Sofie Bolder

Vergoeding voor thuiswerken

Volgend jaar kunnen werkgevers hun thuiswerkende werknemers een onbelaste vergoeding geven van €2,- per thuiswerkdag. Dit voorstel heeft het kabinet opgenomen in het Belastingplan. Als de Tweede en Eerste Kamer dit voorstel goedkeuren, gaat het vanaf 1 januari 2022 in.

Door de coronacrisis zijn veel mensen thuis gaan werken. Uit eigen onderzoek blijkt dat veel werknemers afspraken willen maken om ook ná corona (deels) thuis te blijven werken. De werknemer maakt extra kosten door het thuiswerken. Bijvoorbeeld voor water- en elektriciteitsverbruik, verwarming, en koffie.

Werkgevers hebben volgens onderzoek van de AWVN aangegeven hun werknemers een vergoeding te willen geven voor deze extra kosten.

Cao

In de cao Bouw&Infra staat in het hoofdstuk ‘Thuiswerkvergoeding’ het volgende: “Cao-partijen gaan in 2021 met elkaar in gesprek over een thuiswerkvergoeding zodra er duidelijkheid is over wijziging van de fiscale regels daaromtrent.” Binnenkort zullen cao-partijen hierover met elkaar in gesprek gaan.

Het voorstel

Om de werkgevers de mogelijkheid te bieden hun werknemers te vergoeden voor de thuiswerkkosten door het thuiswerken, heeft het kabinet het volgende voorgesteld:

-       Het kabinet stelt de vergoeding vast op maximaal €2,- per thuisgewerkte dag of een deel daarvan,
-       De werkgever hoeft geen loonheffing te betalen voor deze thuiswerkvergoeding,
-       Ook blijft een onbelaste reiskostenvergoeding voor woon-werkverkeer bestaan. Deze bedraagt onbelast €0,19 per kilometer,
-       De werkgever kan per dag óf de thuiswerkvergoeding, óf de reiskostenvergoeding geven.

Afspraken maken

Het handigste is om vaste afspraken te maken met je werkgever over het aantal dagen per week waarop je thuis werkt. Dan kan de werkgever daar rekening mee houden en een vaste vergoeding toekennen. Deze vaste vergoeding hoeft niet te worden aangepast als je incidenteel op een thuiswerkdag toch op kantoor werkt, of andersom.

Misschien wil je een deel van de dag thuiswerken en het andere deel op kantoor. In zo’n geval moet een keuze gemaakt worden of die werkdag de onbelaste reiskostenvergoeding wordt gegeven, of de onbelaste thuiswerkvergoeding.

Heb je vragen? Stel ze gerust. Stuur een e-mail naar uta@fnv.nl


Young Professionals: Gastles Avans Hogeschool Tilburg

Op 10 september heeft het UTA-team een gastles verzorgd voor de minor Bouwtechnische Bedrijfskunde op de Avans Hogeschool in Tilburg. Het was de eerste fysieke gastles sinds corona. Wij zijn heel blij dat we de studenten weer een keer in het echt hebben kunnen zien!

Consulenten Laura en Vincent hebben de studenten een gastles over FNV|UTA gegeven. We zijn de les begonnen met een kennismaking. De studenten hebben geraden hoe oud wij zijn en welke hobby’s we hebben. Dit leidt telkens weer tot de meest grappige antwoorden en ook deze keer waren we niet teleurgesteld. Laura werd 29 jaar geschat terwijl ze 36 jaar is. Haar dag kon niet meer stuk! Daarnaast zijn we als FNV|UTA erg benieuwd wie van de studenten al weten wat ze na hun studie willen gaan doen, of ze al aan het werk zijn en of zij al eens hebben kunnen onderhandelen over hun salaris. Een aantal studenten weten al duidelijk wat ze willen gaan doen na hun studie. Sommige hebben zelfs al een baan gevonden waar ze ook na hun studie kunnen blijven. Ook had een student al onderhandeld over zijn salaris bij een bouwbedrijf waar hij stage liep.

Dankzij de vakbond hebben we weekend

Weten de studenten van de Avans Hogeschool eigenlijk wel wat de FNV is en wat wij doen? Dit wordt toegelicht in een korte introductie over de FNV en wat de FNV vroegâh allemaal bereikt heeft. Zoals het weekend, het ontstaan van de cao en het vaststellen van een minimumloon. Ook is er verteld wat FNV|UTA doet en kan betekenen voor (toekomstige) UTA-medewerkers.

