Sophie Postma: "Duurzamer leven in een tiny house"
Op zo’n vijftien minuten loopafstand van het station in Hilversum vind je midden in een woonwijk vijf tiny houses op het terrein van VONK in de wijk. In een van deze tiny houses woont Sophie Postma (30). Wij spraken met Sophie over de bouw van haar avonturenhuisje en het leven in een tiny house.

Sophie droomde al jaren van wonen in een tiny house en was druk bezig deze droom te verwezenlijken. Ze dacht na over ontwerpen en indelingen, en is ze in het bestuur van een stichting getreden. Toen kwam alles in een stroomversnelling. Nog voordat ze een plekje voor haar tiny house had, kocht ze een onderstel. Sophie zegt lachend: “Ik dacht: ik ga er gewoon vol in en we zien het wel.”
Via via kwam ze in contact met VONK en kreeg ze een plekje op het terrein. Maar toen moest het hele huis nog gebouwd worden. Ongeveer vier maanden lang betaalde ze voor de grond, zonder dat er een huisje op stond. De vader van Sophie is timmerman en heeft een eigen bedrijf en werkplek. Hier heeft zij samen met haar vader in vijf maanden tijd een tiny house gebouwd.
Het bouwen van een tiny house
In het bouwbesluit staan nog weinig regels over tiny houses, dus het was lastig om te bepalen hoe het huisje gebouwd moest worden. Sophie heeft daarom veel YouTube video’s met haar vader gekeken, want het is wel echt anders bouwen dan een normaal huis. Bij het bouwen van een tiny house dien je in ieder geval rekening te houden met een maximum gewicht van 3500 kilo een maximale hoogte van vier meter als je de woning over de weg zou willen vervoeren. Volgens Sophie zit je daar zo aan, terwijl je denkt dat het best veel is.
Dit dwingt je om veel keuzes te maken. “Een eikenhouten vloer is natuurlijk ontzettend zwaar, dus dan moet je ergens anders weer op inleveren,” zegt Sophie. “Uiteindelijk is het huisje ook wel iets te zwaar geworden. Dat is wel één van de redenen dat we hem niet over de weg hebben getrokken, maar op een dieplader hebben laten vervoeren.”
Restricties en compromissen
Het bouwen aan een tiny house vraagt om veel pionieren en nadenken over mogelijkheden. “Omdat je onder viaducten door moet kunnen, mag de woning slechts 4 meter hoog zijn. Vanaf de trailer ben je al vijftig centimeter kwijt. Dan moet je het nog isoleren, moet je in de kamer kunnen staan, heb je een vide en nog meer isolatie. En dat allemaal binnen vier meter. Daarom heb ik gekozen voor isolatiemateriaal gemaakt van aardolie voor het dak en de vloer. Dat is iets compacter, waardoor ik wat extra centimeters heb kunnen winnen. Zo sluit ik compromissen met mijzelf.” Volgens Sophie is deze keuze te onderbouwen met de trias energetica, waarbij de eerste stap aangrijpt op het minimaliseren van energieverbruik en de derde stap pas inspeelt op het efficiënt gebruik van fossiele brandstoffen.
Ondanks de restricties, heeft Sophie gelukkig geen dingen hoeven laten. “Er komt wel nog een hele trappenkast in, dus dat betekent dat ik dat en de keuken er weer uit moet halen als ik zou verhuizen van plaats.” Het keukenblad is namelijk gemaakt van een oud tafelblad en pas geplaatst nadat het huis op zijn plek was gezet. Wel geeft Sophie aan dat ze achteraf andere keuzes gemaakt zou hebben. Je bouwt namelijk in lagen. In de onderste laag heeft Sophie gekozen voor een betonplexlaag van 18 millimeter. “Lekker stevig, maar ook heel zwaar. Dit had wel een stuk dunner gekund en is dus een beetje een verkeerde keuze geweest. In de badkamer hebben we ook licht beton gebruikt. Dit is zwaarder dan bijvoorbeeld PVC. Dit had ook anders gekund.”
Filosofie en duurzaamheid
Sophie vind het heel erg belangrijk om de filosofie achter het wonen in een tiny house te benoemen “Je ziet een tweesplitsing tussen mensen die fulltime in zo’n huis wonen en anderen die het meer zien als recreatie of als businessmodel. Voor mij is de filosofie om een stuk duurzamer te leven en een kleine ecologische voetafdruk achter te laten. Dat je een kleine paar vierkante meter hebt, waar jij precies de spullen en de benodigdheden hebt, en echt niet meer nodig hebt. Dat dwingt je ook om bepaalde keuzes te maken. Ik kan hier gewoon niet mijn hele leven opslaan, dat gaat gewoon niet. Ik heb wel echt moeten ontspullen. Nu sta ik in winkels en denk ik: ‘heb ik dit echt nodig of niet?’. Dan maak je andere keuzes, omdat je niet zo’n groot huis hebt.”
Vanuit deze filosofie is het ook belangrijk om duurzame materialen te kiezen. Soms zie je huisjes met heel veel kunststof. Sophie begrijpt dit wel, maar ze heeft zelf geprobeerd om veel na te denken over de materialen die ze gebruikt. De binnenste laag van haar huis is gemaakt van populierenmultiplex. Dit is een snelgroeiende houtsoort en licht geperst, waarbij gebruik wordt gemaakt van een lijm die minder schadelijke stoffen bevat. Daarnaast heeft ze nog andere duurzame keuzes gemaakt. De deurtjes van het toilet vond ze op straat, het aanrechtblad is een oud tafelblad, en haar poefje heeft ze opgehaald bij mensen uit de straat. Ook heeft ze een tweedehands schuifpui.
