op het grondstoffencongres en toen vertelde iemand dat het eigenlijk zonde is als je rechtstreeks van spijkerbroek naar laagwaardig isolatiemateriaal gaat. Je kunt ertussen nog veel meer stappen nemen, door er bijvoorbeeld eerst nog sokken van te maken. Zo leer ik ook nog steeds veel meer bij.”

Dit geldt ook voor zonnepanelen. “Ik heb hier uiteindelijk wel voor gekozen, ondanks het feit dat hiervoor grondstoffen gedolven moeten worden, is dit alsnog een duurzamere keuze en levert het netto meer CO2 besparing op.. Mijn buren hebben bijvoorbeeld voor alles elektrisch gekozen en niet zonnepanelen. Ik heb heel lang nagedacht over hoe ik de ruimte en water ga verwarmen. Mijn eerste gedachte was om dit op zonne-energie te doen. Maar ik heb uiteindelijk toch besloten om gebruik te maken van een gasgeiser. Dit was voor mij eigenlijk de enige betaalbare keuze.”

Terugblik en over het leven in een tiny house

Het nauw samenwerken met haar vader is haar verrassend goed bevallen. “Het gaafste vind ik dat ik het met mijn vader heb gebouwd. Toen het plekje bij VONK vrij kwam, zei ik: ‘pap, dit is hét moment. We moeten nu gaan bouwen, want er komt nu een plek vrij. We gaan hiervoor!’. Toen was hij all-in en heeft hij veel werk uitgesteld.” Sophie zegt in die periode heel veel liefde te hebben gevoeld. “De samenwerking ging verrassend goed. Hij heeft mij zoveel geleerd van zijn vak. Ik was er bleu in, want ik ben theoretisch opgeleid en hij is echt een vakman.”

Het was een hele bijzondere periode om aan haar huis te werken met haar vader, waarbij ze ook hulp heeft gekregen van haar moeder en zus. Dagelijks kwam er wel familie langs voor een kopje koffie of een borreltje na vijven. “Maar op het laatst, toen de druk op de ketel zat, en het af moest omdat er al een verhuisdatum gepland stond, liepen de spanningen soms wel hoog op. Toen is er wel eens ruzie geweest, maar dat hoort er denk ik wel bij.”

Momenteel woont Sophie zo’n zes maanden in haar tiny house in Hilversum. De dag voor het interview heeft ze net nieuwe buren gekregen. Sophie is betrokken geweest bij de keuze hierin.. “Het is heel sociaal. Ze kwamen gister aan en dan komt zelfs een buurman van de hoek die zijn hond aan het uitlaten was, de hele ochtend helpen om het huisje op zijn plaats te zetten. Het brengt veel broederschap.”

De omwonenden hebben echter niet altijd even enthousiast gereageerd. Toen er duidelijk werd dat er tiny houses georganiseerd zouden worden, is haar buurvrouw langs alle huizen gegaan om de omwonenden uit te nodigen voor een buurtavond. “Dit persoonlijke contact heeft echt geholpen, want buren reageren er nu heel positief op. Maar toch is er nog onduidelijkheid over wat het nu is. Soms krijg ik wel vragen over hoe het later voor mij zal zijn, als ik dan in een ‘echt’ huis woon. Maar voor mij is dit een echt huis. Dit is mijn huis. Het is een andere manier van denken.”

Toekomst

Dat het heel sociaal is, blijkt ook uit het feit dat toiletten, gereedschap, en de wasmachine gedeeld worden in het hoofdgebouw. “Al het gereedschap wat je nodig zou hebben ligt daar. Je mag dit gebruiken en dan schrijf je op wat je gebruikt hebt. Later vul je dit dan weer aan. Je staat dus echt stil bij wat je persoonlijk nodig hebt en wat je kunt delen met anderen wat je niet dagelijks nodig hebt.”

Helaas krijgt het terrein van VONK over een aantal maanden een andere bestemming. Dit betekent dat Sophie opzoek moet naar een nieuwe locatie om haar tiny house neer te zetten. “Het geeft wel stress, ik heb nog 8 maanden voordat ik hier weg moet en de plekken liggen echt niet voor het oprapen. Ik moet dus weer lobbyen bij gemeenten, aansluiten bij verenigingen of via via mensen leren kennen. Als een boer bijvoorbeeld zegt dat het op zijn terrein mag staan, moet je toch naar de gemeente met de vraag of je een permanente woning op dat terrein mag zetten. Hiervoor moet het bestemmingsplan gewijzigd worden, want het is niet slechts ter recreatie. Dat maakt het wel lastig om een plekje te vinden. Voordat je zon bestemmingswijziging hebt, ben je echt jaren verder. Er zijn stichtingen die lobbyen die er 5-6 jaar over doen voordat iets voor elkaar gekregen wordt.