Bij de FNV onderhandelen wij over afspraken in de CAO. Ook in het dagelijks leven onderhandel je regelmatig, wij hebben daarom afgesloten met een onderhandelingsspel. Tijdens de uitleg van het spel wordt duidelijk dat beide partijen er als winnaar uit kunnen komen, maar dan moet je wel goed hebben opgelet. Een aantal studenten waren nog goed scherp voor de vrijdagmiddag. Zij kwamen er na goed onderhandelen dus achter dat ze er samen als winnaar uit konden komen.

  

Zelf starten of toch solliciteren?

Na het onderhandelingsspel was er een korte pauze, daarna gaf Oscar Bulthuis de workshop; ‘Zelf starten of toch solliciteren.’ Niet alle studenten weten al of ze na hun studie in loondienst willen of een onderneming willen starten. Of misschien een eigen onderneming naast hun baan willen. Oscar heeft praktische tips gegeven over wat er komt kijken bij het starten van een eigen onderneming. Denk hierbij aan het ondernemingsplan, de marketing en boekhouding etc.. De studenten reageerden heel enthousiast en stelden veel vragen. Een zeer geslaagde workshop dus!

De middag was erg gezellig op de Avans Hogeschool en we hopen in de toekomst weer meer gastlessen te kunnen geven!

In onderstaande video verloot Oscar Bulthuis vijf boeken aan de studenten. Zit jouw naam ertussen? Dan nemen we snel contact met je op!

https://youtu.be/CMqFEJna7JU

 


Hestia: Paulina Logchies

Deze keer hebben wij een speciale Hestia, namelijk één van de genomineerden voor de titel Bouwvrouw van het jaar, Paulina Logchies. Paulina is Algemeen Directeur van Logchies Renovatie en Onderhoud en zit in het bestuur van de sector Totaal bij OnderhoudNL. Ze vertelt ons over haar nominatie, carrière en uitdagingen.

Naam: Paulina Logchies
Functie: Algemeen Directeur Logchies Renovatie en Onderhoud
Leeftijd: 47 jaar
Woonplaats: Limmen
Opleiding: HEAO/ International Business
Bedrijfsjargon: "Goed voor elkaar!"

Je bent genomineerd voor de titel Bouwvrouw van het Jaar, gefeliciteerd! Kun je vertellen waarom je genomineerd bent?

"Ten eerste had ik deze nominatie totaal niet verwacht en ben ik oprecht blij verrast. Vooral vrouwen van de grotere bouwers kwamen in aanmerking voor deze titel, met name vanwege het omzetcriterium voor de nominatie. De thema’s duurzaamheid, diversiteit, innovatie en veiligheid zijn nu aspecten die meewegen bij deze bouwvrouw nominatie. Dit zijn intrinsiek belangrijke thema’s voor mij en voor onze bedrijfsvoering. Ik denk dat mijn nominatie te maken heeft met mijn inzet op deze onderwerpen."

Waarom ben je voor een carrière in de bouw gegaan?

"Ook al werkten mijn vader, opa en ooms in de bouw, toch heb ik de bouw niet van huis uit meegekregen. Ik heb veel internationaal werk gedaan in de ICT en telecom. Acht jaar geleden vroeg mijn vader of ik strategisch wilde meekijken naar het organisatiebeleid. Dit heb ik gedaan, een aantal dingen gingen al goed, maar ik zag ook dat er op veel vlakken nog stappen gemaakt konden worden. Toen mijn vader vroeg of ik in het bedrijf wilde stappen heb ik ja gezegd en binnen een maand werkte ik hier volledig."

Voor welke uitdagingen ben je komen te staan en hoe ging je daar mee om?

"Woningcorporaties wilden langdurige samenwerkingen, in co-making, met minder partners. Ook wilden zij meer naar een regierol en zochten daarom naar partners die een adviserende rol kunnen vervullen. Wij hebben daar al vroeg op ingespeeld en ontwikkelden een duidelijke toekomstvisie. Er moest gezorgd worden dat wij het juiste kennisniveau in huis kregen. Dit was een uitdaging voor ons bedrijf en vroeg ook beweging van onze medewerkers. Deze duidelijke transitie van onze organisatie heeft er voor gezorgd dat wij nu duurzame samenwerkingen hebben met onze opdrachtgevers en ketenpartners. We zijn zowel een uitvoerende partij als een strategische partner en zitten vanuit onze rol als vastgoedadviseur met de woningcorporaties om de tafel."

Wat maakt de bouw zo leuk?

