Hybride werken is de toekomst
Sinds maart 2020 is thuiswerken door corona het nieuwe normaal geworden. Veel van de UTA’ers hebben het afgelopen jaar ook thuis gewerkt, zo bleek uit onderzoek van FNV|UTA. De overgrote meerderheid wil dit na de pandemie voortzetten. Het blijkt productief, efficiënt en bespaart de nodige reistijd. Maar liefst 52 procent van de UTA’ers wil twee dagen per week thuis blijven werken, en 30 procent heeft een voorkeur voor drie dagen per week.
Recent onderzoek van FNV sluit hierbij aan; slechts 10 procent van de deelnemers wil weer helemaal terug naar kantoor. 20 procent wil alleen nog maar thuiswerken. 70 procent wenst een afwisseling tussen thuis werken en op kantoor.
Kitty Jong, vicevoorzitter van FNV: “Ongeveer de helft van de beroepsbevolking heeft tijdens de coronapandemie thuis kunnen werken. Deze leden zijn thuiswerken allesbehalve zat; drie op de vijf zijn er zelfs positiever over dan een jaar geleden. 78 procent werkt gewoon prettig thuis, dat was bij ons onderzoek vorig jaar nog 66 procent. Ouderen werken iets liever thuis dan jongeren, maar ook van de jongeren ziet 65 procent het thuiswerken helemaal zitten. Wel zien we dat veruit de meeste mensen een afwisseling willen in thuis werken en op kantoor werken. Wij willen daar dan ook graag afspraken over gaan maken.”
Een hybride vorm
Zoals uit eerder onderzoek van FNV|UTA bleek, bevalt het thuiswerken goed. Zowel thuiswerken als op kantoor heeft voor de meeste deelnemers aan beide onderzoeken de voorkeur. Een groot gemis tijdens de coronacrisis is voor velen het sociale contact. Er is af en toe face-to-face contact nodig voor een goede werkrelatie en dat is tijdens de coronacrisis soms moeilijk of niet realiseerbaar. Even bijpraten is er vaak nauwelijks bij. Daarom geven zij aan dat een hybride vorm, een combinatie van kantooruren met thuiswerkdagen, de meest ideale en gewenste situatie is.
De deelnemers aan het FNV-onderzoek werd gevraagd naar welke werkzaamheden het beste op kantoor, en welke het beste thuis kunnen plaatsvinden. De dagelijkse werkzaamheden worden door de leden liever thuis uitgevoerd. Thuis is de concentratie hoger. Voor activiteiten als een brainstormsessie, het inwerken van nieuwe collega’s of informeel contact is het kantoor de beste plek.
Verder blijkt uit het FNV-onderzoek dat 30 procent van de mensen geen of te weinig zeggenschap ervaart in het bepalen van de werklocatie. Slechts 35 procent ervaart wél genoeg zeggenschap. Een grote meerderheid, 63 procent, wil een stevigere positie voor werknemers om te bepalen waar het werk plaatsvindt; zij willen dit wettelijk geregeld hebben.
Goed werkgeverschap
Uit het FNV|UTA onderzoek bleek dat UTA werknemers het belangrijk vinden dat de werkgever zorgt voor goede afspraken en thuiswerkfaciliteiten (materieel en financieel). Ook is voorlichting vanuit de werkgever van belang. Als aan deze voorwaarden in voldaan dan zijn werknemers in de regel meer tevreden over hun werkgever. Een werkgever heeft niet alle omstandigheden in de hand die maken dat thuiswerken positief wordt ervaren. Maar kan, zoals duidelijk wordt in dit artikel, een heleboel doen om het thuiswerkklimaat positief te beïnvloeden en bij te dragen aan goed werkgeverschap. Een thuiswerkvergoeding hoort daar bijvoorbeeld ook bij.
De respondenten van het onderzoek zouden graag het onderwerp ‘onbereikbaarheid buiten werkuren’ wettelijk vastgelegd zien, zoals dit ook het geval is in Frankrijk. 77 procent stemt hiervoor. Ook het Europees Parlement wil dit recht graag gerealiseerd zien. In Nederland is hiervoor een wetsvoorstel van de PvdA in voorbereiding.