In de toekomst wil Sophie ook een moestuin en composthoop. “De huidige maatschappij is zo gemakzuchtig. We kunnen alles zo veel beter gebruiken.” Toch ziet ze zich niet de rest van haar leven in een tiny house zitten. Samenwonen lijkt haar bijvoorbeeld wel een uitdaging. “Maar ik moet echt zien hoe het loopt.”

Tips voor mensen die ook in een tiny house willen wonen

Sophie heeft ook nog enkele tips voor mensen die ook overwegen om in een tiny house te gaan wonen. “Ik denk dat je via via wel echt op een plek gewezen moet worden. Marjolein Jonker is de pionier tiny houses. Zij was een van de eersten die in 2016 in een tiny house ging wonen. Zij heeft ook het platform tiny house NL opgezet. Je moet echt wel investeren in mensen om aan een plek te komen. Door bijvoorbeeld naar open dagen te gaan. Of een keer een nachtje in een tiny house te verblijven waardoor je weet wat mee en tegen valt. Ook moet je een lijstje maken van je wensen."

Sophie heeft ook een Instagram account (@avonturenhuisje) voor haar huisje aangemaakt. "Veel mensen die ik niet ken, zijn mij gaan volgen. Het wereldje is dan best wel klein. Inschrijven bij stichtingen en CPO’s kan ook helpen om aan een plekje te komen.”

Volgens Sophie kan een huis snel gebouwd zijn. Zeker als je deze laat bouwen. Een plekje vinden is het moeilijkst. “Je moet echt samen komen. Het gaat niet helpen als je het alleen doet. Het moet je droom zijn en er echt mee bezig zijn."


Digitalisering

Digitalisering | Investeer in vaardigheden van mensen

Meer woningen, digitalisering, de energietransitie, een duurzame gebouwde omgeving: om alle urgente ambities te realiseren is digitale (keten)samenwerking cruciaal. Vanuit FNV Bouwen & Wonen dragen we daar graag aan bij. 

https://youtu.be/ZbSSN0tYEj4

Kitty van den Hoven, bestuurder bij FNV Bouwen & Wonen: “De wereld om ons heen verandert, daardoor ontstaan ook nieuwe technieken en werkwijzen. Er is veel aandacht voor de technische innovatie, maar veel minder voor de sociale innovatie. Dit terwijl de veranderingen voor de mens/werknemers groot zijn. Er komen nieuwe functies, er verdwijnen functies en er veranderen functies. En als er aandacht is voor de sociale innovatie is deze vaak gericht op studenten/jonge werknemers, terwijl we alle werknemers hierin mee moeten nemen. Juist ook de huidige groep werknemers.”

Wat zie je gebeuren in de praktijk?

Kitty: “Iemand die nu 40 is, had tijdens zijn schooltijd nog nauwelijks ervaring met internet. Hij heeft ongetwijfeld bijgeleerd door het gebruik van zijn mobiele telefoon. Maar de diepere achtergronden - hoe werkt het, wanneer werkt iets wel en wanneer niet, hoe staat het met de digitale veiligheid? - kennen de meeste 35-ers niet. Dan heb je het wel over een grote groep die nog ruim 25 jaar moet werken. De meeste digitale bijscholing richt zich op werknemers met een hbo- of wo-opleiding. Maar dat zijn niet degenen die het werk op de bouwplaats doen.”

Wat is er nodig in de sector?

Kitty: “We moeten weten waar we nu staan, en waar we naar toe willen. We hebben een visie van bedrijven nodig op digitalisering en welke impact dat heeft op de organisatie en het werk. Ik zie hier een belangrijke rol weggelegd voor HR en de OR.”

Wat kunnen werkgevers doen?