"Je kunt een verschil maken voor wat het meest belangrijk is; iemands (t)huis. Het is heel tastbaar. Wij kunnen echt wat betekenen voor bewoners, voor iemands huis en leefomgeving. Je bent bezig met de eerste levensbehoefte. Je gaat een commitment aan met de bewoners, de buurt, de wijk maar natuurlijk ook met woningcorporaties. Ook vind ik de bouw zo leuk omdat je bezig bent met verbinden. Dit zie je steeds meer op verschillende vlakken. Er wordt meer samengewerkt, meer gedigitaliseerd en circulariteit wordt steeds belangrijker. Daarnaast is de bouw lekker nuchter, daar hou ik van!"

Wie (in de bouw) inspireert jou?

"Als je maar open staat om geïnspireerd te raken, dan kun je door velen geïnspireerd raken. Elon Musk inspireert mij bijvoorbeeld door zijn ongelofelijke commitment en vasthoudendheid. Ook Boyan Slat is inspirerend, hij is zo vasthoudend bezig met zijn doel; plastic afval verwijderen uit rivieren en oceanen."

Wat vind je het allerleukst aan je werk?

"Mensen in beweging krijgen en verbinden, dát drijft mij. Ik ben gek op beweging en de bouw is volop in beweging. Het is mooi om een bijdrage te kunnen leveren aan de transformatie van de sector én om voortgang en succes te zien. Het inspireert me om te zien dat medewerkers zichzelf kunnen verbazen. Kortom, ik word er blij van dat ik kan meewerken aan de transformatie van de bouw, medewerkers en verschillende samenwerkingen in de keten."

Wat zijn je dromen voor de toekomst?

" “Onbereikbare” doelen helpen je in beweging te komen. Wij hebben bij Logchies een BHAG (Big Hairy Audacious Goal). In 2023 willen wij onze projecten totaal circulair kunnen uitvoeren. Versterkt door de branche waarin wij werken, zijn wij ons bewust van de verantwoordelijkheid en onze invloed op het gebied van duurzaamheid, milieu, leefomgeving, veiligheid en welzijn. Wij kijken graag verder en zetten met onze medewerkers extra stappen voor een duurzame wereld door hen bewust te maken en te laten zien wat ze kunnen betekenen. Intern beginnen is extern winnen."

Wat zou je willen zeggen tegen meisjes/vrouwen die twijfelen de bouw in te gaan?

"Een goed werkend team in de bouw heeft vrouwen nodig! In een team heb je teamleden nodig met verschillende competenties. Maar het gaat om meer dan alleen de verdeling tussen mannen en vrouwen. Diversiteit gaat over verschillende profielen. In onze organisatie werken wij veel in teams. Bij de samenstelling van deze teams gaat het over welke eigenschappen iedereen heeft. Door een diverse samenstelling creëren we sterke teams die samen beter worden. Daarnaast is het heel belangrijk om mensen uit andere sectoren in je organisatie te krijgen. Zij stellen andere vragen en benaderen zaken vanuit een andere invalshoek. Dit zorgt voor nieuwe inzichten en ideeën."

Is er iets dat je zelf graag nog wilt toevoegen?

"Jazeker! Het is belangrijk dat we onze beroepsgroep ‘sexyer’ maken voor jonge mensen. De onderhoud- en renovatiesector is uitdagend en interessant. Wij buigen ons over de meest complexe vragen voor de verduurzaming van de bestaande bouw. Er is een enorme diversiteit aan beroepen. Er zijn nu al dringend veel meer (jonge) mensen nodig. Daarbij hebben we als sector nog een ander belangrijk aandachtspunt: Er is onvoldoende toegang tot materialen. Het is daarom belangrijk dat we  gezamenlijk strategisch en structureel kijken naar hoe om te gaan met de totale bouwomgeving. Kortom, er is een gezonde continuïteit nodig in de toestroom van werknemers en materialen, hier moeten wij samen voor zorgen. En: Wanneer iemand die dit leest hierover met mij verder wil praten dan nodig ik je bij deze van harte uit om contact met mij op te nemen!"


Cao Bouw & Infra algemeen verbindend verklaard 2021-2022

De cao Bouw & Infra 2021-2022 door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SWZ) algemeen verbindend verklaard.

Hiermee is de cao vanaf 7 september van toepassing op alle werkgevers en werknemers die vallen binnen de werkingssfeer van de cao Bouw & Infra. Ook als zij niet lid zijn van een werkgeversorganisatie of vakbond die de cao heeft afgesloten. AVV voorkomt ongewenste concurrentie op arbeidsvoorwaarden.

De algemeenverbindendverklaring geldt tot einde looptijd cao, namelijk 31 december 2022.

De salarissen die per 1 augustus zijn verhoogd met 1,5 procent, gelden nu voor iedereen. Dat geldt ook voor de loonsverhoging van 3 procent die nog volgt per 1 januari 2022. Verder is er in de nieuwe cao een zwaar werkregeling voor UTA’ers afgesproken. Indien je aan de voorwaarden voldoet kun je hier vanaf 1 januari 2022 gebruik maken. Klik hier om de salaristabellen te bekijken.


