Voorstellen voor de cao Bouw en infra 2020

Bouwen aan een gezonde toekomst!

De onderhandelingen over de cao Bouw&Infra zijn weer gestart! FNV | UTA is daarin jouw partner. Ook namens jou als UTA’er brengen wij punten in, die voor jou van belang zijn. Onze voorstellen komen onder andere voort uit de enquête onder UTA’ers, die we dit najaar hebben gehouden.

In dit bericht lees je meer over de inzet bij de cao-onderhandelingen. Via deze website en onze UTA Nieuwsflits houden we je natuurlijk op de hoogte!

De bouwsector zal de komende jaren van kantoor tot bouwplaats onverminderd op zoek moeten naar goed gekwalificeerd personeel. De vervangingsvraag is groot, doordat veel mensen met pensioen gaan. Het aantal onvervulbare UTA-vacatures loopt op, terwijl op relatief korte termijn de productie weer fors gaat stijgen. Daarnaast vragen nieuwe (technologische) innovaties om andere kwalificaties. Deze combinatie van zaken maakt dat we moeten zorgen voor een prettige, gezonde werkomgeving en goede arbeidsvoorwaarden.

Tegen deze achtergrond doet de FNV een aantal voorstellen voor de Cao Bouw en Infra 2020. De UTA voorstellen zijn voortgekomen uit een enquête gehouden onder UTA-werknemers.

Klik op een onderwerp om dat direct te lezen:

Deze cao-onderhandelingen zullen een aantal belangrijke voorstellen worden besproken, waaronder het pensioen. We hechten eraan te melden dat een aantal voorstellen gezien moet worden als ‘communicerende vaten’, waardoor een goede afspraak op het één effect kan hebben op het ander.

Looptijd
Wij stellen voor een eenjarige cao af te spreken voor de periode 1 januari 2020 tot en met 31 december 2020.

Terug naar de lijst met onderwerpen

Salaris en vergoedingen
De FNV is van mening dat werknemers moeten meeprofiteren van de economische groei. De looneis voor 2020 wordt gesteld op 5%. De vergoedingen willen wij met ditzelfde percentage laten stijgen.

Terug naar de lijst met onderwerpen

Eerder stoppen met werken
Het werk in de bouw is over het algemeen zwaar en veel werknemers halen niet hun pensioen. Daarbij is de vraag wat kan worden afgesproken om medewerkers eerder te laten stoppen met werken. Uit het EIB-onderzoek is gebleken dat het mogelijk is dat werknemers in de bouw stoppen met werken na 45 jaren.[1] Er zijn verschillende afspraken gemaakt in het pensioenakkoord, die ertoe moeten leiden dat medewerkers eerder kunnen stoppen met werken. Deze afspraken moeten in de cao worden geconcretiseerd.

Voorstel: er wordt per 1 januari 2021 mogelijk gemaakt dat iedere werknemer onder de cao 3 jaar eerder kan uittreden onder gebruikmaking van de afspraken in het pensioenakkoord. Dit voor het maximaal mogelijke bedrag (bruto AOW-hoogte). Om dit te bereiken wordt een fonds ingericht. De premie voor dit fonds wordt betaald door werkgevers. Als een werknemer besluit hier gebruik van te maken is de werkgever verplicht hieraan mee te werken.

[1] EIB. De pensioenleeftijd in de bouw en infra. Amsterdam, 4 november 2019

Terug naar de lijst met onderwerpen

Financieel advies op maat
Door de afspraken die in het pensioenakkoord zijn gemaakt ontstaan de komende jaren nieuwe mogelijkheden om eerder te stoppen met werken. Medewerkers krijgen verschillende keuzemogelijkheden zoals het opnemen van een bedrag ineens, eerder stoppen met werken zonder de RVU-boete en het verlofsparen. Hoewel deze mogelijkheden de komende tijd verder worden uitgewerkt, kunnen we vaststellen dat deze keuzemogelijkheden vragen om een goed inzicht in de effecten van keuzes voor de individuele financiële situatie. Het faciliteren van een gedegen en onafhankelijk financieel advies helpt medewerkers om een goede en afgewogen keuze te maken.

Voorstel: cao-partijen laten inventariseren welke mogelijkheden er bestaan om medewerkers financieel te adviseren bij het maken van keuzes als zij eerder willen stoppen met werken. Is er een bestaande financiële advies infrastructuur, waarbij kan worden aangesloten of moet deze worden ontwikkeld. Op basis van de inventarisatie kan een advies infrastructuur worden opgezet.