De schuifpui komt van een klant van haar vader en is echt de eyecatcher van het huis. Sophie over moment dat de schuifpui erin zat: “Ik schrok me te pletter, ik dacht die is veel te groot.” In eerste instantie wilde Sophie de pui als voordeur gebruiken. Toen bleek dat de deur alleen vanbinnen op slot gedaan kan worden. “Alle muren waren al gemaakt, maar toen konden we de pui dus niet als voordeur gebruiken. We hebben toen die andere deur last minute erin gemaakt. Uiteindelijk ben ik er heel blij mee, want het creëert heel veel ruimte, doorstroom van lucht en een vluchtroute. Het huisje voelt echt heel ruim door de grote schuifpui.”
Sophie heeft in het proces naar het wonen in een tiny house gesproken met een docent van de vakschool Nimento. Voor een van de opleidingen werden opdrachtgevers gezocht die later in een tiny house wilden wonen. De studenten zouden vervolgens voor deze opdrachtgevers een ontwerp maken. Uiteindelijk waren er 78 studenten die zich hadden ingeschreven en waren er 61 onderwerpen die beoordeeld konden worden. Sophie heeft hier veel inspiratie over bijvoorbeeld materiaalkeuzes en indeling uit gehaald.
Isolatie
Voor het isolatiemateriaal heeft Sophie gebruik gemaakt van isovlas en Gutex. Isovlas is een restproduct van de linnenindustrie en gutex is een houtvezelplaat, gemaakt van geperst hout van restproducten van de houtzagerij. “Door het kleine oppervlakte van een tiny house, heb je snel te maken met vochtvorming. Door isolatiematerialen te gebruiken die vocht kunnen doorlaten, kun je het huisje damp open bouwen waardoor het huisje als het ware ‘ademt’," zegt Sophie. "Het nadeel is wel dat daardoor de muren ontzettend dik zijn, omdat het materiaal een lagere isolatiewaarde heeft, vergeleken met isolatiematerialen van minerale oorsprong. Je hebt dus meer nodig om betere isolatie te maken.”
Sophie heeft zich goed verdiept in verschillende isolatiematerialen. “Ik las toen ook over métisse. Dat is gemaakt van verpulverde spijkerbroeken. Dat is ook isolatiemateriaal. Ik dacht dat dit erg duurzaam was, maar toen was ik vorige week op het grondstoffencongres en toen vertelde iemand dat het eigenlijk zonde is als je rechtstreeks van spijkerbroek naar laagwaardig isolatiemateriaal gaat. Je kunt ertussen nog veel meer stappen nemen, door er bijvoorbeeld eerst nog sokken van te maken. Zo leer ik ook nog steeds veel meer bij.”
Dit geldt ook voor zonnepanelen. “Ik heb hier uiteindelijk wel voor gekozen, ondanks het feit dat hiervoor grondstoffen gedolven moeten worden, is dit alsnog een duurzamere keuze en levert het netto meer CO2 besparing op.. Mijn buren hebben bijvoorbeeld voor alles elektrisch gekozen en niet zonnepanelen. Ik heb heel lang nagedacht over hoe ik de ruimte en water ga verwarmen. Mijn eerste gedachte was om dit op zonne-energie te doen. Maar ik heb uiteindelijk toch besloten om gebruik te maken van een gasgeiser. Dit was voor mij eigenlijk de enige betaalbare keuze.”
Terugblik en over het leven in een tiny house
Het nauw samenwerken met haar vader is haar verrassend goed bevallen. “Het gaafste vind ik dat ik het met mijn vader heb gebouwd. Toen het plekje bij VONK vrij kwam, zei ik: ‘pap, dit is hét moment. We moeten nu gaan bouwen, want er komt nu een plek vrij. We gaan hiervoor!’. Toen was hij all-in en heeft hij veel werk uitgesteld.” Sophie zegt in die periode heel veel liefde te hebben gevoeld. “De samenwerking ging verrassend goed. Hij heeft mij zoveel geleerd van zijn vak. Ik was er bleu in, want ik ben theoretisch opgeleid en hij is echt een vakman.”
Het was een hele bijzondere periode om aan haar huis te werken met haar vader, waarbij ze ook hulp heeft gekregen van haar moeder en zus. Dagelijks kwam er wel familie langs voor een kopje koffie of een borreltje na vijven. “Maar op het laatst, toen de druk op de ketel zat, en het af moest omdat er al een verhuisdatum gepland stond, liepen de spanningen soms wel hoog op. Toen is er wel eens ruzie geweest, maar dat hoort er denk ik wel bij.”
Momenteel woont Sophie zo’n zes maanden in haar tiny house in Hilversum. De dag voor het interview heeft ze net nieuwe buren gekregen. Sophie is betrokken geweest bij de keuze hierin.. “Het is heel sociaal. Ze kwamen gister aan en dan komt zelfs een buurman van de hoek die zijn hond aan het uitlaten was, de hele ochtend helpen om het huisje op zijn plaats te zetten. Het brengt veel broederschap.”
De omwonenden hebben echter niet altijd even enthousiast gereageerd. Toen er duidelijk werd dat er tiny houses georganiseerd zouden worden, is haar buurvrouw langs alle huizen gegaan om de omwonenden uit te nodigen voor een buurtavond. “Dit persoonlijke contact heeft echt geholpen, want buren reageren er nu heel positief op. Maar toch is er nog onduidelijkheid over wat het nu is. Soms krijg ik wel vragen over hoe het later voor mij zal zijn, als ik dan in een ‘echt’ huis woon. Maar voor mij is dit een echt huis. Dit is mijn huis. Het is een andere manier van denken.”
Toekomst
Dat het heel sociaal is, blijkt ook uit het feit dat toiletten, gereedschap, en de wasmachine gedeeld worden in het hoofdgebouw. “Al het gereedschap wat je nodig zou hebben ligt daar. Je mag dit gebruiken en dan schrijf je op wat je gebruikt hebt. Later vul je dit dan weer aan. Je staat dus echt stil bij wat je persoonlijk nodig hebt en wat je kunt delen met anderen wat je niet dagelijks nodig hebt.”