Kitty Jong: “Wij hebben hierover al afspraken gemaakt in sommige cao’s, maar een wettelijk recht geeft ons een betere positie hierin. Door de coronapandemie zijn werk en privé meer door elkaar gaan lopen. Mensen werken ook iets meer uren, blijkt uit ons onderzoek. Dan liggen burn-outklachten op de loer. Bovendien wordt niet iedere werknemer thuis goed gefaciliteerd door de werkgever, met een laptop, bureaustoel, beeldscherm en toetsenbord.”
In het afgelopen jaar hebben veel van de UTA-medewerkers gezien dat die faciliteiten zijn verbeterd door inspanningen van zowel henzelf en/of de werkgever. Maar ook werd duidelijk dat de werkplek thuis Arbo technisch niet vaak zo goed was als de werkplek op kantoor. Daar liggen dus nog kansen voor werkgevers om werkomstandigheden thuis te verbeteren.
Steviger positie
Kitty Jong: “Onze leden spreken zich duidelijk uit en geven aan thuis productiever te zijn. Een steviger positie voor werknemers, zoals ook D66 en GroenLinks in een wet willen regelen, is dan ook mijn inzet bij het SER-advies dat de politiek hierover heeft gevraagd. Die steviger positie kan zich dan weer vertalen in afspraken per bedrijf of organisatie, waar een afweging van belangen kan worden gemaakt. En niet zoals nu dat alleen de werkgever bepaalt. Vergelijk het met de wet, waarbij de werknemer kan vragen minder uren te werken. De werkgever moet dan met zwaarwegende argumenten komen als dat niet kan. Op dit moment moet de werknemer die meer thuis of juist op kantoor wil werken, nog genoegen nemen met een onbeargumenteerde afwijzing van de werkgever.”
Blijf jij voorlopig ook thuiswerken? Lees dan nog eens onze tips voor prettig en gezond thuiswerken.
Wat wordt jouw nieuwe salaris? Bekijk het hier
De nieuwe salaristabellen voor 2021 - 2022 zijn bekend.
Per 1 augustus aanstaande wordt het salaris van UTA-medewerkers structureel verhoogd met 1,5%. Dit is afgesproken in de nieuwe cao Bouw & Infra.
Per 1 januari 2022 volgt nog een structurele verhoging van 3%. Klik hier om de salaristabellen van dit jaar én aankomend jaar te bekijken.
Wil jij op de hoogte blijven van ontwikkelingen rondom jouw cao? Schrijf je dan in voor de UTA Nieuwsflits!
Bekijk hier de nieuwe cao Bouw&Infra
Het is zover. Op 11 mei is er een onderhandelingsresultaat bereikt voor de cao Bouw&Infra. De nieuwe cao's zijn geschreven en gepubliceerd. Klik op onderstaande links om ze te lezen!
Klik hier om de cao Bouw&Infra 2021-2022 te bekijken.
Klik hier voor de cao Bedrijfstak Eigen Regelingen in de bouwnijverheid.
De cao's zijn echter nog niet Algemeen Verbindend verklaard. Dat betekent dat ze gelden voor de hele bedrijfstak. Het is wel in aanvraag, dus we houden je op de hoogte!
Heb je vragen of opmerkingen? Neem dan contact met ons op door een e-mail te sturen naar uta@fnv.nl
BIM voor iedere functie relevant
De bouw innoveert in hoog tempo. Dat is nodig om tegemoet te komen aan de opgaven die er liggen, zoals het verduurzamen van woningen en gebouwen en het realiseren van veel nieuwe woningen. Wie de discussie volgt, ziet dat bedrijven bezig zijn met het beton printen van woningen, het fabrieksmatig bouwen van woningen en met het digitaliseren van het bouwproces.
We zien dat de ontwikkelingen in de bouw zich vooral richten op technologische innovaties. Maar wat kan er gezegd worden over de veranderingen van het werk? Daarover vinden we weinig informatie en dat was de reden om een aantal BIM experts uit te nodigen mee te denken over dit vraagstuk.