Kan digitaal bouwen de veiligheid vergroten?

In de Cobouw van 11 augustus lezen we dat de Veiligheidsmanager van Heijmans is geschrokken van de 19 dodelijke ongevallen in 2020. Helaas staat de bouw nog steeds in de top 3 van sectoren waar de meeste arbeidsongevallen gebeuren. Ondanks dat de sector forse pogingen doet het aantal ongevallen te verminderen. In hoeverre kan het digitaal bouwen een rol spelen bij het verminderen van de ongevallen?

Digitaal bouwen onvermijdelijk

Steeds meer bouwbedrijven zijn bezig het bouwproces te digitaliseren. In de meeste gevallen gebeurt dat doordat bouwbedrijven werken met BIM (Bouw Informatie Model). Er wordt twee keer gebouwd, één keer digitaal en één keer fysiek. Het voordeel van digitaal bouwen is dat alle betrokken partijen hun inbreng hebben in het ontwerp, beschikken over dezelfde informatie en dat fouten in het ontwerp vroegtijdig zijn op te lossen. Dat levert tijdwinst op, omdat eventueel improviseren om fouten op te lossen bij de uitvoering niet nodig is. De faalkosten worden hierdoor lager. Kortom, met digitaal bouwen zetten bouwbedrijven flinke stappen in het verbeteren van het bouwproces.

Digitaal bouwen en veiligheid

De aandacht bij het digitaal bouwen ligt nu op het verbeteren van het bouwproces en het zorgen voor een goed bouw informatiemanagement. Wat we in de discussie missen, is in hoeverre het thema veiligheid op de bouwplaats een plek kan krijgen, in de fase van het digitale bouwen. Is het mogelijk om in het digitale ontwerp op te nemen op welke momenten en op welke plekken risicovolle situaties ontstaan voor werknemers? En wat moet er gebeuren om deze situaties te voorkomen?

Kortom, is het mogelijk om in het digitale ontwerp preventief te laten zien welke maatregelen waar, wanneer en door wie genomen kunnen worden met als doel risico’s in het werk te beperken? Met als uiteindelijke doel het aantal arbeidsongevallen terug te dringen. Ongevallen op de bouwplaats zijn voor de betrokken medewerkers vreselijk. Maar moeten ook worden gerekend tot de faalkosten in de bouw.

We dagen BIM-experts die druk bezig zijn met het digitaliseren van het bouwproces uit. Vergroot de veiligheid van de medewerkers in de bouw, door dit een plek te geven in het digitale ontwerp.


digitale transformatie

De digitale transformatie is onvermijdelijk

Digitaal bouwen en ontwikkelen wordt de standaard, dat is zeker. Tijdens de laatste werkgroep werden met de BIM-experts vragen rond visie op digitalisering gesteld, en hoe bedrijven werken aan de implementatie ervan. Wie zijn hierbij betrokken? En ook, wie niet?

In de werkgroep met BIM-experts bespreken Ernst van den Berg en George Evers welke digitaliseringsontwikkelingen bij bouwbedrijven spelen (lees hier de artikelen BIM in de bouw en BIM voor iedere functie relevantie). De BIM-experts werken bij bedrijven die gekenmerkt kunnen worden als koplopers en/of adviseurs, welke bedrijven ondersteunen bij de implementatie van BIM. We zien BIM als een belangrijke stap om het bouwproces te dataficeren. Dit wordt ook wel het datagedreven bouwen genoemd. Deze data gaan een steeds grotere rol spelen bij het organiseren van bouwprocessen. Dit is de reden dat de klassieke betekenis van BIM (Bouw Informatie Model) wordt vervangen door Bouw Informatie Management.

Digitalisering als businessmodel

Op welke wijze wordt digitalisering in een bedrijf ingezet? Gaat het om het verbeteren van de bestaande werkprocessen, het verbeteren van de dienstverlening aan de klant, of wordt er gekeken naar mogelijkheden om nieuwe producten of diensten te ontwikkelen? Met andere woorden; hoe wordt het digitale transformatieproces ingezet? Menno Lanting laat in zijn boek 'Uit het transformatiemoeras' zien dat veel organisaties digitalisering vooral gebruiken om de bestaande processen te verbeteren. Een beperkt aantal organisaties gebruikt digitalisering als aanleiding om het bestaande businessmodel te heroverwegen. Zo geeft Lanting voorbeelden van bedrijven die met behulp van digitalisering en het beschikken over grote hoeveelheden data, mogelijkheden zagen voor het creëren van toegevoegde waarde in andere branches.