Helaas krijgt het terrein van VONK over een aantal maanden een andere bestemming. Dit betekent dat Sophie opzoek moet naar een nieuwe locatie om haar tiny house neer te zetten. “Het geeft wel stress, ik heb nog 8 maanden voordat ik hier weg moet en de plekken liggen echt niet voor het oprapen. Ik moet dus weer lobbyen bij gemeenten, aansluiten bij verenigingen of via via mensen leren kennen. Als een boer bijvoorbeeld zegt dat het op zijn terrein mag staan, moet je toch naar de gemeente met de vraag of je een permanente woning op dat terrein mag zetten. Hiervoor moet het bestemmingsplan gewijzigd worden, want het is niet slechts ter recreatie. Dat maakt het wel lastig om een plekje te vinden. Voordat je zon bestemmingswijziging hebt, ben je echt jaren verder. Er zijn stichtingen die lobbyen die er 5-6 jaar over doen voordat iets voor elkaar gekregen wordt.
In de toekomst wil Sophie ook een moestuin en composthoop. “De huidige maatschappij is zo gemakzuchtig. We kunnen alles zo veel beter gebruiken.” Toch ziet ze zich niet de rest van haar leven in een tiny house zitten. Samenwonen lijkt haar bijvoorbeeld wel een uitdaging. “Maar ik moet echt zien hoe het loopt.”
Tips voor mensen die ook in een tiny house willen wonen
Sophie heeft ook nog enkele tips voor mensen die ook overwegen om in een tiny house te gaan wonen. “Ik denk dat je via via wel echt op een plek gewezen moet worden. Marjolein Jonker is de pionier tiny houses. Zij was een van de eersten die in 2016 in een tiny house ging wonen. Zij heeft ook het platform tiny house NL opgezet. Je moet echt wel investeren in mensen om aan een plek te komen. Door bijvoorbeeld naar open dagen te gaan. Of een keer een nachtje in een tiny house te verblijven waardoor je weet wat mee en tegen valt. Ook moet je een lijstje maken van je wensen."
Sophie heeft ook een Instagram account (@avonturenhuisje) voor haar huisje aangemaakt. "Veel mensen die ik niet ken, zijn mij gaan volgen. Het wereldje is dan best wel klein. Inschrijven bij stichtingen en CPO’s kan ook helpen om aan een plekje te komen.”
Volgens Sophie kan een huis snel gebouwd zijn. Zeker als je deze laat bouwen. Een plekje vinden is het moeilijkst. “Je moet echt samen komen. Het gaat niet helpen als je het alleen doet. Het moet je droom zijn en er echt mee bezig zijn."
Digitalisering | Investeer in vaardigheden van mensen
Meer woningen, digitalisering, de energietransitie, een duurzame gebouwde omgeving: om alle urgente ambities te realiseren is digitale (keten)samenwerking cruciaal. Vanuit FNV Bouwen & Wonen dragen we daar graag aan bij.
https://youtu.be/ZbSSN0tYEj4
Kitty van den Hoven, bestuurder bij FNV Bouwen & Wonen: “De wereld om ons heen verandert, daardoor ontstaan ook nieuwe technieken en werkwijzen. Er is veel aandacht voor de technische innovatie, maar veel minder voor de sociale innovatie. Dit terwijl de veranderingen voor de mens/werknemers groot zijn. Er komen nieuwe functies, er verdwijnen functies en er veranderen functies. En als er aandacht is voor de sociale innovatie is deze vaak gericht op studenten/jonge werknemers, terwijl we alle werknemers hierin mee moeten nemen. Juist ook de huidige groep werknemers.”
Wat zie je gebeuren in de praktijk?
Kitty: “Iemand die nu 40 is, had tijdens zijn schooltijd nog nauwelijks ervaring met internet. Hij heeft ongetwijfeld bijgeleerd door het gebruik van zijn mobiele telefoon. Maar de diepere achtergronden - hoe werkt het, wanneer werkt iets wel en wanneer niet, hoe staat het met de digitale veiligheid? - kennen de meeste 35-ers niet. Dan heb je het wel over een grote groep die nog ruim 25 jaar moet werken. De meeste digitale bijscholing richt zich op werknemers met een hbo- of wo-opleiding. Maar dat zijn niet degenen die het werk op de bouwplaats doen.”
Wat is er nodig in de sector?
Kitty: “We moeten weten waar we nu staan, en waar we naar toe willen. We hebben een visie van bedrijven nodig op digitalisering en welke impact dat heeft op de organisatie en het werk. Ik zie hier een belangrijke rol weggelegd voor HR en de OR.”
Wat kunnen werkgevers doen?
Kitty: “Werkgevers moeten flink investeren in de kennis en vaardigheden van hun werknemers. De sector kan hier ondersteuning bieden door dit gezamenlijk op te pakken. Zo zorgen we samen voor goed opgeleid personeel en daarmee goed werk. Leren hoeft niet in de schoolbanken, maar kan ook gerealiseerd worden door bijvoorbeeld iemand stage laten lopen binnen het eigen bedrijf. Bedrijven moeten ruimte geven aan de werknemers om zich te kunnen ontwikkelen. Laat werknemers meedenken, meepraten, en ook meebeslissen. Dan zijn ze een stuk gemotiveerder om mee te gaan in alle ontwikkelingen. Wij pleiten voor een innovatieve organisatie waar technologische innovatie en sociale innovatie samengaan.”
Wat zie je gebeuren in de toekomst?
Kitty: “Opdrachtgevers gaan steeds meer eisen stellen, dus het is voor bedrijven eigenlijk onmogelijk om niet mee te gaan met deze ontwikkelingen. En ook, door sommige technologische ontwikkelingen neemt de fysieke belasting voor werknemers af. Dat is goed! Maar het mag niet gaan leiden tot een slechte kwaliteit van werk: veel van hetzelfde, eentonigheid, et cetera. Voor werknemers wordt het werk interessanter als ze meer vaardigheden hebben en daardoor breed inzetbaar zijn. Kortom zich kunnen blijven ontwikkelen. Niemand vindt saai werk leuk!”
Bedrijven en werknemers kunnen contact opnemen met FNV Bouwen & Wonen voor ondersteuning op het gebied van sociale innovatie via uta@fnv.nl.