Data gedreven bouwen
Digitalisering in de bouw gaat verschillende veranderingen met zich meebrengen voor het werk. We zien dat door digitalisering er veel meer gegevens beschikbaar komen en dat deze gegevens gebruikt gaan worden in het hele bouwproces. De term data gedreven bouwen is hier op zijn plaats. Deze data maken het mogelijk om faalfactoren te beperken, omdat er eerst digitaal wordt gebouwd. De digitale versie maakt ontwerpfouten zichtbaar en geeft de ontwerpers de kans om oplossingen te bedenken. Het ontwerp kan ook digitaal worden getoetst aan de regelgeving, zodat ook deze conflicten vroegtijdig naar boven komen. Als het digitale ontwerp is geoptimaliseerd, gaat het fysieke bouwen van start. In deze fase is het datadelen met alle betrokken partijen noodzakelijk, zodat iedereen over dezelfde informatie beschikt. Tenslotte spelen data een belangrijke rol bij de oplevering, het onderhoud en bij de recycling van een gebouw.
Kortom, het werken met data in het bouwproces gaat een centrale rol vervullen en daarvoor is verdergaande digitalisering een vereiste. Een belangrijke stap daarbij het werken met BIM (Bouw informatie model).
Werk verandert
Door het data gedreven bouwen zal het werk in de bouw op verschillende manieren veranderen. Met werk bedoelen we hier het werk dat medewerkers in de bouw uitvoeren. BIM speelt hierbij een belangrijke rol. Op dit moment zien we in de bouw verschillende BIM-functies, zoals de BIM-modelleur of –engineer, BIM-coördinator, BIM-regisseur en de BIM-manager. De vraag is hoe lang aparte BIM-functies nog zullen bestaan, want het werken met BIM (en dus met data) zal voor elke functie relevant worden. Om het anders te stellen, gaat het om BIM-functies of BIM in functies. Gezien de ontwikkelingen verwachten we dat het om het laatste gaat.
Andere veranderingen die we verwachten zijn, dat standaard en routinematige taken uit functies verdwijnen. De computer is bij uitstek veel sneller en nauwkeuriger bij het uitvoeren van dit soort taken dan de mens. Standaard en routinematige taken zijn te vinden in veel werkzaamheden, zoals op het secretariaat, in de projectadministratie, de financiële administratie, controletaken om na te gaan of een ontwerp voldoet aan de regelgeving (denk hierbij aan de ontwikkeling van BIM bots) en ook in het ontwerpen van gebouwen zelf. Denk bij het laatste aan het parametrisch ontwerpen. De ontwerper voert een aantal parameters (data) in de computer vervolgens maakt een algoritme op basis van deze data een ontwerp.
Er is niets mis met deze veranderingen. Het roept wel de vraag op in hoeverre er wordt nagedacht over hoe de nieuwe werkzaamheden eruit komen te zien als bepaalde taken eruit verdwijnen. Bij het herontwerpen van deze werkzaamheden zou de inhoud van het werk een belangrijke rol moeten spelen. Wij hanteren het uitgangspunt dat de inhoud ertoe moet leiden dat werk interessant is en uitdaagt om zich te blijven ontwikkelen. Negatief geformuleerd kunnen we ook zeggen dat er geen saai en routinematig nieuw werk moet ontstaan, waarbij de mens een verlengstuk is van de computer (Zie Verdwijnend vakmanschap is een keuze. In: Cobouw zaterdag 19 juni 2021).
Technologie bepaalt niet hoe de inhoud van functies eruit komt te zien. Er valt voldoende te kiezen en dat vraagt om een visie op de inrichting van de organisatie en op de inhoud van het werk. Naar ons idee is dit het moment om technologische innovaties en innovaties van de organisatie en het werk hand in hand moeten gaan.
Ander werk ontstaat
Door digitalisering in de bouw ontstaan functies, die mogelijk worden doordat data beschikbaar komen. Op zich had de bouw deze data wel, maar doordat ze nu gedigitaliseerd zijn, is het mogelijk om de data te bewerken en te verwerken tot bouwrelevante informatie. In de bouw begint men in te zien dat deze data meerwaarde heeft voor het verbeteren van het bouwproces.