Terug naar de lijst met onderwerpen

Overuren en reistijd

  • Uit diverse onderzoeken blijkt dat het aantal overuren onder UTA-personeel fors is en onder invloed van krappe opleveringstermijnen alleen maar toeneemt. Veelal blijkt tegenover deze overuren geen of nauwelijks compensatie te staan. Wanneer de uren uitbetaald worden komt herverdeling van werk, bijvoorbeeld door het aannemen van extra personeel, in beeld en daarmee duurzame inzetbaarheid van personeel.
    We stellen daarom voor overuren uit te betalen, ook voor degenen die een deeltijdaanstelling hebben.
  • UTA-personeel op de bouwplaats maakt lange werkdagen, dit komt onder meer door de reisafstanden. Bouwplaatswerknemers krijgen reisuren uitbetaald, dit zou ook voor UTA-personeel moeten gelden tegen het overeengekomen uurloon. Dit stimuleert een betere geografische verdeling van werkzaamheden.
  • Voor bouwplaatswerknemers is arbeidstijd, pauze, en werkelijke reistijd begrenst op 12 uur per dag. Als er meer uren zijn, wordt de arbeidstijd ingekort. Deze systematiek dient ook voor de UTA te worden ingevoerd.

Terug naar de lijst met onderwerpen

Indelen werktijden
Uit de enquête die FNV onder UTA-werknemers heeft gehouden komen nadrukkelijke wensen naar voren rondom de werktijden. De volgende voorstellen zijn daarop gebaseerd:

  • Het creëren van een vierdaagse werkweek, onder meer het recht op een vierdaagse (bij full time dienstverband) met inzet van het duurzame inzetbaarheidsbudget en roostervrijedagen.
  • Het recht op thuiswerken. De werkgever kan een verzoek alleen schriftelijk afwijzen op basis van zwaarwegende bedrijfsbelangen.
  • Om de hersteltijd maximaal te benutten is ´recht op niet gestoord te worden´ in de vrije tijd zijn de avond, weekend en vakantie noodzakelijk. Met uitzondering van bereikbaarheidsdiensten. Het UTA-personeel dient voor deze diensten een bereikbaarheidsvergoeding te ontvangen.

Terug naar de lijst met onderwerpen

Werkdruk UTA
In het verleden is er onderzoek uitgevoerd naar het beperken van werkdruk in bouwbedrijven.[2] Dit onderzoek heeft destijds opgeleverd dat het nemen van organisatorische maatregelen leiden tot het verlagen van de werkdruk en het verbeteren werkprocessen bij deze bedrijven. FNV Bouwen en Wonen laat inventariseren of deze organisatorische veranderingen bij de bedrijven nog steeds van kracht zijn zodat we kunnen leren welke maatregelen werken en welke niet. Op basis van deze leerervaringen gaat de FNV-voorstellen doen voor een werkdruk aanpak die gericht is op een ander manier van werken in bedrijven.

[2] Brend Seinen. De ‘lusen-en-lasten alliantie’. Netwerksamenwerking: een praktijkvoorbeeld uit de bouwbranche. Panta Rhei – Jaargang 17 – nummer 1 – juni 2007

Terug naar de lijst met onderwerpen

Technologische- en sociale innovaties
We zien dat nieuwe technologieën een steeds grotere rol gaan spelen in het bouwproces. Dit leidt tot veranderingen in de organisatie en in het werk. Hoe deze veranderingen vorm gaan krijgen is nog niet bekend. Maar we weten wel dat het inrichten van arbeidsorganisaties een keuzeproces is. Opvattingen over rol en positie van alle betrokkenen in het arbeidsproces zijn hierbij van belang, evenals opvattingen over het ontwikkelen en gebruiken van (nieuwe) technologieën, producten, etc. Daarbij onderkennen we dat sociaal innovatieve arbeidsorganisaties vernieuwingen in de sector bevorderen.

Voorstellen:

  • Het monitoren van technologische en sociale innovaties in de sector, waarbij het verbeteren van bedrijfsprocessen aantoonbaar is gekoppeld aan de zeggenschap en aan het verbeteren van het vakmanschap van werknemers.
  • De informatie is bedoeld om de sector te laten zien op welke wijze innovaties kunnen worden geïmplementeerd in de sector. Daarmee laat de sector zien zich toekomstbestendig te willen ontwikkelen. Dit zal de aantrekkingskracht van de sector op de arbeidsmarkt ten goede komen.
  • Aanpak, doel en werkwijze van het monitoren van technologische en sociale innovaties leggen we vast in een innovatieconvenant.

Terug naar de lijst met onderwerpen

Extreme weersomstandigheden

  • De verwachting is dat door de klimaatverandering extreem warme weersomstandigheden steeds vaker gaan voorkomen. Uit onderzoek is vastgesteld dat werken bij dit soort omstandigheden bijzonder inspannend is en voorkomen moet worden dat werknemers te maken krijgen met hittestress.[3] Om dit te voorkomen kunnen verschillende maatregelen genomen worden.

Voorstel: maken van een protocolafspraak en Volandis de opdracht te geven bij welke temperatuur sprake is van extreem warme weersomstandigheden en welke maatregelen het meest effectief zijn. Uit het onderzoek moet ook blijken wat de bovengrens qua temperatuur is waarbij nog veilig gewerkt kan worden.