Gastcolleges voor studenten Bouwkunde en Civiele Techniek
Gastcolleges voor studenten Bouwkunde en Civiele Techniek
FNV|UTA biedt twee soorten gastcolleges aan voor studenten Bouwkunde & Civiele Techniek. Beide gastcolleges zijn gratis, interactief en versterken de positie van jongeren bij de start op de arbeidsmarkt. Dus ben jij docent of student? Lees dan even verder.
De gastdocenten van FNV|UTA maken je op boeiende en interactieve manier wegwijs op de arbeidsmarkt. Want als je weet hoe het werkt en wat je mag en wat je moet, sta je een stuk zelfverzekerder in het werkveld!
Hieronder vind je ons aanbod. Een specifiek onderwerp uit een van onze gastcolleges behandelen? Geen probleem, maatwerk is mogelijk!
Gastcollege: Ready for Work
Wat moet je weten als je aan het werk gaat? Niet alleen straks na je studie, maar ook als je nu een bijbaan hebt of stage loopt. Wat mag je en wat moet je? Tijdens dit gastcollege komen al deze vragen aan bod. Daarnaast is er genoeg ruimte voor vragen over stage, bijbaan of toekomstige droombaan.
Voor wie? Alle leerjaren
Lesduur: Maatwerk
Inhoud:
- Wat is een cao en waarom is een cao zo belangrijk?
- Je startsalaris
- Alles wat je moet weten over stage
- Belastingaangifte en zorgtoeslag: hoe werkt dat precies?
- Contractcheck
Gastcollege: Construct your Future
Met een diploma op zak gaan veel afgestudeerden op zoek naar een baan. Hoe zit het eigenlijk met je rechten en plichten op de arbeidsmarkt? Met het inzicht dat je tijdens dit gastcollege opdoet, vergroot je je kennis en zelfredzaamheid. En dat is heel belangrijk als starter op de arbeidsmarkt!
Voor wie? 3e en 4e jaars
Lesduur: Maatwerk
Inhoud:
- Hoe ziet een sollicitatieprocedure eruit? En wat is een assessment?
- Do’s en dont’s die je niet terugvindt in een lesboek
- Messcherp onderhandelen
- Duurzame inzetbaarheid: een leven lang leren
- Een eigen onderneming/ZZP
Meer informatie?
Ben jij zelf student Bouwkunde & Civiele Techniek en zou jij graag een gastcollege willen krijgen voor jezelf en je medestudenten? Stuur dan een e-mail naar uta@fnv.nl, dan gaan we het voor jullie regelen.
Ben je docent en heb je vragen of wil je meer informatie over de gastcolleges voor studenten? Stuur een e-mail naar uta@fnv.nl of bel FNV|UTA Consulent Daniëlle Strijbos – Bok op 06-18511269 (bereikbaar op maandag, dinsdag, en donderdag).
Gastcollege aanvragen
Gastcollege aanvragen
Pensioenconsulent | 3 redenen om een afspraak te maken
Ben je de dagen tot je aow-leeftijd al aan het aftellen? Of mag je voorlopig nog niet met pensioen? Het is altijd goed om te weten hoe jij ervoor staat. Kijk daarom eens met een pensioenconsulent van FNV naar jouw pensioen.
Richting je pensioengerechtigde leeftijd komt er veel op je af. Je moet afscheid nemen van je werk, iets waar je lang veel tijd en energie in hebt gestoken. Je begint aan een heel nieuwe fase in je leven. Werk gaat ineens geen, of een minder belangrijke rol spelen. Je ontvangt geen salaris meer, maar je pensioen. Dat zijn veel veranderingen! Een pensioenconsulent kan je advies geven. Hieronder vind je drie redenen om eens met zo’n consulent in gesprek te gaan.
- Wensen en doelen
Je moet veel keuzes maken en die hebben invloed op de hoogte van je pensioen, en daarmee je inkomen. Voor jou én voor je eventuele partner. Denk bijvoorbeeld aan de ingangsdatum van je pensioen, en de hoogte van het partnerpensioen. Het is dus goed om na te denken over je wensen en je doelen (ook al zijn die misschien nog ver in de toekomst).
- Geruststelling
Het kan best spannend zijn om met pensioen te gaan. Voordat deze nieuwe fase ingaat moet je keuzes maken. En deze keuzes zijn vaak definitief. Een pensioenconsulent heeft dit al vaker meegemaakt, en weet precies hoe dit traject in zijn werk gaat. Hij/zij weet welke keuzes er zijn, en wat er nog meer bij komt kijken voor je met pensioen gaat.
Het kan heel fijn zijn om uitleg van een pensioenconsulent te krijgen over wat je te wachten staat, hoe met pensioen gaan in zijn werk gaat, en wat jij wel en niet moet regelen. Dit geeft rust en overzicht, ongeacht welke leeftijd je nu hebt.
- Pensioenberekening
Het berekenen van pensioen kan wel eens mis gaan. Het zou vervelend zijn als je te weinig pensioen ontvangt omdat er ergens een rekenfout is gemaakt. Twijfel jij aan de juistheid van je pensioen? Een pensioenconsulent van FNV kan voor je uitzoeken of je pensioen juist is, en/of hoe je pensioen er in de toekomst uit komt te zien.
Wil je een afspraak maken voor een gratis consult met een van onze pensioenconsulenten? Dit kan ook wanneer je geen lid bent van FNV. Je kunt de consulenten bereiken op telefoonnummer 088 – 368 0296. Via deze link kom je op de contactpagina van de pensioenconsulenten terecht, waar je e-mailadressen van de consulenten in verschillende regio’s kunt vinden.
Wanneer je lid bent van FNV kunnen we je helpen met complexere kwesties rondom je pensioen, bijvoorbeeld wanneer je behalve in de bouw ook in andere sectoren hebt gewerkt. De consulenten zijn deskundig op alle relevante gebieden van het Pensioenrecht. Dat betekent dat het advies niet ophoudt bij de opgebouwde rechten van het Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijverheid (bpfBOUW), maar dus een stap verder gaat.