Er ontstaan in de bouw functies die zich specifiek bezighouden met data. Het gaat om data engineers, data analisten, data scientisten, AI specialisten, algoritmen ontwikkelaars, medewerkers data security, etc.
Functies overigens die niet alleen in de bouw gevraagd worden, waardoor de kans groot is dat de concurrentie op de arbeidsmarkt voor deze functies fors zal zijn. Hier wacht een stevige uitdaging voor de sector bouw om te laten zien dat werken in de bouw interessant en uitdagend is.
Bouwdisrupter Katerra geeft het op
In het artikel ‘Werkdruk aanpakken door anders organiseren’ (10 februari 2021) schreven we niet uit te sluiten dat de bouwwereld opgeschrikt zou worden door het Amerikaanse bouwbedrijf Katerra. Dit bouwbedrijf, dat zichzelf steeds een techbedrijf noemde, werd zes jaar geleden opgericht. Gezien de perspectieven was het bedrijf erg succesvol. Het aantal personeelsleden groeide snel en het aantal vestigingen wereldwijd ook. Toch is het bedrijf onlangs failliet gegaan.
Bouwdisrupter
De initiatiefnemers waren mannen uit de techwereld, die zwaar inzetten op digitalisering, industrialisatie en het in eigen hand produceren van alle componenten. Vooral de vergaande digitalisering van het bouwproces was indrukwekkend en vernieuwend. Het datagedreven bouwen brachten zij in de praktijk.
Katerra zag zichzelf graag als de bouwdisrupter die de sector eens flink zou opschudden. Net zoals is gebeurd in de taxiwereld, het hotelwezen en de reisbranche door een aantal nieuwkomers.
Faillissement voor Katerra
Het is er niet van gekomen, want Katerra is onlangs failliet gegaan. Dit wordt vooral verklaard door een duister financieel schimmenspel, dat het best kan worden vergeleken met een piramide spel (zie Cobouw van 8 juni 2021 ‘Duister financieel schimmenspel achter faillissement van Katerra’). Het vermoeden is dat er meer aan de hand is dan alleen het financiële aspect.
Denk daarbij aan het niet kennen van de sector bouw, de snelle toename van het aantal werknemers en de complexiteit van de internationale ambities.
Wordt vervolgd?
Het is erg jammer dat Katerra ermee stopt. Dit bedrijf had ons veel kunnen leren over de toekomst van het gedigitaliseerd en industrieel bouwen. En vanuit werknemersperspectief waren we geïnteresseerd in het soort banen dat bij Katerra ontstond. En dan vooral in de vraag hoe technologische innovaties gekoppeld zijn aan de ontwikkeling van vakmanschap in de bouw.
Het wachten is voorlopig op een doorstart van Katerra.
Verdwijnend vakmanschap is een keuze
“Het vakmanschap van die generatie (monteurs, red.) was vaak onovertroffen: ze tikten bij wijze van spreken een keer op het pomphuis, luisterden goed, vervingen het juiste onderdeel en daarna draaide de pomp weer alsof ie nieuw was. Maar dergelijke specifieke kennis verdwijnt. Die ontwikkeling hou je niet tegen.” Dit is wat directeur Lee van BAM zegt in het Cobouw artikel “BAM Infra zal heus geen techbedrijf worden, maar of de term aannemer nog volstaat” op 17 mei 2021.
De inzet van technologie en het gebruik van data zouden volgens hem als vanzelf hiertoe leiden. Als een soort wetmatigheid, alsof technologie ons daartoe dwingt. We bestrijden deze visie. De inzet van technologie is erg waardevol en leidt tot allerlei nieuwe vormen van dienstverlening. In de hele discussie missen we aandacht voor de vraag wat technologie doet voor de inhoud van het werk.
Lee geeft in het bovengenoemde artikel als voorbeeld dat de monteur naar de locatie wordt gestuurd en daar, gestuurd door een VR-bril, de taken uitvoert die hij te zien krijgt. Een dergelijke situatie leidt ertoe dat de vakman er niet meer toe doet. We willen niemand beledigen, maar dit kan een aap ook doen. Alle vakkennis verdwijnt, de monteur mag en kan niets zelf want alles is voorgeschreven in het protocol op basis van gemeten data.