Kitty: “Werkgevers moeten flink investeren in de kennis en vaardigheden van hun werknemers. De sector kan hier ondersteuning bieden door dit gezamenlijk op te pakken. Zo zorgen we samen voor goed opgeleid personeel en daarmee goed werk. Leren hoeft niet in de schoolbanken, maar kan ook gerealiseerd worden door bijvoorbeeld iemand stage laten lopen binnen het eigen bedrijf. Bedrijven moeten ruimte geven aan de werknemers om zich te kunnen ontwikkelen. Laat werknemers meedenken, meepraten, en ook meebeslissen. Dan zijn ze een stuk gemotiveerder om mee te gaan in alle ontwikkelingen. Wij pleiten voor een innovatieve organisatie waar technologische innovatie en sociale innovatie samengaan.”

Wat zie je gebeuren in de toekomst?

Kitty: “Opdrachtgevers gaan steeds meer eisen stellen, dus het is voor bedrijven eigenlijk onmogelijk om niet mee te gaan met deze ontwikkelingen. En ook, door sommige technologische ontwikkelingen neemt de fysieke belasting voor werknemers af. Dat is goed! Maar het mag niet gaan leiden tot een slechte kwaliteit van werk: veel van hetzelfde, eentonigheid, et cetera. Voor werknemers wordt het werk interessanter als ze meer vaardigheden hebben en daardoor breed inzetbaar zijn. Kortom zich kunnen blijven ontwikkelen. Niemand vindt saai werk leuk!”

Bedrijven en werknemers kunnen contact opnemen met FNV Bouwen & Wonen voor ondersteuning op het gebied van sociale innovatie via uta@fnv.nl.


Gastcolleges

Gastcolleges voor studenten Bouwkunde en Civiele Techniek

Gastcolleges voor studenten Bouwkunde en Civiele Techniek

FNV|UTA biedt twee soorten gastcolleges aan voor studenten Bouwkunde & Civiele Techniek. Beide gastcolleges zijn gratis, interactief en versterken de positie van jongeren bij de start op de arbeidsmarkt. Dus ben jij docent of student? Lees dan even verder.

De gastdocenten van FNV|UTA maken je op boeiende en interactieve manier wegwijs op de arbeidsmarkt. Want als je weet hoe het werkt en wat je mag en wat je moet, sta je een stuk zelfverzekerder in het werkveld!

Hieronder vind je ons aanbod. Een specifiek onderwerp uit een van onze gastcolleges behandelen? Geen probleem, maatwerk is mogelijk!

Gastcollege: Ready for Work

Wat moet je weten als je aan het werk gaat? Niet alleen straks na je studie, maar ook als je nu een bijbaan hebt of stage loopt. Wat mag je en wat moet je? Tijdens dit gastcollege komen al deze vragen aan bod. Daarnaast is er genoeg ruimte voor vragen over stage, bijbaan of toekomstige droombaan.

Voor wie? Alle leerjaren
Lesduur: Maatwerk
Inhoud:

  • Wat is een cao en waarom is een cao zo belangrijk?
  • Je startsalaris
  • Alles wat je moet weten over stage
  • Belastingaangifte en zorgtoeslag: hoe werkt dat precies?
  • Contractcheck

Gastcollege: Construct your Future

Met een diploma op zak gaan veel afgestudeerden op zoek naar een baan. Hoe zit het eigenlijk met je rechten en plichten op de arbeidsmarkt? Met het inzicht dat je tijdens dit gastcollege opdoet, vergroot je je kennis en zelfredzaamheid. En dat is heel belangrijk als starter op de arbeidsmarkt!

Voor wie? 3e en 4e jaars
Lesduur: Maatwerk
Inhoud:

  • Hoe ziet een sollicitatieprocedure eruit? En wat is een assessment?
  • Do’s en dont’s die je niet terugvindt in een lesboek
  • Messcherp onderhandelen
  • Duurzame inzetbaarheid: een leven lang leren
  • Een eigen onderneming/ZZP

Meer informatie?

Ben jij zelf student Bouwkunde & Civiele Techniek en zou jij graag een gastcollege willen krijgen voor jezelf en je medestudenten? Stuur dan een e-mail naar uta@fnv.nl, dan gaan we het voor jullie regelen.

Ben je docent en heb je vragen of wil je meer informatie over de gastcolleges voor studenten? Stuur een e-mail naar uta@fnv.nl of bel FNV|UTA Consulent Daniëlle Strijbos – Bok op 06-18511269 (bereikbaar op maandag, dinsdag, en donderdag).