Vind je niet wat je zoekt? Neem contact op met een van onze consulenten, of stuur een mail naar uta@fnv.nl .
Wil je meer informatie over je pensioen? Wij hebben alles over het pensioen van de UTA’er op een rijtje gezet. Download het ‘UTA pensioen e-book’ hier.
Nachtwerkers meer kans op slechte werk-privébalans
Door de globalisering en technologische vooruitgang werken we steeds minder op standaard werktijden. De verwachting is dat deze trend de komende decennia nog verder toenemen. Nachtwerkers hebben meer kans op een slechte werk-privé balans.
In 2019 werkten ruim 1,2 miljoen Nederlanders soms of regelmatig in de nacht, zo luidt de data van het CBS. In het onderzoek betekent nachtwerk dat er minimaal 1 uur gewerkt wordt tussen 00:00 ’s nachts en 06:00 ’s ochtends.
Mensen die in de nacht werken, hebben meer dan 2,5 keer zoveel kans op een slechte werk-privébalans. Zij vinden het lastiger om werk en privé te combineren dan mensen die alleen overdag werken. Dat is een van de resultaten uit het onderzoek van het RIVM en TNO, naar de impact van nachtwerken en mogelijke oplossingen. De nachtwerkers geven in de interviews verder aan dat zij door nachtwerk minder tijd met hun familie of partner kunnen doorbrengen en dat ze zich geïsoleerd voelen. Ook hebben ze door vermoeidheid op vrije dagen minder behoefte aan sociale contacten hebben of mijden ze deze zelfs, omdat ze zich moeten voorbereiden op een nachtdienst. Dit geldt overigens niet voor alle nachtwerkers. Sommigen geven aan dat zij privétaken juist beter kunnen combineren wanneer zij nachtdiensten draaien dan tijdens dagdiensten.
Dag-nachtritme
Het menselijk lichaam heeft een biologische klok. Hierdoor hebben we allemaal een dag-nachtritme van dat ongeveer 24 uur duurt. Dit ritme wordt ook wel het circadiane ritme genoemd, wat ‘circa één dag’ betekent. Het ritme is te zien in het slaap-waakritme, maar ook in een groot aantal andere lichaamsprocessen. Zo heeft je biologische klok invloed op je hormoonafgifte (onder andere melatonine en cortisol) en je glucosehuishouding.
Verschillende functies van het lichaam, waaronder lichaamstemperatuur, honger, en verzadiging, worden ook gereguleerd door de biologische klok. Je klok zorgt er dus voor dat de processen in je lichaam op het juiste moment plaatsvinden.
Effecten op gezondheid
De impact die nachtwerken op de gezondheid van iemand heeft wordt waarschijnlijk medebepaald door verschillende karakteristieken. Denk aan de duur van de nachtdiensten en hoe vaak men in diensten werkt. Ook het rooster of patroon waarin verschillende typen diensten elkaar opvolgen speelt mogelijk een rol.
Werken in de nacht verstoort het dag-nachtritme (de biologische klok) van het lichaam. Volgens de Gezondheidsraad leidt (langdurig) nachtwerk tot een verhoogd risico op slaapproblematiek, diabetes type 2, en hart- en vaatziekten.
In het onderzoek melden de respondenten dat zij verschillende gezondheidsklachten ervaren. De fysieke klachten zijn onder andere vermoeidheid, hoofdpijn, maag-darmklachten, en spier- of gewrichtsklachten. Ook is er sprake van verschillende mentale gezondheidsgevolgen, zoals gevolgen voor het cognitief functioneren (verminderde focus, alertheid, geheugen, en concentratie), prikkelbaar zijn, eenzaamheid en somberheid, en stress.
Werknemers met nachtwerk hebben ongeveer 1,5 keer zoveel kans op arbeidsongevallen (gedurende de dag of nacht) dan werknemers zonder nachtwerk. Dit blijkt uit de analyses op basis van de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) van TNO en CBS onder bijna 400.000 werknemers. Hierbij zijn geen grote verschillen tussen sectoren te zien. Het is echter onbekend of de ongevallen plaatsvinden tijdens een dag- of een nachtdienst. Ook werd de terugreis naar huis na een nachtdienst (waarbij de kans bestaat dat nachtwerkers zitten te knikkebollen achter het stuur) niet meegenomen in de NEA.
Waarom toch ’s nachts werken?
64 procent van de werkgevers gaf in het onderzoek van het RIVM en TNO aan dat de belangrijkste reden voor nachtwerk is dat het werk direct uitgevoerd moet worden. Denk hierbij aan werk in de zorg, bij de politie, of de brandweer. Economische redenen, zoals het behalen van productiedoelstellingen en de optimale inzet van machines, en praktische redenen zoals machines die 24 uur per dag moeten draaien, zijn voor ongeveer een derde van de werkgevers (zeer) belangrijke redenen.
Oplossingen
Het RIVM en TNO hebben in het onderzoek ook gekeken naar oplossingen om de risico’s voor gezondheid en welzijn van nachtwerkers te verminderen. Hier valt ook de werk-privébalans onder. Uit de resultaten blijkt dat zowel werkgevers als werknemers en bedrijfsartsen weinig mogelijkheden zien om minder werk in de nacht te doen.
Werkgevers benoemen bereikbaarheidsdiensten en het inzetten van nieuwe technologie (denk aan automatisering) als opties om het nachtwerk misschien voor een klein deel te verminderen.
De nachtwerkers zelf zijn niet te spreken over de bereikbaarheidsdiensten, omdat deze mogelijk een negatief effect hebben op de slaapkwaliteit en op de werk-privébalans. Dat is dus geen oplossing, maar het verplaatsen van het probleem. Nachtwerkers zelf benoemen verschillende oplossingen, zoals het beperken van de hoeveelheid taken in de nacht, of onderling ervaringen delen.