Wat is hier het effect van? Er is totaal geen vakkennis meer nodig en je kunt een goedkope flexkracht inhuren voor het werk. Is er iets anders aan de hand in en om het pomphuis? Jammer, maar daar is hij niet voor, daar wordt hij niet voor betaald en heeft hij ook geen kennis van. In onze ogen leiden dit soort veranderingen niet tot een goede kwaliteit van werk en tot duurzame inzetbaarheid. Dit aspect missen we in discussie over technologie. Is er een visie op waardevol werk, waar medewerkers zich kunnen blijven ontwikkelen en worden uitgedaagd te blijven leren? Werk dat medewerkers graag willen uitvoeren en dat recht doet aan vakmanschap. Wetende dat dit vakmanschap geen statisch gegeven is, maar voortdurend in ontwikkeling door nieuwe technologische mogelijkheden.
Wij vinden dat de discussie over de inzet van technologie ook moet gaan over betekenisvol en waardevol werk, want technologie dicteert niet hoe de organisatie en werk is ingericht. Om een voorzetje te geven van de monteur: laat de monteur zelf de data uitlezen die de pomp genereert en op basis daarvan besluiten welke maatregelen genomen moeten worden. Combineer dus vakkennis en het datagedreven werken. Zorg ervoor dat technologische innovaties en innovaties in werk hand in hand gaan. Aan die discussie wil FNV Bouwen en Wonen een bijdrage leveren.
Ernst van den Berg en George Evers werken als UTA consulent bij de FNV
Reageren op dit artikel? Dat kan via uta@fnv.nl
Onderhandelingsresultaat cao Bouw & Infra goedgekeurd door leden
De stembussen zijn gesloten. Een ruime meerderheid van de leden heeft ingestemd met het bereikte onderhandelingsresultaat. 87 procent van de leden stemden voor en 13 procent tegen (gemiddelde van UTA en bouwplaats samen). Van onze UTA-leden stemden 81 procent voor en 19 procent tegen.
De cao heeft een looptijd van 2 jaar van 1 januari 2021 t/m 31 december 2022. Het onderhandelingsresultaat gaat zodra alle partijen hebben ingestemd omgezet worden in cao-teksten.
Het was een ingewikkeld traject. Graag hadden wij meer afspraken gemaakt voor UTA maar de eerste stap is gezet. Wij blijven ons hard maken voor betere arbeidsvoorwaarden en ons inzetten om de werkdruk naar beneden te krijgen. Hierover hoort u binnenkort meer.
Benieuwd naar het onderhandelingsresultaat, bekijk hem hier.
BIM in de bouw
Datagedreven bouwen geeft aan dat data een grote rol gaan spelen in het bouwproces. Het delen van data die voortkomen uit het bouwen wordt normaal. Dat datadelen gaat via een digitaal platform. Daarmee heeft iedereen die betrokken is bij het bouwproces toegang tot alle relevante data. Het principe is éénmalige invoer en meervoudig gebruik, waardoor alle partijen werken met dezelfde informatie. Het datadelen zal leiden tot minder fouten en het efficiënter maken van het bouwproces.
BIM (Bouwinformatie Model) is een platform om data te delen. Om te kunnen werken met een degelijk platform zijn digitale vaardigheden nodig. Maar vergeet niet andere vaardigheden was de waarschuwing die we hoorden in de sessie over de gevolgen van BIM voor het werk.
Vaardigheden
We onderscheiden drie soorten vaardigheden:
- Professionele skills: vakinhoudelijke kennis.
- Digitale vaardigheden: kennis om te werken digitale middelen (software en hardware).
- Soft skills: algemene vaardigheden.
Er is een neiging om de digitale vaardigheden steeds belangrijker te vinden, omdat digitaal kunnen werken enorm is toegenomen. Is dat terecht?
De oudere generatie in de bouw heeft veel kennis over het bouwproces en zij beschikken over veel professionele vaardigheden. Bij de jongere generatie is dat veel minder het geval. Kennis hoe zij een gebouw waterdicht moeten maken ontbreekt nogal eens. Vakinhoudelijke kennis wordt door jongeren grotendeels opgedaan tijdens de stage of in de beroepspraktijk.