Gastcollege aanvragen

Gastcollege aanvragen

Je gegevens worden ruim een jaar opgeslagen om je in de toekomst op de hoogte te houden.

Pas als je akkoord gaat met deze voorwaarden kun je dit formulier verzenden.

Gastcollege aanvragen

Gastcollege aanvragen

Je gegevens worden ruim een jaar opgeslagen om je in de toekomst op de hoogte te houden.

Pas als je akkoord gaat met deze voorwaarden kun je dit formulier verzenden.


Pensioenconsulent

Pensioenconsulent | 3 redenen om een afspraak te maken

Ben je de dagen tot je aow-leeftijd al aan het aftellen? Of mag je voorlopig nog niet met pensioen? Het is altijd goed om te weten hoe jij ervoor staat. Kijk daarom eens met een pensioenconsulent van FNV naar jouw pensioen.

Richting je pensioengerechtigde leeftijd komt er veel op je af. Je moet afscheid nemen van je werk, iets waar je lang veel tijd en energie in hebt gestoken. Je begint aan een heel nieuwe fase in je leven. Werk gaat ineens geen, of een minder belangrijke rol spelen. Je ontvangt geen salaris meer, maar je pensioen. Dat zijn veel veranderingen! Een pensioenconsulent kan je advies geven. Hieronder vind je drie redenen om eens met zo’n consulent in gesprek te gaan.

  1. Wensen en doelen

Je moet veel keuzes maken en die hebben invloed op de hoogte van je pensioen, en daarmee je inkomen. Voor jou én voor je eventuele partner. Denk bijvoorbeeld aan de ingangsdatum van je pensioen, en de hoogte van het partnerpensioen. Het is dus goed om na te denken over je wensen en je doelen (ook al zijn die misschien nog ver in de toekomst).

  1. Geruststelling

Het kan best spannend zijn om met pensioen te gaan. Voordat deze nieuwe fase ingaat moet je keuzes maken. En deze keuzes zijn vaak definitief. Een pensioenconsulent heeft dit al vaker meegemaakt, en weet precies hoe dit traject in zijn werk gaat. Hij/zij weet welke keuzes er zijn, en wat er nog meer bij komt kijken voor je met pensioen gaat.

Het kan heel fijn zijn om uitleg van een pensioenconsulent te krijgen over wat je te wachten staat, hoe met pensioen gaan in zijn werk gaat, en wat jij wel en niet moet regelen. Dit geeft rust en overzicht, ongeacht welke leeftijd je nu hebt.

  1. Pensioenberekening

Het berekenen van pensioen kan wel eens mis gaan. Het zou vervelend zijn als je te weinig pensioen ontvangt omdat er ergens een rekenfout is gemaakt. Twijfel jij aan de juistheid van je pensioen? Een pensioenconsulent van FNV kan voor je uitzoeken of je pensioen juist is, en/of hoe je pensioen er in de toekomst uit komt te zien.

Wil je een afspraak maken voor een gratis consult met een van onze pensioenconsulenten? Dit kan ook wanneer je geen lid bent van FNV. Je kunt de consulenten bereiken op telefoonnummer 088 – 368 0296. Via deze link kom je op de contactpagina van de pensioenconsulenten terecht, waar je e-mailadressen van de consulenten in verschillende regio’s kunt vinden.

Wanneer je lid bent van FNV kunnen we je helpen met complexere kwesties rondom je pensioen, bijvoorbeeld wanneer je behalve in de bouw ook in andere sectoren hebt gewerkt. De consulenten zijn deskundig op alle relevante gebieden van het Pensioenrecht. Dat betekent dat het advies niet ophoudt bij de opgebouwde rechten van het Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijverheid (bpfBOUW), maar dus een stap verder gaat.

Vind je niet wat je zoekt? Neem contact op met een van onze consulenten, of stuur een mail naar uta@fnv.nl .

Wil je meer informatie over je pensioen? Wij hebben alles over het pensioen van de UTA’er op een rijtje gezet. Download het ‘UTA pensioen e-book’ hier.


Nachtwerkers meer kans op slechte werk-privébalans

Nachtwerkers meer kans op slechte werk-privébalans

Door de globalisering en technologische vooruitgang werken we steeds minder op standaard werktijden. De verwachting is dat deze trend de komende decennia nog verder toenemen. Nachtwerkers hebben meer kans op een slechte werk-privé balans.