Tijdens het symposium over het onderzoek van het RIVM en TNO afgelopen 16 maart, sprak een verpleegkundige die regelmatig nachtdiensten draait over de oplossingen die haar ziekenhuis biedt aan nachtwerkers. Zo krijgen de nachtwerkers ’s nachts een gezonde maaltijd en snack aangeboden, en bestaat er de mogelijkheid om een powernap te doen tijdens de dienst.
Volgens het RIVM en TNO is het gezien de beperkte mogelijkheden om nachtwerk te verminderen, nodig dat er meer kennis komt over mogelijke oplossingen en hoe deze oplossingen op een goede manier gerealiseerd kunnen worden.
Biedt jouw werkgever oplossingen voor nachtwerk? Heb je vragen, of wil je jouw eigen ervaringen met werken in de nacht delen? Stuur een e-mail naar uta@fnv.nl en we nemen contact met je op.
21 maart: Internationale dag tegen Racisme en Discriminatie
Helaas komt discriminatie op het werk nog veel voor. Bijna één op de zes Nederlanders heeft wel eens te maken gehad met discriminatie op het werk. Dat meldt de Nationale Vacaturebank op basis van onderzoek onder 2500 mensen, onder wie werknemers, werkgevers, en werkzoekenden.
Discriminatie kan zich voordoen in allerlei vormen. Je kan anders worden behandeld door je werkgever of collega’s omdat je een ander geloof, nationaliteit, geslacht of geaardheid hebt. Lees wat jij kunt doen zodra je te maken krijgt met discriminatie.
Word jij gediscrimineerd? Dan is het belangrijk om voor jezelf op te komen en de volgende stappen te nemen:
Stap 1: Ga in gesprek met je werkgever en/of OR
Neem contact op met je werkgever en geef duidelijk aan dat jij je gediscrimineerd voelt. Je kunt bij je werkgever dan gelijk een melding maken van de situatie. Jouw werkgever dient dan in actie te komen. Een werkgever heeft namelijk meerdere verplichtingen tegenover zijn werknemers. Een werkgever is bijvoorbeeld verplicht om een veilige werkplek voor jou te realiseren en dat betekent ook een werkplek waarbij werknemers niet worden gediscrimineerd.
Je kunt naast je werkgever ook contact opnemen met de ondernemingsraad (OR) of een vertrouwenspersoon. De OR is er in het belang van de werknemers, zij kunnen jou ondersteuning bieden bij het indienen van je klacht. Je kunt dan met je werkgever, OR en vertrouwenspersoon kijken of het mogelijk is om onderling tot een oplossing te komen.
Stap 2: Melding College Rechten van de Mens
Doet je werkgever niets aan jouw melding? Vind je geen gehoor bij de OR of de vertrouwenspersoon? Werknemers die het gevoel hebben slachtoffer van discriminatie te zijn kunnen terecht bij het College voor de Rechten van de Mens. Op de website kan een klachtenformulier worden gedownload. Het College voor de Rechten van de Mens is het mensenrechteninstituut van Nederland. Als onafhankelijke toezichthouder belichten, beschermen en bevorderen zij de mensenrechten, en oordelen ze over discriminatieklachten.
Wil je advies over discriminatie, racisme, (seksuele) intimidatie, pesten of ander ongewenst gedrag op de werkvloer? Of gewoon een luisterend oor? Bel de Vertrouwenstelefoon, op werkdagen tussen 19.00 en 21.30 uur. Of stuur een e-mail naar uta@fnv.nl
Hestia: Merel van Burgsteden
"Als je naar de kleurplaten van vroeger kijkt zie je dat ik eigenlijk altijd huizen aan het tekenen was."
Hestia is de Griekse godin van de bouwkunst. In deze rubriek wordt een moderne godin van de bouwwereld geïnterviewd. Over haar inspiratie, de bouwwereld, en wat ze het leukst vindt in haar werk. Deze week is Merel van Burgsteden onze Hestia.
Naam: Merel van Burgsteden
Functie: Projectorganisator bij Rottinghuis’ Aannemingsbedrijf bv
Leeftijd: 27 jaar
Woonplaats: Groningen
Opleiding: HBO Bouwkunde
Bedrijfsjargon: Samen bouwen aan de toekomst
Wanneer ontdekte je dat je de bouw in wilde?
"Het is eigenlijk nooit anders geweest. Als je naar de kleurplaten van vroeger kijkt zie je dat ik eigenlijk altijd huizen aan het tekenen was. Mijn ouders hebben hun eigen huis gebouwd en ik ging daar ook elke dag kijken en foto’s maken. Als kind zat het er dus eigenlijk al in, maar dan link je het niet gelijk aan de bouw. Maar naar mate ik ouder werd, wist ik eigenlijk gelijk al dat ik de bouw in wilde."
Hoe werd daarop gereageerd?
"Mijn directe omgeving wist het eigenlijk al, dus dat was geen verrassing. Wel merk ik dat als ik nu iemand leer kennen en vertel dat ik in de bouw werk, ze heel verbaasd reageren. ‘Draag je dan ook een bouwhelm- en schoenen?’, vragen ze dan vaak. Ik ben namelijk wel echt een meisjemeisje die houdt van jurkjes en rokjes, anderen vinden het dan lastig voor te stellen dat ik dan voor werk in mijn werklaarzen en helm over de bouw heen loop."
Wat maakt de bouw zo leuk?
"Ik vind het in de bouw erg leuk dat je je projecten uitgevoerd ziet worden. Ook is in de bouw geen dag hetzelfde, elke fase in de bouw is anders, die variatie vind ik ook geweldig. Wat veel mensen ook niet weten is dat er in de bouw heel veel functies zijn, dus als je bouwkunde hebt gestudeerd kan je altijd in de bouw nog alle kanten op."
Wie in de bouw inspireert jou?
"Niet per se één persoon, maar ik vind het echt heel stoer dat er vrouwelijke directies in de bouw zijn. Ik vind het al stoer dat er vrouwen in de bouw werken, maar dat ze ook directie functies bekleden vind ik echt heel inspirerend."