De digitale kennis is vooral aanwezig bij de jongere generaties. Zij zijn gewend om met digitale apparatuur en met software te werken. Wie heeft tegenwoordig geen tablet, laptop of smartphone?
De oudere generatie in de bouw is doorgaans minder digitaal vaardig. Zij zijn er niet mee opgegroeid en moeten meer moeite doen om zich deze digitale vaardigheden eigen te maken. Daar moet dus in geïnvesteerd worden.
Er zijn de afgelopen jaren verschillende veranderingen geweest, van de tekentafel naar CAD, van 2D naar 3D. Dat zijn geleidelijke veranderingen geweest, waar medewerkers in mee konden groeien. De technologische ontwikkelingen gaan momenteel snel, de veranderingen in de manier van werken volgen elkaar in hoog tempo op. Dit vraagt van medewerkers veel bereidheid om vaker en sneller andere manieren van werken aan te leren.
Soft skills zijn algemene vaardigheden zoals kunnen samenwerken, onderhandelen, communiceren (mondeling als schriftelijk), nieuwe dingen leren, wendbaarheid etc. Deze skills zijn belangrijk voor alle functies. Er zijn accentverschillen per functies als het gaat om de soft skills.
De drie genoemde vaardigheden zijn even belangrijk en de opgave is om te zoeken naar manieren om die te verankeren in een team. Een duo van een schoolverlater en een vakkundig specialist met bouwkundige skills kan een oplossing kan zijn.
Ervaringen
We zijn benieuwd of deze manier van kijken naar de benodigde vaardigheden wordt gedeeld. Stuur een e-mail naar uta@fnv.nl en laat weten wat jouw ervaringen zijn.
Cao Bouw&Infra: Als het aan de werkgevers ligt, wordt er voor UTA niets geregeld
Op 22 maart was de derde onderhandeling voor een nieuwe cao Bouw & Infra. De dag kan in één woord worden omschreven: ‘nee’. Voor UTA wordt er als het aan de werkgevers ligt helemaal niets geregeld, behalve de loonsverhoging die voor iedereen wordt afgesproken. Onderhandelaar Hans Crombeen legt uit hoe de dag is verlopen.
Hans Crombeen: “Gisteren hebben we de derde ronde gehad. We zijn begonnen met het dieper ingaan op de voorstellenbrief van werkgevers. We hebben daarbij aangegeven waar we een gesprek over kunnen voeren en waarover niet. De bespreking hebben werkgevers aangegrepen om alvast , een opsomming te geven van de onderwerpen waarover ze het niet willen hebben.”
Werkgeverscredo: “Daar hoeven we in de cao geen afspraak over te maken, dat regelt zichzelf in de bedrijven.”
Dit willen de werkgevers niet:
- Een zwaar werkregeling voor UTA, ook niet voor specifieke functies. De werkgevers vinden de huidige situatie duidelijk: alleen fysiek zware functies krijgen een zwaar werkregeling. Daarnaast vinden ze dat het in de sector heel goed gaat. Uitvoerders kunnen naar het einde van hun carrière in minder belastende functies komen en/of op projecten worden gezet met een minder hoge werkdruk.
- Maximaal 12 uur uit en thuis, ook voor UTA. Hier is geen afspraak over mogelijk wat de werkgevers betreft, want “werknemers in dit soort functies weten waar ze aan beginnen.”
- Vergoeding reisuren UTA. Het is mogelijk hier maatwerkafspraken over te maken met de OR. De werkgevers willen nog denken over het toevoegen van de personeelsvertegenwoordiging.
- Vergoeding overuren UTA. Structureel overwerk mag volgens de huidige cao niet en moet volgens de werkgevers worden voorkomen. Keer op keer wijst onderzoek uit dat de UTA (extreem) lange werkdagen maakt, die veelal niet in de registratie wordt opgenomen en zeker niet wordt voorkomen.
- Een vierdaagse werkweek voor UTA. Deze regeling willen de werkgevers houden voor 55-plussers, verder niemand.