FNV Bouwen en Wonen heeft via secundaire analyse laten onderzoeken hoe bouwbedrijven digitalisering inzetten. Een van de conclusies is dat bouwbedrijven fors innoveren, maar daarmee bestaande markten bedienen, dus niet of nauwelijks op zoek zijn naar andere markten en/of businessmodellen. Vooral jonge bedrijven, startups, houden zich het meest bezig met het zoeken naar nieuwe markten met de kans dat zijn de bouw ingrijpend (disruptief) kunnen veranderen.

Visie en ambitie

De BIM-experts gaven aan dat hun bouwbedrijven de visie hebben dat digitaal bouwen en ontwikkelen zonder meer de standaard wordt. Dit betekent dat er twee keer gebouwd wordt: een keer digitaal, en een keer fysiek. Deze bedrijven hebben de ambitie om koploper te zijn in het digitaliseren van het bouwproces. Het uitgangspunt is dat digitalisering moet leiden tot het toevoegen van waarde voor de klant, en tot nieuwe verdienmodellen.

Ook wanneer er geen visie is op digitalisering van het bouwproces zien bouwbedrijven in dat digitalisering onvermijdelijk is. Geen enkel bedrijf ontkomt eraan. Dat betekent ook dat digitalisering voor de hele bouwkolom gaat spelen. Door digitalisering komt er veel informatie beschikbaar die ondersteunend is aan het gehele bouwproces. Met deze informatie kunnen bedrijven processen verbeteren en foutmarges verkleinen. Het kan tevens leiden tot het ontwikkelen van nieuwe producten of diensten. De informatie die beschikbaar is over het gebouw en de gebruikte materialen maakt het mogelijk om gericht onderhoudswerkzaamheden uit te voeren. Daarnaast bieden de data de mogelijkheid om materialen aan het eind van de levenscyclus te hergebruiken. De verwachting is dat er een markt ontstaat van te hergebruiken bouwmaterialen.

Initiatief om te starten

Het initiatief om te starten met digitalisering ligt nogal eens bij de een groep enthousiaste medewerkers die de nodige ervaring hebben opgedaan met BIM en/of digitalisering. Zij zagen de mogelijkheden en wisten het management ervan te overtuigen dat de ontwikkelingen onvermijdelijk zijn en dat het noodzakelijk is om hierin te investeren. Het spreekt voor zicht dat het management moet inzien dat niets doen geen optie is. Uiteraard moet er bereidheid zijn te investeren en te zorgen voor de nodige faciliteiten. Bijvoorbeeld in de vorm van tijd voor een stuurgroep om plannen te ontwikkelen. Of door het inrichten van een experimenteer centrum waar verschillende nieuwe technieken worden getoond en waar teams ervaring kunnen opdoen. Denk daarbij aan het werken met BIM, Internet of Things, Geografisch Informatiesysteem, reality capturing, en virtual en augmented reality.

Technisch en organisatorisch veranderen

De digitaliseringsontwikkelingen worden snel gezien als een technische aangelegenheid, die in de handen ligt van enkele experts. Dat is niet zo. Digitalisering is voor een groot deel een organisatieveranderingsproces, waarbij op alle gebieden in de organisatie veranderingen optreden. Dat kan betrekking hebben op processen, werkzaamheden van medewerkers, en de wijze van samenwerken met ketenpartners en klanten.

Er wordt ingezien dat het veel van de medewerkers vraagt. Zij zullen immers bereid moeten zijn om de nieuwe manieren van werken te adopteren. Dat kost tijd en vereist veranderbereidheid van hen. Aangezien de digitaliseringsontwikkelingen zich in een steeds hoger tempo voltrekken, zal dat betekenen dat van medewerkers wordt gevraagd vaker en sneller veranderingen in werkwijzen te accepteren.

De rol van HR in digitalisering

De rol van HR (personeelszaken) is niet altijd even expliciet benoemd bij het opstellen van de visie rond digitalisering. Hierboven werd duidelijk digitalisering voor een groot deel een organisatieveranderingsproces is. Dat is het domein van HR, ervan uitgaande dat HR een stevige positie heeft binnen het bedrijf. Die betrokkenheid van HR is bij enkele bedrijven wel aan de orde bij het implementatieproces. Dat ligt voor de hand, omdat HR bepaalde kennis heeft en ondersteuning kan bieden bij opleidingsprogramma’s, en het leren van nieuwe vaardigheden. Zo ook bij de werving van nieuw talent en het herontwerpen van functies. HR kan ook een rol kan spelen bij het zorgen voor cultuurveranderingen die horen bij andere manieren van werken. Deze ondersteuning kan HR bieden aan betrokken projectleiders die verantwoordelijk voor digitalisering.