In 2019 werkten ruim 1,2 miljoen Nederlanders soms of regelmatig in de nacht, zo luidt de data van het CBS. In het onderzoek betekent nachtwerk dat er minimaal 1 uur gewerkt wordt tussen 00:00 ’s nachts en 06:00 ’s ochtends.

Mensen die in de nacht werken, hebben meer dan 2,5 keer zoveel kans op een slechte werk-privébalans. Zij vinden het lastiger om werk en privé te combineren dan mensen die alleen overdag werken. Dat is een van de resultaten uit het onderzoek van het RIVM en TNO, naar de impact van nachtwerken en mogelijke oplossingen. De nachtwerkers geven in de interviews verder aan dat zij door nachtwerk minder tijd met hun familie of partner kunnen doorbrengen en dat ze zich geïsoleerd voelen. Ook hebben ze door vermoeidheid op vrije dagen minder behoefte aan sociale contacten hebben of mijden ze deze zelfs, omdat ze zich moeten voorbereiden op een nachtdienst. Dit geldt overigens niet voor alle nachtwerkers. Sommigen geven aan dat zij privétaken juist beter kunnen combineren wanneer zij nachtdiensten draaien dan tijdens dagdiensten.

Dag-nachtritme

Het menselijk lichaam heeft een biologische klok. Hierdoor hebben we allemaal een dag-nachtritme van dat ongeveer 24 uur duurt. Dit ritme wordt ook wel het circadiane ritme genoemd, wat ‘circa één dag’ betekent. Het ritme is te zien in het slaap-waakritme, maar ook in een groot aantal andere lichaamsprocessen. Zo heeft je biologische klok invloed op je hormoonafgifte (onder andere melatonine en cortisol) en je glucosehuishouding.

Verschillende functies van het lichaam, waaronder lichaamstemperatuur, honger, en verzadiging, worden ook gereguleerd door de biologische klok. Je klok zorgt er dus voor dat de processen in je lichaam op het juiste moment plaatsvinden.

Effecten op gezondheid

De impact die nachtwerken op de gezondheid van iemand heeft wordt waarschijnlijk medebepaald door verschillende karakteristieken. Denk aan de duur van de nachtdiensten en hoe vaak men in diensten werkt. Ook het rooster of patroon waarin verschillende typen diensten elkaar opvolgen speelt mogelijk een rol.

Werken in de nacht verstoort het dag-nachtritme (de biologische klok) van het lichaam. Volgens de Gezondheidsraad leidt (langdurig) nachtwerk tot een verhoogd risico op slaapproblematiek, diabetes type 2, en hart- en vaatziekten.

In het onderzoek melden de respondenten dat zij verschillende gezondheidsklachten ervaren. De fysieke klachten zijn onder andere vermoeidheid, hoofdpijn, maag-darmklachten, en spier- of gewrichtsklachten. Ook is er sprake van verschillende mentale gezondheidsgevolgen, zoals gevolgen voor het cognitief functioneren (verminderde focus, alertheid, geheugen, en concentratie), prikkelbaar zijn, eenzaamheid en somberheid, en stress.

Werknemers met nachtwerk hebben ongeveer 1,5 keer zoveel kans op arbeidsongevallen (gedurende de dag of nacht) dan werknemers zonder nachtwerk. Dit blijkt uit de analyses op basis van de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) van TNO en CBS onder bijna 400.000 werknemers. Hierbij zijn geen grote verschillen tussen sectoren te zien. Het is echter onbekend of de ongevallen plaatsvinden tijdens een dag- of een nachtdienst. Ook werd de terugreis naar huis na een nachtdienst (waarbij de kans bestaat dat nachtwerkers zitten te knikkebollen achter het stuur) niet meegenomen in de NEA.

Waarom toch ’s nachts werken?

64 procent van de werkgevers gaf in het onderzoek van het RIVM en TNO aan dat de belangrijkste reden voor nachtwerk is dat het werk direct uitgevoerd moet worden. Denk hierbij aan werk in de zorg, bij de politie, of de brandweer. Economische redenen, zoals het behalen van productiedoelstellingen en de optimale inzet van machines, en praktische redenen zoals machines die 24 uur per dag moeten draaien, zijn voor ongeveer een derde van de werkgevers (zeer) belangrijke redenen.