- Het recht op thuiswerk en thuiswerkvergoeding voor UTA.
- Het recht om buiten werktijd niet gestoord te worden. Dit voorstel vinden de werkgevers maar vreemd; “Dit is in de praktijk helemaal niet nodig, en als het nodig zou zijn is het niet te regelen via een cao.”
- Betaling van bereikbaarheidsdiensten.
- Gelijktrekken van de pensioenpremie
Reactie werkgevers: “Een afspraak hierover gaat ten koste van de loonruimte, ook voor de bouwplaatsmedewerkers.” - Extra vrije dag voor UTA wanneer kerst volledig in het weekend valt (eens per zeven jaar), net als voor bouwplaatsmedewerkers.
Reactie werkgevers: “Dit gaat ten koste van de loonruimte, ook voor de bouwplaatsmedewerkers.”
Op vrijwel alle bovengenoemde punten hebben de werkgevers gereageerd met dezelfde oneliner: “Daar hoeven we in de cao geen afspraak over te maken, dat regelt zichzelf in de bedrijven.”
Laat als UTA-er je mening horen!
Werkgevers negeren alle UTA voorstellen en zetten daarmee bijna de helft van het cao personeel buiten spel. Klik op onderstaande button om te laten weten dat dit ook jouw cao is. Neem contact met ons op en vertel over jouw ervaringen door onze enquête in te vullen. Werkgevers hebben geen boodschap aan jou, maar wij hebben wel een boodschap aan hen namens jou. Laat van je horen!
Zelf invloed uitoefenen op je cao
De cao-onderhandelingen voor de nieuwe cao Bouw & Infra zijn op 3 maart van start gegaan! Ook voor de UTA’ers staat er heel wat op de agenda, waaronder de zwaar werkregeling, compensatie voor overuren, en het recht om te werken vanuit huis. Waarom is een cao belangrijk? En hoe kun je zelf als werknemer invloed uitoefenen op je cao?
Elk jaar onderhandelen we voor jou en je collega’s over een nieuwe cao Bouw & Infra. Cao staat voor collectieve arbeidsovereenkomst. In deze overeenkomst staan afspraken die we als vakbond voor jou maken met werkgevers, bijvoorbeeld over salaris, werktijden, opleidingen, toeslagen, vakantie en pensioen.
UTA’ers vallen ook onder de cao Bouw & Infra, maar er zijn volgens ons nog te weinig specifieke afspraken voor deze groep. Ook kunnen UTA’ers bijvoorbeeld geen gebruik maken van de zwaar werkregeling, omdat er in de cao onderscheid wordt gemaakt tussen UTA-medewerkers en bouwplaatsmedewerkers. Veel UTA’ers (en wij!) vinden dit oneerlijk en onterecht. Daarom zijn we hierover aan het onderhandelen met werkgevers voor de cao Bouw & Infra 2021.
Zonder cao minimale bescherming
Ik hoor je denken, “maar ik heb een contract, wat heb ik dan nog aan een cao?”. Zonder cao heb je alleen de minimale bescherming van de wet. Een cao geldt voor de hele sector. De cao Bouw & Infra is een minimum cao die onderdeel hoort te zijn van je contract. Een minimum-cao omschrijft de ondergrens van wat een werkgever je mag bieden. Hiervan mag worden afgeweken, maar alleen ten gunste van jou als werknemer. In je arbeidsovereenkomst mogen dus nooit afspraken staan die slechter, of in strijd zijn met de afspraken die in de cao staan.
Hoe je invloed kan uitoefenen
Als wij met onze delegatie aan de onderhandelingstafel zitten, hebben we weer meer draagvlak richting de werkgevers als we kunnen aantonen dat we een grote achterban hebben. Onderhandelen voor een goede cao, doen we samen!
Uit enquêtes en onderzoek die we UTA’ers hebben voorgelegd hebben we informatie verzameld waaruit we onderhandelingsvoorstellen hebben samengesteld. Zo is de zwaar werkregeling voor UTA-medewerkers een belangrijk aandachtspunt. Heb je hier opmerkingen of ideeën over? Laat het ons vooral weten! Stuur ons een e-mail.