Kortom, HR kan zorgen voor de menskant bij het organisatieveranderingsproces. Daarmee heeft HR een toegevoegde waarde voor projectleiders die verantwoordelijk zijn voor de innovatieve ontwikkelingen.

De kanttekening die daarbij wordt gemaakt is dat het niet altijd voor de hand ligt dat HR in een dergelijke rol wordt gezien. De vraag is wat hier de reden voor is. Is HR vooral bezig met operationele, uitvoerende taken (salaris- en personeelsadministratie)? Of richt HR zich (ook) op het strategisch bedrijfsbeleid?

Waarom pakt OR deze rol niet op?

De rol van de ondernemingsraad (OR) is bij innovatieve ontwikkelingen in de bedrijven erg beperkt. Dat is opmerkelijk want volgens de Wet op de Ondernemingsraden heeft de OR enkele bevoegdheden bij digitaliseringsprocessen. De vraag is waarom OR’s deze rol niet oppakken. Ontbreekt het hen aan kennis op dit terrein of zijn zij van mening dat het een technologische innovatie is die vooral thuishoort bij experts?

Betrokkenheid medewerkers

Er zijn verschillende manieren om digitalisering te implementeren in het bedrijf. Op de eerste manier stelt een stuurgroep een implementatieplan op, waarin onder andere is beschreven welke programma’s aangekocht moeten worden. Dit implementatieplan wordt besproken met de medewerkers, zodat zij betrokken zijn bij de keuzes. Dit zorgt voor draagvlak. Het zijn de medewerkers die uiteindelijk met nieuwe programma’s moeten gaan werken en hiervoor opgeleid of getraind moeten worden. De ervaring leert dat de meeste medewerkers ervoor open staan om met nieuwe programma’s te gaan werken.

Een tweede manier is de 1-9-90 procent-aanpak. 1 procent van de medewerkers werkt aan de verkenning van digitalisering, en maakt de keuzes. 9 procent van de medewerkers volgt, en zij activeren de overige 90 procent van de medewerkers. Deze aanpak is voor gebruikers, door gebruikers, en met gebruikers. Op deze manier zorgen bedrijven voor gebruikersparticipatie. Het meenemen van medewerkers bij digitaliseringsontwikkelingen geeft de mogelijkheid om uit te leggen waarom het noodzakelijk is om te vernieuwen. Bijvoorbeeld omdat er nieuwe wet- en regelgeving is die dit vereist.

Bij de aanschaf van standaard softwarepakketten is het van belang om medewerkers te betrekken bij de keuzes die worden gemaakt. Dat wil niet zeggen dat het mogelijk is om het iedereen naar de zin te maken. Dan komt het aan om ook deze medewerkers ervan te overtuigen dat de gemaakte keuze onvermijdelijk is en dat er afscheid moet worden genomen van oude programma’s en/of werkwijzen. En dat kan lastig zijn, zeker als er voortdurend nieuwe software wordt uitgebracht.

Conclusie

Dat de digitale transitie aanstaande is, zal door niemand in de bouw ontkend worden. Wel bestaan er verschillende ideeën over hoe hierop voor te bereiden. Veel bedrijven hebben een visie opgesteld waarin in wordt gegaan op de belangrijkste ambities. Toch zijn er ook bedrijven, die hier nog geen concrete stappen in hebben genomen. Doordat deze zogenoemde achterblijvers wel een rol spelen in de keten, stellen de BIM-experts dat in het belang van de sector is om ook hen te stimuleren mee te gaan in de transitie.

Een vraag die besproken is rondom visie en implementatie van digitalisering, is welke partijen hierbij betrokken moeten worden. De BIM-experts vonden het niet vanzelfsprekend dat afdeling HR of de Ondernemingsraad een grote rol toebedeeld krijgt in dit verhaal. Dit terwijl de gevolgen van digitalisering effect hebben op grote groepen medewerkers. In de komende sessie wordt hier nader op in gegaan.

De betrokkenheid van personeel wordt wel als belangrijk geacht. We zien hier diverse manieren van terugkomen.

 

De BIM-experts hebben in zes bijeenkomsten hun kennis en inzichten met ons gedeeld. Door het delen van hun kennis hebben wij de notitie ‘BIM in de Bouw’ kunnen opstellen. Hierin zijn alle bevindingen uit de BIM-werkgroep uiteengezet. Benieuwd naar het document? Via deze link kun je het downloaden.