Oplossingen

Het RIVM en TNO hebben in het onderzoek ook gekeken naar oplossingen om de risico’s voor gezondheid en welzijn van nachtwerkers te verminderen. Hier valt ook de werk-privébalans onder. Uit de resultaten blijkt dat zowel werkgevers als werknemers en bedrijfsartsen weinig mogelijkheden zien om minder werk in de nacht te doen.

Werkgevers benoemen bereikbaarheidsdiensten en het inzetten van nieuwe technologie (denk aan automatisering) als opties om het nachtwerk misschien voor een klein deel te verminderen.

De nachtwerkers zelf zijn niet te spreken over de bereikbaarheidsdiensten, omdat deze mogelijk een negatief effect hebben op de slaapkwaliteit en op de werk-privébalans. Dat is dus geen oplossing, maar het verplaatsen van het probleem. Nachtwerkers zelf benoemen verschillende oplossingen, zoals het beperken van de hoeveelheid taken in de nacht, of onderling ervaringen delen.

Tijdens het symposium over het onderzoek van het RIVM en TNO afgelopen 16 maart, sprak een verpleegkundige die regelmatig nachtdiensten draait over de oplossingen die haar ziekenhuis biedt aan nachtwerkers. Zo krijgen de nachtwerkers ’s nachts een gezonde maaltijd en snack aangeboden, en bestaat er de mogelijkheid om een powernap te doen tijdens de dienst.

Volgens het RIVM en TNO is het gezien de beperkte mogelijkheden om nachtwerk te verminderen, nodig dat er meer kennis komt over mogelijke oplossingen en hoe deze oplossingen op een goede manier gerealiseerd kunnen worden.

Biedt jouw werkgever oplossingen voor nachtwerk? Heb je vragen, of wil je jouw eigen ervaringen met werken in de nacht delen? Stuur een e-mail naar uta@fnv.nl en we nemen contact met je op.


Artikel 21 maart

21 maart: Internationale dag tegen Racisme en Discriminatie

Helaas komt discriminatie op het werk nog veel voor. Bijna één op de zes Nederlanders heeft wel eens te maken gehad met discriminatie op het werk. Dat meldt de Nationale Vacaturebank op basis van onderzoek onder 2500 mensen, onder wie werknemers, werkgevers, en werkzoekenden.

Discriminatie kan zich voordoen in allerlei vormen. Je kan anders worden behandeld door je werkgever of collega’s omdat je een ander geloof, nationaliteit, geslacht of geaardheid hebt. Lees wat jij kunt doen zodra je te maken krijgt met discriminatie.

Word jij gediscrimineerd? Dan is het belangrijk om voor jezelf op te komen en de volgende stappen te nemen:

Stap 1: Ga in gesprek met je werkgever en/of OR

Neem contact op met je werkgever en geef duidelijk aan dat jij je gediscrimineerd voelt. Je kunt bij je werkgever dan gelijk een melding maken van de situatie. Jouw werkgever dient dan in actie te komen. Een werkgever heeft namelijk meerdere verplichtingen tegenover zijn werknemers. Een werkgever is bijvoorbeeld verplicht om een veilige werkplek voor jou te realiseren en dat betekent ook een werkplek waarbij werknemers niet worden gediscrimineerd.

Je kunt naast je werkgever ook contact opnemen met de ondernemingsraad (OR) of een vertrouwenspersoon. De OR is er in het belang van de werknemers, zij kunnen jou ondersteuning bieden bij het indienen van je klacht. Je kunt dan met je werkgever, OR en vertrouwenspersoon kijken of het mogelijk is om onderling tot een oplossing te komen.

Stap 2: Melding College Rechten van de Mens

Doet je werkgever niets aan jouw melding? Vind je geen gehoor bij de OR of de vertrouwenspersoon? Werknemers die het gevoel hebben slachtoffer van discriminatie te zijn kunnen terecht bij het College voor de Rechten van de Mens. Op de website kan een klachtenformulier worden gedownload. Het College voor de Rechten van de Mens is het mensenrechteninstituut van Nederland. Als onafhankelijke toezichthouder belichten, beschermen en bevorderen zij de mensenrechten, en oordelen ze over discriminatieklachten.

Wil je advies over discriminatie, racisme, (seksuele) intimidatie, pesten of ander ongewenst gedrag op de werkvloer? Of gewoon een luisterend oor? Bel de Vertrouwenstelefoon, op werkdagen tussen 19.00 en 21.30 uur. Of stuur een e-mail naar uta@fnv.nl