Wat vind je het allerleukst aan je werk?
"Als projectorganisator ben ik vanaf het begin tot het einde betrokken bij het gehele traject. Je maakt daardoor het hele project mee en het werk is heel afwisselend. Mijn kantoor zit in een bouwkeet waardoor ik de uitvoering van heel dichtbij mee maak en veel op de bouw ben. Daarnaast zie je veel progressie. Als je de ene dag op de bouw komt en je komt daarna een dag later weer, dan zie al veel verschil. Daarnaast vind ik het ook heel fijn hoe we hier met elkaar omgaan. Onze sfeer hier is heel goed. Ook al zijn er verschillende functies binnen het bedrijf iedereen gaat hetzelfde met elkaar om."
Wat zijn je dromen voor de toekomst?
"Ik wil heel graag doorgroeien in de bouw. Ik heb mijn hbo-diploma behaald, maar ik wil graag mijn bouwtechnische gedeelte aansterken. Op dit moment doe ik een extra opleiding, zodat ik nog extra stappen kan maken binnen de bouw."
Wat zou je willen zeggen tegen meisjes/vrouwen die een baan in de bouw overwegen?
"Als je een baan in de bouw overweegt adviseer ik om een keer mee te lopen in de bouw. Vorig jaar deden wij ook mee met de Girls Days waarbij meiden van de middelbare school een dag mee mochten lopen op de bouw. Ik merkte aan die meiden dat ze na zo’n dag gelijk al een heel ander beeld hebben over de bouw. Ze zien dat de bouw niet alleen timmeren is, maar zoveel meer!"
Is er iets dat zelf graag wilt toevoegen?
"Het is een prachtig vak! Ook voor vrouwen. Ik zou het iedereen aanraden om in de bouw te gaan werken."
Sfeerimpressie Bouwvrouwendag 2023
Op 9 maart was het Bouwvrouwendag. Deze dag hebben wij mogen organiseren ter ere van internationale vrouwendag.
De avond werd gestart met een stoelmassage onder het genot van hapjes en drankjes. Even heerlijk ontspannen na een, voor vele, drukke werkdag. Ook kon je een professionele foto laten maken van jezelf door onze fotograaf Martin.
Na deze ontspannen start hebben wij met zijn allen genoten van het avondeten. Een enorm leuke ervaring vonden vele ‘de mogelijkheid om te netwerken met anderen bouwvrouwen was heel verfrissend!’ aldus een deelneemster.

Workshops
Op de Bouwvrouwendag hebben wij na het eten drie mooie workshops mogen geven voor vrouwen in de bouw. De eerste workshop was ‘Bluffen voor vrouwen’. Laura heeft tijdens deze workshop laten zien hoe je je talenten op een enthousiaste manier aan het voetlicht kan brengen. Dit is iets wat wij vrouwen minder vaak doen dan onze mannelijke collega’s. Een opmerking tijdens de workshop was: ‘Fijn om op deze manier te leren om mijn kwaliteiten te benoemen zonder dat het overkomt als opscheppen’. Heel gaaf om dit terug te horen, want dat was precies waar de workshop voor bedoeld was.
De workshop ‘Vitale Voornemens’ was de tweede workshop die wij hebben aangeboden. Goede voornemens, nu ga ik het echt DOEN, morgen ga ik…. Je kent het vast wel, regelmatig blijft het bij dromen en goede voornemens. Tijdens deze workshop heeft Merianka spelenderwijs laten zien hoe je je eigen breinformule voor verandering uitwerkt. Op deze workshop is erg enthousiast gereageerd door de vrouwen die aan deze workshop deelnamen. Wij kregen van deelneemsters van deze workshop terug dat het een ‘leuke en interessante workshop was met veel interactie’.
Ook de workshop Vrouw en Pensioen was een succes. Bij deze workshop heeft Tineke alles omtrent pensioenopbouw op een leuke manier uitgelegd. ‘Na het krijgen van mijn kinderen ben ik deeltijd gaan werken, wat dat precies voor mijn pensioen zou betekenen heb ik tot deze workshop nooit begrepen’. Het is heel fijn om te weten wat deze informatieve workshop voor deelnemers heeft betekent.
Bij deze willen wij alle deelneemsters nogmaals bedanken! We vonden het een heel geslaagd evenement en gaan in de toekomst weer nieuwe workshops en andere bijeenkomsten organiseren. Wij hopen jullie daar weer te zien! Voor de vrouwen die niet hebben kunnen deelnemen; wij hopen dat jij er de volgende keer ook bij bent.
Pensioenindexatie: vraagt werkgever je hiervan af te zien?
FNV krijgt momenteel veel reacties van bouwmedewerkers die onlangs een brief hebben ontvangen van hun werkgever. Deze brief gaat over de indexatie van hun pensioen. Het advies is om niet akkoord te gaan en contact met FNV op te nemen.
Een flink aantal werkgevers vraagt op het moment aan hun (voormalige) werknemers om af te zien van hun recht op pensioenindexatie. Dit is financieel zeer ongunstig voor jou. We lezen in brieven van deze werkgevers soms terug dat het voortbestaan van het bedrijf ervan afhangt. Meestal zonder onderbouwing.
Wij adviseren je om niet akkoord te gaan en je bij ons te melden. Dat kan per e-mail op bouw@fnv.nl. Meld je naam en telefoonnummer, dan wordt er contact met je opgenomen.
Stijging pensioen bpfBOUW door indexatie
Voor medewerkers waarvan de werkgever het pensioen via de normale weg heeft geregeld, was er eind vorig jaar goed nieuws. Pensioenfonds bpfBOUW verhoogde de pensioenen namelijk met 14,52 procent. Een hoge, en gezien de prijsstijgingen, zeer welkome verhoging van de pensioenen.
Dispensatie
Er zijn ook werkgevers die dispensatie hebben aangevraagd bij bpfBOUW voor de verplichte regeling. Als deze dispensatie is verleend, mogen werkgevers een andere regeling toepassen. Dit is op voorwaarde dat die regeling ongeveer vergelijkbaar is met de verplichte regeling van bpfBOUW en/of dat de pensioenindexatie van bpfBOUW gevolgd wordt.