  • De ‘Regeling bouwplaatswerknemers ten aanzien van werk en arbeidsverhindering bij vorst en andere ongunstige weersomstandigheden’ (art. 73 cao) dient eveneens van toepassing te zijn op UTA-werknemers werkzaam op de bouwplaats.

[3] Arbouw. Inventarisatie hittebelasting en verlet in de bouwnijverheid. Juli 2013. Gezondheidsraad. Hittestress op de werkplek. November 2008.

Terug naar de lijst met onderwerpen

DIA en PAGO
De tijd die nodig is voor het laten opstellen van een DIA (Duurzame Inzetbaarheidsanalyse) en PAGO (Periodiek Arbeidsgezondheidskundig Onderzoek) valt nu onder het zogenaamde ‘kort verzuim budget’. DIA en PAGO zijn belangrijk met het oog op het duurzaam inzetbaar houden van medewerkers, zodat zij op een gezonde en prettige manier de pensioenleeftijd kunnen bereiken. De FNV is van mening dat de werkgever hierin een speciale verantwoordelijkheid heeft.

Voorstel: de tijd die nodig is voor het opstellen van een DIA en PAGO komt in zijn geheel voor rekening van de werkgever. Het opstellen van een DIA en PAGO gebeurt tijdens werktijd. Deze tijd wordt doorbetaald door de werkgever.

Terug naar de lijst met onderwerpen

Pensioenopbouw

  • De pensioenopbouw bij verkort IVA-traject (eerder uit dienst bij werkgever binnen tweede ziektejaar) repareren. Bij volledige 2 jaar ziek 100% opbouw, werk je mee aan eerdere overgang UWV dan ontvangt de werknemer nog maar 69% opbouw.
  • Gelijktrekken werkgeversbijdrage pensioenpremie: de werkgeversbijdrage voor de pensioenopbouw van bouwplaatsmedewerkers is hoger dan die voor UTA-medewerkers. Het verschil bedraagt 0,8798%.

Voorstel: het werkgeversdeel voor de premie voor de pensioenopbouw wordt gelijkgetrokken, met als uitgangspunt de bijdrage die de werkgevers betalen voor bouwplaatspersoneel.

Terug naar de lijst met onderwerpen

Medezeggenschap in bouwcombinaties
Steeds meer bedrijven werken bij de uitvoering van werkzaamheden samen in bouwcombinaties. Over medezeggenschap in dergelijke combinaties is tot nu toe nog weinig geregeld, naar ons idee onterecht omdat onderwerpen als veiligheid en arbeidstijden vragen om betrokkenheid van medezeggenschap in de bouwcombinatie. Het ligt voor de hand om de medezeggenschapsorganen van de betrokken bedrijven in de bouwcombinatie een rol te laten vervullen.

Voorstel: De medezeggenschapsorganen van de betrokken bedrijven in de bouwcombinatie vormen het vertegenwoordigend overleg in de combinatie. Aan artikel 90 van de cao wordt een regel toegevoegd waarin wordt bepaald, dat het vertegenwoordigend overleg wordt samengesteld uit de medezeggenschapsorganen van de deelnemers in de combinatie. Het artikel is eveneens van toepassing indien in de combinatie een of meer buitenlandse ondernemingen deelnemen.

Terug naar de lijst met onderwerpen

Bouwplaats ID
In de cao van 2015 is afgesproken dat iedereen die op een bouwplaats werkzaam is een geldige Bouwplaats ID moet hebben. Of het nu gaat om werknemers, werkgevers of zelfstandigen. En ongeacht welke cao er van toepassing is. De doelen van Bouwplaats ID zijn:

  • Illegale arbeid, sociale dumping en schijnconstructies tegen gaan;
  • Inzichtelijk maken wie op bouwplaatsen werkzaam zijn; dit is belangrijk in verband met de ketenverantwoordelijkheid en de veiligheid;
  • Inzicht bieden in diploma’s en certificaten van werknemers, uitzendkrachten en zzp’ers;
  • Administratieve lasten verlichten;
  • Bevorderen dat de cao Bouw & Infra en de pensioenregeling van Bpf BOUW worden nageleefd.

Het ministerie SZW heeft echter besloten, dat de Cao waarin de Bouwplaats ID is opgenomen niet algemeen verbindend wordt verklaard.

Wel heeft het ministerie aan CAO partijen aangeboden te onderzoeken of een wetgevend traject de Bouwplaats ID mogelijk gemaakt kan worden.

Voorstel: Omdat de oorspronkelijke doelen van Bouwplaats ID nog steeds nodig zijn, is het van belang dat het onderzoek naar de mogelijkheid van een wetgevend traject wordt uitgevoerd. CAO partijen spreken hun commitment uit voor het onderzoek en zullen een actieve bijdrage leveren aan dit onderzoek.

Terug naar de lijst met onderwerpen