Hybride werken is de toekomst

Sinds maart 2020 is thuiswerken door corona het nieuwe normaal geworden. Veel van de UTA’ers hebben het afgelopen jaar ook thuis gewerkt, zo bleek uit onderzoek van FNV|UTA. De overgrote meerderheid wil dit na de pandemie voortzetten. Het blijkt productief, efficiënt en bespaart de nodige reistijd. Maar liefst 52 procent van de UTA’ers wil twee dagen per week thuis blijven werken, en 30 procent heeft een voorkeur voor drie dagen per week.

Recent onderzoek van FNV sluit hierbij aan;  slechts 10 procent van de deelnemers wil weer helemaal terug naar kantoor. 20 procent wil alleen nog maar thuiswerken. 70 procent wenst een afwisseling tussen thuis werken en op kantoor.

Kitty Jong, vicevoorzitter van FNV: “Ongeveer de helft van de beroepsbevolking heeft tijdens de coronapandemie thuis kunnen werken. Deze leden zijn thuiswerken allesbehalve zat; drie op de vijf zijn er zelfs positiever over dan een jaar geleden. 78 procent werkt gewoon prettig thuis, dat was bij ons onderzoek vorig jaar nog 66 procent. Ouderen werken iets liever thuis dan jongeren, maar ook van de jongeren ziet 65 procent het thuiswerken helemaal zitten. Wel zien we dat veruit de meeste mensen een afwisseling willen in thuis werken en op kantoor werken. Wij willen daar dan ook graag afspraken over gaan maken.”

Een hybride vorm

Zoals uit eerder onderzoek van FNV|UTA bleek, bevalt het thuiswerken goed. Zowel thuiswerken als op kantoor heeft voor de meeste deelnemers aan beide onderzoeken de voorkeur. Een groot gemis tijdens de coronacrisis is voor velen het sociale contact. Er is af en toe face-to-face contact nodig voor een goede werkrelatie en dat is tijdens de coronacrisis soms moeilijk of niet realiseerbaar. Even bijpraten is er vaak nauwelijks bij. Daarom geven zij aan dat een hybride vorm, een combinatie van kantooruren met thuiswerkdagen, de meest ideale en gewenste situatie is.

De deelnemers aan het FNV-onderzoek werd gevraagd naar welke werkzaamheden het beste op kantoor, en welke het beste thuis kunnen plaatsvinden. De dagelijkse werkzaamheden worden door de leden liever thuis uitgevoerd. Thuis is de concentratie hoger. Voor activiteiten als een brainstormsessie, het inwerken van nieuwe collega’s of informeel contact is het kantoor de beste plek.

Verder blijkt uit het FNV-onderzoek dat 30 procent van de mensen geen of te weinig zeggenschap ervaart in het bepalen van de werklocatie. Slechts 35 procent ervaart wél genoeg zeggenschap. Een grote meerderheid, 63 procent, wil een stevigere positie voor werknemers om te bepalen waar het werk plaatsvindt; zij willen dit wettelijk geregeld hebben.

Goed werkgeverschap

Uit het FNV|UTA onderzoek bleek dat UTA werknemers het belangrijk vinden dat de werkgever zorgt voor goede afspraken en thuiswerkfaciliteiten (materieel en financieel). Ook is voorlichting vanuit de werkgever van belang. Als aan deze voorwaarden in voldaan dan zijn werknemers in de regel meer tevreden over hun werkgever. Een werkgever heeft niet alle omstandigheden in de hand die maken dat thuiswerken positief wordt ervaren. Maar kan, zoals duidelijk wordt in dit artikel, een heleboel doen om het thuiswerkklimaat positief te beïnvloeden en bij te dragen aan goed werkgeverschap. Een thuiswerkvergoeding hoort daar bijvoorbeeld ook bij.

De respondenten van het onderzoek zouden graag het onderwerp ‘onbereikbaarheid buiten werkuren’ wettelijk vastgelegd zien, zoals dit ook het geval is in Frankrijk. 77 procent stemt hiervoor. Ook het Europees Parlement wil dit recht graag gerealiseerd zien. In Nederland is hiervoor een wetsvoorstel van de PvdA in voorbereiding.

Kitty Jong: “Wij hebben hierover al afspraken gemaakt in sommige cao’s, maar een wettelijk recht geeft ons een betere positie hierin. Door de coronapandemie zijn werk en privé meer door elkaar gaan lopen. Mensen werken ook iets meer uren, blijkt uit ons onderzoek. Dan liggen burn-outklachten op de loer. Bovendien wordt niet iedere werknemer thuis goed gefaciliteerd door de werkgever, met een laptop, bureaustoel, beeldscherm en toetsenbord.”