Veel werkgevers hebben die dispensatie (ooit) gekregen. En veel van hen hebben een regeling ondergebracht bij Nationale Nederlanden, of een andere verzekeringsmaatschappij.
Ondernemingsraad
De ondernemingsraad (OR) in jouw bedrijf kan een belangrijke rol vervullen. Veranderingen in pensioenregelingen van de werkgever moeten worden voorgelegd aan de or, en worden goedgekeurd. Laat dus ook de ondernemingsraad weten dat je een brief hebt ontvangen, en/of dat de werkgever wijzigingen wil doorvoeren.
Wil je meer informatie over je pensioen? Wij hebben alles over het pensioen van de UTA’er op een rijtje gezet. Download het ‘UTA pensioen e-book’ hier.
Rechter buigt zich voor het eerst over studiekosten sinds invoering Wtva
Per 1 augustus 2022 is de Wet Transparante en Voorspelbare Arbeidsvoorwaarden (Wtva) van kracht. Het doel van deze wet is om arbeidsvoorwaarden van werknemers te verbeteren door ze duidelijker en voorspelbaarder te maken.
De nieuwe regels hebben in de tussentijd gezorgd voor veel onduidelijkheden. Op 10 januari 2023 heeft de Rechtbank Utrecht zich voor het eerst uitgesproken over een kwestie rondom de Wtva.
Wat is er veranderd?
Voor we het hebben over de uitspraak van de Rechtbank Utrecht gaan we een paar stappen terug.
Met de inwerkingtreding van de Wtva moeten werkgevers verplichte scholing kosteloos aanbieden. Het gaat om scholing die verplicht moet worden aangeboden op grond van de wet of cao. Je mag geen afwijkende afspraken maken; die zijn nietig. In de praktijk blijkt dat het vooral onduidelijk is wat er onder ‘verplichte scholing’ moet worden verstaan.
Onze wet kende voor de invoering van de Wtva al een algemene scholingsplicht, geregeld in artikel 7:611a lid 1 van het Burgerlijk Wetboek, die als zo’n wettelijke verplichting moet worden gezien. Dat wil zeggen dat een werkgever scholing moet aanbieden die noodzakelijk is voor de uitoefening van de functie van de werknemer. De kosten van de scholing rusten dan op de werkgever. Een studieovereenkomst of -beding met andere afspraken is dus niet geldig.
Uitspraak Rechtbank Utrecht
Op 4 november 2022 is tussen een werkgever en een werknemer een studieovereenkomst tot stand gekomen. In de studieovereenkomst staat een terugbetalingsregeling vermeld waarvan de werknemer bij uitdiensttreding de lening aan werkgever moet terugbetalen. De lening wordt na drie jaar kwijtgescholden na het afronden van het theoretische gedeelte van de opleiding. De werknemer is van mening dat de studieovereenkomst die hij was aangegaan met zijn werkgever nietig was op grond van de Wtva. Hij stelde dat hier sprake was van ‘een noodzakelijke opleiding’. Volgens hem zou zijn werkgever hem hebben aangenomen met de bedoeling om hem (in de toekomst) als registeraccountant werkzaamheden te laten verrichten. Voor die functie was de opleiding noodzakelijk. De werknemer zou als registeraccountant onder meer zijn handtekening zou kunnen zetten onder jaarstukken.
Volgens de werkgever klopte dit niet. De werkgever stelde dat ten eerste de werknemer niet met die bedoeling was aangenomen. Ten tweede, voegde de werkgever toe, zelfs al was de werknemer met die bedoeling aangenomen, dan was de opleiding vooralsnog niet noodzakelijk geweest. De opleiding zou dus niet noodzakelijk zijn voor het werk van de werknemer waarvoor hij is aangenomen en evenmin vereist om de functie van registeraccountant te verrichten. Daarbij komt bij dat de werknemer op eigen verzoek de opleiding is gaan volgen, aldus de werkgever.
De kantonrechter oordeelde dat uit niets bleek dat de werknemer was aangenomen met het doel om registeraccountant te worden en dat de opleiding waarvoor de studieovereenkomst is aangegaan noodzakelijk zou zijn voor die beoogde functie of de huidige functie van werknemer. De rechtbank oordeelde dat hier geen sprake was van een ‘noodzakelijke opleiding’ en werknemer de studiekosten aan werkgever moet terugbetalen.
Wat staat er in de cao?
Onder het kopje 'Scholing voor behoud van vakmanschap', op bladzijde 59 van de cao Bouw & Infra, staat dat de werkgever een opleidings- en scholingsbeleid ontwikkelt, en dit uitvoert. Ieder kalenderjaar stelt hij een scholingsplan vast. Bij het opstellen van dit plan houdt de werkgever rekening met de wensen van de werknemers, en die worden drie maanden voor het invoeren van het plan over de inhoud geïnformeerd. Andere verplichtingen van de werkgever:
- De werkgever stelt de werknemer in staat functiegerichte scholing te volgen. Komt de functie van de werknemer te vervallen? Of is de werknemer niet meer in staat zijn functie te vervullen? Dan stelt de werkgever hem in staat scholing te volgen die het mogelijk maakt de arbeidsovereenkomst voort te zetten. Dit laatste voor zover dit redelijkerwijs van de werkgever verlangd kan worden. Hiermee voldoet de werkgever aan zijn wettelijke scholingsplicht van artikel 7:611a lid 1 BW.
- De werkgever betaalt alle kosten van deze scholing. Hij mag die kosten niet verrekenen met de transitievergoeding.
- De werknemer volgt de functiegerichte scholing indien mogelijk tijdens werktijd. Als dit niet mogelijk is, wordt de tijd dat de scholing wordt gevolgd gezien als arbeidstijd.
Heb jij een studieovereenkomst en heb je hier vragen over? Neem dan contact op met ons via uta@fnv.nl