In het afgelopen jaar hebben veel van de UTA-medewerkers gezien dat die faciliteiten zijn verbeterd door inspanningen van zowel henzelf en/of de werkgever. Maar ook werd duidelijk dat de werkplek thuis Arbo technisch niet vaak zo goed was als de werkplek op kantoor. Daar liggen dus nog kansen voor werkgevers om werkomstandigheden thuis te verbeteren.

Steviger positie

Kitty Jong: “Onze leden spreken zich duidelijk uit en geven aan thuis productiever te zijn. Een steviger positie voor werknemers, zoals ook D66 en GroenLinks in een wet willen regelen, is dan ook mijn inzet bij het SER-advies dat de politiek hierover heeft gevraagd. Die steviger positie kan zich dan weer vertalen in afspraken per bedrijf of organisatie, waar een afweging van belangen kan worden gemaakt. En niet zoals nu dat alleen de werkgever bepaalt. Vergelijk het met de wet, waarbij de werknemer kan vragen minder uren te werken. De werkgever moet dan met zwaarwegende argumenten komen als dat niet kan. Op dit moment moet de werknemer die meer thuis of juist op kantoor wil werken, nog genoegen nemen met een onbeargumenteerde afwijzing van de werkgever.”

Blijf jij voorlopig ook thuiswerken? Lees dan nog eens onze tips voor prettig en gezond thuiswerken.


Wat wordt jouw nieuwe salaris? Bekijk het hier

De nieuwe salaristabellen voor 2021 - 2022 zijn bekend.

Per 1 augustus aanstaande wordt het salaris van UTA-medewerkers structureel verhoogd met 1,5%. Dit is afgesproken in de nieuwe cao Bouw & Infra.

Per 1 januari 2022 volgt nog een structurele verhoging van 3%. Klik hier om de salaristabellen van dit jaar én aankomend jaar te bekijken.

Wil jij op de hoogte blijven van ontwikkelingen rondom jouw cao? Schrijf je dan in voor de UTA Nieuwsflits!


nieuwe cao

Bekijk hier de nieuwe cao Bouw&Infra

Het is zover. Op 11 mei is er een onderhandelingsresultaat bereikt voor de cao Bouw&Infra. De nieuwe cao's zijn geschreven en gepubliceerd. Klik op onderstaande links om ze te lezen!

Klik hier om de cao Bouw&Infra 2021-2022 te bekijken.

Klik hier voor de cao Bedrijfstak Eigen Regelingen in de bouwnijverheid.

De cao's zijn echter nog niet Algemeen Verbindend verklaard. Dat betekent dat ze gelden voor de hele bedrijfstak. Het is wel in aanvraag, dus we houden je op de hoogte!

Heb je vragen of opmerkingen? Neem dan contact met ons op door een e-mail te sturen naar uta@fnv.nl 


Lunchworkshops voor vrouwen in de bouw geslaagd

Vorige maand hebben wij twee mooie workshops mogen geven voor vrouwen in de bouw. De eerste workshop was ‘Kracht door uitstraling’. Een eerste indruk kun je maar één keer geven. Merianka ging in deze workshop aan het werk met hoe je je innerlijk aan je uiterlijk kan koppelen. Erg enthousiast is er gereageerd door de vrouwen die aan deze workshop deelnamen.

Een van de opmerkingen in de evaluatie was; “Fijn om andere vrouwen op deze manier te zien en te leren over je uitstraling.” Precies dit is waar wij het voor doen. Vrouwen, in de vaak mannelijke bouwwereld, samenbrengen tijdens een informatieve en gezellige bijeenkomst. Voorheen gaven wij een proeverij van verschillenden workshops live op een leuke locatie, dit gebeurde met een lekker hapje en drankje. Dit kan helaas al een tijd niet, vandaar dat wij ervoor hadden gekozen om online workshops te geven. Wij verwachten in de toekomst zowel live als online workshops aan te bieden.

Ook de workshop ‘Stem je stem’ was een succes. Een van de opmerkingen tijdens de evaluatie was; “Enthousiast, interessant en met veel interactie.“ Heel gaaf dat dit zo ervaren werd. Wij kregen ook terug dat dingen helder, herkenbaar maar andere dingen juist weer vernieuwend waren. Daarnaast dat; “De workshop nog wel langer had mogen duren omdat je er echt wat aan had en leuk was.” Super om te horen dat al deze verschillende aspecten in de workshop terugkwamen.

Wij willen bij deze alle deelneemsters nogmaals bedanken! Wij vonden het heel geslaagd en gaan na de zomer weer nieuwe workshops en live bijeenkomsten organiseren, wij hopen jullie daar weer te zien!